SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

VORMEN

 

B 23        MACHINEGEREEDSCHAP; NIET ELDERS ONDERGEBRACHT BEWERKEN VAN METAAL [11]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze klasse vallen:

                        -        het bewerken van metaalachtige materialen; [15]

                        -        het bewerken van niet-metaalachtige materialen, de toegepaste methoden vergelijkbaar zijn met die welke worden gebruikt bij metaalbewerking, en voor zover niet elders toegepast. [15]

                        -        specifieke kenmerken voor machinegereedschap, die betrekking hebben op een vereiste of een probleem van een aard die niet hoort bij een specifiek soort machinegereedschap, bijv. het toevoeren van werk wat valt onder subklasse B23Q, ofschoon het realiseren van die kenmerken kan verschillen in overeenstemming met het betreffende soort machinegereedschap. In het algemeen vallen dergelijke kenmerken onder de genoemde subklasse, zelfs als het kenmerk of een specifieke functie in een bijzonder geval tot op zekere hoogte hoort bij, of slechts wordt geclaimd voor, machinegereedschap voor één specifieke bewerking; slechts in uitzonderingsgevallen worden dergelijke kenmerken geklasseerd in de subklasse voor het betreffende machinegereedschap. Bepaalde kenmerken van een dergelijk algemeen karakter worden echter toegeschreven naar subklassen die betrekking hebben op specifieke metaalbewerkingen, met name B23B, waarbij die subklassen met het oog op dergelijke kenmerken niet beperkt zijn tot het soort machinegereedschap waarop zij in eerste instantie betrekking hebben.

              (2)      In deze klasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

                        -        “bewerken van metaal” omvat het bewerken van andere materialen tenzij uit de context anders blijkt;

                        -        “soort bewerkingen” en soortgelijke uitdrukkingen hebben betrekking op metaalbewerkingen zoals boren, frezen en slijpen;

                        -        “soort machine” betekent een machine die is ontworpen voor een specifiek soort metaalbewerking (bijv. een draaibank);

                        -        “machinevorm” betekent een specifieke soort machine die is aangepast of opgesteld voor een specifieke wijze van bewerken of voor specifiek werk, bijv. een draaibank met een spanplaat of een losse kop of een revolverdraaibank;

                        -        “verschillende machines” omvat verschillende machinevormen voor het uitvoeren van dezelfde soort metaalbewerking, bijv. staande of liggende boormachines.

              (3)      Als details, componenten of accessoires geen essentieel kenmerk hebben dat specifiek hoort bij machinegereedschap hebben, hebben de meer algemene klasse zoals bijv. F16 voorrang.

 

B 23 K    SOLDEREN OF LOSSOLDEREN; LASSEN; BEKLEDEN OF PLATEREN DOOR SOLDEREN OF LASSEN; SNIJDEN DOOR HET PLAATSELIJK TOEPASSEN VAN WARMTE, BIJV. VLAMSNIJDEN; BEWERKEN MET EEN LASERSTRAAL (maken van met metaal gecoate producten door het extruderen van metaal B21C 23/22; opbouwen van bekledingen of bedekkingen door gieten B22D 19/08; gieten door onderdompelen B22D 23/04; maken van composietlagen door het sinteren van metaalpoeder B22F 7/00; voorzieningen op machinegereedschap voor het kopiëren of regelen B23Q; niet elders ondergebracht bedekken van metalen of van materialen met metalen C23C; branders F23D)

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze subklasse vallen tevens speciaal aangepaste elektrische circuits voor elk doel dat valt onder de titel van de subklasse.

              (2)      In deze subklasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

                        -        “solderen” betekent het met elkaar verbinden van metalen door gebruik te maken van soldeer en het toepassen van warmte zonder van de met elkaar te verbinden delen te laten smelten. [5]

              (3)      In de groepen B23K 1/00 tot B23K 31/00 is het gewenst de indexcodes van de groepen B23K 101/00 of B23K 103/00 toe te voegen. [5]

 

Solderen, bijv. hard solderen, of lossolderen [9]

 

B 23 K      1/00                    Solderen, bijv. hard solderen, of lossolderen (B23K 3/00 heeft voorrang; alleen gekenmerkt door het gebruik van speciale materialen of media B23K 35/00; dompelsolderen of golfsolderen bij het maken van gedrukte circuits H05K 3/34) [5]

B 23 K      1/002                  .    Solderen door middel van inductieverwarming [5]

B 23 K      1/005                  .    Solderen door middel van stralingsenergie [5]

