SECTIE C                     CHEMIE; METALLURGIE

 

              Aantekeningen

 

(1)        In Sectie C zijn de definities van groepen chemische elementen als volgt:

Alkalimetalen:                 Li, Na, K, Rb, Cs, Fr

Aardalkalimetalen:           Ca, Sr, Ba, Ra

Lanthaniden:                   elementen met atoomgetallen 57 t/m 71

Zeldzame aardmetalen:    Sc, Y, Lanthaniden

Actiniden:                       elementen met atoomgetallen 89 t/m 103

Vuurvaste metalen:          Ti, V, Cr, Zr, Nb, Mo, Hf, Ta, W

Halogenen:                      F, Cl, Br, I, At

Edelgassen:                    He, Ne, Ar, Kr, Xe, Rn

Platinagroep:                   Os, Ir, Pt, Ru, Rh, Pd

Edele metalen:                Ag, Au, platinagroep

Lichte metalen:                alkalimetalen, aardalkalimetalen, Be, Al, Mg

Zware metalen:                metalen anders dan lichte metalen

IJzergroep:                      Fe, Co, Ni

Niet-metalen:                   H, B, C, Si, N, P, O, S, Se, Te, edelgassen, halogenen

Metalen:                         elementen anders dan niet-metalen

Transitie-elementen:         elementen met atoomgetallen 21 t/m 30, 39 t/m 48, 57 t/m 80, en 89 en hoger

              (2)      Onder Sectie C vallen:

                        (a)      Pure chemie, waaronder vallen anorganische verbindingen, organische verbindingen, macromoleculaire verbindingen, en hun bereidingsmethoden;

                        (b)      Toegepaste chemie, waaronder vallen samenstellingen met bovenstaande verbindingen, bijv. glas, keramiek, meststoffen, kunststofsamenstellingen, verven, en producten uit de petroleumindustrie. Ook vallen hieronder bepaalde samenstellingen op grond van het hebben van bijzondere eigenschappen, die ze geschiklt maken voor bepaalde doeleinden, zoals in geval van explosieven, kleurstoffen, kleefmiddelen, smeermiddelen, en wasmiddelen.

                        (c)      Bepaalde marginale industrieën, zoals het maken van kolen en van vaste of gasvormige brandstoffen, de productie and raffinage van oliën, vetten en wassen, de fermentatie-industrie (bijv. brouwerijen en wijnmakerijen), en de suikerindustrie.

                        (d)      Bepaalde bewerkingen of behandelingen, die ofwel puur meachnisch zijn, bijv. de mechanische behandeling van leer en huiden, of gedeeltelijk mechanisch, bijv. de behandeling van water of het voorkomen van corrosie in het algemeen.

                        (e)      Metallurgie, en ferrolegeringen of niet-ferrolegeringen.

              (3)      In alle Secties van de IPC is het Periodiek Systeem van chemische elementen waarnaar wordt verwezen, dezelfde als die algemeen aanvaard en gebruikelijk is.

              (4)      (a)      In geval van bewerkingen, handelingen, producten of artikelen met zowel een chemisch als een niet-chemisch gedeelte of aspect, geldt de algemene regel dat het chemische gedeelte of aspect valt onder Sectie C.

                        (b)      In sommige van deze gevallen brengt het chemische gedeelte of aspect een niet chemische met zich mee, zelfs als dat puur mechanisch is, omdat dit laatste aspect ofwel essentieel is voor de bewerking of handeling, of daarvan een belangrijk deel uitmaakt. In feite blijkt het logischer de verschillende gedeelten of aspecten niet te scheiden van een samenhangend geheel. Dit geldt voor toegepaste chemie en voor de industrieën, bewerkingen en handelingen genoemd in de Aantekeningen (1)(c), (d) en (e). Bijvoorbeeld vallen ovens specifiek bedoeld voor het maken van glas onder klasse C03 en niet onder klasse F27.

