SECTIE D         TEXTIEL; PAPIER

 

              Aantekening

 

              In deze Sectie worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “vezel” betekent een relatief kort, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “filament” betekent een eindloos of zogenaamd eindloos, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “garen” betekent een gelijkmatig stelsel van vezels, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door spinnen;

              -         “draad” betekent een stelsel van garens of filamenten, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door twisten;

              -         “synthetische vezels of filamentvezels” betekent vezels of filamenten en dergelijke, die zijn gemaakt uit synthetiserende polymeren of moleculen. Voorbeelden zijn polyamidevezels, acrylvezels, polyestervezels of koolstofvezels;

              -         “kunstvezels of kunstfilamenten” betekend vezels of filamenten, die door mensen zijn gemaakt uit natuurlijke polymeren of hun derivaten. Voorbeelden zijn geregenereerde cellulosevezels of half-synthetische vezels;

              -         “door mensen gemaakte vezels of filamenten” betekent vezels of filamenten, die zijn gemaakt door de mens, inclusief “synthetische vezels” of “kunstvezels”.

 

TEXTIEL OF NIET ELDERS ONDERGEBRACHTE FLEXIBELE MATERIALEN

 

D 01        NATUURLIJKE OF KUNSTMATIGE DRADEN OF VEZELS; SPINNEN [11]

 

              Aantekening

 

              In deze klasse worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “vezel” betekent een relatief kort, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “filament” betekent een eindloos of zogenaamd eindloos, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “garen” betekent een gelijkmatig stelsel van vezels, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door spinnen;

              -         “draad” betekent een stelsel van garens of filamenten, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door twisten.

              -         “synthetische vezels of filamentvezels” betekent vezels of filamenten en dergelijke, die zijn gemaakt uit synthetiserende polymeren of moleculen. Voorbeelden zijn polyamidevezels, acrylvezels, polyestervezels of koolstofvezels; [14]

              -         “kunstvezels of kunstfilamenten” betekend vezels of filamenten, die door mensen zijn gemaakt uit natuurlijke polymeren of hun derivaten. Voorbeelden zijn geregenereerde cellulosevezels of half-synthetische vezels; [14]

              -         “door mensen gemaakte vezels of filamenten” betekent vezels of filamenten, die zijn gemaakt door de mens, inclusief “synthetische vezels” of “kunstvezels”. [14]

 

D 01 D    MECHANISCHE METHODEN OF APPARATUUR BIJ HET MAKEN VAN KUNSTMATIGE FILAMENTEN, DRADEN, VEZELS, HAREN OF LINTEN (bewerken of verwerken van metaaldraad B21F; vezels of filamenten van zacht gemaakt glas, mineralen of slakken C03B 37/00) [11,12]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      De aandacht wordt gevestigd op de Aantekening volgend op de titel van klasse D01.

              (2)      Speciaal aangepaste apparatuur voor het maken van koolstoffilamenten is geklasseerd in groep D01F 9/12. [5]

 

D 01 D      1/00                    Behandelen van filament-vormend of soortgelijk materiaal (bewerken van kunststoffen of plastische substanties in het algemeen B29)

D 01 D      1/02                    .    Bereiden van spinoplossingen

D 01 D      1/04                    .    Smelten van filament-vormende substanties

D 01 D      1/06                    .    Toevoeren van vloeistof aan de spinkop (pompconstructies F04)

D 01 D      1/09                    .    .    Regelen van de druk, temperatuur of toevoersnelheid [3]

D 01 D      1/10                    .    Filtreren of ontluchten van de spinoplossing of de spinsmelt

 

D 01 D      4/00                    Spindopverpakkingen; Reinigen daarvan (D01D 5/24, D01D 5/253 en D01D 5/28 hebben voorrang) [3]

D 01 D      4/02                    .    Spindoppen (legeringen daarvoor C22C) [3]

D 01 D      4/04                    .    Reinigen van spindoppen of andere delen van de spindopverpakkingen (reinigen in het algemeen B08B) [3]

D 01 D      4/06                    .    Verdelen van de spinoplossing of spinsmelt naar de sproeiers [3]

D 01 D      4/08                    .    Ondersteunen van spindoppen of andere delen van spindopverpakkingen [3] 

D 01 D      5/00                    Vormen van filamenten, draden en dergelijke

D 01 D      5/02                    .    Starten van de vorming

D 01 D      5/04                    .    Droogspinmethoden

D 01 D      5/06                    .    Natspinmethoden

D 01 D      5/08                    .    Smeltspinmethoden

D 01 D      5/084                  .    .    Verwarmen van filamenten, draden en dergelijke die de spindop verlaten [3]

