SECTIE D         TEXTIEL; PAPIER

 

              Aantekening

 

              In deze Sectie worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “vezel” betekent een relatief kort, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “filament” betekent een eindloos of zogenaamd eindloos, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “garen” betekent een gelijkmatig stelsel van vezels, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door spinnen;

              -         “draad” betekent een stelsel van garens of filamenten, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door twisten;

              -         “synthetische vezels of filamentvezels” betekent vezels of filamenten en dergelijke, die zijn gemaakt uit synthetiserende polymeren of moleculen. Voorbeelden zijn polyamidevezels, acrylvezels, polyestervezels of koolstofvezels;

              -         “kunstvezels of kunstfilamenten” betekend vezels of filamenten, die door mensen zijn gemaakt uit natuurlijke polymeren of hun derivaten. Voorbeelden zijn geregenereerde cellulosevezels of half-synthetische vezels;

              -         “door mensen gemaakte vezels of filamenten” betekent vezels of filamenten, die zijn gemaakt door de mens, inclusief “synthetische vezels” of “kunstvezels”.

 

PAPIER

D 21        MAKEN VAN PAPIER; PRODUCEREN VAN CELLULOSE 

 

D 21 H    PULPSAMENSTELLINGEN; BEREIDEN DAARVAN VOORZOVER NIET VALLEND ONDER DE SUBKLASSEN D21C OF D21D; IMPREGNEREN OF COATEN VAN PAPIER; BEHANDELEN VAN AFGEWERKT PAPIER VOORZOVER NIET VALLEND ONDER KLASSE B31 OF SUBKLASSE D21G; NIET ELDERS ONDERGEBRACHT PAPIER [5] 

              Aantekeningen

              (1)      Onder deze subklasse vallen tevens pulpsamenstellingen voor het bereiden van vezelplaat of andere vezelachtige artikelen door natte processen; [5]

              (2)      In deze subklasse worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenis:

                        -        “pulp” betekent een te verwerken dispersie met papier-vormende vezels en optioneel toevoegmiddelen, en dekt tevens de term “stock”; het betekent ook droge papier-producerende vezels die tot papier moeten worden gevormd door ofwel droge ofwel natte processen; [5]

                        -        “papier” betekent papier, karton of nat opgelegde niet-geweven stoffen;

              (3)      Als een pulpsamenstelling of een papier, of een bestanddeel daarvan, wordt gekarakteriseerd door meer dan één kenmerk bedoeld in deze subklasse, bijv. door zowel het vezelmateriaal als een coating of door zowel een kleurmiddel als een waterafstotend middel, dan wordt geklasseerd op alle plaatsen waaronder deze kenmerken vallen; [8]

              (4)      In de groepen D21H 11/00 tot D21H 15/00 is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de laatste toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [5,15]

 

D 21 H    11/00                   Pulp of papier met alleen cellulosevezels of lignocellulosevezels van natuurlijke oorsprong [5,8]

D 21 H    11/02                   .    Chemische of chemomechanische pulp [5,8]

D 21 H    11/04                   .    .    Kraftpulp of sulfaatpulp [5,8]

D 21 H    11/06                   .    .    Sulfietpulp of bisulfietpulp [5,8]

D 21 H    11/08                   .    Mechanische of thermomechanische pulp [5,8]

D 21 H    11/10                   .    Mengsels van chemische en mechanische pulp [5,8]

D 21 H    11/12                   .    Pulp uit planten of gewassen behalve hout, bijv. katoen, vlas, stro of suikerriet [5,8]

D 21 H    11/14                   .    Secundaire vezels (opwerken van afvalpapier D21C 5/02) [5,8]

D 21 H    11/16                   .    gemodificeerd door een specifieke nabehandeling [5,8]

D 21 H    11/18                   .    .    Sterk gehydrateerde, gezwollen of fibrillatable vezels [5,8]

D 21 H    11/20                   .    .    Chemisch of biochemisch gemodificeerde vezels [5,8]

D 21 H    11/22                   .    .    .    gekationiseerd [5,8]

 

D 21 H    13/00                   Pulp of papier met synthetische cellulosevezels of niet-cellulosevezels of met een ander baanvormend synthetisch materiaal (chemische kenmerken bij het maken van kunstmatige vezels D01F) [5,8]

D 21 H    13/02                   .    Synthetische cellulosevezels [5,8]

D 21 H    13/04                   .    .    Cellulose-ethers [5,8]

D 21 H    13/06                   .    .    Cellulose-esters [5,8]

D 21 H    13/08                   .    .    uit geregenereerde cellulose [5,8]

