SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

TRANSPORT

 

B 60        VOERTUIGEN IN HET ALGEMEEN

 

              Aantekening

 

              In deze klasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         “voertuig” betekent alle voertuigen behalve die welke zijn beperkt tot één van de volgende soorten voertuigen: railvoertuigen, vaartuigen, vliegtuigen, ruimtevaartuigen, handkarren, fietsen, door dieren getrokken voertuigen en sleden, welke vallen onder de relevante subklassen van B61 tot B64.

              De term “voertuig” omvat dus:

              -         voertuigkenmerken die horen bij meer dan één van de eerder opgesomde soorten;

              -         bepaalde kenmerken die zijn beperkt tot personenwagens, vrachtwagens of terreinwagens.

              De volgende uitzonderingen hierop verdienen de aandacht:

              (a)      subklasse B60B of B60C omvat alle voertuigwielen en voertuigbanden, behalve wielen voor rolschaatsen A63C 17/22, wielen voor modelspoorrailvoertuigen A63H 19/22 en speciale aanpassingen van wielen of banden voor vliegtuigen B64C 25/36;

              (b)      subklasse B60C omvat het verbinden van kleppen met opblaasbare elastische lichamen in het algemeen, en is in dit opzicht niet beperkt tot voertuigen;

              (c)      subklasse B60L omvat bepaalde elektrische uitrusting van alle elektrisch aangedreven voertuigen;

              (d)      subklasse B60M omvat bepaalde uitrusting voor de stroomtoevoer bij, maar los van, alle soorten elektrisch aangedreven voertuigen;

              (e)      subklasse B60R omvat veiligheidsriemen of veiligheidstuigen die worden gebruikt in alle soorten landvoertuigen; [4]

              (f)       subklasse B60S heeft betrekking op alle soorten voertuigen, behalve op het onderhouden van spoorlocomotieven B61K 11/00, gronduitrusting voor vliegtuigen B64F of reinigingsapparatuur voor vaartuigen B63B 57/00 of B63B 59/00;

              (g)      subklasse B60T omvat algemeen toepasbare rembesturingssystemen en is in dit opzicht niet beperkt tot voertuigen. Het omvat tevens servoremsystemen voor railvoertuigen en sommige andere aspecten van remsystemen voor railvoertuigen;

              (h)      subklasse B60V omvat luchtkussenvoertuigen op zich, en landvoertuigen, vaartuigen of vliegtuigen/helikopters gecombineerd met kenmerken waardoor ze in staat zijn tevens te werken als luchtkussenvoertuigen of waardoor ze gedeeltelijk door een luchtkussen worden ondersteund. [9]

 

B 60 R    NIET ELDERS ONDERGEBRACHTE VOERTUIGEN, VOERTUIGTOEBEHOREN OF VOERTUIGONDERDELEN (speciaal aangepaste brandpreventie, brandinsluiting of brandbestrijding voor voertuigen A62C 3/07)

 

              Aantekening

 

              De aandacht wordt gevestigd op de Aantekening volgend op de titel van klasse B60.

 

B 60 R      1/00                    Optische kijkvoorzieningen (antiverblindingsuitrusting voor windschermen of ramen, bijv. met polarisatie B60J 3/00) [2,12]

B 60 R      1/02                    .    Achteruitkijkspiegels (periscoopvoorzieningen B60R 1/10)

B 60 R      1/04                    .    .    gemonteerd in het voertuig (B60R 1/08 heeft voorrang) [7]

B 60 R      1/06                    .    .    gemonteerd buiten het voertuig (B60R 1/08 heeft voorrang) [7]

B 60 R      1/062                  .    .    .    met afstandsbesturing voor het verstellen van de positie [7]

B 60 R      1/064                  .    .    .    .    door een handmatig bediende aandrijver [7]

B 60 R      1/066                  .    .    .    .    .    voor het verstellen van de spiegel ten opzichte van de behuizing ervan [7]

B 60 R      1/068                  .    .    .    .    .    .    gebruikmakend van kabels [7]

B 60 R      1/07                    .    .    .    .    door een elektrisch bediende aandrijver [7]

B 60 R      1/072                  .    .    .    .    .    voor het verstellen van de spiegel ten opzichte van de behuizing ervan [7]