B 23 K      1/008                  .    Solderen in een industriële oven (B23K 1/012 heeft voorrang) [5]

B 23 K      1/012                  .    Solderen door gebruik te maken van heet gas [5]

B 23 K      1/015                  .    .    Damp-condensatiesolderen [5]

B 23 K      1/018                  .    Lossolderen; Verwijderen van gesmolten soldeer of andere resten [5]

B 23 K      1/06                    .    gebruikmakend van trillingen, bijv. supersone trillingen

B 23 K      1/08                    .    Solderen door middel van onderdompelen in gesmolten soldeer

B 23 K      1/14                    .    speciaal aangepast voor het solderen van naden (maken van buizen waarbij sprake is van andere bewerkingen dan solderen B21C) [5]

B 23 K      1/16                    .    .    langsnaden, bijv. van mantels [5]

B 23 K      1/18                    .    .    omtreksnaden, bijv. van mantels [5]

B 23 K      1/19                    .    rekening houdend met de eigenschappen van de te solderen materialen [3]

B 23 K      1/20                    .    Voorbehandelen van te solderen werk of gebieden, bijv. met betrekking tot een galvanische coating (zie voor het voorbereiden van oppervlakken op specifieke wijzen de relevante klassen voor de behandelingen of de behandelde materialen, bijv. C04B of C23C)

 

B 23 K      3/00                    Gereedschap, inrichtingen of speciaal toebehoren voor het solderen, bijv. hardsolderen, of lossolderen, voorzover niet speciaal aangepast voor specifieke methoden (materialen die worden gebruikt voor solderen B23K 35/00) [5]

B 23 K      3/02                    .    Soldeerbouten; Koppen daarvoor

B 23 K      3/03                    .    .    elektrisch verwarmd [5]

B 23 K      3/04                    .    Verwarmingstoebehoren (soldeerlampen of blaaspijpen F23D; elektrisch verwarmen in het algemeen H05B)

B 23 K      3/047                  .    .    elektrisch [5]

B 23 K      3/053                  .    .    .    gebruikmakend van weerstandsdraden [5]

B 23 K      3/06                    .    Inrichtingen voor het toevoeren van soldeer; Soldeersmeltpannen

B 23 K      3/08                    .    Hulpinrichtingen daarvoor (reinigen van pijpen of buizen of stelsels van pijpen of buizen, bijv. vóór het solderen, B08B 9/02) [5]

 

Vlamlassen of vlamsnijden

 

B 23 K      5/00                    Gasvlamlassen

B 23 K      5/02                    .    Naadlassen (maken van buizen waarbij sprake is van andere bewerkingen dan lassen B21C)

B 23 K      5/04                    .    .    gebruikmakend van extra geprofileerde stroken en dergelijke van lasmetaal te gebruiken langs de naadranden

B 23 K      5/06                    .    .    Lassen van langsnaden

B 23 K      5/08                    .    .    Lassen van omtreksnaden

B 23 K      5/10                    .    Lassen van werkstukken die voornamelijk lagen bevatten van verschillende metalen, bijv. geplateerde werkstukken

B 23 K      5/12                    .    rekening houdend met de eigenschappen van het te lassen materiaal

B 23 K      5/14                    .    .    van niet-ijzerhoudende metalen (B23K 5/16 heeft voorrang)

B 23 K      5/16                    .    .    van verschillende metalen

B 23 K      5/18                    .    met een ander doel dan het samenvoegen van delen, bijv. opbouwlassen

B 23 K      5/20                    .    gebruikmakend van trillingen, bijv. supersone trillingen

B 23 K      5/213                  .    Voorbehandelen [3]

B 23 K      5/22                    .    Hulpuitrusting, bijv. ruglagen en geleiders

B 23 K      5/24                    .    .    Voorzieningen voor het ondersteunen van toortsen (niet beperkt tot vlamlassen B23K 37/02)

 

B 23 K      7/00                    Snijden, afschuinen of verwijderen van het oppervlak door het toepassen van vlammen

B 23 K      7/06                    .    Speciaal ontworpen machines, apparatuur of uitrusting voor het afschuinen of het verwijderen van oppervlak

B 23 K      7/08                    .    door het toepassen van extra verbindingen of middelen ter ondersteuning van de procedure voor het snijden, afschuinen of verwijderen van oppervlak

B 23 K      7/10                    .    Hulpinrichtingen, bijv. voor het geleiden of ondersteunen van de toorts (geleidingsmiddelen die toepasbaar zijn op andere metaalbewerkingsmachines B23Q)

 

Elektrisch lassen of snijden

 