D 21 H    13/10                   .    Organische niet-cellulosevezels [5,8]

D 21 H    13/12                   .    .    uit macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5,8]

D 21 H    13/14                   .    .    .    Polyalkenen, bijv. polystyreen [5,8]

D 21 H    13/16                   .    .    .    Polyalkenylalcoholen; Polyalkenylethers; Polyalkenylesters [5,8]

D 21 H    13/18                   .    .    .    Polymeren van onverzadigde zuren of derivaten daarvan, bijv. polyacrylonitrilen [5,8]

D 21 H    13/20                   .    .    uit macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5,8]

D 21 H    13/22                   .    .    .    Condensatiepolymeren van aldehyden of ketonen [5,8]

D 21 H    13/24                   .    .    .    Polyesters [5,8]

D 21 H    13/26                   .    .    .    Polyamiden; Polyimiden [5,8]

D 21 H    13/28                   .    .    uit natuurlijke polymeren [5,8]

D 21 H    13/30                   .    .    .    Niet-cellulosepolysacchariden [5,8]

D 21 H    13/32                   .    .    .    .    Alginaatvezels [5,8]

D 21 H    13/34                   .    .    .    Eiwitvezels [5,8]

D 21 H    13/36                   .    Anorganische vezels of schilfers [5,8]

D 21 H    13/38                   .    .    siliciumhoudend [5,8]

D 21 H    13/40                   .    .    .    glasachtig, bijv. steenwol of glasvezels [5,8]

D 21 H    13/42                   .    .    .    Asbest [5,8]

D 21 H    13/44                   .    .    .    Schilfers, bijv. mica of vermiculiet [5,8]

D 21 H    13/46                   .    .    Niet silicium-houdende vezels, bijv. uit metaaloxiden [5,8]

D 21 H    13/48                   .    .    .    Metaalvezels of gemetalliseerde vezels [5,8]

D 21 H    13/50                   .    .    .    Koolstofvezels [5,8]

 

D 21 H    15/00                   Pulp of papier met vezels of baanvormend materiaal dat wordt gekenmerkt door andere aspecten dan hun chemische samenstelling [5,8]

D 21 H    15/02                   .    gekenmerkt door de configuratie [5,8]

D 21 H    15/04                   .    .    gekrompen, geknikte, gekroesde of getwiste vezels [5,8]

D 21 H    15/06                   .    .    Lange vezels, d.w.z. vezels die duidelijk langer zijn dan de gebruikelijke papiervezels; Filamenten [5,8]

D 21 H    15/08                   .    .    Schilfers (D21H 13/44 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    15/10                   .    .    Composietvezels [5,8]

D 21 H    15/12                   .    .    .    gedeeltelijk organisch of gedeeltelijk anorganisch [5,8,15]

 

D 21 H    17/00                   Niet-vezelig materiaal dat is toegevoegd aan de pulp, dat wordt gekenmerkt door de samenstelling ervan; Middelen voor het impregneren van papier, die worden gekenmerkt door de samenstelling ervan [5,8]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      In de groepen D21H 17/01 tot D21H 17/63 is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt een materiaal geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [8,15]

              (2)      Een mengsel van twee of meer materialen wordt geklasseerd in de toepasselijke plaatsen in de groepen D21H 17/01 tot D21H17/63 die voorziet in tenminste één van deze materialen. [8]

              (3)      Elk deel van een mengsel dat niet wordt geïdentificeerd door de klassering in overeenstemming met aantekening (2), en dat zelf als nieuw en niet voor de hand liggend wordt beschouwd, moet tevens worden geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats in de groepen D21H 17/01 tot D21H 17/63. Het deel op zich kan ofwel een enkel materiaal ofwel een mengsel zijn. [8]

              (4)      Een deel van een mengsel dat niet wordt geïdentificeerd door de klassering in overeenstemming met de aantekeningen (2) of (3), en dat wordt geacht belangrijke informatie voor het zoeken weer te geven, mag tevens worden geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats in de groepen D21H 17/01 tot D21H 17/63. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het van belang wordt geacht te kunnen zoeken naar mengsels door gebruik te maken van een combinatie van klasseringssymbolen. Zo’n niet-verplichte klassering moet worden toegekend als “extra informatie”. [8]

 

D 21 H    17/01                   .    Afvalproducten, bijv. slib [5,8]

D 21 H    17/02                   .    Materiaal van plantaardige oorsprong (eiwitten D21H 17/22; ligninen D21H 17/23; polysacchariden D21H 17/24; pijnhars D21H 17/62) [5,8]

D 21 H    17/03                   .    Niet-macromoleculaire organische verbindingen [5,8]