B 60 R      1/074                  .    .    .    .    .    voor het terugtrekken van de spiegelvoorzieningen in een rustpositie langs het voertuig [7]

B 60 R      1/076                  .    .    .    meegevend voor het weerstaan van uitwendige krachten en voorzien van een vaste gebruikspositie [7]

B 60 R      1/078                  .    .    .    gemakkelijk verwijderbaar; bevestigd voor een fysieke beweging naar buiten, bijv. tijdens het slepen [7]

B 60 R      1/08                    .    .    met speciale optische kenmerken, bijv. voor het voorkomen van dode hoeken

B 60 R      1/10                    .    Vooruitkijkspiegels; Periscoopvoorzieningen

B 60 R      1/12                    .    Spiegelstelsels die zijn gecombineerd met andere artikelen, bijv. klokken

 

B 60 R      3/00                    Voorzieningen van opstapjes, bijv. treeplanken (geconstrueerd als subeenheid van de bovenbouw van wegvoertuigen B62D 25/22) [12]

B 60 R      3/02                    .    Terugtrekbare opstapjes

B 60 R      3/04                    .    met voorzieningen voor het schrapen van schoenzolen

 

B 60 R      5/00                    Compartimenten in het voertuig die in eerste instantie dienen als of voldoende ruimte bieden aan hutkoffers, koffers en dergelijke (in eerste instantie dienend voor het opbergen van vrachten in last-dragende voertuigen B60P; voorzieningen voor het opbergen van reservewielen B62D 43/06) [12]

B 60 R      5/02                    .    aangebracht aan de voorzijde

B 60 R      5/04                    .    aangebracht aan de achterzijde

 

B 60 R      7/00                    Opbergmiddelen of vasthoudvoorzieningen in een voertuig die in eerste instantie dienen voor kleinere persoonlijke eigendommen dan koffers, bijv. reisartikelen, of voor kaarten (voor radio’s, televisies, telefoons en dergelijke, bevestigen van camera’s die werken tijdens het rijden, gereedschap of reservedelen B60R 11/02 tot B60R 11/06; voor houders voor afval, voedsel, drank of sigaretten B60N 3/00) [12]

B 60 R      7/02                    .    in een afzonderlijk bagagecompartiment

B 60 R      7/04                    .    in de bestuurdersruimte of de passagiersruimte

B 60 R      7/05                    .    .    bevestigd aan de zonneklep [5]

B 60 R      7/06                    .    .    bevestigd op of onder het dashboard

B 60 R      7/08                    .    Plaatsing van rekken, beugels en dergelijke

B 60 R      7/10                    .    .    voor het ondersteunen van hoeden, kleren of kleerhangers [5]

B 60 R      7/12                    .    .    voor het ondersteunen van paraplu’s [5]

B 60 R      7/14                    .    .    voor het ondersteunen van wapens [5]

 

B 60 R      9/00                    Extra voorzieningen aan de buitenkant van het voertuig voor het vervoeren van lasten, bijv. bagage, sportgerei en dergelijke [5]

B 60 R      9/02                    .    aan de zijkanten, bijv. op een treeplank

B 60 R      9/04                    .    Dragers die deel uitmaken van het dak (B60R 9/08 heeft voorrang) [5]

B 60 R      9/042                  .    .    Dragers die worden gekenmerkt door middelen voor het kunnen laden of lossen van de last, bijv. rollen, glijgoten en dergelijke [5]

B 60 R      9/045                  .    .    Dragers die verstelbaar of omvormbaar zijn, bijv. vergrootbaar of inklapbaar [5]

B 60 R      9/048                  .    .    Dragers die worden gekenmerkt door middelen voor het grijpen, vasthouden of blokkeren van artikelen [5]

B 60 R      9/05                    .    .    Dragers die worden gekenmerkt door afbuigmiddelen voor de wind [5,12]

B 60 R      9/052                  .    .    Dragers met langwerpige lichamen die alleen in dwarsrichting uitsteken (B60R 9/08 heeft voorrang) [5]

B 60 R      9/055                  .    .    Dragers in de vorm van een omhulsel, bijv. containers of kisten (B60R 9/048 heeft voorrang) [5]

