SECTIE F         WERKTUIGBOUWKUNDE; VERLICHTING; VERWARMING; WAPENS; EXPLOSIEVEN

 

VERLICHTING; VERWARMING

 

F 21        VERLICHTING [11]

 

`             Aantekeningen

 

              De aandacht wordt gevestigd op Aantekening III volgend op de inhoud van Sectie H, en in het bijzonder dat subklasse H05B elektrische aspecten dekt van dezelfde technische onderwerpen die vallen onder klasse F21. [9]

 

F 21 V     FUNCTIONELE KENMERKEN OF DETAILS VAN VERLICHTINGSINRICHTINGEN OF SYSTEMEN DAARVAN; NIET ELDERS ONDERGEBRACHTE STRUCTURELE COMBINATIES VAN VERLICHTINGSINRICHTINGEN MET ANDERE ARTIKELEN [7]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder de groepen F21V 1/00 tot F21V 14/00 vallen aspecten met betrekking tot lichtuitstraling or lichtspreiding. Onder de groepen F21V 15/00 tot F21V 31/00 vallen aspecten die niet betrokken zijn bij lichtuitstraling of lichtspreiding. [9,15]

              (2)      Details van niet-elektrische verlichtingsinrichtingen of verlichtingssystemen worden alleen geklasseerd in de groepen F21V 35/00 tot F21V 37/00, als een specifieke aanpassing met betrekking tot het gebruik van een niet-elektrische lichtbron van belang is. [9]

              (3)      In deze subklasse is het gewenst de indexcodes van de subklassen F21W en F21Y toe te voegen. [7]

 

F 21 V       1/00                    Lampenkappen voor lichtbronnen [9]

F 21 V       1/02                    .    Frames

F 21 V       1/04                    .    .    stijf (F21V 1/08 heeft voorrang)

F 21 V       1/06                    .    .    vouwbaar of samenklapbaar

F 21 V       1/08                    .    .    verstelbaar

F 21 V       1/10                    .    Roterende lampenkappen

F 21 V       1/12                    .    Composietlampenkappen

F 21 V       1/14                    .    Afdekkingen voor frames; Lampenkappen zonder frame

F 21 V       1/16                    .    .    gekenmerkt door het materiaal

F 21 V       1/17                    .    .    .    waarbij het materiaal fotoluminescente substanties bevat [18]

F 21 V       1/18                    .    .    .    waarbij het materiaal papier is

F 21 V       1/20                    .    .    .    waarbij het materiaal glas is

F 21 V       1/22                    .    .    .    waarbij het materiaal kunststof is

F 21 V       1/24                    .    .    .    waarbij het materiaal metaal is

F 21 V       1/26                    .    Maken van lampenkappen

 

F 21 V       3/00                    Ballonnen; Schalen; Dekglazen (met refractie-eigenschappen F21V 5/00; met reflectie-eigenschappen F21V 7/00; gekenmerkt door koelvoorzieningen F21V 29/506) [15]

F 21 V       3/02                    .    gekenmerkt door de vorm

F 21 V       3/04                    .    gekenmerkt door materialen, oppervlaktebehandelingen of coatings [18]

F 21 V       3/06                    .    .    gekenmerkt door het materiaal [18]

F 21 V       3/08                    .    .    .    waarbij het materiaal fotoluminescente substanties bevat [18]

F 21 V       3/10                    .    .    gekenmerkt door coatings [18]

F 21 V       3/12                    .    .    .    waarbij de coatings fotoluminescente substanties bevatten [18]

 

F 21 V       5/00                    Refractors voor lichtbronnen (gekenmerkt door koelvoorzieningen F21V 29/504) [9,15]

F 21 V       5/02                    .    in de vorm van een prisma (F21V 5/04 heeft voorrang)

F 21 V       5/04                    .    in de vorm van een lens

F 21 V       5/06                    .    Hanglichtkronen voor kroonluchters

F 21 V       5/08                    .    voor het produceren van een asymmetrisch lichtspreiding [7]

F 21 V       5/10                    .    met fotoluminescent materiaal [18]

 

F 21 V       7/00                    Reflectoren voor lichtbronnen (gekenmerkt door koelvoorzieningen F21V 29/505) [9,15]

F 21 V       7/04                    .    Optisch ontwerp [7,16]

F 21 V       7/05                    .    .    vlak [7]