D 21 H    17/04                   .    .    Koolwaterstoffen [5,8]

D 21 H    17/05                   .    .    met andere elementen dan alleen koolstof en waterstof [5,8]

D 21 H    17/06                   .    .    .    Alcoholen; Fenolen; Ethers; Aldehyden; Ketonen; Acetalen; Ketalen [5,8]

D 21 H    17/07                   .    .    .    Stikstofhoudende verbindingen [5,8]

D 21 H    17/08                   .    .    .    .    Isocyanaten [5,8]

D 21 H    17/09                   .    .    .    Zwavelhoudende verbindingen [5,8]

D 21 H    17/10                   .    .    .    Fosforhoudende verbindingen [5,8]

D 21 H    17/11                   .    .    .    Haliden [5,8]

D 21 H    17/12                   .    .    .    Organometaalverbindingen [5,8]

D 21 H    17/13                   .    .    .    Siliciumhoudende verbindingen [5,8]

D 21 H    17/14                   .    .    .    Carbonzuren; Derivaten daarvan [5,8]

D 21 H    17/15                   .    .    .    .    Polycarbonzuren, bijv. maleïnezuur [5,8]

D 21 H    17/16                   .    .    .    .    .    Additieproducten daarvan met koolwaterstoffen [5,8]

D 21 H    17/17                   .    .    .    Ketenen, bijv. keteendimeren [5,8]

D 21 H    17/18                   .    .    .    waarbij ter plaatse, bijv. in de pulp of het papier, nieuwe verbindingen worden gevormd door een chemische reactie met zichzelf of met andere toegevoegde substanties [5]

D 21 H    17/19                   .    .    .    .    door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5]

D 21 H    17/20                   .    Macromoleculaire organische verbindingen [5,8]

D 21 H    17/21                   .    .    van natuurlijke oorsprong; Derivaten daarvan [5,8]

D 21 H    17/22                   .    .    .    Eiwitten [5,8]

D 21 H    17/23                   .    .    .    Ligninen [5,8]

D 21 H    17/24                   .    .    .    Polysacchariden [5,8]

D 21 H    17/25                   .    .    .    .    Cellulose [5,8]

D 21 H    17/26                   .    .    .    .    .    Ethers daarvan [5,8]

D 21 H    17/27                   .    .    .    .    .    Esters daarvan [5,8]

D 21 H    17/28                   .    .    .    .    Zetmeel [5,8]

D 21 H    17/29                   .    .    .    .    .    kationisch [5,8]

D 21 H    17/30                   .    .    .    .    Alginezuur of alginaten [5,8]

D 21 H    17/31                   .    .    .    .    Gom [5,8]

D 21 H    17/32                   .    .    .    .    .    Guargom [5,8]

D 21 H    17/33                   .    .    Synthetische macromoleculaire verbindingen [5,8]

D 21 H    17/34                   .    .    .    verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5,8]

D 21 H    17/35                   .    .    .    .    Polyalkenen, bijv. polystyreen [5,8]

D 21 H    17/36                   .    .    .    .    Polyalkenylalcoholen; Polyalkenylethers; Polyalkenylesters [5,8]

D 21 H    17/37                   .    .    .    .    Polymeren van onverzadigde zuren of derivaten daarvan, bijv. polyacrylaten [5,8]

D 21 H    17/38                   .    .    .    .    met brug-vormende groepen [5,8]

D 21 H    17/39                   .    .    .    .    .    die etherbruggen vormen, bijv. alkylolgroepen [5,8]

D 21 H    17/40                   .    .    .    .    .    onverzadigd [5,8]

D 21 H    17/41                   .    .    .    .    met ionische groepen [5,8]

D 21 H    17/42                   .    .    .    .    .    anionisch [5,8]

D 21 H    17/43                   .    .    .    .    .    .    Carboxylgroepen of derivaten daarvan [5,8]

D 21 H    17/44                   .    .    .    .    .    kationisch [5,8]

D 21 H    17/45                   .    .    .    .    .    .    Stikstofhoudende groepen [5,8]

D 21 H    17/46                   .    .    .    op een andere wijze verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5,8]

D 21 H    17/47                   .    .    .    .    Condensatiepolymeren van aldehyden of ketonen [5,8]

D 21 H    17/48                   .    .    .    .    .    met fenolen [5,8]

D 21 H    17/49                   .    .    .    .    .    met verbindingen die waterstof bevatten dat is gebonden aan stikstof [5,8]

D 21 H    17/50                   .    .    .    .    .    .    Acyclische verbindingen [5,8]

