SECTIE F         WERKTUIGBOUWKUNDE; VERLICHTING; VERWARMING; WAPENS; EXPLOSIEVEN

 

WAPENS; EXPLOSIEVEN

 

F 41        WAPENS

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze klasse vallen tevens middelen voor oefening en training die aspecten in zich kunnen hebben van nabootsing, bijv. in apparatuur voor zgn. "militaire spelen", hoewel simulatoren in het algemeen vallen onder klasse G09. [4]

              (2)      In deze klasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

                        -        "handvuurwapen" betekent een vuurwapen dat in het algemeen wordt vastgehouden met één of beide handen bij het vuren, maar deze term omvat tevens een licht machinegeweer dat kan zijn ondersteund door een statief en dergelijke tijdens het vuren; [5]

                        -        "geweer" betekent elk wapen met een loop en een trekker-mechanisme of vuurmechanisme voor het afschieten van een raketprojectiel; het kan een stuk geschut of een handvuurwapen zijn. Er kan sprake zijn van het gebruik van brandbare of explosieve stuwladingen, luchtdruk, elektromagnetisme of andere voortstuwingskrachten; [5]

                        -        "revolverachtig geweer" betekent een geweer met een draaitrommelmagazijn, waarvan de kamers opeenvolgend worden gebruikt als vuurkamer; [5]

                        -        "revolver" betekent een revolverachtig pistool; [5]

                        -        "semiautomatisch vuurwapen" betekent een vuurwapen waaruit één schot wordt afgevuurd na overhalen van de trekker en dat daarna terugkeert naar een toestand voor het afvuren van een volgend schot na het opnieuw overhalen van de trekker;

                        -        "automatisch vuurwapen" betekent een vuurwapen dat continu zal vuren zolang de beginvuurdruk op de trekker in stand wordt gehouden;

                        -        "waarnemen" betekent het visueel laten samenvallen van een richting die wordt gedefinieerd door een zgn. "vizierinrichting" met de richting van een doel;

                        -        "richten" betekent het brengen van een wapen in een richting die door correcties verschilt van de waarnemingsrichting met de bedoeling dat het projectiel het doel zal raken;

                        -        "aanleggen" betekent het in de juiste positie brengen van een wapen voor het raken van een doel.

              (3)      Er wordt geattendeerd op de definities van "projectiel", "raketprojectiel" en "raket" weergegeven in Aantekening (2) volgend op de titel van klasse F42. [4]

 

F 41 A     FUNCTIONELE KENMERKEN OF DETAILS DIE HOREN BIJ ZOWEL HANDVUURWAPENS ALS GESCHUT, BIJV. KANONNEN; ONDERSTELLEN VOOR HANDVUURWAPENS OF GESCHUT [5]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze subklasse vallen kenmerken of details die als algemeen toepasbaar worden beschouwd voor, of die inherente functies hebben die horen bij, zowel handvuurwapens als geschut. [5]

              (2)      Dergelijke kenmerken of details worden geklasseerd in deze subklasse, zelfs als wordt aangegeven dat zij alleen bij handvuurwapens of geschut worden toegepast. [5]

              (3)      Er wordt geattendeerd op de definities weergegeven in Aantekening (2) volgend op de titel van klasse F41. [5]

 

F 41 A       1/00                    Voortstuwing van raketprojectielen die wordt gekenmerkt door het gebruik van explosieve of brandbare stuwladingen (afschieten van raketprojectielen zonder gebruik van een explosieve of brandbare stuwlading F41B; lanceren van raket of torpedo’s F41F 3/00; zelf-vliegende raketten F42B 15/00) [5]

F 41 A       1/02                    .    Met bovenmatig grote snelheid voortstuwen van raketprojectielen waarbij gebruik wordt gemaakt van opeenvolgende middelen voor het vergroten van de voortstuwingskracht, bijv. gebruikmakend van opeenvolgend ontstoken stuwladingen die zijn aangebracht langs de lengte van de loop; Meertrapsvoortstuwing voor raketprojectielen [5]