B 23 K      9/00                    Booglassen of boogsnijden (elektroslaklassen B23K 25/00; lastransformatoren H01F; lasgeneratoren H02K)

B 23 K      9/007                  .    Puntbooglassen [5]

B 23 K      9/013                  .    Boogsnijden, uithollen, afschuinen of verwijderen van het oppervlak [5]

B 23 K      9/02                    .    Naadlassen; Steunmiddelen; Inzetstukken

B 23 K      9/022                  .    .    Lassen door gebruik te maken van elektrodetrillingen [5]

B 23 K      9/025                  .    .    voor rechtlijnige naden [5]

B 23 K      9/028                  .    .    voor gekromde naden in één vlak [5]

B 23 K      9/032                  .    .    voor driedimensionale naden [5]

B 23 K      9/035                  .    .    met steunlagen die onder de naad zijn geplaatst [5]

B 23 K      9/038                  .    .    gebruikmakend van een gietmassa (niet beperkt tot booglassen B23K 37/06) [5]

B 23 K      9/04                    .    Lassen voor een ander doel dan samenvoegen, bijv. opbouwlassen

B 23 K      9/06                    .    Voorzieningen of circuits voor het starten van de boog, bijv. door opwekken van de ontstekingsspanning, of voor het stabiliseren van de boog [5]

B 23 K      9/067                  .    .    Starten van de boog [5]

B 23 K      9/073                  .    .    Stabiliseren van de boog [5]

B 23 K      9/08                    .    Voorzieningen of circuits voor het magnetisch sturen van de boog

B 23 K      9/09                    .    Voorzieningen of circuits voor het booglassen met een pulsstroom of pulsspanning [3]

B 23 K      9/095                  .    Bewaken of automatisch regelen van lasparameters [5]

B 23 K      9/10                    .    Andere elektrische circuits daarvoor; Veiligheidscircuits; Afstandsbediening

B 23 K      9/12                    .    Automatisch toevoeren of verplaatsen van elektroden of werk voor het puntlassen of naadlassen, of voor het puntsnijden of naadsnijden

B 23 K      9/127                  .    .    Middelen voor het trekken van lijnen tijdens het booglassen of boogsnijden (kopiëren in het algemeen B23Q 35/00) [5]

B 23 K      9/133                  .    .    Middelen voor het toevoeren van elektroden, bijv. trommels, rollen of motoren [5]

B 23 K      9/14                    .    gebruikmakend van geïsoleerde elektroden

B 23 K      9/16                    .    gebruikmakend van een schermgas

B 23 K      9/167                  .    .    en van een niet consumeerbare elektrode [5]

B 23 K      9/173                  .    .    en van een consumeerbare elektrode [5]

B 23 K      9/18                    .    Dompelbooglassen

B 23 K      9/20                    .    Tapeindlassen

B 23 K      9/22                    .    Stotend lassen

B 23 K      9/23                    .    rekening houdend met de eigenschappen van de te lassen materialen [3]

B 23 K      9/235                  .    Voorbehandelen [3]

B 23 K      9/24                    .    Kenmerken met betrekking tot elektroden (vorm of samenstelling van elektroden B23K 35/00)

B 23 K      9/26                    .    .    Accessoires voor elektroden, bijv. ontstekingsuiteinden

B 23 K      9/28                    .    .    Steuninrichtingen voor elektroden (niet beperkt tot booglassen of boogsnijden B23K 37/02)

B 23 K      9/29                    .    .    .    Aangepaste steunvoorzieningen voor afschermmiddelen [5]

B 23 K      9/30                    .    .    .    Trilhouders voor elektroden (B23K 9/022 heeft voorrang) [5]

B 23 K      9/32                    .    Accessoires (aardverbindingen H01R)

 

B 23 K    10/00                   Lassen of snijden door middel van plasma [5]

B 23 K    10/02                   .    Plasmalassen [5]

 

B 23 K    11/00                   Weerstandslassen; Doorsnijden door weerstandsverwarming

B 23 K    11/02                   .    Drukstomplassen

B 23 K    11/04                   .    Vlamboogstomplassen of afbrandlassen

B 23 K    11/06                   .    met rolelektroden

B 23 K    11/08                   .    Niet tot één van de voorgaande subgroepen beperkt naadlassen

B 23 K    11/087                      .    .    voor rechte naden [5]

B 23 K    11/093                      .    .    voor in één vlak gebogen naden [5]

B 23 K    11/10                   .    Puntlassen; Steeklassen

B 23 K    11/11                   .    .    Puntlassen [5]

