SECTIE D         TEXTIEL; PAPIER

 

              Aantekening

 

              In deze Sectie worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “vezel” betekent een relatief kort, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “filament” betekent een eindloos of zogenaamd eindloos, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “garen” betekent een gelijkmatig stelsel van vezels, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door spinnen;

              -         “draad” betekent een stelsel van garens of filamenten, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door twisten;

              -         “synthetische vezels of filamentvezels” betekent vezels of filamenten en dergelijke, die zijn gemaakt uit synthetiserende polymeren of moleculen. Voorbeelden zijn polyamidevezels, acrylvezels, polyestervezels of koolstofvezels;

              -         “kunstvezels of kunstfilamenten” betekend vezels of filamenten, die door mensen zijn gemaakt uit natuurlijke polymeren of hun derivaten. Voorbeelden zijn geregenereerde cellulosevezels of half-synthetische vezels;

              -         “door mensen gemaakte vezels of filamenten” betekent vezels of filamenten, die zijn gemaakt door de mens, inclusief “synthetische vezels” of “kunstvezels”.

 

TEXTIEL OF NIET ELDERS ONDERGEBRACHTE FLEXIBELE MATERIALEN

 

D 02        GARENS; MECHANISCH AFWERKEN VAN GARENS OF TOUW; SCHEREN OF OPBOMEN

 

              Aantekening

 

              In deze klasse worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “vezel” betekent een relatief kort, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “filament” betekent een eindloos of zogenaamd eindloos, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “garen” betekent een gelijkmatig stelsel van vezels, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door spinnen;

              -         “draad” betekent een stelsel van garens of filamenten, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door twisten.

              -         “synthetische vezels of filamentvezels” betekent vezels of filamenten en dergelijke, die zijn gemaakt uit synthetiserende polymeren of moleculen. Voorbeelden zijn polyamidevezels, acrylvezels, polyestervezels of koolstofvezels; [14]

              -         “kunstvezels of kunstfilamenten” betekend vezels of filamenten, die door mensen zijn gemaakt uit natuurlijke polymeren of hun derivaten. Voorbeelden zijn geregenereerde cellulosevezels of half-synthetische vezels; [14]

              -         “door mensen gemaakte vezels of filamenten” betekent vezels of filamenten, die zijn gemaakt door de mens, inclusief “synthetische vezels” of “kunstvezels”. [14]

 

D 02 J     AFWERKEN OF STIJVEN VAN FILAMENTEN, GARENS, DRADEN, KOORDEN, TOUW EN DERGELIJKE (kroezen of krimpen D02G; door behandelen met vloeistoffen, gassen of dampen D06B; anders dan door vloeistofbehandeling afwerken van garens in kettingvorm of vliesvorm D06C; zie voor chemische zaken D06L, D06M, D06P of D06Q; behandelen tijdens het maken van touw, apparatuur voor het behandelen van touw als ondersteuning bij het maken van touw D07B)

 

              Aantekening

 

              De aandacht wordt gevestigd op de Aantekening volgend op de titel van klasse D02.

 

D 02 J       1/00                    Modificeren van de structuur of eigenschappen die het gevolg zijn van een specifieke structuur; Modificeren, tegenhouden of herstellen van de fysische vorm of de doorsnedevorm, bijv. door gebruik van stempels of perswalsen (alleen modificeren van het oppervlak D02J 3/00)

D 02 J       1/02                    .    Opeenhopen, bijv. door lusvorming (door krimpen, door kroezen D02G)

D 02 J       1/04                    .    Verdichten

D 02 J       1/06                    .    Meegeven van onregelmatigheid, bijv. verdikkingen of andere niet-gelijkmatige kenmerken, bijv. meer of minder krimp of sterkere en zwakkere delen

D 02 J       1/08                    .    Samenvlechten van filamentbestanddelen zonder ze te breken, bijv. door gebruik van een turbulente luchtstroom

D 02 J       1/12                    .    Modificeren van de strekeigenschappen of stapeleigenschappen van geweven garens en dergelijke door nabehandeling

D 02 J       1/14                    .    Verschaffen van gelijkmatige of vereffenen van niet-gelijkmatige kenmerken

D 02 J       1/16                    .    Wrijven of soortgelijk bewerken, bijv. voor het opnieuw verdelen of verwijderen van vezels

D 02 J       1/18                    .    Scheiden of uitspreiden

D 02 J       1/20                    .    Spannen of ontspannen, bijv. door trilling of blootstelling aan elektrostatische spanning of elektrische ontlading

D 02 J       1/22                    .    Strekken of spannen, krimpen of ontspannen, bijv. door gebruik van apparatuur voor het toevoeren van te veel of te weinig materiaal, of door het voorkomen van strek (strekspinnen D01D 5/12) 

D 02 J       3/00                    Modificeren van het oppervlak

D 02 J       3/02                    .    door afschaven, schrapen, stoten, snijden of knikken (voorruwen van vezels, bijv. voor het spinnen, D01G 3/00)

D 02 J       3/04                    .    door borstelen

D 02 J       3/06                    .    door polijsten, bijv. satineren of persglanzen

D 02 J       3/08                    .    .    door samenpersen, bijv. kalanderen of strijken

D 02 J       3/10                    .    door inkerven

D 02 J       3/12                    .    door het verwijderen van uitstekende vezeleinden

D 02 J       3/14                    .    .    door afschuiven

D 02 J       3/16                    .    .    door zengen

D 02 J       3/18                    .    Behandelen met specifieke viskeuze of vaste substanties, bijv. was (tijdens het vormen van verpakkingen B65H 71/00; met was insmeren van garens en dergelijke als incidentele maatregelen tijdens het spinnen of twisten D01H 13/30)

 

D 02 J       7/00                    Reinigen, bijv. verwijderen van stof, losse vezels of geschroeide uiteinden (in combinatie met het afschuiven, zengen of op een andere wijze verwijderen van uitstekende vezeleinden D02J 3/12, D02J 3/14 of D02J 3/16)

 

D 02 J     11/00                   Combinaties van processen die vallen onder één van de groepen D02J 1/00 tot D02J 7/00; Installaties voor het uitvoeren van dergelijke combinaties van processen [8]

 

D 02 J     13/00                   Verwarmen of koelen van de garens, draden, koorden, touwen en dergelijke, niet specifiek voor één van de processen die vallen onder deze subklasse (verwarmen, koelen of drogen tijdens het spinnen of twisten D01H; drogen van garens en dergelijke in het algemeen F26B)