F 41 A       1/04                    .    Voortstuwen van raketprojectielen waarbij gebruik wordt gemaakt van de verbranding van een vloeibare of gasvormige brandstof, bijv. zelf-ontbrandende brandstof [5]

F 41 A       1/06                    .    Verstellen van het bereik zonder de hellingshoek of de stuwladinggegevens te variëren, bijv. door het laten ontsnappen van een deel van de stuwladinggassen of door het verstellen van de capaciteit van de patroon of verbrandingskamer [5]

F 41 A       1/08                    .    Terugslagloze vuurwapens, d.w.z. vuurwapens met voortstuwingsmiddelen die geen terugslag produceren [5]

F 41 A       1/10                    .    .    waarbij een tegenprojectiel wordt gebruikt voor het opheffen van de terugslag [5]

 

F 41 A       3/00                    Staartstukmechanismen, bijv. grendels [5]

F 41 A       3/02                    .    Blokkeerwerking, d.w.z. waarbij de hoofdbeweging voor het openen van het staartstuk dwars op de as van de loop plaatsvindt [5]

F 41 A       3/04                    .    .    met een draaibaar sluitstuk [5]

F 41 A       3/06                    .    .    .    om een horizontale as dwars op de loopas aan het einde van het sluitstuk (F41A 3/08 heeft voorrang) [5]

F 41 A       3/08                    .    .    .    met een roteerbar gemonteerde afsluitplug met schroefdraad of onderbroken schroefdraad (F41A 3/30 heeft voorrang) [5]

F 41 A       3/10                    .    .    met een verschuifbaar sluitstuk, bijv. verticaal [5]

F 41 A       3/12                    .    Grendelwerking, d.w.z. waarbij de hoofdbeweging voor het openen van het staartstuk parallel aan de as van de loop plaatsvindt [5]

F 41 A       3/14                    .    .    Starre grendelschoten, d.w.z. met grendelelementen die vast zijn gemonteerd aan respectievelijk de schoot of schoothandgreep en de loop of staartstukbehuizing [5]

F 41 A       3/16                    .    .    .    waarbij de grendelelementen een rotatiebeweging veroorzaken om de loopas, bijv. roterende cilindervormige grendelschoten [5]

F 41 A       3/18                    .    .    .    .    met de hand bediend [5]

F 41 A       3/20                    .    .    .    .    .    Met een rechtlijnige trekbeweging bediende grendelschoten, d.w.z. waarbij de bedieningshandgreep alleen een rechte beweging parallel aan de loopas veroorzaakt [5]

F 41 A       3/22                    .    .    .    .    .    waarbij de vergrendeling wordt veroorzaakt door het roteren van de bedieningshandgreep of bedieningshefboom dwars op de loopas [5]

F 41 A       3/24                    .    .    .    .    .    .    waarbij de grendelelementen deel uitmaken van de bedieningshandgreep of bedieningshefboom [5]

F 41 A       3/26                    .    .    .    .    semiautomatisch of automatisch bediend, bijv. met een verschuifbare schootsteun en een roteerbare schoot [5]

F 41 A       3/28                    .    .    .    .    .    met vaste grendelelementen op de niet-roterende schoot en roterende grendelelementen die zijn gemonteerd op de loop of de staartstukbehuizing, bijv. roteerbare ringen [5]

F 41 A       3/30                    .    .    .    .    Koppelmiddelen, bijv. grendelnokken of schroefdraad [5]

F 41 A       3/32                    .    .    .    waarbij de schoot een schommelbeweging ondergaat om een denkbeeldige as dwars op de loopas [5]

F 41 A       3/34                    .    .    .    waarbij de schoot tevens een schuifbeweging veroorzaakt dwars op de loopas [5]

F 41 A       3/36                    .    .    Half-starre grendelschoten, d.w.z. met grendelelementen die beweegbaar zijn gemonteerd op de schoot of op de loop of staartstukbehuizing [5]

F 41 A       3/38                    .    .    .    met schommelende grendelelementen, bijv. draaibare hefbomen of schoepen [5]

F 41 A       3/40                    .    .    .    .    gemonteerd op de schoot (F41A 3/42 heeft voorrang) [5]

F 41 A       3/42                    .    .    .    .    met de hand bediend [5]