B 60 R      9/058                  .    .    gekenmerkt door losmaakbare vastzetmiddelen tussen de drager en het dak [5]

B 60 R      9/06                    .    aan de voorzijde of de achterzijde van een voertuig

B 60 R      9/08                    .    speciaal aangepast voor sportgerei [12]

B 60 R      9/10                    .    .    voor fietsen

B 60 R      9/12                    .    .    voor ski’s 

B 60 R    11/00                   Niet elders ondergebrachte voorzieningen voor het vasthouden of bevestigen van artikelen

B 60 R    11/02                   .    voor radio’s, televisies, telefoons en dergelijke; Opstelling van regelmiddelen daarvoor [12]

B 60 R    11/04                   .    Bevestiging van camera’s die werken tijdens het rijden; Opstelling van regelmiddelen daarvoor ten opzichte van het voertuig [12]

B 60 R    11/06                   .    voor gereedschap of reservedelen (voor reservewielen B62D 43/00) [12]

B 60 R    13/00                   Elementen voor het afwerken, identificeren of versieren van de carrosserie; Voorzieningen of aanpassingen voor reclame

B 60 R    13/01                   .    Bekleding voor laadplatforms of vrachtcompartimenten [5]

B 60 R    13/02                   .    Afwerkgietvormen; Lijsten; Wandbekledingen; Dakbekledingen (B60R 13/01 heeft voorrang) [5]

B 60 R    13/04                   .    Sierstroken of stootranden; Versieringen met opschrift

B 60 R    13/06                   .    Afdichtstroken [12]

B 60 R    13/07                   .    Afvoermiddelen of geleidingsmiddelen voor water los van de dakstructuur (B60R 13/06 heeft voorrang; waterafbuigmiddelen bij kappen of deksels B62D 25/13) [4]

B 60 R    13/08                   .    Isolatie-elementen, bijv. voor geluidsisolatie [4]

B 60 R    13/10                   .    Registratie-inrichtingen, nummerplaten en dergelijke 

B 60 R   15/00                      Voorzieningen of aanpassingen van sanitaire inrichtingen

B 60 R    15/02                   .    Wasgelegenheden

B 60 R    15/04                   .    Toiletgelegenheden

 

B 60 R    16/00                   Speciaal aangepaste elektrische circuits of fluïdumcircuits of voorzieningen van elementen daarvan voor voertuigen, voorzover niet elders ondergebracht; Speciaal aangepaste opstelling van elementen van elektrische circuits of fluïdumcircuits voor voertuigen, voorzover niet elders ondergebracht [3,8]

B 60 R    16/02                   .    elektrisch [3]

B 60 R    16/023                  .    .    voor het overbrengen van signalen tussen voertuigdelen of subsystemen [8]

B 60 R    16/027                  .    .    .    tussen onderling beweegbare delen van het voertuig, bijv. tussen het stuurwiel en de stuurkolom [8]

B 60 R    16/03                   .    .    voor het toevoeren van elektrische stroom naar subsystemen van het voertuig [8]

B 60 R    16/033                  .    .    .    gekenmerkt door het gebruik van elektrische batterijen of accu’s [8,12]

B 60 R    16/037                  .    .    ten behoeve van de bezitter [8]

B 60 R    16/04                   .    .    Opstelling van accu’s [3,6,8]

B 60 R    16/06                   .    .    voor het afvoeren van elektrostatische ladingen [3,8]

B 60 R    16/08                   .    met een fluïdum [3,8] 

 

B 60 R    17/00                   Opstelling of plaatsing van smeersystemen of smeerinrichtingen [12]

B 60 R    17/02                   .    Systemen, bijv. centrale smeersystemen

 

B 60 R    19/00                   Wielkasten; Radiatorschermen of grillen; Voorzieningen voor het verwijderen van obstakels; Toebehoren voor het dempen van de terugstootkracht bij botsingen (spatborden B62D 25/16) [12]

B 60 R    19/02                   .    Bumpers, d.w.z. lichamen voor het opnemen of absorberen van inslagen als bescherming van voertuigen of voor het afweren van stoten van andere voertuigen of objecten (ingebouwd in vaartuigen of speciaal aangepast daarvoor B63B 59/02) [4,12]

