SECTIE E BOUWKUNDE
E 06 DEUREN, RAMEN, BLINDERINGEN OF ROLGORDIJNEN IN HET ALGEMEEN; LADDERS
E
E 06 C 1/00 Ladders in het algemeen (gemonteerd op onderstellen of voertuigen E06C 5/00; permanent vastgemaakt aan vaste bouwwerken E06C 9/00)
E 06 C 1/02 . met een of meer stijve langsliggers
E 06 C 1/04 . . Ladders die tegen objecten rusten, bijv. wanden, palen of bomen (steunen voor het bovenstuk van ladders E06C 7/48)
E 06 C 1/06 . . . ééndelig
E 06 C 1/08 . . . meerdelig
E 06 C 1/10 . . . . Gedeelten die met de uiteinden aan elkaar vastzitten
E 06 C 1/12 . . . . verlengbaar, bijv. telescopisch (schuifladders)
E 06 C 1/14 . . Ladders die zelf kunnen staan
E 06 C 1/16 . . . met schoren die op de grond rusten (met schoren die stijf met de ladder zijn verbonden E06C 1/24; met platforms E06C 1/39)
E 06 C 1/18 . . . . met steunschoren die zijn gevormd als ladders
E 06 C 1/20 . . . . met steunschoren die zijn gevormd als palen
E 06 C 1/22 . . . . . met verlengbare, bijv. telescopische, ladderdelen of ladderschoren
E 06 C 1/24 . . . Vrijstaande ladders
E 06 C 1/26 . . . . ééndelig
E 06 C 1/28 . . . . meerdelig (met beweegbare steunschoren die zijn gevormd als ladders E06C 1/18)
E 06 C 1/30 . . . . . verlengbaar, bijv. telescopisch (schuifladders)
E 06 C 1/32 . . Ladders met een schoor die is gevormd als een ladder, en die kan worden vastgezet in het verlengde van de ladder
E 06 C 1/34 . . Ladders die kunnen worden vastgemaakt aan bouwwerken zoals ramen, bovenlijsten, palen en dergelijke (ladders die permanent zijn bevestigd aan gebouwen E06C 9/00)
E 06 C 1/36 . . . Ladders die kunnen worden opgehangen met haken en dergelijke
E 06 C 1/38 . . Speciale constructies van ladders, bijv. ladders met meer of minder dan twee langsliggers, ladders met beweegbare sporten of andere treden of in lengterichting opvouwbare ladders
E 06 C 1/383 . . . Vouwbare ladders waarin de langsliggers bij het vouwen naar elkaar toe worden bewogen
E 06 C 1/387 . . . met opklaptreden
E 06 C 1/39 . . . Ladders met platforms; Ladders die in platforms kunnen worden veranderd (platforms voor gebruik op ladders E06C 7/16)
E 06 C 1/393 . . . . Ladders met platforms die met de ladder kunnen worden opgevouwen
E 06 C 1/397 . . . gekenmerkt door de aanwezigheid van wielen, rollen of glijders
E 06 C 1/52 . met niet-stijve langsliggers
E 06 C 1/54 . . in de vorm van een Neurenberger-schaar
E
06 C
1/56 . . Touwladders
of kettingladders
E 06 C 1/58 . met zowel stijve als niet-stijve langsliggers
E 06 C 5/00 Ladders die worden gekenmerkt door hun bevestiging op onderstellen of voertuigen; Vastzetten van ladders op voertuigen (ladders met wielen, rollen of glijders E06C 1/397)
E 06 C 5/02 . met stijve langsliggers
E 06 C 5/04 . . waarbij de ladder kan worden verhoogd of verlengd
E 06 C 5/06 . . . door een zuiger en cilinder of daarmee overeenkomende middelen, die worden bediend door een drukmedium
E 06 C 5/08 . . . . direct afkomstig uit een drukreservoir
E 06 C 5/10 . . . . . op druk gebracht door een pomp of compressor die wordt aangedreven door de motor van het voertuig of door een andere motor op het voertuig
E 06 C 5/12 . . . . direct afkomstig uit een pomp of compressor