F 41 A       3/44                    .    .    .    met schuivende grendelelementen, bijv. kogels of rollen [5]

F 41 A       3/46                    .    .    .    .    gemonteerd op de schoot (F41A 3/48 heeft voorrang) [5]

F 41 A       3/48                    .    .    .    .    met de hand bediend [5]

F 41 A       3/50                    .    .    .    Grendels met een kniehefboomverbinding, bijv. met een kruk bediend [5]

F 41 A       3/52                    .    .    .    .    met de hand bediend [5]

F 41 A       3/54                    .    .    Niet-gesloten grendelschoten, d.w.z. bediend door traagheid [5]

F 41 A       3/56                    .    .    .    waarbij de schoot is voorzien van een extra verschuifbare massa [5]

F 41 A       3/58                    .    Staartstukmechanismen in de vorm van een bouwpakket, bijv. voor jachtgeweren [5]

F 41 A       3/60                    .    Staartstukmechanismen voor vuurwapens met twee of meer lopen (F41A 3/58 heeft voorrang; voor draaibaar opgesteld geschut F41F 1/10) [5]

F 41 A       3/62                    .    gebruikmakend van verbrandingsgasdruk als aanvulling op de mechanische grendelwerking, of voor het vertragen van de beweging voor het openen van het staartstuk [5]

F 41 A       3/64                    .    Monteren van sluitstukken; Accessoires voor sluitstukken of sluitstukbevestigingen [5]

F 41 A       3/66                    .    .    Staartstukbehuizingen of staartstukframes; Opnemers [5]

F 41 A       3/68                    .    .    Schootaanslagen, d.w.z. middelen voor het beperken van de beweging voor het openen van de schoot [5]

F 41 A       3/70                    .    .    Anti-terugslagvoorzieningen, d.w.z. voor het voorkomen van terugkaatsing van de schoot uit de vuurpositie [5]

F 41 A       3/72                    .    .    Bedieningshandgrepen of bedieningshefbomen; Monteren daarvan in sluitstukken of schoten [5]

F 41 A       3/74                    .    .    Afsluitinrichtingen of pakkinginrichtingen voor het voorkomen van gaslekkage in staartstukmechanismen [5]

F 41 A       3/76                    .    .    .    speciaal aangepast voor het afdichten van de tussenruimte tussen het voorstuk van de patroonkamer en het achterstuk van de loop, bijv. afdichtinrichtingen voor revolvers of revolverachtige vuurwapens [5]

F 41 A       3/78                    .    .    Schootbuffers of schootherstelmiddelen [5]

F 41 A       3/80                    .    .    .    Verstelbare veerbuffers [5]

F 41 A       3/82                    .    .    .    Schroefveerbuffers (F41A 3/80 heeft voorrang) [5]

F 41 A       3/84                    .    .    .    .    gemonteerd in de geweerlade [5]

F 41 A       3/86                    .    .    .    .    gemonteerd onder de loop [5]

F 41 A       3/88                    .    .    .    .    gemonteer rondom de loop [5]

F 41 A       3/90                    .    .    .    Fluïdumbuffers [5]

F 41 A       3/92                    .    .    .    .    verstelbaar [5]

F 41 A       3/94                    .    .    .    .    in combinatie met veerbuffers [5]

 

F 41 A       5/00                    Mechanismen of systemen die worden bediend door stuwladingenergie voor het automatisch openen van de grendel [5]

F 41 A       5/02                    .    bediend door terugslag [5]

F 41 A       5/04                    .    .    waarbij de loop wordt gekanteld tijdens de terugslag [5]

F 41 A       5/06                    .    .    waarbij de loop om zijn lengteas wordt geroteerd tijdens de terugslag [5]

F 41 A       5/08                    .    .    met een versnellerhefboom die werkt op het sluitstuk of de schoot tijdens het openen [5]

F 41 A       5/10                    .    .    met een beweegbaar traagheidsgewicht [5]

F 41 A       5/12                    .    .    .    gemonteerd in een geweer met vaste loop [5]