                        (c)      Er zijn echter sommige uitzonderingen, waarin het mechanisch (of niet-mechanische) aspect juist het chemische aspect met zich meebrengen, bijvoorbeeld:

                                 -         Bepaalde extractieprocessen, in subklasse A61K;

                                 -         De chemische zuivering van lucht, in subklasse A61L;

                                 -         Chemische methoden van brandbestrijding, in subklasse A62D;

                                 -         Chemische processen en apparatuur, in klasse B01;

                                 -         Impregneren van hout, in subklasse B27K;

                                 -         Chemische analysemethoden of testmethoden, in subklasse G01N;

                                 -         Fotografische materialen en processen, in klasse G03; en algemeen

                                 -         De chemische behandeling van textiel en de productie van cellulose of papier, in Sectie D.

                        (d)      In nog andere gevallen valt het puur chemische aspect onder Sectie C, en het toegepaste chemische aspect in een andere Sectie, zoals A, B of F, bijv. het gebruik van een substantie of samenstelling voor:

                                 -         de behandeling van planten of dieren, valt onder subklasse A01N;

                                 -         voedingsmiddelen, vallen onder klasse A23;

                                 -         munitie of explosieven, vallen onder klasse F42.

                        (e)      Als de chemische en mechanische aspecten zo nauw met elkaar zijn verbonden dat een nette en eenvoudige splitsing niet mogelijk is, of als bepaalde mechanische processen een natuurlijk en logisch vervolg op een chemische behandeling vormen, kan onder Sectie C, in aanvulling op het chemische aspect, ook een gedeelte van het mechanische aspect vallen, bijv. nabehandeling van kunststeen, wat valt onder klasse C04.In dit laatste geval wordt gewoonlijk een aantekening of referentie gegeven om de positie te verduidelijken, zelfs als splitsing nogal arbitrair is.

 

CHEMIE

 

C 07        ORGANISCHE CHEMIE [2,11]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      In deze klasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

                        -        "bereiden" omvat het zuiveren, afscheiden, stabiliseren of gebruiken van additieven, tenzij daarvoor een aparte plaats bestaat. [4]

              (2)      De werking van chemische samenstellingen of preparaten ter bestrijding of aanlokking van ongedierte of onkruid wordt verder geklasseerd in subklasse A01P. [8]

              (3)      In deze klasse is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld, en met de hieronder vermelde uitzondering, bijv. een verbinding die een acyclische keten en een heterocyclische ring bevat wordt alleen geklasseerd als heterocyclische verbinding, en een steroïde wordt alleen geklasseerd als cyclopentanofenanthreenverbinding. In het algemeen en tenzij anders vermeld (zoals bij de groepen C07C 59/58 of C07C 59/70) worden de termen "acyclisch" en "alifatisch" gebruikt voor het beschrijven van verbindingen zonder ring; en als er al een ring aanwezig zou zijn, zou de verbinding door de "laatste plaats regel" in een latere groep voor cyclo-alifatische of aromatische verbindingen worden ondergebracht als zo'n groep zou bestaan. Waar een verbinding of een hele groep van verbindingen bestaat in tautomere vormen, wordt deze geklasseerd alsof zij zouden bestaan in de vorm die het laatst in het systeem is geklasseerd, tenzij de andere vorm specifiek eerder in het systeem wordt genoemd. [15]

              (4)      Chemische verbindingen en hun bereiding worden geklasseerd in de groepen voor het soort bereide verbinding. De bereidingsprocessen worden tevens geklasseerd in de groepen voor de betrokken soort reacties, als dat van belang is. Voorbeelden van dergelijke plaatsen buiten deze klasse zijn:

                        C12P          Fermentatieprocessen of enzyme-gebruikende processen voor het synthetiseren van een gewenste chemische verbindingen of het afscheiden van optische isomeren uit een racemisch mengsel