E 06 C 5/14 . . . . . aangedreven door de motor van het voertuig of door een andere motor op het voertuig
E 06 C 5/16 . . . alleen gebruikmakend van mechanische overbrenging, met of zonder fluïdumkoppelingen of fluïdum-aandrijfkoppelingen, of andere niet-mechanische koppelingen of aandrijfkoppelingen
E 06 C 5/18 . . . . gebruikmakend van de energie van de voertuigmotor of van een andere motor
E 06 C 5/20 . . . . gebruikmakend van handkracht (handbediende verlengmiddelen die worden gedragen door de ladder E06C 7/04)
E 06 C 5/22 . . . door, of met behulp van, veren (E06C 5/06 en E06C 5/16 hebben voorrang)
E 06 C 5/24 . . Demonteren van ladders van voertuigen
E 06 C 5/26 . met niet-stijve langsliggers
E 06 C 5/28 . . in de vorm van een Neurenberger-schaar
E 06 C 5/30 . . gevormd van schakels die zichzelf tegen elkaar wapenen
E 06 C 5/32 . Accessoires
E 06 C 5/34 . . Aanduidinrichtingen
E 06 C 5/36 . . Veiligheidsinrichtingen tegen het slippen of vallen van ladders; Veiligheidsinrichtingen tegen overbelasting van ladders
E 06 C 5/38 . . Inrichtingen voor het blokkeren van de vering van het voertuig; Inrichtingen voor het direct vanaf de grond ondersteunen van het onderstel
E 06 C 5/40 . . Inrichtingen voor het zijwaarts laten kantelen van ladders
E 06 C 5/42 . . Inrichtingen voor het veranderen van de hellingshoek; Blokkeerinrichtingen daarvoor
E 06 C 5/44 . . Andere accessoires op ladders, bijv. akoestische signaleringsinrichtingen of demonteerbare schakelborden
E 06 C 7/02 . Verlengmiddelen (voor ladders die zijn gemonteerd op onderstellen of voertuigen E06C 5/00)
E 06 C 7/04 . . Handbediende verlengmiddelen die worden gedragen door de ladder
E 06 C 7/06 . Vastzetinrichtingen of vastzethaken voor delen van verlengbare ladders
E 06 C 7/08 . Speciale constructie van langsliggers of van sporten of andere treden
E 06 C 7/10 . Wapeningen voor ladders
E 06 C 7/12 . Liften of andere hijsinrichtingen op ladders
E 06 C 7/14 . Houders voor emmers of voor andere uitrusting op of voor ladders
E 06 C 7/16 . Platforms op, of voor gebruik op, ladders, bijv. platforms die kunnen worden opgehesen of die men kan laten zakken (aspecten met betrekking tot het hijsen B66F)
E 06 C 7/18 . Inrichtingen voor het voorkomen van het
vallen van personen (reddingsgordels A62B 1/16)
E 06 C 7/42 . Ladderpoten; Steunen daarvoor (voor steigerelementen E04G 5/02) [8]
E 06 C 7/44 . . Middelen voor het
monteren van ladders op een oneffen ondergrond
E 06 C 7/46 . . Antislipuitrusting
E 06 C 7/48 . Bovenstukken van ladders; Steunen voor bovenstukken van ladders voor het rusten tegen objecten
E 06 C 7/50 . Verbindingen of andere verbindingsdelen
E 06 C 9/00 Ladders die worden gekenmerkt door hun permanente bevestiging aan vaste bouwwerken, bijv. brandtrappen (beweegbare trappenhuizen E04F 11/04)
E 06 C 9/02 . stijf gemonteerd
E 06 C 9/04 . . in de vorm van klimijzers en dergelijke
E 06 C 9/06 . beweegbaar gemonteerd
E 06 C 9/08 . . met stijve langsliggers
E 06 C 9/10 . . . deel uitmakend van een gebouw, zoals een balkontraliewerk, een venstertralie of een ander raamdeel
E 06 C 9/12 . . . zijwaarts verplaatsbaar
E 06 C 9/14 . . met niet-stijve langsliggers, bijv. touwladders of kettingladders of ladders in de vorm van een Neurenberger-schaar