F 41 A       5/14                    .    .    Loopaanslagen, d.w.z. inrichtingen voor het tegenhouden van de terugslaande loop in een vooraf bepaalde positie, bijv. de terugslagpositie [5]

F 41 A       5/16                    .    .    met een loop die naar voren beweegt na het afvuren van een schot [5]

F 41 A       5/18                    .    bediend door een gas [5]

F 41 A       5/20                    .    .    gebruikmakend van een gaszuiger die concentrisch om de loop is aangebracht [5]

F 41 A       5/22                    .    .    met twee of meer gaszuigers [5]

F 41 A       5/24                    .    .    door directe werking van gasdruk op de schoot of grendelelementen [5]

F 41 A       5/26                    .    .    Voorzieningen of systemen voor het uit de loop laten weglopen van het gas (F41A 5/20 tot F41A 5/24 hebben voorrang) [5]

F 41 A       5/28                    .    .    .    Verstelbare systemen [5]

F 41 A       5/30                    .    Gasbediening of bediening door terugslag, bijv. met een selectiemogelijkheid voor systemen met gasbediening of terugslagbediening [5]

F 41 A       5/32                    .    Energie-accumulatorsystemen, d.w.z. systemen voor het openen van het sluitstuk door energie die tijdens de terugslag van de loop of gaszuiger wordt opgeslagen [5]

F 41 A       5/34                    .    .    met veeraccumulatoren [5]

F 41 A       5/36                    .    .    met fluïdumaccumulatoren [5]

 

F 41 A       7/00                    Hulpmechanismen voor het in de beginpositie brengen van het sluitstuk of de schoot of van de loop  vóór het automatisch vuren; Aandrijvingen voor vuurwapens met een uitwendige energiebron; Vuurwapenladers met afstandsbediening [5]

F 41 A       7/02                    .    Herladers voor machinegeweren, bijv. handmatig bediend (F41A 3/72 heeft voorrang) [5]

F 41 A       7/04                    .    .    bediend door een fluïdum [5]

F 41 A       7/06                    .    .    elektrisch bediend [5]

F 41 A       7/08                    .    Aandrijvingen voor vuurwapens met een uitwendige energiebron, d.w.z. aandrijvingen voor het verplaatsen van het sluitstuk of de schoot door een externe kracht tijdens het automatisch vuren [5]

F 41 A       7/10                    .    .    gebruikmakend van een cilindervormige draaitrommel met een nokkengroef (F41F 1/10 heeft voorrang) [5]

 

F 41 A       9/00                    Toevoeren of laden van munitie (aanpassingen voor het toevoeren of laden van raketprojectielen uit magazijnen bij luchtvuurwapens F41B 11/02); Magazijnen; Geleidingsmiddelen voor het meenemen van patronen (patroonmeenemers of patroon-uitstoters F41A 15/00) [5]

F 41 A       9/01                    .    Toevoeren van losse munitie [5]

F 41 A       9/02                    .    .    gebruikmakend van wieltransporteurs, bijv. sterwieltransporteurs [5]

F 41 A       9/03                    .    .    gebruikmakend van schroeftransporteurs of draaispiraaltransporteurs [5]

F 41 A       9/04                    .    .    gebruikmakend van eindloze kettingriemen die een hoeveelheid munitie dragen [5]

F 41 A       9/05                    .    .    .    in tandemopstelling [5]

F 41 A       9/06                    .    .    gebruikmakend van periodiek bewegende transporteurs, d.w.z. transporteurs met duwelementen of draagelementen voor munitie die tijdens de teruggaande slag worden geleegd of van de munitie weg bewegen [5]

F 41 A       9/07                    .    .    .    Heen en weer bewegende transporteurs, d.w.z. transporteurs die een hoeveelheid munitie voortduwen tijdens de toevoerslag [5]

F 41 A       9/09                    .    .    .    Beweegbare munitiedragers of laadborden, bijv. voor het toevoeren vanuit magazijnen [5]

F 41 A       9/10                    .    .    .    .    roterend of zwaaiend [5]

F 41 A       9/11                    .    .    .    .    .    in een horizontaal vlak [5]

F 41 A       9/12                    .    .    .    .    .    .    gemonteerd in een handvuurwapen [5]