B 23 K    11/12                   .    .    gebruikmakend van trillingen

B 23 K    11/14                   .    Projectielassen

B 23 K    11/16                   .    rekening houdend met de eigenschappen van het te lassen materiaal

B 23 K    11/18                   .    .    van niet-ijzerhoudende metalen (B23K 11/20 heeft voorrang)

B 23 K    11/20                   .    .    van verschillende metalen

B 23 K    11/22                   .    Doorsnijden door weerstandsverwarming

B 23 K    11/24                   .    Stroomtoevoer of regelcircuits daarvoor

B 23 K    11/25                   .    .    Bewakingsinrichtingen [5]

B 23 K    11/26                   .    .    Storage discharge lassen

B 23 K    11/28                   .    Draagbare lasuitrusting

B 23 K    11/30                   .    Kenmerken met betrekking tot elektroden (vorm of samenstelling van elektroden B23K 35/00)

B 23 K    11/31                   .    .    Elektrodehouders (niet beperkt tot weerstandslassen of tot het doorsnijden door weerstandsverwarming B23K 37/02) [5]

B 23 K    11/34                   .    Voorbehandelen [3]

B 23 K    11/36                   .    Hulpuitrusting (B23K 11/31 heeft voorrang) [3,5]

 

B 23 K    13/00                   Lassen door het verwarmen met hoogfrequente stroom [5]

B 23 K    13/01                   .    door inductieverwarming [5]

B 23 K    13/02                   .    .    Naadlassen

B 23 K    13/04                   .    door geleidende verwarming [5]

B 23 K    13/06                   .    gekenmerkt door het afschermen van de laszone tegen invloeden van buitenaf (media B23K 35/38) [5]

B 23 K    13/08                   .    Stroomtoevoer of regelcircuits daarvoor [5]

 

Op een andere wijze lassen of snijden; Bewerken met een laserstraal [3]

 

B 23 K    15/00                   Lassen of snijden met een elektronenstraal (elektronenstraalbuizen of ionenstraalbuizen H01J 37/00)

B 23 K    15/02                   .    Regelcircuits daarvoor [5]

B 23 K    15/04                   .    voor het lassen van ringvormige naden [5]

B 23 K    15/06                   .    in een vacuümkamer (B23K 15/04 heeft voorrang) [5]

B 23 K    15/08                   .    Verwijderen van materiaal, bijv. door snijden of door het boren van gaten [5]

B 23 K    15/10                   .    Lassen of snijden met een elektronenstraal zonder vacuüm [5]

 

B 23 K    17/00                   Gebruik van de energie van kerndeeltjes bij lastechnieken en dergelijke

 

B 23 K    20/00                   Niet-elektrisch lassen door het uitoefenen van inslagen of een andere druk, met of zonder het toepassen van warmte, bijv. bekleden of plateren [3]

B 23 K    20/02                   .    door middel van een pers [3]

B 23 K    20/04                   .    door middel van een walsmolen [3]

B 23 K    20/06                   .    door middel van hoogenergetische impulsen, bijv. magnetische energie [3]

B 23 K    20/08                   .    .    Explosielassen [3]

B 23 K    20/10                   .    gebruikmakend van trillingen, bijv. ultrasoonlassen [3]

B 23 K    20/12                   .    waarbij de warmte wordt opgewekt door wrijving; Wrijvingslassen [3]

B 23 K    20/14                   .    Voorkomen of minimaliseren van de aanwezigheid van gas, of het gebruikmaken van schermgassen of een vacuüm tijdens het lassen (gevormd door materiaal tussen werkstukken B23K 20/18) [3]

B 23 K    20/16                   .    waarbij speciaal materiaal tussen delen wordt aangebracht voor het met elkaar kunnen verbinden van de delen, bijv. materiaal voor het absorberen of afgeven van gas [3]

B 23 K    20/18                   .    Zonelassen door het aanbrengen van las-voorkomende substanties tussen niet aan elkaar te lassen zone’s [3]

B 23 K    20/20                   .    Speciale methoden die aansluitend een scheiding toestaan, bijv. van hoogwaardige metalen uit schrootmateriaal [3]

B 23 K    20/22                   .    rekening houdend met de eigenschappen van het te lassen materiaal [3]

B 23 K    20/227                      .    .    met ijzerlaag [5]

B 23 K    20/233                      .    .    zonder ijzerlaag [5]

B 23 K    20/24                   .    Voorbehandelen [3]

B 23 K    20/26                   .    Hulpuitrusting [3]

 

B 23 K    23/00                   Aluminothermisch lassen of lassen met thermiet

 