F 21 V       7/06                    .    .    met een parabolische kromming [7]

F 21 V       7/07                    .    .    met een hyperbolische kromming [7]

F 21 V       7/08                    .    .    met een elliptische kromming [7]

F 21 V       7/09                    .    .    met een combinatie van verschillende krommingen [7]

F 21 V       7/10                    .    .    Constructie [7,16]

F 21 V       7/16                    .    .    met een voorziening voor het verstellen van de kromming [7]

F 21 V       7/18                    .    .    met een voorziening voor het vouwen of samenklappen [7]

F 21 V       7/22                    .    gekenmerkt door materialen, oppervlaktebehandelingen of coatings, bijv. dichroïsche reflectoren [18]

F 21 V       7/24                    .    .    gekenmerkt door het materiaal [18]

F 21 V       7/26                    .    .    .    waarbij het materiaal fotoluminescente substanties bevat [18]

F 21 V       7/28                    .    .    gekenmerkt door coatings [18]

F 21 V       7/30                    .    .    .    waarbij de coatings fotoluminescente substanties bevatten [18]

 

F 21 V       8/00                    Gebruik van lichtgeleiders, bijv. optische vezelinrichtingen, in verlichtingsinrichtingen of verlichtingssystemen [4,16]

 

F 21 V       9/00                    Elementen voor het modificeren van de spectrale eigenschappen, polarisatie of intensiteit van het uitgestraalde licht, bijv.  filters (gekleurde lampenkappen F21V 1/00; elementen die worden gekenmerkt door koelvoorzieningen F21V 29/502) [8,15,18]

F 21 V       9/02                    .    voor het nabootsen van daglicht (F21V 9/04 en F21V 9/06 hebben voorrang) [18]

F 21 V       9/04                    .    voor het uitfilteren van infraroodstraling (dichroïsche reflectoren F21V 7/22; gebruikmakend van met vloeistof gevulde kamers F21V 9/12) [18]

F 21 V       9/06                    .    voor het uitfilteren van ultravioletstraling [18]

F 21 V       9/08                    .    voor het produceren van gekleurd licht, bijv. monochromatisch; voor het verminderen van de intensiteit van licht (met een voorziening voor het regelen van de kleur F21V 9/40) [18]

F 21 V       9/10                    (verplaatst naar F21V 9/40) [18]

F 21 V       9/12                    .    .    met vloeistof-gevulde kamers

F 21 V       9/14                    .    voor het produceren van gepolariseerd licht

F 21 V       9/16                    (verplaatst naar F21V 1/17, F21V 3/08, F21V 3/12, F21V 5/10, F21V 7/26, F21V 7/30, F21V 9/02, F21V 9/06 tot F21V 9/08, F21V 9/30 tot F21V 9/38, of F21V 9/45) [18]

F 21 V     9/20                     .    Dichroïsche filters, d.w.z. inrichtingen die werken volgens het principe van golfinterferentie, voor het doorlaten van specifieke golflengtebereiken  en het blokkeren van andere[18]

F 21 V     9/30                     .    Elementen die fotoluminescent materiaal bevatten, los van of op afstand van de lichtbron (lampenkappen F21V 1/17; ballonnen, schalen of dekglazen F21V 3/08 en F21V 3/12; refractors F21V 5/10; reflectoren F21V 7/26 of F21V 7/30; elementen met een voorziening voor het regelen van spectrale eigenschappen of intensiteit F21V 9/40) [18]

F 21 V     9/32                     .    .    gekenmerkt door de opstelling van het fotoluminescente materiaal [18]

F 21 V     9/35                     .    .    .    bij focuspunten, bijv. van refractors, lenzen, reflectoren of arrays van lichtbronnen [18]

F 21 V     9/38                     .    .    Combinatie van twee of meer fotoluminescente elementen van verschillend materiaal [18]

F 21 V     9/40                     .    met een voorziening voor het regelen van spectrale eigenschappen, bijv. de kleur, of intensiteit [18]

F 21 V     9/45                     .    .    door verstellen van fotoluminescente elementen [18]

 

F 21 V      11/00                   Schermen die niet vallen onder de groepen F21V 1/00, F21V 3/00, F21V 7/00 of F21V 9/00 (gekenmerkt door koelvoorzieningen F21V 29/502) [9,15]