F 41 A       9/13                    .    .    .    .    .    in een verticaal vlak [5]

F 41 A       9/14                    .    .    .    .    .    .    dwars op de loopas [5]

F 41 A       9/15                    .    .    .    .    .    .    .    gemonteerd in een handvuurwapen [5]

F 41 A       9/16                    .    .    .    .    .    .    parallel aan de loopas [5]

F 41 A       9/17                    .    .    .    .    .    .    .    gemonteerd in een handvuurwapen [5]

F 41 A       9/18                    .    .    .    .    .    .    .    .    met toevoer vanuit een magazijn onder de loop [5]

F 41 A       9/19                    .    .    .    .    .    .    .    .    .    met toevoer vanuit een magazijn in de lade [5]

F 41 A       9/20                    .    .    .    .    glijdend, bijv. heen en weer bewegend [5]

F 41 A       9/21                    .    .    .    .    .    in een verticale richting (F41A 9/23 heeft voorrang) [5]

F 41 A       9/22                    .    .    .    .    .    in een horizontale richting (F41A 9/23 heeft voorrang) [5]

F 41 A       9/23                    .    .    .    .    .    gemonteerd in een handvuurwapen [5]

F 41 A       9/24                    .    .    gebruikmakend van een beweegbaar magazijn of een beweegbare klem als toevoerelement [5]

F 41 A       9/25                    .    .    .    gebruikmakend van een glijdende klem [5]

F 41 A       9/26                    .    .    .    gebruikmakend van een draaitrommelmagazijn [5]

F 41 A       9/27                    .    .    .    .    in revolverachtige vuurwapens [5]

F 41 A       9/28                    .    .    .    .    .    in handvuurwapens (in revolvers F41C 3/14) [5]

F 41 A       9/29                    .    Toevoeren van munitie op banden [5]

F 41 A       9/30                    .    .    Kettingwieltransportbanden [5]

F 41 A       9/31                    .    .    .    met middelen voor het lossen van patronen [5]

F 41 A       9/32                    .    .    Heen en weer bewegende transportbanden [5]

F 41 A       9/33                    .    .    .    met middelen voor het lossen van patronen [5]

F 41 A       9/34                    .    .    vanuit magazijnen (magazijnen voor munitie op banden op zich F41A 9/79) [5]

F 41 A       9/35                    .    Toevoer bij geweren met meerdere lopen [5]

 

              Aantekening

 

              Toevoerelementen of toevoerconcepten van algemeen belang die niet speciaal zijn aangepast voor toevoer bij geweren met meerdere lopen, worden geklasseerd in de groepen F41A 9/01 of F41A 9/29. [5]

 

F 41 A       9/36                    .    .    Toevoermechanismen voor draaibaar opgesteld geschut [5]

F 41 A       9/37                    .    Toevoer van twee of meer soorten munitie naar hetzelfde vuurwapen; Toevoer vanaf twee kanten [5]

 

              Aantekening

 

              Toevoerelementen of toevoerconcepten van algemeen belang die niet speciaal zijn aangepast voor de toevoer van twee of meer soorten munitie of van twee kanten, worden geklasseerd in de groepen F41A 9/01 of F41A 9/29. [5]

 

F 41 A       9/38                    .    Laadvoorzieningen, d.w.z. voor het in de vuurpositie brengen van de munitie [5]

F 41 A       9/39                    .    .    Duwvoorzieningen [5]

F 41 A       9/40                    .    .    .    waarbij het sluitstuk zelf het duwmiddel is [5]

F 41 A       9/41                    .    .    .    .    waarbij losse munitie vanuit een doosmagazijn op het geweerframe in de patroonkamer wordt geduwd [5]

F 41 A       9/42                    .    .    .    Duwmiddelen los van het sluitstuk [5]

F 41 A       9/43                    .    .    .    .    Kettingduwmiddelen [5]

F 41 A       9/44                    .    .    .    .    Door een fluïdum bediende zuigerduwmiddelen [5]

F 41 A       9/45                    .    .    waarbij de patroonkamer of de loop als een geheel kunnen kantelen tussen een laadpositie en een vuurpositie [5]

