SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

VORMEN

 

B 23        MACHINEGEREEDSCHAP; NIET ELDERS ONDERGEBRACHT BEWERKEN VAN METAAL [11]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze klasse vallen:

                        -        het bewerken van metaalachtige materialen; [15]

                        -        het bewerken van niet-metaalachtige materialen, de toegepaste methoden vergelijkbaar zijn met die welke worden gebruikt bij metaalbewerking, en voor zover niet elders toegepast. [15]

                        -        specifieke kenmerken voor machinegereedschap, die betrekking hebben op een vereiste of een probleem van een aard die niet hoort bij een specifiek soort machinegereedschap, bijv. het toevoeren van werk wat valt onder subklasse B23Q, ofschoon het realiseren van die kenmerken kan verschillen in overeenstemming met het betreffende soort machinegereedschap. In het algemeen vallen dergelijke kenmerken onder de genoemde subklasse, zelfs als het kenmerk of een specifieke functie in een bijzonder geval tot op zekere hoogte hoort bij, of slechts wordt geclaimd voor, machinegereedschap voor één specifieke bewerking; slechts in uitzonderingsgevallen worden dergelijke kenmerken geklasseerd in de subklasse voor het betreffende machinegereedschap. Bepaalde kenmerken van een dergelijk algemeen karakter worden echter toegeschreven naar subklassen die betrekking hebben op specifieke metaalbewerkingen, met name B23B, waarbij die subklassen met het oog op dergelijke kenmerken niet beperkt zijn tot het soort machinegereedschap waarop zij in eerste instantie betrekking hebben.

              (2)      In deze klasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

                        -        “bewerken van metaal” omvat het bewerken van andere materialen tenzij uit de context anders blijkt;

                        -        “soort bewerkingen” en soortgelijke uitdrukkingen hebben betrekking op metaalbewerkingen zoals boren, frezen en slijpen;

                        -        “soort machine” betekent een machine die is ontworpen voor een specifiek soort metaalbewerking (bijv. een draaibank);

                        -        “machinevorm” betekent een specifieke soort machine die is aangepast of opgesteld voor een specifieke wijze van bewerken of voor specifiek werk, bijv. een draaibank met een spanplaat of een losse kop of een revolverdraaibank;

                        -        “verschillende machines” omvat verschillende machinevormen voor het uitvoeren van dezelfde soort metaalbewerking, bijv. staande of liggende boormachines.

              (3)      Als details, componenten of accessoires geen essentieel kenmerk hebben dat specifiek hoort bij machinegereedschap hebben, hebben de meer algemene klasse zoals bijv. F16 voorrang.

 

B 23 H    BEWERKEN VAN METAAL DOOR HET INWERKEN VAN EEN HOGE CONCENTRATIE ELEKTRISCHE STROOM OP EEN WERKSTUK. DOOR GEBRUIK TE MAKEN VAN EEN ELEKTRODE DIE DE PLAATS INNEEMT VAN EEN GEREEDSCHAP; DERGELIJKE BEWERKINGEN, GECOMBINEERD MET ANDERE SOORTEN METAALBEWERKING (processen voor het elektrolytisch of elektroforetisch coaten, elektrolytisch vormen of apparatuur daarvoor C25D; processen voor het elektrolytisch verwijderen van materiaal van objecten C25F; maken van gedrukte circuits door gebruik te maken van neerslagtechnieken voor het aanbrengen van het geleidende materiaal voor het vormen van het gewenste geleidingspatroon H05K 3/18) [4]

 

                             Aantekening

 

              Onder deze subklasse valt het bewerken van metaal dat wordt omschreven als “elektro-erosie”. [4]

 

B 23 H      1/00                    Machinaal bewerken door een elektrische ontlading, d.w.z. het verwijderen van metaal door een reeks periodiek snel wisselende elektrische ontladingen tussen een elektrode en een werkstuk in aanwezigheid van een vloeibaar diëlectricum [4]

B 23 H      1/02                    .    Speciaal aangepaste elektrische circuits daarvoor, bijv. voor energietoevoer, energieregeling of het voorkomen van kortsluitingen of andere ongewone ontladingen [4]

B 23 H      1/04                    .    Speciaal aangepaste elektroden daarvoor of het maken daarvan (B23H 9/00 heeft voorrang) [4]

B 23 H      1/06                    .    .    Elektrodemateriaal [4]

B 23 H      1/08                    .    Werkmedia [4]

B 23 H      1/10                    .    Toevoeren of opbouwen van werkmedia [4]

 

B 23 H      3/00                    Elektrochemisch machinaal bewerken, d.w.z. het verwijderen van metaal door het laten lopen van een stroom tussen een elektrode en een werkstuk in aanwezigheid van een elektrolyt [4]

B 23 H      3/02                    .    Speciaal aangepaste elektrische circuits daarvoor, bijv. voor energietoevoer, energieregeling of het voorkomen van kortsluitingen [4]

B 23 H      3/04                    .    Speciaal aangepaste elektroden daarvoor of het maken daarvan (B23H 9/00 heeft voorrang) [4]