F 21 V      11/02                   .    gebruikmakend van parallelle lamellen of stroken, bijv. in de vorm van jalouzieën (F21V 11/06 heeft voorrang)

F 21 V      11/04                   .    .    verstelbaar

F 21 V      11/06                   .    gebruikmakend van gekruiste lamellen of stroken; gebruikmakend van roosters of honingraten

F 21 V      11/08                   .    gebruikmakend van diafragma’s met één of meer openingen

F 21 V      11/10                   .    .    in de vorm van een iris

F 21 V      11/12                   .    .    in de vorm van een sleuf

F 21 V      11/14                   .    .    met veel kleine openingen

F 21 V      11/16                   .    gebruikmakend van vellen zonder openingen, bijv. vast [16]

F 21 V      11/18                   .    .    beweegbaar, bijv. flappen of schuiven

 

F 21 V      13/00                   Produceren van bijzondere karakteristieken of spreiding van het uitgestraalde licht door middel van een combinatie van elementen die worden beschreven in twee of meer van de hoofdgroepen F21V 1/00 tot F21V 11/00 (regelen van de spreiding van het uitgestraalde licht door verstelling van elementen F21V 14/00) [7,10,18]

F 21 V      13/02                   .    Combinaties van slechts twee soorten elementen

F 21 V      13/04                   .    .    waarbij de elementen bestaan uit reflectoren en refractoren

F 21 V      13/06                   .    .    .    waarbij een reflector kan roteren

F 21 V      13/08                   .    .    waarbij de elementen bestaan uit filters of fotoluminescente elementen, en reflectoren [18]

F 21 V      13/10                   .    .    waarbij de elementen bestaan uit filters of fotoluminescente elementen, reflectoren en refractors [18]

F 21 V      13/12                   .    Combinaties van slechts drie soorten elementen

F 21 V      13/14                   .    .    waarbij de elementen reflectoren, refractoren en filters zijn

 

F 21 V     14/00                    Regelen van de spreiding van het uitgestraalde licht door verstelling van elementen (reflectoren met een voorziening voor het verstellen van de kromming F21V 7/16; lichtfilters e.d. met een voorziening voor het regelen van kleur of intensiteit F21V 9/40; schermen gebruikmakend van verstelbare parallelle lamellen of stroken F21V 11/04; schermen gebruikmakend van irisvormige diafragma’s F21V 11/10; schermen gebruikmakend van beweegbare vellen zonder openingen F21V 11/18; verstelbare bevestigingen voor verlichtingsinrichtingen F21V 21/14) [7,16,18]

F 21 V      14/02                   .    door het bewegen van lichtbronnen [7]

F 21 V      14/04                   .    door het bewegen van reflectoren [7]

F 21 V      14/06                   .    door het bewegen van refractoren [7]

F 21 V      14/08                   .    door het bewegen van schermen [7]

 

F 21 V      15/00                   Beschermen van verlichtingsinrichtingen tegen schade (bescherming tegen thermische schade F21V 29/00; gasdichte of waterdichte voorzieningen F21V 31/00) [15]

F 21 V      15/01                   .    Behuizingen, bijv. materiaal voor of montage van behuizingsdelen (F21V 15/02 heeft voorrang) [7]

F 21 V      15/015                  .    .    Inrichtingen voor het afdekken van verbindingen tussen aanliggende verlichtingsinrichtingen; Eindafdekkingen [7]

F 21 V      15/02                   .    Kooien

F 21 V      15/04                   .    Verende ophanging, bijv. schokdempers [10]

 

F 21 V      17/00                   Bevestigen van componenten van verlichtingsinrichtingen, bijv. lampenkappen, ballonnen, refractoren, reflectoren, filters, schermen of beschermkooien (van lichtbronnen of lamphouders F21V 19/00) [7,16]

F 21 V      17/02                   .    met een voorziening voor verstelling (F21V 17/04 en F21V 17/06 hebben voorrang; veranderen van de karakteristieken of de spreiding van het uitgestraalde licht door verstelling van delen F21V 14/00) [7]

F 21 V      17/04                   .    op of bij de lichtbron

F 21 V      17/06                   .    op of bij de lamphouder

F 21 V      17/08                   .    op de steunvoorzieningen of ophangvoorzieningen van de verlichtingsinrichting, bijv. stroomdraden of standaards [7]