D 21 H    17/51                   .    .    .    .    .    .    Triazinen, bijv. melamine [5,8]

D 21 H    17/52                   .    .    .    .    Epoxyharsen [5,8]

D 21 H    17/53                   .    .    .    .    Polyethers; Polyesters [5,8]

D 21 H    17/54                   .    .    .    .    verkregen door reacties waarbij in de hoofdketen van het macromolecuul een binding wordt gevormd die stikstof bevat [5,8]

D 21 H    17/55                   .    .    .    .    .    Polyamiden; Polyamino-amiden; Polyesteramiden [5,8]

D 21 H    17/56                   .    .    .    .    .    Polyaminen; Polyiminen; Polyesterimiden [5,8]

D 21 H    17/57                   .    .    .    .    .    Polyureas; Polyurethanen [5,8]

D 21 H    17/58                   .    .    .    .    verkregen door reacties waarbij in de hoofdketen van het macromolecuul een binding wordt gevormd die zwavel bevat [5,8]

D 21 H    17/59                   .    .    .    .    verkregen door reacties waarbij in de hoofdketen van het macromolecuul een binding wordt gevormd die silicium bevat [5,8]

D 21 H    17/60                   .    Was [5,8]

D 21 H    17/61                   .    Bitumen [5,8]

D 21 H    17/62                   .    Pijnhars; Derivaten daarvan [5,8]

D 21 H    17/63                   .    Anorganische verbindingen [5,8]

D 21 H    17/64                   .    .    Alkalische verbindingen [5,8]

D 21 H    17/65                   .    .    Zure verbindingen [5,8]

D 21 H    17/66                   .    .    Zouten, bijv. aluin [5,8]

D 21 H    17/67                   .    .    Niet in water oplosbare verbindingen, bijv. vulstoffen of pigmenten [5,8]

D 21 H    17/68                   .    .    .    silicium-houdend, bijv. klei [5,8]

D 21 H    17/69                   .    .    .    gemodificeerd, bijv. door het samenbrengen ervan met andere samenstellingen voorafgaand aan de toevoeging aan de pulp of het papier [5,8]

D 21 H    17/70                   .    .    waarbij ter plaatse, bijv. in de pulp of het papier, nieuwe verbindingen worden gevormd door een chemische reactie met andere substanties die gescheiden zijn toegevoegd [5]

 

D 21 H    19/00                   Gecoat papier (gecoate vezelplaat D21J 1/08); Coatingmateriaal (opneemvellen die worden gekenmerkt door de gebruikte coating ten behoeve van het verbeteren van de inkt-, kleurstof- of pigmentopname) [5,8]

D 21 H    19/02                   .    Metaalcoatings (D21H 19/66 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    19/04                   .    .    aangebracht als folie [5,8]

D 21 H    19/06                   .    .    aangebracht als vloeistof of poeder [5,8]

D 21 H    19/08                   .    .    aangebracht als damp, bijv. in een vacuüm [5,8]

D 21 H    19/10                   .    Coatings zonder pigmenten (D21H 19/66 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    19/12                   .    .    aangebracht als oplossing waarbij gebruik wordt gemaakt van water als enige oplosmiddel, bijv. in aanwezigheid van zure of alkalische verbindingen [5,8]

D 21 H    19/14                   .    .    aangebracht in een andere vorm dan de waterige oplossing zoals gedefinieerd in groep D21H 19/12 [5,8]

D 21 H    19/16                   .    .    .    met uithardende of polymeriseerbare verbindingen (D21H 19/24 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    19/18                   .    .    .    met was [5,8]

D 21 H    19/20                   .    .    .    met macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5,8]

D 21 H    19/22                   .    .    .    .    Polyalkenen, bijv. polystyreen [5,8]

D 21 H    19/24                   .    .    .    met macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5,8]

D 21 H    19/26                   .    .    .    .    Aminoplasten [5,8]

D 21 H    19/28                   .    .    .    .    Polyesters [5,8]

D 21 H    19/30                   .    .    .    .    Polyamiden; Polyimiden [5,8]

D 21 H    19/32                   .    .    .    .    verkregen door reacties waarbij een koppeling wordt gevormd die silicium bevat in de hoofdketen van het macromolecuul [5,8]

D 21 H    19/34                   .    .    .    met cellulose of derivaten daarvan [5,8]

D 21 H    19/36                   .    Coatings met pigmenten (D21H 19/66 heeft voorrang; metaalpoeder D21H 19/06) [5,8]

D 21 H    19/38                   .    .    gekenmerkt door de pigmenten [5,8]

D 21 H    19/40                   .    .    .    siliciumhoudend, bijv. klei [5,8]

