SECTIE E                   BOUWKUNDE

 

BOUW

 

E 06        DEUREN, RAMEN, BLINDERINGEN OF ROLGORDIJNEN IN HET ALGEMEEN; LADDERS

 

E 06 C     LADDERS (E04F 11/00 heeft voorrang; trapkrukjes A47C 12/00; aanpassing van ladders voor gebruik op schepen B63B, voor gebruik op vliegtuigen B64; steigers E04G) [5,6]

 

E 06 C       1/00                    Ladders in het algemeen (gemonteerd op onderstellen of voertuigen E06C 5/00; permanent vastgemaakt aan vaste bouwwerken E06C 9/00)

E 06 C      1/02                    .    met een of meer stijve langsliggers

E 06 C      1/04                    .    .    Ladders die tegen objecten rusten, bijv. wanden, palen of bomen (steunen voor het bovenstuk van ladders E06C 7/48)

E 06 C      1/06                    .    .    .    ééndelig

E 06 C      1/08                    .    .    .    meerdelig

E 06 C      1/10                    .    .    .    .    Gedeelten die met de uiteinden aan elkaar vastzitten

E 06 C      1/12                    .    .    .    .    verlengbaar, bijv. telescopisch (schuifladders)

E 06 C      1/14                    .    .    Ladders die zelf kunnen staan

E 06 C      1/16                    .    .    .    met schoren die op de grond rusten (met schoren die stijf met de ladder zijn verbonden E06C 1/24; met platforms E06C 1/39)

E 06 C      1/18                    .    .    .    .    met steunschoren die zijn gevormd als ladders

E 06 C      1/20                    .    .    .    .    met steunschoren die zijn gevormd als palen

E 06 C      1/22                    .    .    .    .    .    met verlengbare, bijv. telescopische, ladderdelen of ladderschoren

E 06 C      1/24                    .    .    .    Vrijstaande ladders

E 06 C      1/26                    .    .    .    .    ééndelig

E 06 C      1/28                    .    .    .    .    meerdelig (met beweegbare steunschoren die zijn gevormd als ladders E06C 1/18)

E 06 C      1/30                    .    .    .    .    .    verlengbaar, bijv. telescopisch (schuifladders)

E 06 C      1/32                    .    .    Ladders met een schoor die is gevormd als een ladder, en die kan worden vastgezet in het verlengde van de ladder

E 06 C      1/34                    .    .    Ladders die kunnen worden vastgemaakt aan bouwwerken zoals ramen, bovenlijsten, palen en dergelijke (ladders die permanent zijn bevestigd aan gebouwen E06C 9/00)

E 06 C      1/36                    .    .    .    Ladders die kunnen worden opgehangen met haken en dergelijke

E 06 C      1/38                    .    .    Speciale constructies van ladders, bijv. ladders met meer of minder dan twee langsliggers, ladders met beweegbare sporten of andere treden of in lengterichting opvouwbare ladders

E 06 C      1/383                  .    .    .    Vouwbare ladders waarin de langsliggers bij het vouwen naar elkaar toe worden bewogen

E 06 C      1/387                  .    .    .    met opklaptreden

E 06 C      1/39                    .    .    .    Ladders met platforms; Ladders die in platforms kunnen worden veran­derd (platforms voor gebruik op ladders E06C 7/16)

E 06 C      1/393                  .    .    .    .    Ladders met platforms die met de ladder kunnen worden opgevouwen

E 06 C      1/397                  .    .    .    gekenmerkt door de aanwezigheid van wielen, rollen of glijders

E 06 C      1/52                    .    met niet-stijve langsliggers

E 06 C      1/54                    .    .    in de vorm van een Neurenberger-schaar

E 06 C      1/56                    .    .    Touwladders of kettingladders

E 06 C      1/58                    .    met zowel stijve als niet-stijve langsliggers

 

E 06 C       5/00                    Ladders die worden gekenmerkt door hun bevestiging op onderstellen of voertuigen; Vastzetten van ladders op voertuigen (ladders met wielen, rollen of glijders E06C 1/397)

E 06 C      5/02                    .    met stijve langsliggers

E 06 C      5/04                    .    .    waarbij de ladder kan worden verhoogd of verlengd

E 06 C      5/06                    .    .    .    door een zuiger en cilinder of daarmee overeenkomende middelen, die worden bediend door een drukmedium

E 06 C      5/08                    .    .    .    .    direct afkomstig uit een drukreservoir

E 06 C      5/10                    .    .    .    .    .    op druk gebracht door een pomp of compressor die wordt aangedreven door de motor van het voertuig of door een andere motor op het voertuig

