SECTIE
E BOUWKUNDE
E 01 CONSTRUCTIE
VAN WEGEN, SPOORWEGEN OF BRUGGEN [11]
E 01 C CONSTRUCTIE
VAN, OF OPPERVLAKKEN VOOR, WEGEN, SPORTVELDEN EN DERGELIJKE; MACHINES OF
HULPGEREEDSCHAP VOOR HET AANLEGGEN OF REPAREREN
(vormen van wegoppervlakken of soortgelijke oppervlakken door het verdichten of
nivelleren van sneeuw of ijs E01H)
E 01
C
1/00 Ontwerp of
layout van wegen, bijv. voor geluidsvermindering of voor gasabsorptie
(ontwerp of layout van sportvelden A63C 19/00; ontwerp of layout van
vliegvelden B64F)
E 01
C
1/02 . Kruisingen, knooppunten of onderlinge
verbindingen tussen wegen op hetzelfde niveau
E 01
C
1/04 . Wegkruisingen op verschillende niveau's;
Onderlinge verbindingen tussen wegen op verschillende niveau's
E 01
C
3/00 Funderingen
voor bestratingen (speciaal aangepast voor speelterreinen of
sportvelden E01C 13/02; funderingen in het algemeen E02D)
E 01
C
3/02 . Betonnen ondergrond voor bitumineuze
bestrating
E 01
C
3/04 . Funderingen die ontstaan door
grondstabilisatie
E 01
C
3/06 . Methoden of voorzieningen voor het
beschermen van funderingen tegen destructieve invloeden van vocht, vorst of
trilling
E 01
C
5/00 Bestratingen
die zijn gemaakt van geprefabriceerde losse eenheden
(speciaal aangepast voor speelterreinen of sportvelden E01C 13/04, voor
voetpaden, trottoirs of fietspaden E01C 15/00; maken van kunststeen C04B;
bouwstenen E
E 01
C
5/02 . van natuursteen, bijv. keien
E 01
C
5/04 . van metselstenen
E 01
C
5/06 . van eenheden met cement of soortgelijke
bindmiddelen
E 01
C
5/08 . . Gewapende
eenheden
E 01
C
5/10 . . . Voorgespannen gewapende eenheden
E 01
C
5/12 . van eenheden met bitumineuze bindmiddelen
E 01
C
5/14 . van houten eenheden
E 01
C
5/16 . van metaalachtige eenheden (stalen roosters
E01C 9/10)
E 01
C
5/18 . van rubber eenheden
E 01
C
5/20 . van kunststof eenheden (E01C 5/18 heeft
voorrang)
E 01
C
5/22 . van eenheden die zijn samengesteld uit een
mengsel van materialen die vallen onder twee of meer van de groepen E01C 5/02
tot E01C 5/20
E 01
C
7/00 Ter plaatse
gemaakte coherente bestratingen (speciaal aangepast voor speelterreinen of
sportvelden E01C 13/06, voor voetpaden, trottoirs of fietspaden E01C 15/00)
E 01
C
7/02 . van steenslag zonder bindmiddelen
E 01
C
7/04 . . van
gebroken stenen, grind of soortgelijke materialen
E 01
C
7/06 . . door
het ter plaatse smelten, verbranden of verglazen van steenslag
E 01
C
7/08 . van steenslag en bindmiddelen
E 01
C
7/10 . . van
steenslag en cement of soortgelijke bindmiddelen (cement of soortgelijke
bindmiddelen, samenstelling van mortels C04B)
E 01
C
7/12 . . . Met mortel gebonden bestrating
E 01 C 7/14 . . . Betonnen bestrating
E 01 C 7/16 . . . . Voorgespannen
betonnen bestrating
E 01
C
7/18 . . van
steenslag en bitumineuze bindmiddelen
E 01
C
7/20 . . . Bindmiddelen die worden ingebed in koude
toestand, bijv. asfaltbitumen
E 01
C
7/22 . . . Bindmiddelen die worden ingebed in hete
toestand, bijv. verwarmd bitumen
E 01
C
7/24 . . . Bindmiddelen die worden ingebed als een
emulsie of in oplossing (maken van dispersies of emulsies voor de wegenbouw
C04B)
E 01
C
7/26 . . . gemengd met andere materialen, bijv. cement,
rubber, leer of vezels
E 01
C
7/30 . . van
steenslag en andere bindmiddelen, bijv. synthetisch materiaal
E 01
C
7/32 . . van
ter plaatse gemaakte lagen van verschillende soorten materiaal
E 01
C
7/34 . . . van diverse lagen die niet met elkaar zijn
verbonden
E 01
C
7/35 . . Toplagen
of oppervlakte=afwerkingen; Methoden voor het mengen, impregneren of
verspreiden daarvan
E 01
C
7/36 . door het aan stabilisatie blootstellen van
grond
E 01
C
9/00 Speciale
bestratingen (speciaal aangepast voor speelvelden of