D 21 H    19/42                   .    .    .    tenminste gedeeltelijk organisch [5,8]

D 21 H    19/44                   .    .    gekenmerkt door andere ingrediënten, bijv. het bindmiddel of dispergeermiddel [5,8]

D 21 H    19/46                   .    .    .    Niet-macromoleculaire organische verbindingen [5,8]

D 21 H    19/48                   .    .    .    .    Diolefinen, bijv. butadieen; Aromatische vinylmonomeren, bijv. styreen; Polymeriseerbare onverzadigde zuren of derivaten daarvan, bijv. acrylzuur [5,8]

D 21 H    19/50                   .    .    .    Eiwitten [5,8]

D 21 H    19/52                   .    .    .    Cellulose; Derivaten daarvan [5,8]

D 21 H    19/54                   .    .    .    Zetmeel [5,8]

D 21 H    19/56                   .    .    .    Macromoleculaire organische verbindingen of oligomeren daarvan die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5,8]

D 21 H    19/58                   .    .    .    .    Polymeren of oligomeren van diolefinen, aromatische vinylmonomeren of onverzadigde zuren of derivaten daarvan [5,8]

D 21 H    19/60                   .    .    .    .    Polyalkenylalcoholen; Polyalkenylethers; Polyalkenylesters [5,8]

D 21 H    19/62                   .    .    .    Macromoleculaire organische verbindingen of oligomeren daarvan die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [5,8]

D 21 H    19/64                   .    .    .    Anorganische verbindingen [5,8]

D 21 H    19/66                   .    Coatings die worden gekenmerkt door een speciaal zichtbaar effect, bijv. gepatroneerd of getextureerd (gemarmerd papier D21H 27/04) [5,8]

D 21 H    19/68                   .    .    oneffen, gebroken of discontinu [5,8]

D 21 H    19/70                   .    .    met inwendige holle ruimten, bijv. coatings met luchtbellen [5,8]

D 21 H    19/72                   .    Gecoat papier dat wordt gekenmerkt door het papiersubstraat [5,8]

D 21 H    19/74                   .    .    waarbij het substraat een oneffen oppervlak heeft, bijv. crèpepapier of golfpapier [5,8]

D 21 H    19/76                   .    .    waarbij het substraat specifieke absorberende eigenschappen heeft [5,8]

D 21 H    19/78                   .    .    .    en in hoofdzaak ondoordringbaar voor de coating [5,8]

D 21 H    19/80                   .    Papier `met meer dan één coating (D21H 19/02 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    19/82                   .    .    op of over elkaar [5,8]

D 21 H    19/84                   .    .    op beide zijden van het substraat [5,8]

 

D 21 H    21/00                   Aan de pulp toegevoegd niet-vezelmateriaal, dat wordt gekenmerkt door de functie, vorm of eigenschappen ervan; Aan het papier toegevoegd impregneermateriaal of coatingmateriaal, dat wordt gekenmerkt door de functie, vorm of eigenschappen ervan [5,8]

D 21 H    21/02                   .    Voorzieningen voor het voorkomen van afzetting op de papiermolenuitrusting, bijv. slikcontrole (verwijderen van vetten, harsen, pek of was D21C 9/08) [5,8]

D 21 H    21/04                   .    .    Middelen voor het controleren op slikafzetting [5,8]

D 21 H    21/06                   .    Papier-vormende hulpmiddelen [5,8]

D 21 H    21/08                   .    .    Dispergeermiddelen voor vezels [5,8]

D 21 H    21/10                   .    .    Middelen tegen het doorlaten van vocht of voor het verbeteren van afwatering [5,8]

D 21 H    21/12                   .    .    Ontschuimingsmiddelen [5,8]

D 21 H    21/14                   .    gekenmerkt door de functie of eigenschappen in of op het papier (D21H 19/66 en D21H 27/02 hebben voorrang) [5,8]

D 21 H    21/16                   .    .    Middelen voor het lijmen of waterafstotend maken [5,8]

D 21 H    21/18                   .    .    Versterkingsmiddelen [5,8]

D 21 H    21/20                   .    .    .    Middelen voor het beïnvloeden van de natsterkte [5,8]

D 21 H    21/22                   .    .    Middelen die het papier poreus, absorberend of volumineus maken [5,8]

D 21 H    21/24                   .    .    .    Oppervlakte-actieve middelen [5,8]

D 21 H    21/26                   .    .    Middelen die het papier transparant of doorschijnend maken [5,8]

D 21 H    21/28                   .    .    Kleurmiddelen [5,8]