B 23 H      3/06                    .    .    Elektrodemateriaal [4]

B 23 H      3/08                    .    Werkmedia [4]

B 23 H      3/10                    .    Toevoeren of opbouwen van werkmedia [4]

 

B 23 H      5/00                    Gecombineerd machinaal bewerken [4]

B 23 H      5/02                    .    Machinaal bewerken door een elektrische ontlading, gecombineerd met elektrochemisch machinaal bewerken [4]

B 23 H      5/04                    .    Machinaal bewerken door een elektrische ontlading, gecombineerd met mechanisch bewerken [4]

B 23 H      5/06                    .    Elektrochemisch machinaal bewerken, gecombineerd met mechanisch bewerken, bijv. slijpen of schuren, of aanzetten [4]

B 23 H      5/08                    .    .    Elektrolytisch slijpen of schuren [4]

B 23 H      5/10                    .    Speciaal aangepaste elektroden daarvoor of het maken daarvan (B23H 1/04 en B23H 3/04 hebben voorrang) [4]

B 23 H      5/12                    .    Werkmedia [4]

B 23 H      5/14                    .    Toevoeren of opbouwen van werkmedia [4]

 

B 23 H      7/00                    Processen of apparatuur die toepasbaar zijn bij zowel machinaal bewerken door een elektrische ontlading als elektrochemisch machinaal bewerken [4]

B 23 H      7/02                    .    Snijden van draad [4]

B 23 H      7/04                    .    .    Apparatuur voor het aan de werkspleet toevoeren van stroom; Speciaal aangepaste elektrische circuits daarvoor [4]

B 23 H      7/06                    .    .    Regelen van de af te leggen boog van de onderlinge beweging tussen elektrode en werkstuk [4]

B 23 H      7/08                    .    .    Draadelektroden [4]

B 23 H      7/10                    .    .    .    Ondersteunen, wikkelen of elektrisch aansluiten van een draadelektrode [4]

B 23 H      7/12                    .    Elektroden in de vorm van een roterende schijf [4]

B 23 H      7/14                    .    Speciaal aangepaste elektrische circuits daarvoor, bijv. voor energietoevoer [4]

B 23 H      7/16                    .    .    voor het voorkomen van kortsluiting of andere ongewone ontladingen [4]

B 23 H      7/18                    .    .    voor het in stand houden of regelen van de gewenste afstand tussen elektrode en werkstuk [4]

B 23 H      7/20                    .    .    voor programmabesturing, bijv. adaptief (programmaregelsystemen in het algemeen G05B 19/00) [4]

B 23 H      7/22                    .    Speciaal aangepaste elektroden daarvoor of het maken daarvan (B23H 7/08, B23H 7/12 en B23H 9/00 hebben voorrang) [4]

B 23 H      7/24                    .    .    Elektrodemateriaal [4]

B 23 H      7/26                    .    Apparatuur voor het verplaatsen of positioneren van een elektrode ten opzichte van het werkstuk; Bevestigen van een elektrode [4]

B 23 H     7/28                    .    .    Verplaatsen van de elektrode in een vlak loodrecht op de toevoerrichting, bijv. volgens een baan in de ruimte [4]

B 23 H      7/30                    .    .    Bewegen van de elektrode in de toevoerrichting (B23H 7/32 heeft voorrang) [4]

B 23 H      7/32                    .    .    In stand houden van de gewenste afstand tussen elektrode en werkstuk [4]

B 23 H      7/34                    .    Werkmedia [4]

B 23 H      7/36                    .    Toevoeren of opbouwen van werkmedia [4]

B 23 H      7/38                    .    Beïnvloeden van de metaalbewerking door gebruik te maken van speciaal aangepaste middelen die niet direct betrekking hebben op het verwijderen van metaal, bijv. ultrasoongolven, magnetische velden of laserstralen [4]

 

B 23 H      9/00                    Speciaal aangepast machinaal bewerken voor het behandelen van specifieke metalen objecten of voor het verkrijgen van speciale effecten of resultaten bij metalen objecten (warmtebehandeling door kathodisch ontladen C21D 1/38) [4]

B 23 H      9/02                    .    Afwerken of ontbramen [4]

B 23 H      9/04                    .    Behandelen van oppervlakken van walsen [4]

B 23 H      9/06                    .    Markeren of graveren [4]

B 23 H      9/08                    .    Scherp maken [4]

B 23 H      9/10                    .    Bewerken van turbinebladen of sproeiers [4]

B 23 H      9/12                    .    Vormen van delen met een complementaire vorm, bijv. een pons en stempel [4]

B 23 H      9/14                    .    Maken van gaten [4]

B 23 H      9/16                    .    .    gebruikmakend van een elektrolytische straal [4]

B 23 H      9/18                    .    Produceren van uitwendige kegelvormige vlakken of nagels (B23H 9/08 heeft voorrang) [4]

 

B 23 H    11/00                   Niet elders ondergebrachte hulpapparatuur of details [4]