SECTIE F WERKTUIGBOUWKUNDE;
VERLICHTING; VERWARMING; WAPENS; EXPLOSIEVEN
VERLICHTING; VERWARMING
F 24 VERWARMING; FORNUIZEN; VENTILATIE [11]
Aantekening
In deze klasse
worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenissen:
- "kachel" omvat apparatuur met
eventueel een open vuur, bijv. een stookplaats;
- "fornuis" betekent een
kookapparaat met elementen die zorgen voor de verschillende kookbewerkingen
en/of verwarmingsbewerkingen.
F 24 D VERWARMINGSSYSTEMEN
VOOR HUIZEN OF RUIMTEN, BIJV. CENTRALE-VERWARMINGSSYSTEMEN; HUISHOUDELIJKE
HEETWATERTOEVOERSYSTEMEN; ELEMENTEN OF COMPONENTEN DAARVOOR (voorkomen van corrosie
C23F; watertoevoer in het algemeen E03; voor verwarming gebruiken van stoom of
condensaat dat wordt geëxtraheerd uit of wordt afgeblazen door
stoommachine-installaties F01K 17/02; condenspotten F16T; huishoudelijke
kachels of fornuizen F24B en F24C; waterverwarmers of luchtverwarmers met
warmte-opwekkende middelen F24H; gecombineerde verwarmingssystemen en
koelsystemen F25B; warmte-uitwisselingsapparatuur of
warmte-uitwisselingselementen F28; verwijderen van ketelsteen F28G; elektrische
verwarmingselementen of opstellingen daarvan H05B) [11]
Aantekening
In deze
subklasse wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis:
- "centrale-verwarmingssysteem"
betekent een systeem waarin warmte wordt opgewekt of opgeslagen bij centrale
bronnen en wordt gedistribueerd door middel van een overdrachtsfluïdum over de
te verwarmen ruimten of gebieden. [5]
F 24 D 1/00 Centrale-verwarmingssystemen met stoom (F24D 10/00 en F24D 11/00
hebben voorrang)
F 24 D 1/02 . werkend
met verse stoom
F 24 D 1/04 . werkend
met afgewerkte stoom
F 24 D 1/06 . werkend
met oververhitte stoom
F 24 D 1/08 . Toevoerleidingvoorzieningen,
bijv. bij een enkelpijpssysteem
F 24 D 3/00 Centrale-verwarmingssystemen met heet water (F24D 10/00 en F24D 11/00
hebben voorrang)
F 24 D 3/02 . met
geforceerde circulatie, bijv. door pompen
F 24 D 3/04 . waarbij
het water onder hoge druk staat
F 24 D 3/06 . . Voorzieningen of inrichtingen voor het in
stand houden van een hoge druk
F 24 D 3/08 . in
combinatie met systemen voor huishoudelijke heetwatertoevoer
F 24 D 3/10 . Toevoerleidingen,
bijv. bij warmte-opslagtanks of expansietanks
F 24 D 3/12 . Buisvoorzieningen
en paneelvoorzieningen voor plafondverwarming, muurverwarming of
vloerverwarming (elektrische vloerverwarming F24D 13/02; speciale aanpassingen
van vloeren voor het opnemen van kanalen, bijv. voor verwarming of ventilatie,
E04B 5/48; bouwelementen met een blokvorm of een andere vorm voor de
constructie van delen van gebouwen die worden gekenmerkt door speciale
aanpassingen, bijv. dienend voor het onderbrengen van leidingen, E04C 1/39;
bouwelementen met een relatief dunne vorm voor de constructie van delen van
gebouwen met speciale aanpassingen voor hulpdoeleinden, bijv. dienend voor het
onderbrengen van leidingen, E04C 2/52) [4]
F 24 D 3/14 . . ingebed in een plafond, wand of vloer [4]
F 24 D 3/16 . . gemonteerd op, of naast, een plafond, wand