D 21 H    21/30                   .    .    Lichtgevende of fluorescerende substanties, bijv. voor het optisch bleken (D21H 21/40 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    21/32                   .    .    Bleekmiddelen (bleken van cellulosepulp D21C 9/10) [5,8]

D 21 H    21/34                   .    .    Ignifugeants [5,8]

D 21 H    21/36                   .    .    Biociden, bijv. fungiciden, bactericiden of insecticiden [5,8]

D 21 H    21/38                   .    .    Corrosiewerende middelen of anti-oxidanten [5,8]

D 21 H    21/40                   .    .    Middelen voor het kunnen bewijzen van de echtheid of voor het voorkomen van frauduleuze verandering, bijv. voor waardepapier (watermerken B41M 3/10 of D21F 1/44; geheimdruk B41M 3/14; identificatiekenmerken of beveiligingskenmerken van informatie-dragende kaarten of daarmee vergelijkbare structuren, bijv. voor het tegengaan van vervalsing B42D 25/30) [5,8,14,15]

D 21 H    21/42                   .    .    .    Linten of stroken (filamenten D21H 15/06) [5,8]

D 21 H    21/44                   .    .    .    Latente beveiligingskenmerken, d.w.z. die alleen kunnen worden gedetecteerd of zichtbaar kunnen worden gemaakt door gebruik van speciale inrichtingen of methoden voor verificatie of vervalsing [5,8]

D 21 H    21/46                   .    .    .    .    Elementen die geschikt zijn voor het chemisch verificeren of het verhinderen van chemische vervalsing, bijv. door gebruik van verdelgingsmiddelen [5,8]

D 21 H    21/48                   .    .    .    .    Elementen die geschikt zijn voor het fysisch verifiëren, bijv. door bestraling [5,8]

D 21 H    21/50                   .    gekenmerkt door de vorm (D21H 19/66, D21H 21/42 en D21H 27/02 hebben voorrang) [5,8]

D 21 H    21/52                   .    .    Additieven met een beperkte lengte of vorm [5,8]

D 21 H    21/54                   .    .    .    sferisch, bijv. microcapsules of parels [5,8]

D 21 H    21/56                   .    .    Schuim [5,8] 

 

D 21 H    23/00                   Processen of apparatuur voor het toevoegen van materiaal aan de pulp of het papier [5,8,15] 

              Aantekening

 

              Processen of apparatuur die worden gebruikt voor het toevoegen van iets aan het papier tijdens het maken ervan, d.w.z. op de papiermachine zelf, worden geklasseerd in de groepen D21H 23/24 tot D21H 23/28 als zij speciaal worden beïnvloed door, of speciaal zijn aangepast aan, het papierfabricageproces. [5]

 

D 21 H    23/02                   .    gekenmerkt door de wijze waarop substanties worden toegevoegd [5,8]

D 21 H    23/04                   .    .    Toevoegen aan de pulp; Nabehandelen van toegevoegde substanties in de pulp [5,8]

D 21 H    23/06                   .    .    .    Regelen van de toevoeging [5,8]

D 21 H    23/08                   .    .    .    .    door het meten van pulpeigenschappen, bijv. de zetapotentiaal of de zuurgraad [5,8]

D 21 H    23/10                   .    .    .    .    .    bij tenminste twee soorten toegevoegde verbindingen [5,8]

D 21 H    23/12                   .    .    .    .    door het meten van eigenschappen van de gevormde baan [5,8]

D 21 H    23/14                   .    .    .    .    door het selecteren van het toevoegpunt of van de contacttijd tussen de componenten [5,8]

D 21 H    23/16                   .    .    .    .    .    Toevoegen vóór of tijdens het kloppen of zuiveren van de pulp [5,8,15]

D 21 H    23/18                   .    .    .    .    .    Toevoegen op een plaats waar schuifkrachten worden vermeden vóór het vormen van vellen, bijv. na het kloppen of zuiveren van de pulp [5,8]

D 21 H    23/20                   .    .    .    Apparatuur daarvoor [5,8]

D 21 H    23/22                   .    .    Toevoegen aan het gevormde papier [5,8]

D 21 H    23/24                   .    .    .    tijdens de papierfabricage [5,8]

D 21 H    23/26                   .    .    .    .    door het selecteren van een toevoegpunt of vochtgehalte van het papier [5,8]

D 21 H    23/28                   .    .    .    .    .    Toevoegen vóór het drooggedeelte, bijv. aan het natte eind of bij het persgedeelte [5,8]

D 21 H    23/30                   .    .    .    Voorbehandelen van het papier (D21H 23/70 en D21H 23/76 hebben voorrang) [5,8]