F 41 A       9/46                    .    .    waarbij de patroonkamer wordt gevormd door twee complementaire elementen, relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar voor het laden [5]

F 41 A       9/47                    .    .    gebruikmakend van naar voren glijdende lopen of loopdelen voor het laden [5]

F 41 A       9/48                    .    .    door zwaartekracht [5]

F 41 A       9/49                    .    Inwendig gevoede aandrijvingen, d.w.z. bediend door de stuwladingenergie, bijv. koppelingen, aandrijfkoppelingen of energie-accumulatoren [5]

F 41 A       9/50                    .    Externe energiesystemen of regelsystemen [5]

F 41 A       9/51                    .    .    Hulpkrachtbronnen, d.w.z. extern gevoede motoren [5]

F 41 A       9/52                    .    Voorzieningen voor het veranderen van het automatisch of vanuit een magazijn laden naar het laden met de hand [5]

F 41 A       9/53                    .    Weergeefmiddelen voor de laadconditie, d.w.z. waarbij de aanwezigheid van een patroon in de patroonkamer wordt aangeduid [5]

F 41 A       9/54                    .    Patroongeleiders, patroonaanslagen of patroon-positioneermiddelen, bijv. voor het meenemen van patronen [5]

F 41 A       9/55                    .    .    Vaste geleidingsmiddelen die zijn gemonteerd op of bij de patroonkamer [5]

F 41 A       9/56                    .    .    Beweegbare geleidingsmiddelen [5]

F 41 A       9/57                    .    .    .    Flexibele glijgoten, bijv. voor het geleiden van munitie op banden vanuit het magazijn naar het geweer [5]

F 41 A       9/58                    .    .    Patroonaanslagen; Patroon-positioneermiddelen [5]

F 41 A       9/59                    .    Uitstoters voor klemmen of magazijnen, bijv. als deze leeg zijn [5]

F 41 A       9/60                    .    Verzamelinrichtingen of opvangers voor lege patroonhulzen of bandschakels (F41A 9/81 heeft voorrang) [5]

F 41 A       9/61                    .    Magazijnen [5]

F 41 A       9/62                    .    .    met middelen voor het aanduiden van het aantal resterende patronen in het magazijn, bijv. middelen voor het aanduiden van de laatste ronde (veiligheidspallen voor de laatste ronde F41A 17/40) [5]

F 41 A       9/63                    .    .    speciaal aangepast voor het losneembaar verbinden met andere magazijnen [5]

F 41 A       9/64                    .    .    voor losse munitie [5]

F 41 A       9/65                    .    .    .    Doosmagazijnen met een patroonvolger [5]

F 41 A       9/66                    .    .    .    .    Voorzieningen daarop voor het laden, d.w.z. herladen (apparatuur of gereedschap voor het herladen van magazijnen F41A 9/83) [5]

F 41 A       9/67                    .    .    .    .    .    met middelen voor het omlaag drukken van de patroonvolger, of voor het vergrendelen daarvan in een omlaaggedrukte positie [5]

F 41 A       9/68                    .    .    .    .    Meerdere magazijnen, bijv. tandemmagazijnen [5]

F 41 A       9/69                    .    .    .    .    gekenmerkt door het in meerdere rijen of zigzaggend plaatsen van patronen [5]

F 41 A       9/70                    .    .    .    .    Voorzieningen daarop voor het ontladen, bijv. patroonvolgers of ontlaadhalzen [5]

F 41 A       9/71                    .    .    .    .    Voorzieningen daarop voor het variëren van de capaciteit; Verloopstukken of inzetmiddelen voor het veranderen van de patroongrootte of patroonsoort [5]

F 41 A       9/72                    .    .    .    Buisvormige magazijnen, d.w.z. magazijnen met in lengterichting achter elkaar liggende munitie [5]

F 41 A       9/73                    .    .    .    Trommelmagazijnen [5]

F 41 A       9/74                    .    .    .    .    met radiaal geplaatste patronen [5]

F 41 A       9/75                    .    .    .    .    met een spiraalvormig patroonkanaal [5]