F 21 V      17/10                   .    gekenmerkt door specifieke bevestigingsmiddelen of de wijze van bevestiging (F21V 17/04 tot F21V 17/08 hebben voorrang) [7,16]

F 21 V      17/12                   .    .    door schroeven [7]

F 21 V      17/14                   .    .    Bajonetbevestiging [7]

F 21 V      17/16                   .    .    door het vervormen van delen van de verlichtingsinrichting; Klikbevestiging [7]

F 21 V      17/18                   .    .    Grendelbevestiging, bijv. met rotatiewerking [7]

F 21 V      17/20                   .    .    door kniehefbomen [7]

 

F 21 V      19/00                   Bevestigen van lichtbronnen of lamphouders (uitsluitend bevestigen van een elektrische lichtbron door de koppelinrichting H01R 33/00)

F 21 V      19/02                   .    met een voorziening voor verstelling, bijv. voor focussering of scherpstelling [7,16]

F 21 V      19/04                   .    met een voorziening voor het veranderen van de lichtbron, bijv. een revolverkop

F 21 V      19/06                   .    Bevestigen van gloeikousjes of andere gloeilichamen aan lampdelen; Ophanginrichtingen voor gloeikousjes of andere gloeilichamen (voorzieningen van gloeikousjes of andere gloeilichamen bij branders F21V 36/00) [7,16]

 

F 21 V      21/00                   Steunvoorzieningen, ophangvoorzieningen of bevestigingsvoorzieningen voor verlichtingsinrichtingen (F21V 17/00 en F21V 19/00 hebben voorrang); Handgrepen [7,10]

F 21 V      21/002                  .    maken van direct elektrisch contact, bijv. door doorsteken (F21V 21/35 heeft voorrang) [7]

F 21 V      21/005                  .    voor diverse verlichtingsinrichtingen die in lengterichting achter elkaar liggen, bijv. lichtsporen [7]

F 21 V      21/008                  .    Ophanging aan een kabel of ophanglijn [7]

F 21 V      21/02                   .    Aan de wand, het plafond of de vloer bevestigde lampvoeten, bijv. een plafondrozet; Vastzetten van hanghouders of armen aan de lampvoeten (F21V 21/08 heeft voorrang; voeten voor verplaatsbare staande lampen F21V 21/06)

F 21 V      21/03                   .    .    Aan het plafond bevestigde lampvoeten, bijv. plafondrozetten (F21V 21/04 heeft voorrang) [7]

F 21 V      21/04                   .    .    Inspringende lampvoeten

F 21 V      21/06                   .    Voeten voor verplaatsbare staande lampen; Vastzetten van standaards aan de lampvoeten (F21V 21/08 heeft voorrang)

F 21 V      21/08                   .    Inrichtingen voor gemakkelijke bevestiging op elke gewenste plaats [7]

F 21 V      21/084                  .    .    Op het hoofd gedragen toebehoren [7,16]

F 21 V      21/088                  .    .    Beugels; Klemmen [7]

F 21 V      21/092                  .    .    Zuiginrichtingen [7]

F 21 V      21/096                  .    .    Magnetische inrichtingen [7]

F 21 V      21/10                   .    Hanghouders, armen of standaards; Vastzetten van verlichtingsinrichtingen aan hanghouders, armen of standaards (verstelbaar monteren F21V 21/14) [10]

F 21 V      21/104                  .    .    Hanghouders [7]

F 21 V      21/108                  .    .    Armen [7]

F 21 V      21/112                  .    .    Vastzetten van verlichtingsinrichtingen aan hanghouders (F21V 21/002 heeft voorrang) [7]

F 21 V      21/116                  .    .    Vastzetten van verlichtingsinrichtingen aan armen of standaards (F21V 21/002 heeft voorrang) [7]

F 21 V      21/12                   .    .    die kunnen worden verlengd of verkort door het insteken of verwijderen van tussenstukken

F 21 V      21/13                   .    Veer-belaste staken die vastzitten aan beide uiteinden [7]

F 21 V      21/14                   .    Verstelbare bevestigingen

F 21 V      21/15                   .    .    speciaal aangepast voor stroombediening, bijv. door afstandsbediening [7]

F 21 V      21/16                   .    .    gebruikmakend van draden of koorden

