SECTIE E          BOUWKUNDE

 

BOUW

 

E 02        WATERBOUWKUNDE; FUNDERINGEN; GRONDVERZET

 

E 02 F     BAGGEREN; GRONDVERZET (turfwinning E21C 49/00)

 

              Aantekening

 

              Onder deze subklasse valt:

              -         allereerst uitrusting voor het afgraven of losmaken van aarde of het verplaatsen van losse aarde;

              -         uitrusting voor het op soortgelijke wijze bewerken van andere materialen en soortgelijke uitrusting voor het laden of lossen van materialen.

 

E 02 F       1/00                    Algemene bewerkingsmethoden met baggermolens of grondverzetmachines (methoden voor het maken van aardbanen E02D 17/18; methoden voor de mijnbouw E21C)

 

E 02 F       3/00                    Baggermolens; Grondverzetmachines (voor een speciaal doel E 02 F 5/00; andere machines of apparatuur voor de mijnbouw E21C; graven van tunnels E21D)

E 02 F       3/02                    .    handbediend

E 02 F       3/04                    .    mechanisch aangedreven

E 02 F       3/06                    .    .    met schroefvormige graafelementen

E 02 F       3/08                    .    .    met graafelementen op een eindloze ketting (transporteurs B65G)

E 02 F       3/10                    .    .    .    met gereedschap dat het materiaal alleen losmaakt

E 02 F       3/12                    .    .    .    Componenten

E 02 F       3/14                    .    .    .    .    Emmers; Kettingen; Geleiders voor emmers of kettingen; Aandrijvingen voor kettingen

E 02 F       3/16                    .    .    .    .    Veiligheidsinrichtingen of regelinrichtingen (veiligheidsinrichtingen in het algemeen F16P; regelen in het algemeen G05)

E 02 F       3/18                    .    .    met graafwielen die om een as draaien

E 02 F       3/20                    .    .    .    met gereedschap dat het materiaal alleen losmaakt

E 02 F       3/22                    .    .    .    Componenten

E 02 F       3/24                    .    .    .    .    Graafwielen; Graafelementen van wielen; Aandrijvingen voor wielen

E 02 F       3/26                    .    .    .    .    Veiligheidsinrichtingen of regelinrichtingen (veiligheidsinrichtingen in het algemeen F16P; regelen in het algemeen G05)

E 02 F       3/28                    .    .    met graafgereedschap dat is gemonteerd op een lepelarm of een grijperarm, bijv. lepels of grijpers [4]

E 02 F       3/30                    .    .    .    met een lepelarm die draait om een overhangende ligger

E 02 F       3/32                    .    .    .    .    naar beneden en naar de machine toe werkend, bijv. met trekschoppen

E 02 F       3/34                    .    .    .    met grijperarmen die direct ronddraaien op de frames van trekkers of zelfrijdende machines [4]

E 02 F       3/342                  .    .    .    .    Grijpers die worden geleegd over de machine heen (E02F 3/348 tot E02F 3/358 hebben voorrang) [4]

E 02 F       3/345                  .    .    .    .    Grijpers die zijwaarts worden geleegd (E02F 3/348 tot E02F 3/358 hebben voorrang) [4]

E 02 F       3/348                  .    .    .    .    Grijpers die worden geleegd in een verzamelinrichting of transportinrichting [4]

E 02 F       3/352                  .    .    .    .    Grijpers beweegbaar zijn langs een vaste geleider [4]

E 02 F       3/355                  .    .    .    .    Grijpers die is bevestigd aan het achtereind van een trekker [4]

E 02 F       3/358                  .    .    .    .    Grijperarmen die ronddraaien op een kogeldraaikrans die deel uitmaakt van een trekkerframe [4]

E 02 F       3/36                    .    .    .    Componenten

E 02 F       3/38                    .    .    .    .    Overhangende liggers; Lepelarmen; Grijperarmen [4]

E 02 F       3/39                    .    .    .    .    .    met telescopische armen [4]