D 21 H    23/32                   .    .    .    door het in contact brengen van papier met een overmaat aan materiaal, bijv. uit een  reservoir of op een wijze die verwijderen van overtollig toegediend materiaal van het papier nodig maakt (D21H 23/66 heeft voorrang; verwijderen van overtollig materiaal D21H 25/08) [5,8]

D 21 H    23/34                   .    .    .    .    Mesvormige of bladvormige coaters [5,8]

D 21 H    23/36                   .    .    .    .    .    Messen of bladen die deel uitmaken van het fluïdumreservoir, bijv. een sleepblad in de vorm van een puddle [5,8]

D 21 H    23/38                   .    .    .    .    .    waarbij het fluïdummateriaal wordt aangebracht met een speciale inrichting, bijv. met een wals in een flooded-nip omgekeerde bladcoater [5,8]

D 21 H    23/40                   .    .    .    .    waarbij slechts één zijde van het papier in contact komt met het materiaal (D21H 23/34 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    23/42                   .    .    .    .    Papier dat tenminste gedeeltelijk aan beide zijden door het materiaal wordt omgeven (D21H 23/34 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    23/44                   .    .    .    .    .    Behandelen met een gas of damp [5,8]

D 21 H    23/46                   .    .    .    Over het oppervlak uitgieten of in een continue stroom daaroverheen laten vloeien van het fluïdum, waarbij de gehele stroom wordt meegenomen door het papier (D21H 23/66 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    23/48                   .    .    .    .    Gordijncoaters [5,8]

D 21 H    23/50                   .    .    .    Sproeien of uitwerpen (D21H 23/44 en D21H 23/66 hebben voorrang) [5,8]

D 21 H    23/52                   .    .    .    door het papier in contact te brengen met een inrichting die het materiaal draagt (D21H 23/32, D21H 23/46 en D21H 23/66 hebben voorrang) [5,8]

D 21 H    23/54                   .    .    .    .    Wrijfinrichtingen, bijv. borstels, kussens of vilt [5,8]

D 21 H    23/56                   .    .    .    .    Walsen (D21H 23/38 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    23/58                   .    .    .    .    .    Details daarvan, bijv. oppervlaktekarakteristieken of omtreksnelheid [5,8]

D 21 H    23/60                   .    .    .    .    .    .    waarbij het materiaal op de aanbrengwals wordt blootgesteld aan een specifieke behandeling vóór aanbrengen op het papier (D21H 23/64 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    23/62                   .    .    .    .    .    .    Keerwalscoaten, d.w.z. waarbij het oppervlak van de aanbrengwals beweegt in een richting tegengesteld aan die van het papier [5,8]

D 21 H    23/64                   .    .    .    .    waarbij het materiaal niet-vloeibaar is op het moment van overdracht, bijv. in de vorm van een voorgevormde, tenminste gedeeltelijk uitgeharde coating [5,8]

D 21 H    23/66                   .    .    .    Behandelen van discontinu papier, bijv. vellen, platen of rollen [5,8]

D 21 H    23/68                   .    .    .    .    waarbij het papier continu beweegt [5,8]

D 21 H    23/70                   .    .    .    Meertrapsprocessen; Apparatuur voor het aan papier toevoegen van één of meer substanties in porties of op verschillende wijzen, voorzover niet vallend onder een andere groep van deze hoofdgroep [5,8]

D 21 H    23/72                   .    .    .    .    Meerdere processtappen achter elkaar [5,8]

D 21 H    23/74                   .    .    .    .    Apparatuur waarbij kan worden omgeschakeld van de ene techniek naar een andere [5,8]

D 21 H    23/76                   .    gekenmerkt door de keuze van hulpverbindingen die gescheiden van tenminste één andere verbinding worden toegevoegd, bijv. voor het verbeteren van de opname daarvan of voor het verkrijgen van een verbeterd gecombineerd effect (D21H 17/18, D21H 17/70 en D21H 23/10 hebben voorrang) [5,8]

D 21 H    23/78                   .    Regelingen die niet zijn beperkt tot een specifiek proces of tot specifieke apparatuur [5,8]

 

D 21 H    25/00                   Nabehandelen van papier dat niet valt onder de groepen D21H 17/00 tot D21H 23/00 [5,8]

D 21 H    25/02                   .    Chemisch of biochemisch behandelen (D21H 25/18 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    25/04                   .    Fysisch behandelen, bijv. verwarmen of bestralen (D21H 25/18 heeft voorrang; drooggedeelte van machines voor het maken van continue banen papier D21F 5/00) [5,8]