sportvelden E01C 13/00, voor voetpaden, trottoirs of fietspaden E01C 15/00);
Bestratingen voor speciale delen van wegen of vliegvelden (trottoirlichten
E01C 17/00; mangaten of soortgelijke afdekkingen of frames E02D 29/14)
E 01
C
9/02 . Wielsporen (railsporen voor het geleiden van
voertuigen E01B 25/28)
E 01
C
9/04 . Bestratingen voor spoorwegovergangen of
overwegen
E 01 C 9/06 . Bestratingen naast tramwegrails
E 01 C 9/08 . Tijdelijke bestratingen (stalen roosters E01C
9/10)
E 01
C
9/10 . Stalen roosters (rioolroosters E03F 5/06;
als bouwelementen in het algemeen E04C)
E 01 C
11/02 . Plaatsing of constructie van voegen; Methoden
voor het maken van voegen; Pakkingen voor voegen (afdichten van voegen,
voorzover niet beperkt tot wegbestrating of vliegveldbestrating E04B 1/68)
E 01
C 11/04 . . voor cementbetonbestrating
E 01
C 11/06 . . . Methoden
voor het maken van voegen
E 01
C 11/08 . . . Pakkingen
van metaal
E 01
C 11/10 . . . Pakkingen
van plastische of elastische materialen
E 01
C 11/12 . . . Pakkingen
van metaal en plastische of elastische materialen
E 01 C 11/14 . . . Deuvels
E 01 C
11/16 . Wapeningen (voor de bouw in het algemeen
E04C)
E 01
C 11/18 . . voor cementbetonbestratingen
E 01
C 11/20 . . . voor
voorgespannen betonbestratingen
E 01
C 11/22 . Goten;
Trottoirbanden (speciaal aangepaste trottoirbanden voor het waarschuwen van
weggebruikers E01F 9/0535) [16]
E 01
C 11/24 . Methoden
of voorzieningen voor het voorkomen van gladheid of het beschermen tegen
weersinvloeden
E 01
C 11/26 . . Permanent geļnstalleerde
verwarmingsinrichtingen of blaasinrichtingen
E 01
C 13/00 Speciaal aangepaste bestratingen of funderingen
voor speelterreinen of sportterreinen (algemene layout A63C 19/00)
E 01
C 13/02 . Funderingen,
bijv. met drainagevoorzieningen of verwarmingsvoorzieningen [6]
E 01
C 13/04 . Bestratingen
die zijn gemaakt van geprefabriceerde losse eenheden (E01C 13/08 en E01C 13/10
hebben voorrang) [6]
E 01
C 13/06 . Ter
plaatse gemaakte bestratingen (E01C 13/08 en E01C 13/10 hebben voorrang) [6]
E 01
C 13/08 . Oppervlakken
waarmee gras wordt nagebootst, bijv. kunstgras [6]
E 01
C 13/10 . voor
kunstmatige oppervlakken voor het binnen of buiten beoefenen van sneeuwsporten
of ijssporten (E01C 13/08 heeft voorrang; produceren van sneeuw of ijs voor
wintersporten of soortgelijke recreatiedoeleinden F25C 3/00) [6,9]
E 01
C 13/12 . . voor sneeuwsporten [6]
E 01
C 17/00 Trottoirlichten, d.w.z. doorschijnende
constructies die deel uitmaken van het oppervlak (speciaal
ontworpen blokken voor het markeren van wegen E01F 9/524) [16]
Machines,
gereedschap of hulpinrichtingen voor het construeren of repareren van wegen en
soortgelijke bouwwerken [9]
E 01
C 19/00 Machines, gereedschap of hulpinrichtingen voor het
bereiden of verdelen van bestratingsmaterialen, voor het bewerken van de
aangebrachte materialen of voor het vormen, verharden of afwerken van de
bestrating (stabiliseren van oppervlakken E01C 21/00; speciaal
aangepaste apparatuur voor het reconditioneren of repareren van bestrating E01C
23/00)
E 01
C 19/02 . voor het
bereiden van de materialen
E 01
C 19/05 . . Apparatuur voor het breken, verpulveren of
vergruizen van materiaal (in het algemeen B02C); Apparatuur voor het zeven, reinigen
of verwarmen van aggregaat
E 01
C 19/08 . . Apparatuur voor het transpoteren of smelten
van asfalt, bitumen, teer en dergelijke (stilstaande smeltketels in het
algemeen voor teer, asfalt en dergelijke C10C 3/12)
E 01
C 19/10 . . Apparatuur of installaties voor het
voormengen of voorcoaten van aggregaat of vulmiddelen met niet-hydraulische
bindmiddelen, bijv. met bitumen of met harsen; Apparatuur voor het voormengen