                        C25B 3/00    Elektrolytische productie van organische verbindingen

                        C25B 7/00    Elektroforetische productie van verbindingen [12]

              (5)      Algemene processen voor de bereiding van een klasse verbindingen die onder meer dan één hoofdgroep valt, wordt geklasseerd in de groepen voor de betrokken processen, mits zo’n groep bestaat. De bereide verbindingen worden tevens geklasseerd in de groepen voor het soort bereiden verbinding, als dat van belang is [12]

              (6)      In deze klasse worden de verbindingen met carboxylgroepen of thiocarboxylgroepen geklasseerd als de relevante carbonzuren of thiocarbonzuren, tenzij anders staat vermeld en tenzij de "laatste plaats"  regel (zie Aantekening (2) hierboven) anders aangeeft; als een carboxylgroep een koolstofatoom is met drie, en niet meer dan drie, bindingen met andere hetero-atomen dan stikstofatomen van nitrogroepen of nitrosogroepen, met tenminste één meervoudige binding met hetzelfde hetero-atoom, en een thiocarboxylgroep bestaat uit een carboxylgroep met tenminste één binding met een zwavelatoom, bijv. amiden of nitrilen van carbonzuren, worden de verbindingen geklasseerd bij de overeenkomstige zuren. [5]

              (7)      Zouten van een verbinding worden, tenzij zij specifiek kunnen worden ondergebracht, geklasseerd als die verbinding, bijv. anilinehydrochloride wordt geklasseerd als een verbinding die alleen koolstof, waterstof en stikstof bevat (in groep C07C 211/46), natriummalonaat wordt geklasseerd als malonzuur (in C07C 55/08) en een mercaptide wordt geklasseerd als het mercaptaan. Metaalchelaten worden op dezelfde wijzer benaderd. Daarmee overeenkomend worden metaalalcoholaten en metaalfenaten geklasseerd in subklasse C07C en niet in subklasse C07F, de alcoholaten in de groepen C07C 31/28 tot C07C 31/32 en de fenaten als de overeenkomstige fenolen in groep C07C 39/235 of C07C 39/44. Zouten, adducten of complexen die worden gevormd tussen twee of meer organische verbindingen, worden geklasseerd in overeenstemming met alle verbindingen die de zouten, adducten of complexen vormen. [2]

 

C 07 H    SUIKERS; DERIVATEN DAARVAN; NUCLEOSIDEN; NUCLEOTIDEN; NUCLEÏNEZUREN (derivaten van aldonzuren of saccharinezuren C07C, C07D; aldonzuren, saccharinezuren C07C 59/105 of C07C 59/285; cyaanhydrinen C07C 255/16; glycalen C07D; verbindingen met een onbekende samenstelling C07G; polysacchariden, derivaten daarvan C08B; DNA of RNA met betrekking tot genetische manipulatie, vectoren, bijv. plasmiden, of hun isolatie, bereiding of zuivering C12N 15/00; suikerindustrie C13) [2] 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze subklasse vallen verbindingen die saccharideradicalen bevatten (zie de definities in Aantekening (3) hieronder).

              (2)      Onder deze subklasse vallen geen polysacchariden, die ten behoeve van deze subklasse zijn gedefinieerd als met meer dan vijf saccharideradicalen aan elkaar vastgemaakt door glycosidebindingen.

              (3)      In deze subklasse worden de volgende uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

                        -        “saccharideradicaal” is afgeleid van acyclische polyhydroxyaldehyden of acyclische polyhydroxyketonen of van hun cyclische tautomeren, door het verwijderen van waterstofatomen of door het vervangen van heterobindingen met zuurstof door eenzelfde aantal heterobindingen met een halogeen, stikstof, zwavel, seleen of telluur, in overeenstemming met elk van de volgende definities:

                                 (a)      Het

                                           (i)      bestaat uit een niet-onderbroken koolstofskelet en direct daaraan vastgemaakte zuurstofatomen, en