B 23 K    25/00                   Slaklassen, d.w.z. gebruikmakend van een verwarmde poederlaag of poedermassa, slakken en dergelijke in contact met het samen te voegen materiaal (B23K 23/00 heeft voorrang; dompelbooglassen B23K 9/18)

 

B 23 K    26/00                   Bewerken met een laserstraal, bijv. lassen, snijden of boren [2,3,14]

 

              Aantekeningen

 

(1)        Onder deze hoofdgroep valt:

-           bewerking met een laser voor het maken van een verzwakte laag, met of zonder materiaalverwijdering, [14]

-           schrikbewerking met een laser, [14]

-           apparatuur voor oppervlaktebehandelingen met een laser, [14] en

-           verwijdering met een laser. [14]

(2)        Onder deze hoofdgroep valt niet:

-           door een laser ondersteunde afzetting, wat valt onder de subklasse C23C, [14]

-           sinteren met een laser, wat valt onder de groep B22F 3/105 voor metaalpoeder, groep B29C 67/04 voor kunststoffen, groep C03B 19/06 voor glas, of groep C04B35/64 voor keramiek, [14] en

-           door een laser ondersteunde chemische etsing, wat valt onder groep C23F 1/00. [14]

 

B 23 K    26/02                   .    Positioneren of observeren van het werkstuk, bijv. met betrekking tot het inslagpunt; Uitlijnen, richten of scherpstellen van de laserstraal [3]

B 23 K    26/03                   .    .    Observeren, bijv. bewaken, van het werkstuk [7,14]

B 23 K    26/035                  .    .    Uitlijnen van de laserstraal (automatisch B23K 26/042) [14]

B 23 K    26/04                   .    .    Automatisch uitlijnen, richten of scherpstellen van de laserstraal, bijv. gebruikmakend van het teruggekaatste verstrooide licht [3]

B 23 K    26/042                  .    .    .    Automatisch uitlijnen van de laserstraal [14]

B 23 K    26/044                  .    .    .    .    Volgen van de lasnaad [14]

B 23 K    26/046                  .    .    .    Automatisch scherpstellen van de laserstraal [14]

B 23 K    26/06                   .    .    Vormen van de laserstraal, bijv. door maskers of door meervoudig scherpstellen [3,14]

B 23 K    26/062                  .    .    .    door direct regelen van de laserstraal [14]

B 23 K    26/0622                .    .    .    .    door het vormen van pulsen [14]

B 23 K    26/064                  .    .    .    door middel van optische elementen, bijv. lenzen, spiegels of prisma’s [14]

B 23 K    26/066                  .    .    .    .    door gebruik te maken van maskers [14]

B 23 K    26/067                  .    .    .    Verdelen van de straal in meerdere stralen, bijv. meervoudig scherpstellen [7]

B 23 K    26/073                      .    .    .    Vormen van de laserpunt [7]

B 23 K    26/08                   .    Inrichtingen waarbij sprake is van een onderlinge beweging tussen laserstraal en werkstuk [3]

B 23 K    26/082                  .    .    Aftastsystemen, d.w.z. inrichtingen waarbij sprake is van een beweging van de laserstraal ten opzichte van de laserkop [14]

B 23 K    26/10                   .    .    gebruikmakend van een vaste steun [3]

B 23 K    26/12                   .    in een speciale omgeving of atmosfeer, bijv. in een omhulsel [3,14]

B 23 K    26/122                  .    .    in een vloeistof, bijv. onder water [14]

B 23 K    26/14                   .    gebruikmakend van een fluïdumstroom, bijv. een gasstraal, in samenhang met de laserstraal; Mondstukken daarvoor (B23K 26/12 heeft voorrang) [3,14]

B 23 K    26/142                  .    .    voor het verwijderen van bijproducten [14]

B 23 K    26/144                  .    .    waarbij de fluïdumstroom deeltjes bevat, bijv. poeder [14]

B 23 K    26/146                  .    .    waarbij de fluïdumstroom een vloeistof bevat [14]

B 23 K    26/16                   .    Afvoer van bijproducten, bijv. deeltjes of dampen die tijdens het behandelen van een werkstuk worden geproduceerd (door een fluïdumstroom B23K 26/142) [3,14]

B 23 K    26/18                   .    gebruikmakend van absorptielagen op het werkstuk, bijv. voor het markeren of beschermen [3,14]

B 23 K    26/20                   .    Hechten (solderen door middel van stralingsenergie B23L 1/005; verbinden van voorgevormde kunststofdelen door verwarmen gebruikmakend van een laserstraal B29C 65/16) [7,14]

