SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

TRANSPORT

 

B 60        VOERTUIGEN IN HET ALGEMEEN

 

              Aantekening

 

              In deze klasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         “voertuig” betekent alle voertuigen behalve die welke zijn beperkt tot één van de volgende soorten voertuigen: railvoertuigen, vaartuigen, vliegtuigen, ruimtevaartuigen, handkarren, fietsen, door dieren getrokken voertuigen en sleden, welke vallen onder de relevante subklassen van B61 tot B64.

              De term “voertuig” omvat dus:

              -         voertuigkenmerken die horen bij meer dan één van de eerder opgesomde soorten;

              -         bepaalde kenmerken die zijn beperkt tot personenwagens, vrachtwagens of terreinwagens.

              De volgende uitzonderingen hierop verdienen de aandacht:

              (a)      subklasse B60B of B60C omvat alle voertuigwielen en voertuigbanden, behalve wielen voor rolschaatsen A63C 17/22, wielen voor modelspoorrailvoertuigen A63H 19/22 en speciale aanpassingen van wielen of banden voor vliegtuigen B64C 25/36;

              (b)      subklasse B60C omvat het verbinden van kleppen met opblaasbare elastische lichamen in het algemeen, en is in dit opzicht niet beperkt tot voertuigen;

              (c)      subklasse B60L omvat bepaalde elektrische uitrusting van alle elektrisch aangedreven voertuigen;

              (d)      subklasse B60M omvat bepaalde uitrusting voor de stroomtoevoer bij, maar los van, alle soorten elektrisch aangedreven voertuigen;

              (e)      subklasse B60R omvat veiligheidsriemen of veiligheidstuigen die worden gebruikt in alle soorten landvoertuigen; [4]

              (f)       subklasse B60S heeft betrekking op alle soorten voertuigen, behalve op het onderhouden van spoorlocomotieven B61K 11/00, gronduitrusting voor vliegtuigen B64F of reinigingsapparatuur voor vaartuigen B63B 57/00 of B63B 59/00;

              (g)      subklasse B60T omvat algemeen toepasbare rembesturingssystemen en is in dit opzicht niet beperkt tot voertuigen. Het omvat tevens servoremsystemen voor railvoertuigen en sommige andere aspecten van remsystemen voor railvoertuigen;

              (h)      subklasse B60V omvat luchtkussenvoertuigen op zich, en landvoertuigen, vaartuigen of vliegtuigen/helikopters gecombineerd met kenmerken waardoor ze in staat zijn tevens te werken als luchtkussenvoertuigen of waardoor ze gedeeltelijk door een luchtkussen worden ondersteund. [9]

 

B 60 H    OPSTELLINGEN OF AANPASSINGEN VAN SPECIALE VERWARMINGSINRICHTINGEN, KOELINRICHTINGEN, VENTILATIE-INRICHTINGEN OF ANDERE LUCHTBEHANDELINRICHTINGEN VOOR DE PASSAGIERSRUIMTE OF DE GOEDERENRUIMTE VAN VOERTUIGEN

 

              Aantekening

 

              De aandacht wordt gevestigd op de Aantekening volgend op de titel van klasse B60.

 

B 60 H      1/00                    Verwarmingsinrichtingen, koelinrichtingen of ventilatie-inrichtingen (verwarmingsinrichtingen, koelinrichtingen of ventilatie-inrichtingen waarbij tevens sprake is van een andere vorm van luchtbehandeling, en waarbij die andere behandeling relevant is, B60H 3/00; ventileren door het uitsluitend openen van ramen, deuren, dakdelen en dergelijke B60J; verwarmingsinrichtingen of ventilatie-inrichtingen voor voertuigstoelen B60N 2/56; reinigen van voertuigramen of windschermen met lucht, bijv. ontdooivoorzieningen, B60S 1/54) [4]

B 60 H      1/02                    .    waarbij de warmte wordt afgeleid van de voortstuwingsinstallatie

B 60 H      1/03                    .    .    en van een andere bron dan de voortstuwingsinstallatie [4]

B 60 H      1/04                    .    .    van de koelvloeistof van de installatie

B 60 H      1/06                    .    .    .    direct van de hoofdradiator

B 60 H      1/08                    .    .    .    van een andere radiator dan de hoofdradiator

B 60 H      1/10                    .    .    .    .    waarbij de andere radiator in een kanaal is ondergebracht dat kan worden verbonden met de atmosfeer buiten het voertuig

B 60 H      1/12                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van een luchtblazer

B 60 H      1/14                    .    .    anders dan van de koelvloeistof van de installatie

B 60 H      1/16                    .    .    .    waarbij de lucht wordt verwarmd door direct contact met de installatie, bijv. een luchtgekoelde motor

B 60 H      1/18                    .    .    .    waarbij de lucht wordt verwarmd door de uitlaatgassen van de installatie

B 60 H      1/20                    .    .    .    .    gebruikmakend van een tussenmedium voor de warmteoverdracht

B 60 H      1/22                    .    waarbij de warmte wordt afgeleid van iets anders dan de voortstuwingsinstallatie

B 60 H      1/24                    .    Inrichtingen voor het uitsluitend ventileren of waarbij het verwarmen of koelen niet van belang is (mondstukken, luchtverdelers B60H 1/34) [4]

B 60 H      1/26                    .    .    Ventilatieopeningen in de buitenzijde van het voertuig; Kanalen voor het geleiden van ventilatielucht

B 60 H      1/28                    .    .    .    waarbij de kanalen direct vóór de voorruit van het voertuig zijn ondergebracht

B 60 H      1/30                    .    .    .    Luchtschoepen

B 60 H      1/32                    .    Koelinrichtingen (aangepaste voertuigen voor het vervoeren van bevroren goederen B60P 3/20) [4]

B 60 H      1/34                    .    Mondstukken; Luchtverdelers [4]

 

B 60 H      3/00                    Andere luchtbehandelinrichtingen [4]

B 60 H      3/02                    .    Bevochtigen

B 60 H      3/06                    .    Filtreren