SECTIE B BEWERKINGEN; TRANSPORT
VORMEN
B 25 HANDGEREEDSCHAP; DOOR EEN KRACHTBRON AANGEDREVEN DRAAGBAAR GEREEDSCHAP; HANDGREPEN VOOR HANDWERKTUIGEN; WERKPLAATSUITRUSTING; ROBOTS OF MANIPULATOREN
Aantekening
In deze klasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “draagbaar” omvat ophangingen met het oog op een gemakkelijke handbediening, bijv. in verband met verend opgehangen draagbare apparatuur voor gebruik langs montagelijnen.
B
Aantekeningen
(1) Onder deze subklasse vallen handgrepen van handwerktuigen:
- in het algemeen;
- voor een specifiek doel, zoals bedoeld onder Aantekening (2).
(2) Onder deze subklasse vallen geen elders ondergebrachte handgrepen, bijv. die welke vallen onder A45B 9/02, A45C 13/22, A45C 13/26, A47B 95/02, A47J 45/00, B23D 51/01, B25J 13/02, B26B, B60N 3/02, B62B 5/06, B62B 9/20, B62K 21/26, B62M 3/14, B65D 25/28, E05B of G05G.
B 25 G 1/01 . Schokabsorberende middelen (B25G 1/02 heeft voorrang) [5]
B 25 G 1/02 . flexibel (hamerkoppen met schokabsorberende middelen B25D 1/12) [5]
B 25 G 1/04 . telescopisch; vergrootbaar; geleed
B 25 G 1/06 . omkeerbaar of in positie verstelbaar
B 25 G 1/08 . met een voorziening voor het daarin opbergen van gereedschapselementen
B 25 G 1/10 . gekenmerkt door materiaal of vorm (B25G 1/01 en B25G 1/02 hebben voorrang) [5]
B 25 G 1/12 . . elektrisch isolerend materiaal [2]
B 25 G 3/02 . Mofverbindingen, messingverbindingen en dergelijke (B25G 3/34 heeft voorrang)
B 25 G 3/04 . . met losneembare of aparte mofdelen (B25G 3/12 heeft voorrang)
B 25 G 3/06 . . met een meervoudige mof, bijv. T-vormig (B25G 3/12 heeft voorrang)
B 25 G 3/08 . . met een zwaluwstaartgroef of een andere groef (B25G 3/12 heeft voorrang)
B 25 G 3/10 . . met een elastische, tapse of andere zichzelf vastzettende mof of messing (B25G 3/12 heeft voorrang)
B 25 G 3/12 . . Blokkeerinrichtingen of vastzetinrichtingen
B 25 G 3/14 . . . met weerhaken of tanden
B 25 G 3/16 . . . met bajonetsluitingen
B 25 G 3/18 . . . met vergrendelingen of pallen
B 25 G 3/20 . . . met klemmiddelen of knijpmiddelen die concentrisch op de handgreep of mof aangrijpen
B 25 G 3/22 . . . . Klauwplaten
B 25 G 3/24 . . . met klemmiddelen of knijpmiddelen die dwars op de handgreep of mof aangrijpen
B 25 G 3/26 . . . met spijkers, schroeven, bouten of pennen die door of in de mof steken
B 25 G 3/28 . . . met wiggen, sleutels of soortgelijke uitzetmiddelen
B 25 G 3/30 . . . met geschroefde mofverbindingen of messingverbindingen
B 25 G 3/32 . . . inclusief of in samenhang met een tong, bout of ander lichaam dat axiaal door de gehele lengte van de handgreep gaat
B 25 G 3/34 . door de handgreep op de werktuigen te drukken; gebruikmakend van lijm of een gesmolten metaal, bijv. gieten of vormgieten; door lassen en dergelijke
B 25 G 3/36 . Lapnaden; Klinkverbindingen, schroefverbindingen en dergelijke (mofverbindingen, messingverbindingen en dergelijke B25G 3/02)
B 25 G 3/38 . Scharnierende, kantelbare, draaibare of opvouwbare verbindingen