B 23 K    26/21                   .    .    door lassen [14]

B 23 K    26/211                  .    .    .    met tussenvoeging van een speciaal materiaal voor het vergemakkelijken van de verbindingen tussen de delen [14]

B 23 K    26/22                   .    .    .    Puntlassen [14]

B 23 K    26/24                   .    .    .    Naadlassen [14]

B 23 K    26/242                  .    .    .    .    Hoeklassen, d.w.z. waarbij sprake is van een las met een in hoofdzaak driehoekige doorsnede voor het samenvoegen van twee delen [14]

B 23 K    26/244                  .    .    .    .    Overlappend rolnaadlassen [14]

B 23 K    26/26                   .    .    .    .    van rechtlijnige naden [7,14]

B 23 K    26/262                  .    .    .    .    .    van langsnaden van buizen [14]

B 23 K    26/28                   .    .    .    .    van naden in een gebogen vlak [7,14]

B 23 K    26/282                  .    .    .    .    .    van buisdelen [14]

B 23 K    26/30                   .    .    .    .    van driedimensionale naden [7,14]

B 23 K    26/302                  .    .    .    .    .    van schroefvormige naden [14]

B 23 K    26/32                   .    .    rekening houdend met de eigenschappen van het betreffende materiaal [7]

B 23 K    26/322                  .    .    .    waarbij sprake is van gecoate metaaldelen (gebruikmakend van absorptielagen op het werkstuk B23K 26/18) [14]

B 23 K    26/323                  .    .    .    waarbij sprake is van delen van verschillend metaalmateriaal [14]

B 23 K    26/324                  .    .    .    waarbij sprake is van niet-metalen [14]

B 23 K    26/34                   .    Laserlassen voor een ander doel dan verbinden [7,14]

B 23 K    26/342                  .    .    Opbouwlassen [14]

B 23 K    26/346                  .    in combinatie met lassen of snijden vallend onder de groepen B23K 5/00 tot B23K 25/00, bijv. in combinatie met weerstandlassen [14]

B 23 K    26/348                  .    .    in combinatie met boogverhitting, bijv. TIG [tungsten inert gas] lassen, MIG [metaal inert gas] lassen of plasmalassen (laserstraal voor het starten van een lasboog of snijboog B23K 9/067) [14]

B 23 K    26/351                  .    voor het trimmen of tuning van elektrische componenten [14]

B 23 K    26/353                  .    voor oppervlaktebehandeling [14]

B 23 K    26/354                  .    .    door smelten [14]

B 23 K    26/356                  .    .    door shock bewerken [14]

B 23 K    26/359                  .    .    door middel van een lijn of patroon, bijv. een gestippelde beginnende breuklijn [14]

B 23 K    26/36                   .    Verwijderen van materiaal (B23K 26/55 en B23K 26/57 hebben voorrang) [7,14]

B 23 K    26/361                  .    .    voor het ontbramen of mechanisch trimmen (B23K 26/351 heeft voorrang [14]

B 23 K    26/362                  .    .    Etsen met een laser [14]

B 23 K    26/364                  .    .    .    voor het maken van een groef of sleuf, bijv. voor het schrijven van een beginnende breukgroef [14]

B 23 K    26/38                   .    .    door boren of snijden [7]

B 23 K    26/382                  .    .    .    door boren [14]

B 23 K    26/384                  .    .    .    .    van speciaal gevormde gaten [14]

B 23 K    26/386                  .    .    .    .    van blinde gaten [14]

B 23 K    26/386                  .    .    .    .    Trepaneren, d.w.z. boren door het om een as bewegen van de bundelstip [14]

B 23 K    26/40                   .    .    rekening houdend met de eigenschappen van het betreffende materiaal [7]

B 23 K    26/402                  .    .    .    waarbij sprake is van niet-metalen materiaal, bijv. isolatoren [14]

B 23 K    26/50                   .    Bewerken door het sturen van een laserstraal door of in het werkstuk [14]

B 23 K    26/53                   .    .    voor het modificeren of reformeren van het materiaal in het werkstuk, bijv. voor het maken van beginnende breukscheuren [14]

B 23 K    26/55                   .    .    voor het creëren van vouwen in het werkstuk, bijv. voor het vormen van stromingskanalen of stromingspatronen [14]

B 23 K    26/57                   .    .    waarbij de laserstraal een vlak van het werkstuk binnengaat van waaruit het door het werkstukmateriaal wordt gestuurd om een ander werkstukvlak te bewerken, bijv. om te zorgen voor verwijdering, fusion splicing, modificatie of reformatie [14]