B 60 R    19/03                   .    .    gekenmerkt door het materiaal, bijv. een composiet (B60R 19/18 heeft voorrang) [4]

B 60 R    19/04                   .    .    gevormd uit meer dan één deel (B60R 19/18 heeft voorrang) [4]

B 60 R    19/12                   .    .    .    verticaal op afstand van elkaar [4]

B 60 R    19/14                   .    .    .    met vouwdelen [4]

B 60 R    19/16                   .    .    .    met afbuiglichamen, bijv. rollen of kogels [4]

B 60 R    19/18                   .    .    Middelen in de bumper voor het absorberen van inslagen [4]

B 60 R    19/20                   .    .    .    met een gas of vloeistof, bijv. opblaasbaar [4,12]

B 60 R    19/22                   .    .    .    met cellulair materiaal, bijv. een vast schuim [4]

B 60 R    19/24                   .    .    Voorzieningen voor het monteren van bumpers op voertuigen [4]

B 60 R    19/26                   .    .    .    met meegevende bevestigingsmiddelen [4,12]

B 60 R    19/28                   .    .    .    .    Metaalachtige veren [4]

B 60 R    19/30                   .    .    .    .    Elastomere materialen [4]

B 60 R    19/32                   .    .    .    .    Fluïdumschokdempers [4]

B 60 R    19/34                   .    .    .    .    die stukgaan bij een botsing, bijv. one shot type [4]

B 60 R    19/36                   .    .    .    .    Combinaties van verschillende soorten meegevende bevestigingsmiddelen [4]

B 60 R    19/38                   .    .    .    verstelbaar of beweegbaar gemonteerd, bijv. horizontaal verplaatsbaar voor het afsluiten van de ruimte tussen geparkeerde voertuigen [4]

B 60 R    19/40                   .    .    .    .    in de richting van een obstakel vóór een botsing [4]

B 60 R    19/42                   .    .    in eerste instantie langs de zijkanten van een voertuig uitstekend, of een voertuig volledig omgevend [4,12]

B 60 R    19/44                   .    .    Veiligheidsbumpers [4]

B 60 R    19/46                   .    .    .    verend of draaibaar gemonteerd [4]

B 60 R    19/48                   .    .    gecombineerd met of omvormbaar tot andere inrichtingen of objecten, bijv. bumpers die zijn gecombineerd met straatborstels of bumpers die omvormbaar zijn tot bedden [4]

B 60 R    19/50                   .    .    .    met lichten of registratieplaten [4]

B 60 R    19/52                   .    Radiatorschermen of grillen [4]

B 60 R    19/54                   .    Voorzieningen voor het verwijderen of wegschuiven van obstakels (B60R 19/16 en B60R 21/34 hebben voorrang) [4]

B 60 R    19/56                   .    Voorzieningen op hoog boven de weg staande voertuigen, bijv. vrachtwagens, voor het voorkomen van het daaronder terecht komen van voertuigen of objecten [4]

 

B 60 R    21/00                   Voorzieningen of toebehoren op voertuigen voor het beschermen, of voor het voorkomen van gewond raken, van inzittenden of voetgangers bij ongelukken of andere verkeersrisico’s (veiligheidsriemen of veiligheidsgordels in voertuigen B60R 22/00; stoelen die zijn geconstrueerd voor het beschermen van de inzittende tegen de gevolgen van abnormale g-krachten, bijv. veiligheidsstoelen, B60N 2/42; voorzieningen in stuurwielen van voertuigen voor het absorberen van energie B62D 1/11; voorzieningen voor het absorberen van energie voor stuurkolommen van voertuigen B62D 1/19) [4,5,12]

B 60 R    21/01                   .    Elektrische circuits voor het in beweging brengen van veiligheidsvoorzieningen ingeval van voertuigongelukken of dreigende voertuigongelukken [7]

B 60 R    21/013                  .    .    met middelen voor het detecteren van botsingen, dreigende botsingen of kanteling [8]

B 60 R    21/0132                .    .    .    reagerend op voertuigbewegingsparameters [8]

B 60 R    21/0134                .    .    .    reagerend op dreigend contact met een obstakel [8]

B 60 R    21/0136                .    .    .    reagerend op werkelijk contact met een obstakel [8]