D 01 D      5/088                  .    .    Koelen van filamenten, draden en dergelijke die de spindop verlaten [3]

D 01 D      5/092                  .    .    .    in schachten of schoorstenen [3]

D 01 D      5/096                  .    .    Vochtregeling of smering van filamenten, draden en dergelijke die de spindop verlaten [3]

D 01 D      5/098                     . .    waarbij gelijktijdig wordt gerekt [4]

D 01 D      5/10                    .    .    gebruikmakend van organische materialen

D 01 D      5/11                    .    Vlamspinnen [3]

D 01 D      5/12                    .    Strekspinmethoden (afwerken door rekken D02J 1/22)

D 01 D      5/14                    .    .    met stromende vloeibare strekmedia

D 01 D      5/16                    .    .    met walsen of soortgelijke mechanische inrichtingen, bijv. trekpennen

D 01 D      5/18                    .    door middel van roterende spindoppen

D 01 D      5/20                    .    met een variërend denier langs hun lengte

D 01 D      5/22                    .    met een krimpstructuur of kroesstructuur; met een speciale structuur voor het imiteren van wol (produceren van krimpeffecten of kroeseffecten bij filamenten of draden na vorming D02G 1/00)

D 01 D      5/23                    .    .    door het asymmetrisch koelen van filamenten, draden en dergelijke die de spindop verlaten [3]

D 01 D      5/24                    .    met een holle structuur; Spindopverpakkingen daarvoor (D01D 5/38 heeft voorrang; produceren van buizen uit kunststofmateriaal B29D; toevoegen van middelen voor het vormen van holle filamenten D01F 1/08) [3]

D 01 D      5/247                  .    .    Discontinue holle structuur of microporeuze structuur [3]

D 01 D      5/253                  .    met een niet-ronde doorsnede; Spindopverpakkingen daarvoor (D01D 5/38 heeft voorrang) [3]

D 01 D      5/26                    .    Vormen van stapelvezels (door vlamspinnen D01D 5/11)

D 01 D      5/28                    .    waarbij verschillende spinoplossingen of spinsmelten worden gemengd tijdens de spinbewerking; Spindopverpakkingen daarvoor

D 01 D      5/30                    .    .    Geconjugeerde filamenten; Spindopverpakkingen daarvoor [3]

D 01 D      5/32                    .    .    .    Filamenten met een zij-aan-zij structuur; Spindopverpakkingen daarvoor [3]

D 01 D      5/34                    .    .    .    Filamenten met een kern-huid structuur; Spindopverpakkingen daarvoor [3]

D 01 D      5/36                    .    .    .    Filamenten met een matrixstructuur; Spindopverpakkingen daarvoor [3]

D 01 D      5/38                    .    Vormen van filamenten, draden of dergelijke tijdens polymerisatie [3]

D 01 D      5/40                    .    door het uitoefenen van een afschuifkracht op een dispersie of oplossing van filament-vormende polymeren, bijv. door roeren [3]

D 01 D      5/42                    .    door het tot smalle linten of filamenten snijden van films of door het ontvezelen van films [3]

 

D 01 D      7/00                    Verzamelen van de pas gesponnen producten (verzamelen van pas gesponnen producten waaraan twist wordt meegegeven D01H)

D 01 D      7/02                    .    in centrifugaalspinpotten [3]

 

D 01 D    10/00                   Fysisch behandelen van kunstmatige filamenten en dergelijke tijdens het maken, d.w.z. tijdens een continu productieproces voordat de filamenten worden verzameld (afwerken D02J) [4]

D 01 D    10/02                   .    Behandelen met warmte (verwarmen voor afwerking D02J 13/00) [4]

D 01 D    10/04                   .    Ondersteunen van filamenten en dergelijke tijdens hun behandeling [4]

D 01 D    10/06                   .    Wassen of drogen [4] 

D 01 D    11/00                   Andere fabricagekenmerken

D 01 D    11/02                   .    Openen van bundels voor het creëren van een onderlinge afstand tussen de draden of filamenten

D 01 D    11/04                   .    Vaste geleiders

D 01 D    11/06                   .    Coaten met spinoplossingen of spinsmelten 

D 01 D    13/00                   Complete machines voor het produceren van kunstmatige draden

D 01 D    13/02                   .    Elementen van machinecombinaties