B 23 K    26/60                   .    Voorbehandelen [14]

B 23 K    26/70                   .    Aanvullende bewerkingen of uitrusting [14]

 

B 23 K    28/00                   Lassen of snijden, voor zover niet vallend onder de groepen B23K 5/00 tot B23K 26/00 (samenvoegen van werkstukken door elektrolyse C25D 2/00; elektrolytisch verwijderen van materialen C25F) [2,8]

B 23 K    28/02                   .    Gecombineerde procedures of apparatuur voor het lassen of snijden [2,14]

 

B 23 K    31/00                   Voor deze subklasse relevante processen, die speciaal zijn aangepast voor specifieke artikelen of doeleinden, voorzover niet vallend onder één van de hoofdgroepen B23K 1/00 tot B23K 28/00 (maken van buizen of geprofileerde staven waarbij sprake is van andere bewerkingen dan solderen of lassen B21C 37/04 of B21C 37/08) [8]

B 23 K    31/02                   .    waarbij sprake is van solderen of lassen (dompelsolderen of golfsolderen bij het maken van gedrukte circuits H05K 3/34)

B 23 K    31/10                   .    waarbij sprake is van snijden of van verwijderen van oppervlak

B 23 K    31/12                   .    waarbij sprake is van het onderzoeken van materiaaleigenschappen, bijv. de lasbaarheid [5]

 

B 23 K    33/00                   Speciaal geprofileerde randdelen van werkstukken voor het maken van soldeerverbindingen of lasverbindingen; Opvullen van daarbij gevormde naden

 

B 23 K    35/00                   Staven, elektroden, materialen of media voor gebruik bij het solderen, lassen of snijden

B 23 K    35/02                   .    gekenmerkt door mechanische kenmerken, bijv. de vorm

B 23 K    35/04                   .    .    speciaal ontworpen voor gebruik als elektroden (ontstekingsuiteinden voor booglassen of boogsnijden B23K 9/26)

B 23 K    35/06                   .    .    .    met een niet-ronde doorsnede; met een speciale plaatsing, bijv. inwendig

B 23 K    35/08                   .    .    .    .    met meerdere kernen; meervoudig

B 23 K    35/10                   .    .    .    .    met meer dan één laag van coatingmateriaal of bekledingsmateriaal

B 23 K    35/12                   .    .    niet speciaal ontworpen voor gebruik als elektroden

B 23 K    35/14                   .    .    .    voor solderen

B 23 K    35/16                   .    .    .    met een niet-ronde doorsnede; met een speciale plaatsing, bijv. inwendig (B23K 35/14 heeft voorrang)

B 23 K    35/18                   .    .    .    .    met meerdere kernen; meervoudig

B 23 K    35/20                   .    .    .    .    met meer dan één laag als coatingmateriaal of bekledingsmateriaal

B 23 K    35/22                   .    gekenmerkt door de samenstelling of aard van het materiaal

B 23 K    35/24                   .    .    Geschikte soldeermaterialen of lasmaterialen (B23K 35/34 heeft voorrang)

B 23 K    35/26                   .    .    .    waarbij het hoofdbestanddeel smelt bij minder dan 400 C

B 23 K    35/28                   .    .    .    waarbij het hoofdbestanddeel smelt bij minder dan 950 C

B 23 K    35/30                   .    .    .    waarbij het hoofdbestanddeel smelt bij minder dan 1550 C

B 23 K    35/32                   .    .    .    waarbij het hoofdbestanddeel smelt bij meer dan 1550 C

B 23 K    35/34                   .    .    met verbindingen die metalen laten meegeven bij verwarming

B 23 K    35/36                   .    .    Selectie van niet-metaalachtige samenstellingen, bijv. coatings of vloeimiddelen (B23K 35/34 heeft voorrang); Soldeermaterialen of lasmaterialen in samenhang met de selectie van niet-metaalachtige samenstellingen, waarbij beide van belang zijn (geschikte soldeermaterialen of lasmaterialen B23K 35/24) [2]

B 23 K    35/362                  .    .    .    Selectie van vloeimiddelsamenstellingen (B23K 35/365 en B23K 35/368 hebben voorrang) [2]

B 23 K    35/363                  .    .    .    .    voor het solderen of hard solderen [4]

B 23 K    35/365                  .    .    .    Selectie van niet-metaalachtige samenstellingen van coatingmaterialen, hetzij alleen hetzij in samenhang met een soldeermaterialen of lasmaterialen [2]