E 06 C      5/12                    .    .    .    .    direct afkomstig uit een pomp of compressor

E 06 C      5/14                    .    .    .    .    .    aangedreven door de motor van het voertuig of door een andere motor op het voertuig

E 06 C      5/16                    .    .    .    alleen gebruikmakend van mechanische overbrenging, met of zonder fluïdumkoppelingen of fluïdum-aandrijfkoppelingen, of andere niet-mechanische koppelingen of aandrijfkoppelingen

E 06 C      5/18                    .    .    .    .    gebruikmakend van de energie van de voertuigmotor of van een andere motor

E 06 C      5/20                    .    .    .    .    gebruikmakend van handkracht (handbediende verlengmiddelen die worden gedragen door de ladder E06C 7/04)

E 06 C      5/22                    .    .    .    door, of met behulp van, veren (E06C 5/06 en E06C 5/16 hebben voorrang)

E 06 C      5/24                    .    .    Demonteren van ladders van voertuigen

E 06 C      5/26                    .    met niet-stijve langsliggers

E 06 C      5/28                    .    .    in de vorm van een Neurenberger-schaar

E 06 C      5/30                    .    .    gevormd van schakels die zichzelf tegen elkaar wapenen

E 06 C      5/32                    .    Accessoires

E 06 C      5/34                    .    .    Aanduidinrichtingen

E 06 C      5/36                    .    .    Veiligheidsinrichtingen tegen het slippen of vallen van ladders; Veiligheidsinrichtingen tegen overbelasting van ladders

E 06 C      5/38                    .    .    Inrichtingen voor het blokkeren van de vering van het voertuig; Inrichtingen voor het direct vanaf de grond ondersteunen van het onderstel

E 06 C      5/40                    .    .    Inrichtingen voor het zijwaarts laten kantelen van ladders

E 06 C      5/42                    .    .    Inrichtingen voor het veranderen van de hellingshoek; Blokkeerinrichtingen daarvoor

E 06 C      5/44                    .    .    Andere accessoires op ladders, bijv. akoestische signaleringsinrichtingen of demonteerbare schakelborden 

E 06 C       7/00                    Componenten, steundelen of accessoires

E 06 C     7/02                    .    Verlengmiddelen (voor ladders die zijn gemonteerd op onderstellen of voertuigen E06C 5/00)

E 06 C      7/04                    .    .    Handbediende verlengmiddelen die worden gedragen door de ladder

E 06 C      7/06                    .    Vastzetinrichtingen of vastzethaken voor delen van verlengbare ladders

E 06 C      7/08                    .    Speciale constructie van langsliggers of van sporten of andere treden

E 06 C      7/10                    .    Wapeningen voor ladders

E 06 C      7/12                    .    Liften of andere hijsinrichtingen op ladders

E 06 C      7/14                    .    Houders voor emmers of voor andere uitrusting op of voor ladders

E 06 C      7/16                    .    Platforms op, of voor gebruik op, ladders, bijv. platforms die kunnen worden opgehesen of die men kan laten zakken (aspecten met betrekking tot het hijsen B66F)

E 06 C      7/18                    .    Inrichtingen voor het voorkomen van het vallen van personen (reddingsgordels A62B 1/16)

E 06 C      7/42                    .    Ladderpoten; Steunen daarvoor (voor steigerelementen E04G 5/02) [8]

E 06 C      7/44                    .    .    Middelen voor het monteren van ladders op een oneffen ondergrond

E 06 C      7/46                    .    .    Antislipuitrusting

E 06 C      7/48                    .    Bovenstukken van ladders; Steunen voor bovenstukken van ladders voor het rusten tegen objecten

E 06 C      7/50                    .    Verbindingen of andere verbindingsdelen

 

E 06 C       9/00                    Ladders die worden gekenmerkt door hun permanente bevestiging aan vaste bouwwerken, bijv. brandtrappen (beweegbare trappenhuizen E04F 11/04)

E 06 C      9/02                    .    stijf gemonteerd

E 06 C      9/04                    .    .    in de vorm van klimijzers en dergelijke

E 06 C      9/06                    .    beweegbaar gemonteerd

E 06 C      9/08                    .    .    met stijve langsliggers

E 06 C      9/10                    .    .    .    deel uitmakend van een gebouw, zoals een balkontraliewerk, een venstertralie of een ander raamdeel

E 06 C      9/12                    .    .    .    zijwaarts verplaatsbaar

E 06 C      9/14                    .    .    met niet-stijve langsliggers, bijv. touwladders of kettingladders of ladders in de vorm van een Neurenberger-schaar