SECTIE E BOUWKUNDE
GRONDBOORWERK OF STEENBOORWERK; MIJNBOUW
E
E 21 F 1/00 Ventileren van mijnen of tunnels; Verdelen van ventilatiestromen (ventileren van kamers of ruimten in het algemeen F24F) [2]
E 21 F 1/02 . Testmodellen (analoge computers daarvoor G06G 7/50)
E 21 F
1/04 . Luchtkokers (ophanginrichtingen E21F 17/02)
E 21 F 1/06 . . Kokerverbindingen (buisverbindingen in het algemeen F16L)
E 21 F 1/08 . Ventilatievoorzieningen in verband met luchtkokers, bijv. voorzieningen voor het monteren van ventilatoren (ventilatoren op zich F04D)
E 21 F 1/10 . Luchtdeuren (deuren in het algemeen E06B)
E 21 F 1/12 . . Inrichtingen voor het automatisch openen van luchtdeuren
E 21 F 1/14 . Luchtschotten; Luchtsluizen (dammen E21F 17/103; luchtsluizen voor funderingen E02D) [6]
E 21 F 1/16 . Schachtafdekkingen
E 21 F 1/18 . Ventileren door zwaartekrachtstroming (E21F 1/02 tot E21F 1/16 hebben voorrang) [2]
E 21 F 3/00 Koelen of drogen van lucht (klimaatkamers of klimaatruimten in het algemeen F24F)
Veiligheidsinrichtingen; Reddingsinrichtingen [9]
E 21 F 5/00 Middelen of methoden voor het voorkomen, binden, neerslaan of verwijderen van stof; Voorkomen van explosies of branden (dammen E21F 17/103; aanbrengen van vloeistoffen of andere vloeibare materialen op oppervlakken in het algemeen B05; rookgasindicatoren G01N) [6,9]
E 21 F 5/02 . door bevochtigen of besproeien
E 21 F 5/04 . . Sproeiafsluitingen (sproeiers, sproeien in het algemeen B05B, B05D; punthamers met een opstelling van fluïdum-versproeiende sproeiers E21C 35/187)
E 21 F 5/06 . . Fluïda die worden gebruikt voor besproeiing
E 21 F 5/08 . Tot stof maken van gesteente; Afleggen van andere beschermende substanties
E 21 F 5/10 . . Inrichtingen voor het tot stof maken van gesteente
E 21 F 5/12 . . Samenstelling van steenstof
E 21 F 5/14 . Fluïda-afsluitingen of inrichtingen voor het tot stof maken van gesteente, die gaan werken bij, of tegelijkertijd met, inslagen of explosies
E 21 F 5/16 . Lagen van hygroscopische of andere zouten die zijn afgezet op vloeren, wanden en dergelijke voor het binden van stof; Afzetten van dergelijke lagen (stofabsorberende materialen in het algemeen C09K 3/22)
E 21 F 5/18 . Impregneren van wanden en dergelijke met vloeistoffen voor het binden van stof
E 21 F 5/20 . Afvoeren of afzetten van stof (methoden of apparatuur voor het spoelen van boorgaten E21B 21/00; tijdens het splijten E21C 35/22) [7]
E 21 F 7/00 Methoden of inrichtingen voor het afvoeren van gassen met of zonder aansluitend gebruik van het gas voor een bepaald doel
E 21 F 9/00 Inrichtingen voor het voorkomen van het vonken van machines of apparatuur (voorkomen van het vonken van elektrische machines of apparatuur H01K of H02K)
E 21 F
11/00 Reddingsinrichtingen
of andere veiligheidsinrichtingen, bijv. veiligheidskamers of ontsnappingswegen (ademhalingshulpmiddelen voor
genezing A61H 31/00; beademingsapparatuur A62B 7/00; ademhalingsapparatuur voor
onbedoeld begraven personen A62B 33/00) [15]
E 21 F 13/00 Speciaal aan ondergrondse condities aangepast transport (mijnwagens B61D; transport in het algemeen, laden B65G)
E 21 F 13/02 . in mijngangen
E 21 F 13/04 . in natuurlijke hellingen; in blinde of hellende schachten
E 21 F 13/06 . bij of naast het werkvlak
E 21 F 13/08 . Verschuiven van transporteurs of andere transportinrichtingen van de ene locatie bij het werkvlak naar een andere (geleiden van mijnmachines langs transporteurs voor het gesneden mineraal E21C 35/12; in combinatie met mijndaksteunen voor een stapsgewijze verplaatsing E21D 23/00)
E 21 F 13/10 . Verankeringen voor transporteurs [2]
E 21 F 15/00 Methoden of inrichtingen voor het aanbrengen van opvulmaterialen in ondergrondse werken (dammen E21F 17/103) [6]
E 21 F 15/02 . Steunmiddelen, bijv. bekisting, voor opvulmaterialen
E 21 F 15/04 . . Bevestigingsmatten; Vuldraadgaas; Scheidingswanden
E 21 F 15/06 . Mechanisch opvullen
E 21 F 15/08 . Hydraulisch of pneumatisch opvullen (hydraulische of pneumatische transportinrichtingen B65G; pijpen, pijpkoppelingen F16L)
E 21 F 15/10 . . Hydraulische
of pneumatische opvulmachines
E 21 F 16/00 Afwateren (drooghouden van funderingsbouwterreinen of andere gebieden in de grond E02D 19/00) [2]
E 21 F 16/02 . van tunnels [2]
E 21 F 17/00 Niet elders ondergebrachte methoden of inrichtingen voor gebruik in mijnen of tunnels (mijnverlichting F21 of H05B) [2]
E 21 F 17/02 . Ophanginrichtingen voor buizen en dergelijke, bijv. voor ventilatiekokers (ondersteunen van pijpen, kabels of beschermend buiswerk in het algemeen F16L 3/00 tot F16L 7/00)
E 21 F 17/04 . Distributiemiddelen voor energietoevoer [2]
E 21 F 17/06 . . Distribueren van elektrische energie; Kabelnetwerken; Leidingen voor kabels (circuitvoorzieningen voor het toevoeren of distribueren van elektrische energie in het algemeen H02J)
E 21 F 17/08 . . Distribueren van hydraulische energie; Pijpnetwerken voor hydraulische vloeistof (pijpleidingsystemen in het algemeen F17D)
E 21 F 17/10 . . Distribueren van pneumatische energie; Pijpnetwerken voor gecomprimeerde lucht (pijpleidingsystemen in het algemeen F17D)
E 21 F 17/103 . Dammen, bijv. voor ventilatie [6]
E 21 F 17/107 . . opblaasbaar [6]
E 21 F 17/12 . . Damdeuren
E 21 F 17/16 . Modificeren van mijndoorgangen of mijnkamers voor opslag, speciaal van vloeistoffen of gassen (opslaan van fluïda in natuurlijke of kunstmatige holten of kamers in de aarde B65G 5/00)
E 21 F 17/18 . Speciale aanpassingen van signaleringsinrichtingen of alarminrichtingen (voor liften, roltrappen of personentransportbanden B66B; gasgevoelige inrichtingen op zich G01N)