B 23 K    35/368                  .    .    .    Selectie van niet-metaalachtige samenstellingen van kernmaterialen, hetzij alleen hetzij in samenhang met een soldeermaterialen of lasmaterialen [2]

B 23 K    35/38                   .    .    Media, bijv. speciale atmosferen voor het omhullen van het werkgebied

B 23 K    35/40                   .    Maken van draad of staven voor het solderen of lassen (zie voor processen waarbij sprake is van één enkele techniek de relevante subklassen, bijv. B05D of B21C)

 

B 23 K    37/00                   Niet speciaal aangepaste hulpinrichtingen of hulpprocessen voor een procedure die op zich valt onder de andere hoofdgroepen van deze subklasse (lasbrillen of andere oogbeschermers voor lassers die op het lichaam of in de hand worden gedragen A61F 9/00; toepasbaar bij andere metaalbewerkingsmachines dan machines voor het solderen, lassen of vlamsnijden B23Q; andere beschermingsschilden en dergelijke F16P 1/06) [5]

B 23 K    37/02                   .    Wagens voor het ondersteunen van het laselement of snij-element

B 23 K    37/04                   .    voor het vasthouden of positioneren van werk

B 23 K    37/047                  .    .    verplaatsen van werk voor het bijstellen van de positie ervan tussen soldeerstappen, lasstappen of snijstappen (B23K 37/053 heeft voorrang) [5]

B 23 K    37/053                  .    .    uitlijnen van cilindrisch werk; Kleminrichtingen daarvoor [5]

B 23 K    37/06                   .    voor het positioneren van gesmolten materiaal, bijv. ten behoeve van  het begrenzen daarvan tot een gewenst gebied

B 23 K    37/08                   .    voor het verwijderen van vormnaden [5]

 

Indexschema in samenhang met de groepen B23K 1/00 tot B23K 31/00, met betrekking tot artikelen die worden gemaakt door solderen, lassen of snijden of met betrekking tot te solderen, te lassen of te snijden materialen. [5,8]

 

B 23 K    101/00                   Artikelen die worden gemaakt door solderen, lassen of snijden [5]

B 23 K    101/02                   .    Honingraatstructuren [5]

B 23 K    101/04                   .    Buisvormige of holle artikelen [5]

B 23 K    101/06                   .    .    Buizen [5]

B 23 K    101/08                   .    .    .    met vinnen of ribben [5]

B 23 K    101/10                   .    .    Pijpleidingen [5]

B 23 K    101/12                   .    .    Vaten [5]

B 23 K    101/14                   .    .    Warmtewisselaars [5]

B 23 K    101/16                   .    Banden of platen van oneindige lengte [5]

B 23 K    101/18                   .    Plaatvormige panelen [5]

B 23 K    101/20                   .    Gereedschap [5]

B 23 K    101/22                   .    Netten, draadgaas en dergelijke [5]

B 23 K    101/24                   .    Dragende constructies [5]

B 23 K    101/26                   .    Spoorrails en dergelijke [5]

B 23 K    101/28                   .    Balken [5]

B 23 K    101/30                   .    Kettingen, duigen of ringen [5]

B 23 K    101/32                   .    Draad [5]

B 23 K    101/34                   .    Gecoate artikelen [5]

B 23 K    101/36                   .    Elektrische of elektronische inrichtingen [5]

B 23 K    101/38                   .    .    Geleiders [5]

B 23 K    101/40                   .    .    Halfgeleiderinrichtingen [5]

B 23 K    101/42                   .    .    Gedrukte circuits [5]

 

B 23 K    103/00                   Te solderen, te lassen of te snijden materialen [5]

B 23 K    103/02                   .    IJzer of ijzerlegeringen [5]

B 23 K    103/04                   .    .    Staallegeringen [5]

B 23 K    103/06                   .    .    Gietijzerlegeringen [5]

B 23 K    103/08                   .    Niet-ijzerhoudende metalen of legeringen [5]

B 23 K    103/10                   .    .    Aluminium of legeringen daarvan [5]

B 23 K    103/12                   .    .    Koper of legeringen daarvan [5]

B 23 K    103/14                   .    .    Titaan of legeringen daarvan [5]

B 23 K    103/16                   .    Composietmaterialen [5]

B 23 K    103/18                   .    Ongelijksoortige materialen [5]

B 23 K    103/20                   .    .    IJzerlegeringen en aluminium of legeringen daarvan [5]

B 23 K    103/22                   .    .    IJzerlegeringen en koper of legeringen daarvan [5]

B 23 K    103/24                   .    .    IJzerlegeringen en titaan of legeringen daarvan [5]