                                           (ii)     wordt beschouwd als beëindigd door elke binding met een koolstofatoom van een cyclische structuur en door elke binding met een koolstofatoom met drie bindingen met hetero-atomen, bijv. esterradicalen of nitrilradicalen, en

                                           (iii)    bevat binnen het koolstofskelet een onvertakte opeenvolging van ten hoogste zes koolstofatomen waarbij tenminste drie koolstofatomen, of tenminste twee ingeval van een skelet met slechts vier koolstofatomen, één binding hebben met een zuurstofatoom als de enige heterobinding, en

                                                    (A)    in een cyclische of acyclische opeenvolging tenminste één ander koolstofatoom hebben met twee enkele bindingen met zuurstofatomen als de enige heterobindingen, of

                                                    (B)    in een acyclische opeenvolging tenminste één ander koolstofatoom hebben met één dubbele binding met een zuurstofatoom als de enige heterobinding, waarbij genoemde opeenvolging ten hoogste één dubbele binding bevat, d.w.z. C=C of mogelijk geketaliseerd C=O, naast de heterobindingen die hierboven worden genoemd onder (A) of (B), bijv. de verbindingen FIG.100 met een onvertakte opeenvolging van ten hoogste zes koolstofatomen, met bindingen met zuurstof zoals gedefinieerd in deze Aantekening FIG.101, waarbij n een geheel getal is, worden geklasseerd in groep C07H 3/02; [4]

                                 (b)     Het is tevens een radicaal dat is afgeleid van een radicaal zoals gedefinieerd in (a) hierboven door ten hoogste vier van de gespecificeerde heterobindingen met zuurstof te vervangen door eenzelfde aantal heterobindingen met een halogeen, stikstof, zwavel, seleen of telluur; [2]

                        -        “heterocyclisch radicaal” of “heteroring” wordt beschouwd als uitsluitende saccharideradicalen zoals hierboven gedefinieerd. [2]

              (4)      De aandacht wordt gevestigd op Aantekening (3) volgend op de titel van klasse C07, waarin de regel m.b.t. klassering in de laatst toepasselijke plaats wordt gedefinieerd, zoals die wordt toegepast in de reeks subklassen C07C tot C07K, en binnen deze subklassen. [8]

              (5)      Therapeutische activiteit van verbindingen wordt tevens geklasseerd in subklasse A61P. [7]

 

C 07 H      1/00                    Processen voor het bereiden van suikerderivaten [2]

C 07 H      1/02                    .    Fosforyleren [2]

C 07 H      1/04                    .    .    Inbrengen van polyfosforzuurradicalen [2]

C 07 H      1/06                    .    Scheiden; Zuiveren [2]

C 07 H      1/08                    .    .    uit natuurproducten [2]

 

C 07 H      3/00                    Verbindingen die alleen waterstofatomen en saccharideradicalen met alleen koolstofatomen, waterstofatomen en zuurstofatomen bevatten (bereiden door het hydrolyseren van disacchariden of polysacchariden C13; scheiden of zuiveren van sucrose, glucose, fructose, lactose of maltose C13) [2]

C 07 H      3/02                    .    Monosacchariden [2]

C 07 H      3/04                    .    Disacchariden [2]

C 07 H      3/06                    .    Oligosacchariden, d.w.z. met drie tot vijf saccharideradicalen aan elkaar vastgemaakt door glycosidebindingen [2]

C 07 H      3/08                    .    Deoxysuikers; Onverzadigde suikers (1,2-dideoxy-1-enosen C07D); Osonen [2]

C 07 H      3/10                    .    Anhydrosuikers, bijv. epoxyden [2]

 

C 07 H      5/00                    Verbindingen die saccharideradicalen bevatten waarbij de heterobindingen met zuurstof zijn vervangen door hetzelfde aantal heterobindingen met een halogeen, stikstof, zwavel, seleen of telluur [2]

C 07 H      5/02                    .    met een halogeen [2]