van niet-hydraulische mengsels voorafgaand aan het aanbrengen of voor het
reconditioneren van teruggewonnen niet-hydraulische samenstellingen
E 01
C 19/12 . voor het
verdelen van korrelvormige of vloeibare materialen (E01C 23/07 heeft voorrang;
voor het opvullen van voegen of groeven E01C 23/02 of E01C 23/09)
E 01
C 19/15 . . voor het storten van niet-gecoate steen of
soortgelijke materialen, of voor het vlakstrijken of verspreiden daarvan zonder
verdichting, bijv. bij lagen met een basis van steenslag of bij zandlagen voor
bestrating (E01C 19/52 heeft voorrang; verdelen E01C 19/20)
E 01
C 19/16 . . voor het aanbrengen of verspreiden van
vloeibare materialen, bijv. bitumenslurries (E01C 19/45, E01C 23/02, E01C 23/03
en E01C 23/16 hebben voorrang; versproeien of verspreiden van vloeistoffen of
andere vloeibare materialen op oppervlakken in het algemeen B05)
E 01
C 19/17 . . . Aanbrengen
door versproeien
E 01
C 19/18 . . Inrichtingen voor verdelen van steenslag dat
is gemengd met bindmiddelen, bijv. cement of bitumen, zonder verharden of
gladstrijken (E01C 19/20 en E01C 19/47 hebben voorrang; transportinstallaties
voor beton en dergelijke B65G)
E 01
C 19/20 . . Apparatuur voor het verdelen, bijv. door
verspreiden, van korrelvormige of poedervormige materialen, bijv. zand, grind,
zout of droge bindmiddelen (kunstmeststrooiers A01C 15/00)
E 01
C 19/21 . . voor het gelijktijdig maar gescheiden
aanbrengen van vloeibaar materiaal en korrelvormig of poedervormig materiaal,
bijv. bitumen en grit, met of zonder verspreiding
E 01
C 19/22 . voor het
verstevigen of afwerken van gestort niet-uitgeharde materialen (E01C 23/02
heeft voorrang; apparatuur voor het opwekken van trillingen in het algemeen
B06B)
E 01
C 19/23 . . Walsen daarvoor; Soortgelijke walsen die
tevens bruikbaar zijn voor het verdichten van grond (E01C 19/43 heeft voorrang;
speciaal aangepast voor de landbouw A01B 29/00; tuinrollers A01G 20/35; maken
of onderhouden van oppervlakken van sneeuw of ijs E01H 4/00; uitsluitend voor
het verdichten van de grond E02D 3/026) [18]
E 01
C 19/24 . . . met
de hand voortbewogen (E01C 19/27 tot E01C 19/29 hebben voorrang)
E 01
C 19/25 . . . voortbewogen
door dieren of voertuigen (E01C 19/26 tot E01C 19/29 hebben voorrang)
E 01
C 19/26 . . . zelfrijdend
of vastgemaakt aan wegvoertuigen (E01C 19/27 tot E01C 19/29 hebben voorrang)
E 01
C 19/27 . . . met
elastisch vervormbare walselementen, bijv. luchtbanden (trillen of stoten E01C
19/28)
E 01
C 19/28 . . . Trilwalsen
of walsen die onderhevig zijn aan stoten, bijv. hamerslagen (E01C 19/29 heeft
voorrang)
E 01
C 19/29 . . . Aangepaste
walsapparatuur die een walsdruk kunnen uitoefenen die lager is dan het eigen
gewicht, bijv. walsafwerkinrichtingen die over bekistingsspoor lopen
E 01
C 19/30 . . Andere stootapparatuur of trilapparatuur dan
walsen (E01C 23/02 en E01C 23/04 hebben voorrang; aflegtrilinrichtingen E01C
19/12; stootwalsen of trilwalsen E01C 19/28; draagbaar slaggereedschap in het
algemeen B25D; stoten of laten trillen van grond in het algemeen E02D 3/046)
E 01
C 19/32 . . . In
de hand gehouden, met de hand in werking gestelde stampers of stoters
E 01
C 19/34 . . . Door
energie aangedreven stampers of stoters
E 01
C 19/35 . . . . In de hand gehouden of met de hand geleid
gereedschap (E01C 19/36 tot E01C 19/40 hebben voorrang)
E 01
C 19/36 . . . . met direct werkende explosiekamers
E 01
C 19/38 . . . . met specifieke middelen voor het opwekken
van trillingen
E 01
C 19/40 . . . . aangepast voor het glad afwerken van de
bestrating, bijv. stotende of trillende afwerkinrichtingen
E 01
C 19/41 . . Apparatuur met zowel walsgereedschap als