E 02 F       3/40                    .    .    .    .    Lepels; Grijpers [4]

E 02 F       3/407                  .    .    .    .    .    met een uitstootinrichting [4]

E 02 F       3/413                  .    .    .    .    .    met een grijperinrichting (grijperuitrusting voor kranen B66C) [4]

E 02 F       3/42                    .    .    .    .    Aandrijvingen voor lepels, grijpers, lepelarmen of grijperarmen [4]

E 02 F       3/43                    .    .    .    .    .    Regelen van de lepelpositie of grijperpositie; Regelen van de volgorde van aandrijfhandelingen [4]

E 02 F       3/46                    .    .    met heen en weer bewegende graafelementen of schraapelementen die worden bewogen door kabels of hijskabels [4]

E 02 F       3/47                    .    .    .    met grijpers (grijperuitrusting voor kranen B66C) [4]

E 02 F       3/48                    .    .    .    Draglines

E 02 F       3/50                    .    .    .    met grijpers of andere graafelementen die worden bewogen langs een vaste leibaan

E 02 F       3/52                    .    .    .    Kabelbaangraafmachines (kabelkranen B66C)

E 02 F       3/54                    .    .    .    Kabelschrapers

E 02 F       3/56                    .    .    .    .    met handgeregelde schraperelementen of andere graafelementen

E 02 F       3/58                    .    .    .    Componenten

E 02 F       3/60                    .    .    .    .    Grijpers, schrapers of andere graafelementen

E 02 F       3/627                  .    .    Inrichtingen voor het met een trekker of een soortgelijke zelfrijdende machine verbinden van balken of armen [4]

E 02 F       3/633                  .    .    .    Aandrijvingen daarvoor [4]

E 02 F       3/64                    .    .    Emmerwagens, d.w.z. met schraperkommen [4]

E 02 F       3/65                    .    .    .    Componenten, bijv. aandrijvingen of regelinrichtingen [4]

E 02 F       3/76                    .    .    Grondschaven, bulldozers en dergelijke met schraperplaten of elementen in de vorm van ploegscharen (grondbewerking A 01 B); Nivelleerinrichtingen [4]

E 02 F       3/78                    .    .    .    met roterende graafelementen

E 02 F       3/80                    .    .    .    Componenten

E 02 F       3/815                  .    .    .    .    Bladen; Nivelleergereedschap [4]

E 02 F       3/84                    .    .    .    .    Aandrijvingen of regelinrichtingen daarvoor

E 02 F       3/85                    .    .    .    .    .    Toepassing van hydraulische of pneumatische systemen

E 02 F       3/88                    .    .    met voorzieningen die werken door aanzuiging of persing, bijv. baggerzuigers (pompen in het algemeen F04)

E 02 F       3/90                    .    .    .    Componenten, bijv. aandrijvingen of regelinrichtingen

E 02 F       3/92                    .    .    .    .    Graafelementen, bijv. zuigkoppen

E 02 F       3/94                    .    .    .    .    Apparatuur voor het scheiden van stenen uit het gebaggerde materiaal

E 02 F       3/96                    .    .    met voorzieningen voor het afwisselend gebruiken van verschillende graafelementen 

E 02 F       5/00                    Baggermolens of grondverzetmachines voor een speciaal doel

E 02 F       5/02                    .    voor het graven van greppels of sloten (landbouwploegen voor het bewerken van aardruggen A01B 13/02)

E 02 F       5/04                    .    .    met schroefvormige graafelementen

E 02 F       5/06                    .    .    met graafelementen die zijn gemonteerd op een eindloze ketting

E 02 F       5/08                    .    .    met graafwielen die draaien om een as

E 02 F       5/10                    .    .    met voorzieningen voor het versterken van greppels of sloten; met voorzieningen voor het maken of aansluiten van leidingen, of voor het leggen van leidingen of kabels (leggen van pijpen op zich F16L 1/00, ter plaatse maken van pijpen F 16 L 1/038; leggen van elektrische kabels op zich H02G 1/06) [6]