C 07 H      5/04                    .    met stikstof [2]

C 07 H      5/06                    .    .    Aminosuikers [2]

C 07 H      5/08                    .    met zwavel, seleen of telluur [2]

C 07 H      5/10                    .    .    met zwavel [2]

 

C 07 H      7/00                    Verbindingen die niet-saccharideradicalen bevatten die aan saccharideradicalen zijn gekoppeld door een koolstof-koolstofbinding [2]

C 07 H      7/02                    .    Acyclische radicalen [2,4]

C 07 H      7/027                  .    .    Keto-aldonzuren [4]

C 07 H      7/033                  .    .    Uronzuren [4]

C 07 H      7/04                    .    Carbocyclische radicalen [2]

C 07 H      7/06                    .    Heterocyclische radicalen [2]

 

C 07 H      9/00                    Verbindingen die een heteroring bevatten die tenminste twee hetero-atomen met een saccharideradicaal deelt [2]

C 07 H      9/02                    .    waarbij de heteroring alleen zuurstof als hetero-atomen in de ring bevat [2]

C 07 H      9/04                    .    .    Cyclische acetalen [2]

C 07 H      9/06                    .    waarbij de heteroring stikstof als hetero-atomen in de ring bevat [2]

 

C 07 H    11/00                   Verbindingen die saccharideradicalen bevatten die zijn veresterd door anorganische zuren; Metaalzouten daarvan (halosuikers C07H 5/02; thiosuikers, selenosuikers of tellurosuikers C07H 5/08) [2,11]

C 07 H    11/02                   .    Nitraten; Nitrieten [2]

C 07 H    11/04                   .    Fosfaten; Fosfieten; Polyfosfaten [2,11]

 

C 07 H    13/00                   Verbindingen die saccharideradicalen bevatten die zijn veresterd door koolzuur of derivaten daarvan, of door organische zuren, bijv. fosfonzuren [2]

C 07 H    13/02                   .    door carbonzuren [2]

C 07 H    13/04                   .    .    met de veresterende carboxylradicalen vastgemaakt aan acyclische koolstofatomen [2]

C 07 H    13/06                   .    .    .    Vetzuren [2]

C 07 H    13/08                   .    .    met de veresterende carboxylradicalen direct vastgemaakt aan carbocyclische ringen [2]

C 07 H    13/10                   .    .    met de veresterende carboxylradicalen direct vastgemaakt aan heterocyclische ringen [2]

C 07 H    13/12                   .    door zuren met de groep –X–C(=X)–X–, of haliden daarvan, waarbij X stikstof, zuurstof, zwavel, seleen of telluur is, bijv. koolzuur of carbamidezuur [2]

 

C 07 H    15/00                   Verbindingen die koolwaterstofradicalen of gesubstitueerde koolwaterstofradicalen direct vastgemaakt aan hetero-atomen van saccharideradicalen bevatten [2]

 

              Aantekening

 

              In deze groep worden acylradicalen direct vastgemaakt aan hetero-atomen van de saccharideradicalen, niet beschouwd als gesubstitueerde koolwaterstofradicalen. [4]

 

C 07 H    15/02                   .    Acyclische radicalen die niet zijn gesubstitueerd door cyclische structuren [2]

C 07 H    15/04                   .    .    vastgemaakt aan een zuurstofatoom van een saccharideradicaal [2]

C 07 H    15/06                   .    .    .    in de vorm van een hydroxyalkylgroep die is veresterd door een vetzuur [4]

C 07 H    15/08                   .    .    .    Polyoxyalkyleenderivaten [2,11]

C 07 H    15/10                   .    .    .    met onverzadigde koolstof-koolstof bindingen [2]

C 07 H    15/12                   .    .    vastgemaakt aan een stikstofatoom van een saccharideradicaal [2]

C 07 H    15/14                   .    .    vastgemaakt aan een zwavelatoom, seleenatoom of telluuratoom van een saccharideradicaal [2]