B 60 R    21/015                  .    .    met middelen voor het detecteren van de aanwezigheid of positie van passagiers, passagiersstoelen of kinderzitjes, bijv. voor het buiten werking stellen van de in werking stelling [8]

B 60 R    21/017                  .    .    met voorzieningen voor het doorvoeren van elektrische stroom naar veiligheidsvoorzieningen [8]

B 60 R    21/02                   .    Veiligheidsvoorzieningen of veiligheidstoebehoren voor inzittenden [4]

B 60 R    21/04                   .    .    Stootkussenbekleding voor het interieur van het voertuig [4]

B 60 R    21/045                  .    .    .    in samenhang met het dashboard [4]

B 60 R    21/05                   .    .    .    in samenhang met het stuurwiel, de handgreep of de stuurkolom (meegevende stuurkolommen B62D 1/18) [4,5]

B 60 R    21/055                  .    .    Stootkussens en dergelijke, bijv. hoofdsteunen of zonnekleppen [4]

B 60 R    21/06                   .    .    Veiligheidsnetten, transparante platen, gordijnen en dergelijke, bijv. tussen inzittenden en het glas (B60R 21/11, B60R 21/12 en B60R 21/16 hebben voorrang) [4]

B 60 R    21/08                   .    .    .    verplaatsbaar vanuit een rustpositie naar een werkpositie, bijv. bij een botsing [4,7,12]

B 60 R    21/09                   .    .    Regelmiddelen of bedieningshandgrepen die beweegbaar zijn van een werkpositie naar een afgelegen positie, bijv. schakelknoppen of raamkrukken [4]

B 60 R    21/11                   .    .    In of boven het dak aangebrachte afschermingen, bijv. tegen omlaag vallende lasten [4]

B 60 R    21/12                   .    .    voor het beschermen van de inzittenden tegen een persoonlijke aanval van binnen of buiten het voertuig [4]

B 60 R    21/13                   .    .    Bescherming tegen het over de kop slaan [4,7,12]

B 60 R    21/16                   .    .    Opblaasbare vertragingsmiddelen of insluitmiddelen voor inzittenden die zijn ontworpen om te worden opgeblazen bij een inslag of een dreigende inslag, bijv. “airbags” [4,8,12]

B 60 R    21/18                   .    .    .    waarbij het opblaaslichaam de vorm heeft van een riem of gordel, of is gecombineerd met een riem of gordel [4]

B 60 R    21/20                   .    .    .    Voorzieningen voor het opslaan van het opblaaslichaam in de niet-gebruikstoestand of niet- opgeblazen toestand; Opstelling of montage van airbag-modules of airbag-componenten [4,8]

B 60 R    21/201                  .    .    .    .    Verpakkingsbanden of bewaarhoezen voor opblaasbare lichamen [11]

B 60 R    21/203                  .    .    .    .    in stuurwielen of stuurkolommen [8]

B 60 R    21/205                  .    .    .    .    in dashboards [8]

B 60 R    21/206                  .    .    .    .    .    in het onderste deel van dashboards, bijv. ter bescherming van de kniën [11]

B 60 R    21/207                  .    .    .    .    in voertuigstoelen [8]

B 60 R    21/210                  .    .    .    .    in voertuigzijpanelen, bijv. deuren of stijlen [8]

B 60 R    21/213                  .    .    .    .    in voertuigdakframes of voertuigdakstijlen [11]

B 60 R    21/214                  .    .    .    .    in voertuigdakpanelen [11]

B 60 R    21/215                  .    .    .    .    gekenmerkt door de afdekkingen voor het opblaaslichaam [8]

B 60 R    21/2155                .    .    .    .    .    met een complexe beweging van de afdekking; Terugtrekking onder de bekleding tijdens het openen [11]

B 60 R    21/216                  .    .    .    .    .    met tegenhoudmiddelen voor het beperken van de beweging van de afdekking tijdens het uitvouwen [11]

B 60 R    21/2165                .    .    .    .    .    gekenmerkt door een scheurlijn voor het begrenzen van een uitvouwopening [11]

B 60 R    21/217                  .    .    .    .    Houders voor het opblaasfluïdum, bijv. reactietanks; Verbinding van zakken, afdekkingen, diffusors of opblaasfluïdumbronnen daarmee of met elkaar [11]