of vloer [4]
F 24 D 3/18 . gebruikmakend
van warmtepompen [5]
F 24 D 5/00 Centrale-verwarmingssystemen met hete lucht (F24D 10/00 en F24D 11/00
hebben voorrang; klimaatregeling F24F); Centrale-verwarmingssystemen met
uitlaatgas
F 24 D 5/02 . werkend
met afgifte van hete lucht in de te verwarmen ruimte of het te verwarmen gebied
F 24 D 5/04 . . met terugvoer van de lucht naar de
luchtverwarmer
F 24 D 5/06 . werkend
zonder afgifte van hete lucht in de te verwarmen ruimte of het te verwarmen
gebied
F 24 D 5/08 . . met hete lucht die door radiatoren wordt
geleid
F 24 D 5/10 . . met hete lucht die door
warmte-uitwisselingskanalen in de muur, de vloer of het plafond wordt geleid
F 24 D 5/12 . gebruikmakend
van warmtepompen [5]
F 24 D 7/00 Centrale-verwarmingssystemen waarbij sprake is
van warmteoverdrachtsfluïda die niet vallen onder de groepen F24D 1/00 tot F24D
5/00, bijv. olie, zout of gas (F24D 10/00 en F24D 11/00 hebben voorrang)
F 24 D 9/00 Centrale-verwarmingssystemen waarbij sprake is
van combinaties van warmteoverdrachtsfluïda die vallen onder twee of meer van
de groepen F24D 1/00 tot F24D 7/00 (F24D 10/00 en F24D 11/00 hebben voorrang)
F 24 D 9/02 . Heetwatersystemen
en stoomsystemen
F 24 D 10/00 Stadverwarmingssystemen [5]
F 24 D 11/00 Centrale-verwarmingssystemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van warmte die is opgeslagen in opslagmassa’s (verwarmingseenheden met
een eigen warmte-opslag F24D 15/02; zie voor opslagmassa’s de relevante
subklassen)
F 24 D 11/02 . gebruikmakend van warmtepompen
F 24 D 12/02 . met meer dan één warmtebron (F24D 3/18, F24D
5/12 en F24D 11/02 hebben voorrang) [5]
F 24 D 13/00 Elektrische
verwarmingssystemen (elektrische waterverwarmers of luchtverwarmers F24H)
F 24 D 13/02 . uitsluitend gebruikmakend van
weerstandsverwarming, bijv. vloerverwarming
F 24 D 13/04 . gebruikmakend van elektrische verwarming van
een warmte-overdrachtsfluïdum in aparte delen van het systeem
F 24 D 15/02 . bestaande uit verwarmingseenheden met een
eigen warmte-opslag, bijv. opslagverwarmers [3]
F 24 D 15/04 . gebruikmakend van warmtepompen [5]
F 24 D 17/00 Huishoudelijke
heet-watertoevoersystemen (gecombineerd met verwarmingssystemen voor huizen of ruimten F24D
1/00 tot F24D 15/00)
F 24 D 17/02 . gebruikmakend van warmtepompen [5]
F 24 D 19/00 Details (van waterverwarmers of
luchtverwarmers F24H 9/00; van algemeen toepasbare warmte-uitwisselingsapparatuur
of warmte-overdrachtsapparatuur F28F) [3]
F 24 D 19/02 . Opstelling van bevestigingen of steunen voor
radiatoren [3]
F 24 D 19/04 . . in
plinten [3]
F 24 D 19/06 . Omhullingen, afdekkingen of sierpanelen voor
radiatoren [3]
F 24 D 19/08 . Voorzieningen voor het aftappen, ontluchten
of beluchten (aftapkleppen F16K, bijv. F16K 21/00, ontluchtingskleppen of
beluchtingskleppen F16K 24/00) [3]
F 24 D 19/10 . Opstelling of bevestiging van
regelinrichtingen of veiligheidsinrichtingen (regelkleppen F16K; waarbij alleen
de verwarmer wordt geregeld F24H 9/20) [3]