D 21 H    25/06                   .    .    van geïmpregneerd of gecoat papier (D21H 25/08 heeft voorrang) [5,8]

D 21 H    25/08                   .    Opnieuw verdelen van aangebrachte substanties, bijv. metering of gladstrijken; Verwijderen van overtollig materiaal [5,8]

D 21 H    25/10                   .    .    met bladen [5,8]

D 21 H    25/12                   .    .    met een in hoofdzaak cilindrisch lichaam, bijv. een wals of stang [5,8]

D 21 H    25/14                   .    .    .    waarbij het lichaam een giettrommel is [5,8]

D 21 H    25/16                   .    .    met een dampstoot of een gasstoot, bijv. een luchtmes [5,8]

D 21 H    25/18                   .    van oud papier zoals in boeken of documenten, bijv. restaureren [5,8]

 

D 21 H    27/00                   Niet elders ondergebracht speciaal papier, bijv. gemaakt door meertrapsprocessen [5] 

              Aantekening

 

              Deze groep voorziet in de klassering van papier met speciale eigenschappen of toepassingen die slechts gedeeltelijk of helemaal niet elders zijn ondergebracht in het klasseringssysteem. Waar mogelijk echter worden deze papieren geklasseerd in overeenstemming met de criteria die worden gebruikt in de andere groepen van deze subklasse. [5]

 

D 21 H    27/02                   .    Patroonpapier (gepatroneerde coatings D21H 19/66; reliëfdruk B31F 1/07; maken van geperst imitatiepapier op papiermachines D21F 11/00) [5,15]

D 21 H    27/04                   .    .    gemarmerd [5]

D 21 H    27/06                   .    Plantaardig perkament of imitatieperkament; Pergamijn [5]

D 21 H    27/08                   .    Filterpapier (zelfdragend filtermateriaal B01D 39/14; maken op papiermachines D21F 11/14) [5]

D 21 H    27/10                   .    Pakpapier (verpakkingsmaterialen van een speciale soort of vorm B65D 65/38) [5]

D 21 H    27/12                   .    Elektrisch isolerend papier [5]

D 21 H    27/14                   .    Papier met een stabiele vorm of afmeting; Kroesbestendig papier (fotografische dragers die niet oprollen G03C 1/81) [5]

D 21 H    27/16                   .    Zuiver papier, d.w.z. papier waarin geen of slechts weinig verontreinigingen zitten [5,15]

D 21 H    27/18                   .    Op papier of op karton gebaseerde structuren voor het bedekken van oppervlakken [5,15]

D 21 H    27/20                   .    .    Flexibele structuren die worden aangebracht door de gebruiker, bijv. behang (bedrukt behang B41M 3/18; kleefmiddelen in de vorm van films of foliën op papier of textieldoek C09J 7/21) [5,15,18]

D 21 H    27/22                   .    .    Structuren die op het oppervlak worden aangebracht door speciale fabricageprocessen, bijv. in persen [5]

D 21 H    27/24                   .    .    .    gekenmerkt doordat het te bedekken oppervlak bestaat uit laminaten van fenolen harspapier, door een plaat van gevulcaniseerde vezels of door soortgelijke cellulose-achtige vezelplaten [5]

D 21 H    27/26                   .    .    .    gekenmerkt door het pikeerselvel of de deklagen van de structuur (sierpanelen B44C 5/04; houtnerfeffecten B44F 9/02) [5]

D 21 H    27/28                   .    .    .    .    behandeld voor het verkrijgen van specifieke weerstandseigenschappen, bijv. tegen slijtage of weersinvloeden (waterafstotende middelen D21H 21/16) [5]

D 21 H    27/30                   .    Meerlaags [5,15]

 

              Aantekening

 

              Gelaagde producten uit deze groep worden tevens geklasseerd in subklasse B32B. [5]

 

D 21 H    27/32                   .    .    met materialen die worden aangebracht tussen de vellen (aan elkaar vastmaken van papieren vellen of kartonplaten B31F 5/00) [5,15]

D 21 H    27/34                   .    .    .    Continue materialen, bijv. filamenten, vellen of netten [5]

D 21 H    27/36                   .    .    .    .    Films die zijn gemaakt van synthetische macromoleculaire verbindingen [5]

D 21 H    27/38                   .    .    waarbij tenminste één van de vellen een vezelsamenstelling heeft die afwijkt van die van andere vellen [5]

D 21 H    27/40                   .    .    waarbij tenminste één van de vellen niet vlak is, bijv. gekript (crèpepapier of golfpapier B31F) [5]

D 21 H    27/42                   .    .    met droog afgelegd papier [5]