C 07 H    15/16                   .    .    .    Lincomycine; Derivaten daarvan [2]

C 07 H    15/18                   .    Acyclische radicalen die zijn gesubstitueerd door carbocyclische ringen [2]

C 07 H    15/20                   .    Carbocyclische ringen [2]

C 07 H    15/203                  .    .    Andere monocyclische carbocyclische ringen dan cyclohexaanringen; Bicyclische carbocyclische ringsystemen [4]

C 07 H    15/207                  .    .    Cyclohexaanringen die niet zijn gesubstitueerd door stikstofatomen, bijv. kasugamycinen [4]

C 07 H    15/22                   .    .    Cyclohexaanringen die zijn gesubstitueerd door stikstofatomen [4]

C 07 H    15/222                  .    .    .    Cyclohexaanringen die zijn gesubstitueerd door tenminste twee stikstofatomen [4]

C 07 H    15/224                  .    .    .    .    met slechts één saccharideradicaal direct vastgemaakt aan de cyclohexaanringen, bijv. destomycine, fortimicine of neamine [4]

C 07 H    15/226                  .    .    .    .    met tenminste twee saccharideradicalen direct vastgemaakt aan de cyclohexaanringen [4]

C 07 H    15/228                  .    .    .    .    .    aan naast elkaar liggende koolstofatomen van de cyclohexaanringen [4]

C 07 H    15/23                   .    .    .    .    .    .    met slechts twee saccharideradicalen in het molecuul, bijv. ambutyrosine, butyrosine, xylostatine of ribostamycine [4]

C 07 H    15/232                  .    .    .    .    .    .    met tenminste drie saccharideradicalen in het molecuul, bijv. lividomycine, neomycine of paromomycine [4]

C 07 H    15/234                  .    .    .    .    .    aan niet naast elkaar liggende koolstofatomen van de cyclohexaanringen, bijv. kanamycinen, tobramycine, nebramycine of gentamicine-A2 [4]

C 07 H    15/236                  .    .    .    .    .    .    waarbij een saccharideradicaal is gesubstitueerd door een alkylaminoradicaal op positie 3 en door twee andere substituenten dan waterstof op positie 4, bijv. gentamicinecomplex, sisomicine of verdamicine [4]

C 07 H    15/238                  .    .    .    Cyclohexaanringen die zijn gesubstitueerd door twee guanidineradicalen, bijv. streptomycinen [4]

C 07 H    15/24                   .    .    Gecondenseerde ringsystemen met drie of meer ringen [2,11]

C 07 H    15/244                  .    .    .    Anthrachinonradicalen, bijv. sennosiden [4]

C 07 H    15/248                  .    .    .    Colchicineradicalen, bijv. colchicosiden [4]

C 07 H    15/252                  .    .    .    Naftaceenradicalen, bijv. daunomycinen of adriamycinen [4]

C 07 H    15/256                  .    .    .    Polyterpeenradicalen [4]

C 07 H    15/26                   .    Acyclische of carbocyclische radicalen die zijn gesubstitueerd door heteroringen [2]

 

C 07 H    17/00                   Verbindingen die heterocyclische radicalen bevatten direct vastgemaakt aan hetero-atomen van saccharideradicalen [2]

C 07 H    17/02                   .    Heterocyclische radicalen die alleen stikstof als hetero-atomen in de ring bevatten [2]

C 07 H    17/04                   .    Heterocyclische radicalen die alleen zuurstof als hetero-atomen in de ring bevatten [2]

C 07 H    17/06                   .    .    Benzopyraanradicalen [4]

C 07 H    17/065                  .    .    .    Benzo[b]pyranen [4]

C 07 H    17/07                   .    .    .    .    Benzo[b]pyraan-4-onen [4]

C 07 H    17/075                  .    .    .    .    Benzo[b]pyraan-2-onen [4]