B 60 R    21/23                   .    .    .    Opblaaslichamen (B60R 21/18 heeft voorrang) [8,11]

B 60 R    21/231                  .    .    .    .    gekenmerkt door hun vorm, constructie of ruimtelijke opstelling [8,11]

B 60 R    21/232                  .    .    .    .    .    Airbags van het gordijn-type, die in hoofdzaak uitvouwen in een vertikale richting vanaf hun bovenrand [11]

B 60 R    21/233                  .    .    .    .    .    met meerdere afzonderlijke compartimenten; met twee of meer zakvormige lichamen, waarbij de één zich binnen de ander bevindt (B60R 21/232 heeft voorrang) [8,11]

B 60 R    21/2334                .    .    .    .    .    Expansieregelings-kenmerken [11,17]

B 60 R    21/2338                .    .    .    .    .    .    Tegenhoudmiddelen [11]

B 60 R    21/2342                .    .    .    .    .    .    Scheurnaden [11]

B 60 R    21/2346                .    .    .    .    .    .    Zachte kappen [11]

B 60 R    21/235                  .    .    .    .    gekenmerkt door hun materiaal [8]

B 60 R    21/237                  .    .    .    .    gekenmerkt door de wijze waarop ze zijn opgevouwen [8]

B 60 R    21/239                  .    .    .    .    gekenmerkt door hun ontluchtingsmiddelen [8]

B 60 R    21/26                   .    .    .    gekenmerkt door de bron of generator van het opblaasfluïdum of door de middelen voor het regelen van een dergelijke fluïdumstroom van de bron naar het opblaasbare lichaam [4]

B 60 R    21/261                  .    .    .    .    met andere middelen dan de zakstructuur voor het verspreiden of geleiden van het opblaasfluïdum [11]

B 60 R    21/262                  .    .    .    .    .    Langgerekte buisvormige diffusors, bijv. van het gordijn-type [11]

B 60 R    21/263                  .    .    .    .    gebruikmakend van een variabele bron, bijv. met een getrapte of geregelde uitgifte (hybride opblaasvoorzieningen B60R 21/272) [11]

B 60 R    21/264                  .    .    .    .    gebruikmakend van plotselinge gasopwekking, bijv. pyrotechnisch B60R21/268 heeft voorrang) [8,11]

B 60 R    21/268                  .    .    .    .    gebruikmakend door plotselinge afgifte van opgeslagen gas onder druk [8]

B 60 R    21/272                  .    .    .    .    .    met middelen voor het opvoeren van de gasdruk direct voorafgaan aan of tijdens de afgifte, bijv. hybride opblaasvoorzieningen [8,11]

B 60 R    21/274                  .    .    .    .    .    gekenmerkt door middelen voor het breken of openen van de fluïdumbron [11]

B 60 R    21/276                  .    .    .    .    met middelen voor het ontluchten van de opblaasfluïdumbron, bijv. ingeval van overdruk [8]

B 60 R    21/30                   .    .    .    .    met middelen voor het in het stromingsleiding zuigen van omgevingslucht en het mengen van deze lucht met het opblaasfluïdum [4]

B 60 R    21/33                   .    .    .    Voorzieningen voor het niet-elektrisch in werking stellen van de opblazing [8,12]

B 60 R    21/34                   .    Beschermen van niet-inzittenden van een voertuig, bijv. voetgangers [4]

B 60 R    21/36                   .    .    gebruikmakend van airbags [11]

B 60 R    21/38                   .    .    gebruikmakend van middelen voor het openen van de motorkap [11]

 

B 60 R    22/00                   Veiligheidsriemen of veiligheidsgordels in voertuigen [4,12]

B 60 R    22/02                   .    Semi-passieve vasthoudsystemen, bijv. systemen die automatisch ofwel aangebracht ofwel verwijderd worden maar niet beide [4]

B 60 R    22/03                   .    .    Middelen voor het aanreiken van de riem of een deel daarvan aan de inzittende [6]

B 60 R    22/04                   .    Passieve vasthoudsystemen, d.w.z. systemen die automatisch zowel aangebracht als verwijderd worden, bijv. door het voertuigportier te bewegen [4]