stampend, stotend of trillend gereedschap
E 01
C 19/42 . . Machines voor het op andere wijze glad
afwerken van nieuw aangelegde bestratingslagen dan door walsen, stoten of laten
trilen (alleen voor verdeling E01C 19/12)
E 01
C 19/43 . . Machines of voorzieningen voor het opruwen
of modelleren van nieuw aangelegde bestratingslagen, bijv. kartelwalsen
E 01
C 19/44 . . Met de hand in werking gesteld ander
gereedschap dan walsen, bevochtigers of trillers, dat speciaal is aangepast
voor een gewenste oppervlakte-afwerking voor nieuw aangelegde bestratingslagen
(E01C 19/43 heeft voorrang)
E 01
C 19/45 . Draagbare
apparatuur voor het bereiden, of voor het bereiden en op de weg aanbrengen, van
samengestelde vloeibare bindmiddelen, bijv. geėmulgeerd bitumen of gesmolten
asfalt (alleen aanbrengen E01C 19/16)
E 01
C 19/46 . voor het
bereiden en aanbrengen van de materialen (E01C 19/45 heeft voorrang; maken van
oppervlakken door het mengen van borrowed aggregaat met bindmiddelen E01C
21/00)
E 01
C 19/47 . . Hydraulische cementbetonmengers gecombineerd
met speciaal aangepaste verdeelmiddelen voor de wegenbouw (betonmengers op zich
B28C)
E 01
C 19/48 . voor het
neerleggen van de materialen en het verharden daarvan, of het afwerken van het
oppervlak
E 01
C 19/50 . Verwijderbare
bekistingen of betonbekistingen voor de wegenbouw (E01C 23/02 en E01C 23/04
hebben voorrang; blijvende bekistingen E01C 3/00 tot E01C 7/00; glijdende
bekistingen E01C 19/48); Inrichtingen of voorzieningen voor het ter plaatse
vormen van afzonderlijke bestratingselementen, bijv. trottoirbanden
E 01
C 19/52 . Apparatuur
voor het leggen van afzonderlijke voorgevormde oppervlakte-elementen, bijv.
trottoirbanden (voorvormen en plaatsen van een continue strook E01C 19/46; ter
plaatse vormen van bestratingselementen E01C 19/50)
E 01
C 21/00 Apparatuur of processen voor
oppervlaktestabilisatie in de wegenbouw en dergelijke, bijv. het mengen van
borrowed aggregaat met een bindmiddel (stabiliseren van grond onder een bestaande
bovenlaag E01C 23/10; materialen voor het conditioneren of stabiliseren van
grond C09K 17/00; grondversteviging in het algemeen E02D 3/12)
E 01
C 21/02 . Ter
plaatse versmelten, roosten of branden van grond
E 01
C 23/00 Hulpinrichtingen of hulpvoorzieningen voor het
construeren, repareren, reconditioneren of opnemen van wegoppervlakken of
soortgelijke oppervlakken (apparatuur voor het reconditioneren van
teruggewonnen niet-hydraulische samenstellingen E01C 19/10)
E 01
C 23/01 . Inrichtingen
of hulpmiddelen voor het uitzetten of controleren van de opbouw van een nieuw
wegdek, bijv. mallen of geleilatsteunen (bekistingssporen E01C 19/50);
Toepassingen van apparatuur voor het meten, aanduiden of opnemen van de oppervlakte-opbouw
van een bestaand wegdek, bijv. profilografen (E01C 23/07 heeft voorrang; meten
van ruwheid of onregelmatigheid in het algemeen G01B)
E 01
C 23/02 . Inrichtingen
voor het maken, behandelen of vullen van groeven en dergelijke in nog niet uitgeharde
bestrating, bijv. voor voegen of markeringen (modelleren van oppervlakken E01C
19/43); Verwijderbare bekistingen daarvoor (niet-verwijderbare bekistingen E01C
11/02); Inrichtingen voor het tussenvoegen van inzetstukken of verwijderbare
inzetsteunen in nog niet uitgeharde bestrating (E01C 23/04 heeft voorrang;
niet-verwijderbare inzetsteunen E01C 11/02)
E 01
C 23/03 . Voorzieningen
voor het uitharden van bestrating; Inrichtingen voor het toevoegen van
uithardingsmiddelen; Inrichtingen voor het aanbrengen van een geprefabriceerde
onderlaag, bijv. platen of membranen (wapeningselementen E01C 23/04);
Beschermen van bestrating waaraan wordt gewerkt of tijdens het uitharden, bijv.