F 21 V      21/18                   .    .    .    bediend door veren

F 21 V      21/20                   .    .    .    bediend door gewichten

F 21 V      21/22                   .    .    telescopisch

F 21 V      21/24                   .    .    met een Neurenberger-schaar

F 21 V      21/26                   .    .    Draaiarmen

F 21 V      21/28                   .    .    .    verstelbaar in meer dan één vlak

F 21 V      21/29                   .    .    .    .    met kruiskoppelingen

F 21 V      21/30                   .    .    Draaibare behuizingen of frames

F 21 V      21/32                   .    .    Flexibele buizen

F 21 V      21/34                   .    Steunelementen die verplaatsbaar zijn langs een geleidingselement [7]

F 21 V      21/35                   .    .    met direct elektrisch contact tussen het steunelement en elektrische geleiders die glijden langs het geleidingselement [7]

F 21 V      21/36                   .    Inrichtingen voor het omhoog of omlaag bewegen van lampen, bijv. voor onderhoud [16]

F 21 V      21/38                   .    .    met een kabel

F 21 V      21/40                   .    Handgrepen [7]

 

F 21 V      23/00                   Opstelling van elektrische circuitelementen in of op verlichtingsinrichtingen (bescherming van verlichtingsinrichtingen tegen thermische schade F21V 29/00) [10,15]

F 21 V      23/02                   .    waarbij de elementen transformatoren of impedanties zijn

F 21 V      23/04                   .    waarbij de elementen schakelaars zijn (veiligheidsinrichtingen F21V 25/00)

F 21 V      23/06                   .    waarbij de elementen koppelinrichtingen zijn [7]

 

F 21 V      25/00                   Veiligheidsinrichtingen die zijn ingebouwd in verlichtingsinrichtingen (gasdichte of waterdichte voorzieningen F21V 31/00) [10]

F 21 V      25/02                   .    in werking tredend als de verlichtingsinrichting wordt gestoord, gedemonteerd of gebroken

F 21 V      25/04                   .    .    waarbij het elektrische circuit wordt verbroken

F 21 V      25/06                   .    .    door het aan de lichtbron toevoeren van een uitdovend fluïdum

F 21 V      25/08                   .    .    waarbij de gloeidraad wordt doorgesneden

F 21 V      25/10                   .    in werking tredend als de verlichtingsinrichting wordt overbelast, bijv. een thermische schakelaar

F 21 V      25/12                   .    Vlamwerende of explosievrije voorzieningen

 

F 21 V     27/00                   Kabel-opslagvoorzieningen die zijn ingebouwd in verlichtingsinrichtingen, bijv. haspels [10]

F 21 V     27/02                   .    Kabelinvoeren [7]

 

F 21 V      29/00                   Bescherming van verlichtingsinrichtingen tegen thermische schade; Speciaal aangepaste koelvoorzieningen of verwarmingsvoorzieningen voor verlichtingsinrichtingen of verlichtingssystemen (verlichtingsarmaturen die zijn gecombineerd met uitlaten voor luchtbehandelingssystemen F24F 13/078) [7,10,15]

F 21 V     29/10                   .    Opstelling van warmte-opwekkende componenten ter vermindering van thermische schade, bijv. door warmte-opwekkende componenten op afstand te houden van andere te beschermen componenten [15]

F 21 V     29/15                   .    Thermische isolatie [15]

F 21 V     29/50                   .    Koelvoorzieningen (luchtbehandelingssystemen die de warmte van verlichtingsarmaturen afvoeren of gebruiken F24F 3/056) [15]

F 21 V     29/502                  .    .    gekenmerkt door de aanpassing voor het koelen van specifieke componenten [15]

F 21 V     29/503                  .    .    .    van lichtbronnen (koelvoorzieningen die structureel verbonden zijn met gasontladingslampen of dampontladingslampen H01J 61/52; koelvoorzieningen die structureel verbonden zijn met elektrische gloeilampen H01K 1/58; koelvoorzieningen die structureel verbonden zijn met licht-uitstralende diodes of LED’s H01L 33/64) [15]

F 21 V     29/504                  .    .    .    van refractoren [15]

F 21 V     29/505                  .    .    .    van reflectoren [15]

F 21 V     29/506                  .    .    .    van ballonnen, schalen of dekglazen [15]

F 21 V     29/507                  .    .    .    van middelen voor het beschermen van verlichtingsinrichtingen tegen schade, bijv. behuizingen [15]

F 21 V     29/508                  .    .    .    van elektrische circuits [15]