B 60 R    22/06                   .    .    waarbij de riem of gordel is verbonden met een lichaam dat kan verschuiven in een geleidingsbaan die in het voertuig is gemonteerd [4]

B 60 R    22/08                   .    .    waarbij de terugtrekinrichting voor de riem is gemonteerd op of in een voorziening voor het afsluiten van voertuigen, bijv. het portier [4]

B 60 R    22/10                   .    speciaal aangepast voor kinderen of dieren [4,12]

 

              Aantekening

 

              De groepen B60R 22/02 tot B60R 22/08 en B60R 22/12 tot B60R 22/48 hebben voorrang boven groep B60R 22/10. [6]

 

B 60 R    22/12                   .    Constructie van riemen of gordels (B60R 21/18 heeft voorrang) [4]

B 60 R    22/14                   .    .    met vergrote vasthoudvlakken, bijv. vesten of netten [4]

B 60 R    22/16                   .    .    gebruikmakend van riemen die blijvend worden vervormd, d.w.z. voor éénmalig gebruik [4]

B 60 R    22/18                   .    Verankeringsinrichtingen [4]

B 60 R    22/185                  .    .    met stopmiddelen die ingeval van nood direct op de riem aangrijpen, bijv. door klemming of wrijving [7]

B 60 R    22/19                   .    .    met middelen voor het verminderen van de riemspanning tijdens gebruik onder normale omstandigheden [7]

B 60 R    22/195                  .    .    met middelen voor het aanspannen van de riem ingeval van nood [7,12]

B 60 R    22/20                   .    .    verstelbaar in positie, bijv. in hoogte [4]

B 60 R    22/22                   .    .    vastgezet aan de vloer van het voertuig [4]

B 60 R    22/24                   .    .    vastgezet aan de zijkant, de deur of het dak van het voertuig [4]

B 60 R    22/26                   .    .    vastgezet aan de stoel [4]

B 60 R    22/28                   .    met inrichtingen voor het absorberen van energie [4]

B 60 R    22/30                   .    Andere koppelinrichtingen dan gespen, inclusief toebehoren voor het verstellen van de lengte [4,12]

B 60 R    22/32                   .    Inrichtingen voor het losmaken bij een noodgeval, bijv. na een ongeluk [4]

B 60 R    22/34                   .    Terugtrekinrichtingen voor riemen, bijv. haspels (verankeringsinrichtingen met middelen voor het aanspannen van de riem ingeval van nood B60R 22/195) [4,7]

B 60 R    22/343                  .    .    met elektrisch in werking gestelde blokkeermiddelen [6]

B 60 R    22/347                  .    .    met middelen voor het permanent blokkeren van de terugtrekinrichting tijdens het dragen van de riem (B60R 22/343 en B60R 22/415 hebben voorrang) [6]

B 60 R    22/35                   .    .    .    waarbij de blokkeermiddelen automatisch in werking worden gesteld [6]

B 60 R    22/353                  .    .    .    .    als reactie op een riembeweging als een gebruiker de riem aanbrengt [6]

B 60 R    22/357                  .    .    .    .    als reactie op het vastmaken van de riemgesp [6]

B 60 R    22/36                   .    .    automatisch blokkerend bij een noodgeval (B60R 22/343 heeft voorrang) [4]

B 60 R    22/38                   .    .    .    alleen reagerend op een riembeweging [4]

B 60 R    22/40                   .    .    .    alleen reagerend op een voertuigbeweging [4]

B 60 R    22/405                  .    .    .    reagerend op zowel riembeweging als voertuigbeweging [6]

B 60 R    22/41                   .    .    .    met extra middelen voor het voorkomen van blokkering onder vooraf bepaalde condities [6]

B 60 R    22/415                  .    .    .    met extra middelen voor het permanent kunnen blokkeren van de terugtrekinrichting tijdens het dragen van de riem [6]

B 60 R    22/42                   .    .    .    met middelen voor het direct op de riem ingrijpen, bijv. door klemmen of door wrijving [4]

B 60 R    22/44                   .    .    met middelen voor het verminderen van de riemspanning tijdens gebruik onder normale omstandigheden [4]

B 60 R    22/46                   .    .    met middelen voor het aanspannen van de riem in een noodgeval [4,7,12]