E 02 F       5/12                    .    .    met uitrusting voor het weer vullen van greppels of sloten (E02F 5/10 heeft voorrang) [3]

E 02 F       5/14                    .    .    Componenten voor slotengravers, bijv. aanwijsinrichtingen

E 02 F       5/16                    .    Machines voor het graven van andere gaten in de grond (grondboorwerk E21)

E 02 F       5/18                    .    .    voor horizontale gaten

E 02 F       5/20                    .    .    voor verticale gaten

E 02 F       5/22                    .    voor het maken van aardbanen; voor het opnieuw vullen (in combinatie met slotengravers E02F 5/12)

E 02 F       5/24                    .    .    Afleggen van gebaggerd materiaal in papen

E 02 F       5/26                    .    .    Gecombineerde transportbruggen en baggermolens

E 02 F       5/28                    .    voor het reinigen van waterlopen of andere wateren

E 02 F       5/30                    .    Hulpapparatuur, bijv. voor het ontdooien, laten scheuren, wegspoelen of op een andere wijze voorbehandelen van de bodem

E 02 F       5/32                    .    .    Wroeters [4]

 

E 02 F       7/00                    Uitrusting voor het transporteren of scheiden van afgegraven materiaal (aangepaste lichters voor het wegvoeren van materiaal van baggerschepen B63B 35/28)

E 02 F       7/02                    .    Transportuitrusting gemonteerd op baggermolens (transporteurs in het algemeen B65G)

E 02 F       7/04                    .    Laadinrichtingen gemonteerd op baggermolens (laadinrichtingen in het algemeen B65G)

E 02 F       7/06                    .    Afvoergoten of zeefinstallaties gemonteerd op baggermolens (scheidingsuitrusting in het algemeen B03; afvoergoten in het algemeen B65G)

E 02 F       7/10                    .    Pijpleidingen voor het transporteren van afgegraven materialen (pijpen in het algemeen F16L; pijpleidingsystemen F17D)

 

E 02 F       9/00                    Componenten van baggermolens of grondverzetmachines, niet beperkt tot één van de soorten uit de groepen E02F 3/00 tot E02F 7/00 (afrolinrichtingen of oprolinrichtingen voor het voortslepen van elektrische kabels B66C) [3]

E 02 F       9/02                    .    Loopwerk (voor motorvoertuigen B60B, B60G; onderstellen voor locomotieven of spoorwegwagons B61F; voertuigen voor het leggen van spoor B62D; voor kranen B66C)

E 02 F       9/04                    .    .    Loopwerk voor het stap voor stap laten voortbewegen van de baggermolen

E 02 F       9/06                    .    Drijvende onderbouw als steun

E 02 F       9/08                    .    Bovenbouw; Steunen voor een bovenbouw

E 02 F       9/10                    .    .    Steunen voor een beweegbare bovenbouw, die zijn gemonteerd op loopwerk en dergelijke of op een andere bovenbouw

E 02 F       9/12                    .    .    .    Zwenkmiddelen of draaimiddelen (rollagers en kogellagers F16C)

E 02 F       9/14                    .    Bomen of gieken; Kabelophanging

E 02 F       9/16                    .    Cabines, platforms en dergelijke voor de machinist (voor kranen B66C 13/54)

E 02 F       9/18                    .    Contragewichten

E 02 F       9/20                    .    Aandrijvingen; Regelinrichtingen (drijfwerken in het algemeen F16H; regelen in het algemeen G05; elektrische aandrijvingen met meerdere motoren H02K of H02P)

E 02 F       9/22                    .    .    Hydraulische of pneumatische aandrijvingen

E 02 F       9/24                    .    Veiligheidsinrichtingen

E 02 F       9/26                    .    Aanwijsinrichtingen

E 02 F       9/28                    .    Klein metaalwerk voor graafelementen, bijv. tanden