gebruik van tenten (wegafsluitingen E01F 13/00)
E 01
C 23/04 . Inrichtingen
voor het aanbrengen van wapeningselementen of deuvelstaven; Verwijderbare
steunen voor wapeningselementen (niet-verwijderbare steunen daarvoor E01C
11/16; aangepaste randbekistingen voor het ondersteunen van wapening E01C
19/50); Inrichtingen, bijv. verwijderbare bekistingen, voor het maken van
voornamelijk horizontale sleuven in plaveisel, bijv. voor voorgespannen
wapening
E 01
C 23/05 . Inrichtingen
voor het monteren of verwijderen van bekistingen
E 01
C 23/06 . Inrichtingen
of voorzieningen voor het bewerken van het afgewerkte oppervlak (bewerken van
nieuw gelegde bestrating E01C 19/42 tot E01C 19/44 of E01C 23/02; punthamers
E21C 35/18); Inrichtingen voor het repareren van het oppervlak van beschadigde
bestrating [6]
E 01
C 23/07 . . Apparatuur waarbij meting van de
oppervlakte-opbouw van bestrating wordt gecombineerd met het aanbrengen van
materiaal in verhouding tot de gemeten onregelmatigheden (alleen meetmiddelen
E01C 23/01)
E 01
C 23/08 . . voor opruwen of modelleren; voor het
verwijderen van hoge plekken of materiaal dat aan het oppervlak vastzit, bijv.
markeringen (verwijderen van materiaal dat niet aan het oppervlak vastzit E01H
1/00; opruwen of losmaken van ijs E01H 5/12)
E 01
C 23/082 . . . gebruikmakend
van niet door energie aangedreven gereedschap [6]
E 01
C 23/085 . . . gebruikmakend
van door energie aangedreven gereedschap, bijv. trilgereedschap [6]
E 01
C 23/088 . . . . Roterend gereedschap, bijv. freestrommels
[6]
E 01
C 23/09 . . voor het vormen van sneden, groeven of inkepingen,
bijv. voor het maken van voegen of goten voor markeringen of voor het
uitsnijden van te verwijderen gedeelten; voor het reinigen, behandelen of
vullen van sneden, groeven, inkepingen of scheuren; voor het afwerken van
straatranden
E 01
C 23/10 . . voor het omhoog halen of nivelleren van een
verzakte bestrating; voor het vullen van holten onder bestrating; voor het
aanbrengen van materiaal in de onderlaag (verstevigen van grond in het algemeen
E02D 3/12)
E 01
C 23/12 . . voor het opnemen, wegscheuren of wegbreken
van bestrating (aangepast voor het zowel aanbrengen als verwijderen van
bestrating E01C 19/52)
E 01
C 23/14 . voor het
verwarmen of drogen van fundering, bestrating of materialen daarop, bijv. verf
(E01C 23/03 heeft voorrang; verwarmingsmiddelen of drooginrichtingen ingebed in
de bestrating E01C 11/26; oppervlaktestabilisatie door het ter plaatse smelten,
roosten of branden van de bodem E01C 21/02; voor het reinigen van straten E01H
1/08; smelten van sneeuw of ijs op bovenlagen E01H 5/10)
E 01
C 23/16 . Inrichtingen
voor het uitzetten, aanbrengen of vormen van verkeersmarkeringen of
soortgelijke maerkeringen op afgewerkte bestrating (E01C 23/14 heeft voorrang;
inbrengen of vormen in nog niet uitgeharde bestrating E01C 23/02, in inkepingen
die zijn gevormd in volledig uitgeharde bestrating E01C 23/09; uitzetten van
speelterreinen of sportvelden A63C 19/06; aanbrengen van vloeistoffen of andere
vloeibare materialen op oppervlakken in het algemeen B05; wegdekmarkeringen op
zich E01F 9/50); Beschermen van nieuwe markeringen [16]
E 01
C 23/18 . . voor het aanbrengen van geprefabriceerde
markeringen [6]
E 01
C 23/20 . . voor het ter plaatse vormen van markeringen
[6]
E 01
C 23/22 . . . door
sproeien [6]
E 01
C 23/24 . . . door
gieten [6]