B 60 R    22/48                   .    Regelsystemen, alarmen of grendelsystemen voor de juiste toepassing van de riem of gordel [4]

 

B 60 R    25/00                   Toebehoren of systemen voor het voorkomen of aanduiden van het onrechtmatig gebruiken of stelen van voertuigen (sloten voor voertuigen E05B 77/00 tot E05B 85/00) [5,12,13,14]

B 60 R    25/01                   .    werkend op voertuigsystemen of voertuigtoebehoren, bijv. op deuren, stoelen of ramen [13]

B 60 R    25/02                   .    .    werkend op het stuurmechanisme

B 60 R    25/021                  .    .    .    waarbij de beweging van de stuurkolom of de stuurwielnaaf wordt beperkt, bijv. beperkende middelen die worden geregeld door een contactschakelaar [13]

B 60 R    25/0215                .    .    .    .    gebruikmakend van elektrische middelen, bijv. elektromotoren of elektromagneten [13]

B 60 R    25/022                  .    .    .    werkend op het stuurwiel, bijv. stangen die met een slot worden vastgemaakt aan de stuurwielrand (B60R 25/021 heeft voorrang) [13]

B 60 R    25/023                  .    .    .    Tegenmaatregelen tegen het fysiek verbreken van het stuurslot [13]

B 60 R    25/04                   .    .    werkend op het aandrijfsysteem, bijv. de motor of de startmotor [13]

B 60 R    25/042                  .    .    .    werkend op de brandstoftoevoer [13]

B 60 R    25/043                  .    .    .    door blokkeren van de uitlaat [13]

B 60 R    25/044                  .    .    .    door beperken of blokkeren van de luchttoevoer [13]

B 60 R    25/045                  .    .    .    door beperken of onderbreken van de stroomtoevoer naar de voorstuwingsmotor [13]

B 60 R    25/06                   .    .    .    werkend op de voertuigoverbrenging [13]

B 60 R    25/08                   .    .    werkend op remmen of remsystemen [13]

B 60 R    25/09                   .    .    door beperken van de wielrotatie, bijv. wielklemmen [13]

B 60 R    25/10                   .    waarbij een signaalinrichting in werking wordt gesteld [13] 

B 60 R    25/102                  .    .    waarbij een signaal naar een locatie op afstand wordt gezonden, bijv. waarbij een radiosignaal naar een politiebureau, een beveiligingsbedrijf of de eigenaar wordt gezonden [13] 

B 60 R    25/104                  .    .    gekenmerkt door het soort diefstalwaarschuwingssignaal, bijv. zichtbare of hoorbare signalen met speciale kenmerken [13]

B 60 R    25/20                   .    Middelen voor het inschakelen of uitschakelen van het antidiefstalsysteem [13]

B 60 R    25/21                   .    .    gebruikmakend van verborgen schakelaars [13]

B 60 R    25/22                   .    .    gebruikmakend van mechanische identificatie [13]

B 60 R    25/23                   .    .    gebruikmakend van handmatige invoer van alfanumerieke codes [13]

B 60 R    25/24                   .    .    gebruikmakend van elektronische identificatie met een code die niet wordt onthouden door de gebruiker [13]

B 60 R    25/25                   .    .    gebruikmakend van biometrie [13]

B 60 R    25/30                   .    Detectie in relatie tot diefstal of tot andere gebeurtenissen die van belang zijn voor antidiefstalsystemen [13]

B 60 R    25/31                   .    .    van de aanwezigheid van mensen in of om het voertuig [13]

B 60 R    25/32                   .    .    van dynamische parameters van het voertuig, bijv. de snelheid of versnelling [13]

B 60 R    25/33                   .    .    van de geografische positie, bijv. door het verstrekken van GPS-coördinaten [13]

B 60 R    25/34                   .    .    van de staat van voertuigonderdelen, bijv. van ramen, deursloten of de versnellingshendel [13]

B 60 R    25/40                   .    Kenmerken van de stroomtoevoer voor het antidiefstalsysteem, bijv. antidiefstalbatterijen, reservestroomtoevoer of middelen om batterijstroom te besparen [13]

B 60 R    99/00                   Onderwerpen voorzover niet vallend onder een andere groep in deze subklasse [9]