C 07 H    17/08                   .    .    Heteroringen met acht of meer ringatomen, bijv. erythromycinen [2]

 

C 07 H    19/00                   Verbindingen die een heteroring bevatten die één hetero-atoom in de ring met een saccharideradicaal deelt; Nucleosiden; Mononucleotiden; Anhydroderivaten daarvan [4]

C 07 H    19/01                   .    waarbij zuurstof wordt gedeeld [4]

C 07 H    19/02                   .    waarbij stikstof wordt gedeeld [2]

C 07 H    19/04                   .    .    Heterocyclische radicalen met alleen stikstof als hetero-atoom in de ring [2]

C 07 H    19/044                  .    .    .    Pyrrolradicalen [4]

C 07 H    19/048                  .    .    .    Pyridineradicalen [4]

C 07 H    19/052                  .    .    .    Imidazoolradicalen [4]

C 07 H    19/056                  .    .    .    Triazoolradicalen of tetrazoolradicalen [4]

C 07 H    19/06                   .    .    .    Pyrimidineradicalen [2]

C 07 H    19/067                  .    .    .    .    met ribosyl als het saccharideradicaal [4]

C 07 H    19/073                  .    .    .    .    met 2-deoxyribosyl als het saccharideradicaal [4]

C 07 H    19/09                   .    .    .    .    met arabinosyl als het saccharideradicaal [4]

C 07 H    19/10                   .    .    .    .    waarbij het saccharideradicaal is veresterd door fosforzuren of polyfosforzuren [2]

C 07 H    19/11                   .    .    .    .    .    met cyclisch fosfaat [4]

C 07 H    19/12                   .    .    .    Triazineradicalen [2]

C 07 H    19/14                   .    .    .    Pyrrolo-pyrimidineradicalen [2]

C 07 H    19/16                   .    .    .    Purineradicalen [2]

C 07 H    19/167                  .    .    .    .    met ribosyl als het saccharideradicaal [4]

C 07 H    19/173                  .    .    .    .    met 2-deoxyribosyl als het saccharideradicaal [4]

C 07 H    19/19                   .    .    .    .    met arabinosyl als het saccharideradicaal [4]

C 07 H    19/20                   .    .    .    .    waarbij het saccharideradicaal is veresterd door fosforzuren of polyfosforzuren [2]

C 07 H    19/207                  .    .    .    .    .    waarbij de fosforzuren of polyfosforzuren zijn veresterd door een verdere hydroxylverbinding, bijv. flavine-adeninedinucleotide of nicotinamide-adeninedinucleotide [4,11]

C 07 H    19/213                  .    .    .    .    .    met cyclisch fosfaat [4]

C 07 H    19/22                   .    .    .    Pteridineradicalen [2]

C 07 H    19/23                   .    .    .    Heterocyclische radicalen die twee of meer heterocyclische ringen bevatten die onderling of met een gemeenschappelijk carbocyclisch ringsysteem zijn gecondenseerd, voorzover niet vallend onder de groepen C07H 19/14 tot C07H 19/22 [4]

C 07 H    19/24                   .    .    Heterocyclische radicalen met zuurstof of zwavel als hetero-atoom in de ring [2]

 

C 07 H    21/00                   Verbindingen die twee of meer mononucleotide-eenheden bevatten met aparte fosfaatgroepen of polyfosfaatgroepen vastgemaakt door saccharideradicalen van nucleosidegroepen, bijv. nucleïnezuren [2]

C 07 H    21/02                   .    met ribosyl als het saccharideradicaal [2]

C 07 H    21/04                   .    met deoxyribosyl als het saccharideradicaal [2]

 

C 07 H    23/00                   Verbindingen die boor, silicium of een metaal bevatten, bijv. chelaten of vitamine-B12 (esters met anorganische zuren C07H 11/00; zie voor metaalzouten de oorspronkelijke verbindingen) [2]

 

C 07 H    99/00                   Onderwerpen voorzover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]