F 21 V     29/51                   .    .    met behulp van condensatie of verdamping van een fluïdum, bijv. warmtebuizen [15]

F 21 V     29/52                   .    .    .    elektrisch aangedreven, bijv. koelsystemen [15]

F 21 V     29/54                   .    .    met behulp van thermo-elektrische middelen, bijv. Peltier-elementen [15]

F 21 V     29/56                   .    .    met behulp van vloeibare koelmiddelen (F21V 29/51 heeft voorrang) [15]

F 21 V     29/57                   .    .    .    gekenmerkt door regelvoorzieningen [15]

F 21 V     29/58                   .    .    .    gekenmerkt door de koelmiddelen [15]

F 21 V     29/60                   .    .    gekenmerkt door het gebruik van een geforceerde gasstroom, bijv. lucht [15]

F 21 V     29/61                   .    .    .    gekenmerkt door regelvoorzieningen [15]

F 21 V     29/63                   .    .    .    met behulp van elektrisch aangedreven trilmiddelen; met behulp van ionische wind [15]

F 21 V     29/65                   .    .    .    waarbij het gas in een gesloten circuit stroomt [15]

F 21 V     29/67                   .    .    .    gekenmerkt door de opstelling van waaiers [15]

F 21 V     29/70                   .    .    gekenmerkt door passieve warmte-afvoerende elementen, bijv. heat sinks [15]

F 21 V     29/71                   .    .    .    met behulp van een combinatie van aparte componenten die onderling verbonden zijn door warmtegeleidende middelen, bijv. met warmtebuizen of thermisch-geleidende staven tussen aparte heat sink elementen [15]

F 21 V     29/73                   .    .    .    waarbij de elementen verstelbaar zijn ten opzichte van elkaar, bijv. scharnierend [15]

F 21 V     29/74                   .    .    .    met lamellen of schoepen [15]

F 21 V     29/75                   .    .    .    .    met lamellen of schoepen van verschillende afmeting, dikte of tussenruimte [15]

F 21 V     29/76                   .    .    .    .    met in hoofdzaak identieke parallelle vlakke lamellen of schoepen, bijv. met een kamvormige doorsnede [15]

F 21 V     29/77                   .    .    .    .    met in hoofdzaak identieke divergerende vlakke lamellen of schoepen, bijv. met een waaiervormige of stervormige doorsnede [15]

F 21 V     29/78                   .    .    .    .    met schroefvormig of spiraalvormig opgestelde lamellen of schoepen [15]

F 21 V     29/80                   .    .    .    met pennen of draden [15]

F 21 V     29/81                   .    .    .    .    met pennen of draden van verschillende afmeting, dikte of tussenruimte [15]

F 21 V     29/83                   .    .    .    waarbij de elementen openingen, leidingen of kanalen hebben, bijv. stralingswarmtegaten [15]

F 21 V     29/85                   .    gekenmerkt door het materiaal (vloeibare koelmiddelen F21V 29/56) [15]

F 21 V     29/87                   .    .    Organisch materiaal, bijv. gevulde polymeercomposieten; Thermo-geleidende toevoegmiddelen of coatings daarvoor [15]

F 21 V     29/89                   .    .    Metalen [15]

F 21 V     29/90                   .    Verwarmingsinrichtingen [15]

 

F 21 V      31/00                   Gasdichte of waterdichte voorzieningen

F 21 V      31/03                   .    met een voorziening voor beluchting [7]

F 21 V      31/04                   .    Voorziening van vulmedia [15,16]

 

F 21 V     33/00                   Niet eerder ondergebrachte structurele combinaties van verlichtingsinrichtingen met andere artikelen (zie voor verlichte artikelen of apparatuur de relevante subklasse voor de artikelen of apparatuur) [7]

 

F 21 V     35/00                   Kaarshouders

 

F 21 V     36/00                   Voorzieningen van gloeikousjes of andere gloeilichamen bij branders [16]

F 21 V     36/02                   .    in plafondlampen

 

F 21 V      37/00                   Niet elders ondergebrachte details van verlichtingsinrichtingen waarbij sprake is van verbranding als lichtbron met vloeibare brandstof [7]

F 21 V      37/02                   .    Speciale aanpassing als bescherming tegen trek [7]

 

F 21 V      99/00                   Onderwerpen voorzover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]