F 41 A       9/76                    .    .    .    Magazijnen met een eindloze kettingtransporteur [5]

F 41 A       9/77                    .    .    .    Magazijnen met een schroeftransporteur [5]

F 41 A       9/78                    .    .    .    Magazijnen met een heen en weer bewegende transporteur [5]

F 41 A       9/79                    .    .    voor munitie op banden [5]

F 41 A       9/80                    .    .    .    met een voorziening voor het snel aankoppelen van de banden van naastliggende magazijnen [5]

F 41 A       9/81                    .    .    .    met een voorziening voor het verzamelen van bandschakels of lege patroonhulzen [5]

F 41 A       9/82                    .    Herladen van magazijnen [5]

F 41 A       9/83                    .    .    Apparatuur of gereedschap voor het herladen van magazijnen met losse munitie, bijv. patroonklemmen [5]

F 41 A       9/84                    .    .    .    Klemmen [5]

F 41 A       9/85                    .    .    .    .    voor het herladen van revolvermagazijnen [5]

F 41 A       9/86                    .    .    Toevoer van munitie op banden in magazijnen [5]

F 41 A       9/87                    .    Lastrijders of overlaadkarren voor munitie (F41A 9/86 heeft voorrang) [5]

 

F 41 A      11/00                   Montagekenmerken of demontagekenmerken; Modulaire concepten; Gelede of inklapbare geweren (F41A 3/64, F41A 19/10 tot F41A 19/15, F41A 21/48 en F41A 25/26 hebben voorrang) [5]

F 41 A      11/02                   .    Modulaire concepten, bijv. concepten van wapenfamilies [5]

F 41 A      11/04                   .    Gelede of inklapbare geweren, d.w.z. met scharnierende of telescopische onderdelen voor transport of opslag (jachtgeweren of geweren in de vorm van een bouwpakket F41C 7/11; opvouwbare of telescopische laden of ladedelen F41C 23/04) [5]

F 41 A      11/06                   .    .    Telescopische geweren [5]

 

F 41 A      13/00                   Koelsystemen of verwarmingssystemen; Doorblazen van geweerlopen; Ventilatiesystemen [5]

F 41 A      13/02                   .    Verwarmingssystemen [5]

F 41 A      13/04                   .    Injecteren van fluïda in lopen of patroonkamers (F41A 13/08 heeft voorrang) [5]

F 41 A      13/06                   .    Afvoeren van verbrandingsgas uit lopen (F41A 13/10 heeft voorrang) [5]

F 41 A      13/08                   .    .    Bore evacuators, d.w.z. kamers die rondom lopen zijn geplaatst voor het opslaan van een deel van het verbrandingsgas en het vervolgens injecteren daarvan in de loop voor het veroorzaken van aanzuiging [5]

F 41 A      13/10                   .    Blazers of turbines voor het vacumeren of koelen van geweren, bijv. aangedreven  door verbrandingsgasdruk of terugslag [5]

F 41 A      13/12                   .    Systemen voor het koelen van het buitenoppervlak van een loop (F41A 13/10 en F41A 21/24 hebben voorrang) [5]

 

F 41 A      15/00                   Patroonmeenemers, d.w.z. inrichtingen voor het tenminste gedeeltelijk uit de patroonkamer trekken van patronen of patroonhulzen; Patroon-uitstoters, d.w.z. inrichtingen voor het uit het geweer werpen van de meegenomen patronen of patroonhulzen (F41A 9/54 heeft voorrang) [5]

F 41 A      15/02                   .    voor revolverachtige geweren, bijv. revolvers [5]

F 41 A      15/04                   .    speciaal aangepast voor patroonhulzen die worden vervormd bij het schieten, bijv. van kunststoffen [5]

F 41 A      15/06                   .    voor geweren in de vorm van een bouwpakket [5]

F 41 A      15/08                   .    voor geweren met blokkeerwerking [5]

F 41 A      15/10                   .    .    met een schuifblokkering [5]

F 41 A      15/12                   .    voor geweren met schootwerking [5]

F 41 A      15/14                   .    .    waarbij de uitstoter is gemonteerd op of in de schoot [5]

F 41 A      15/16                   .    .    waarbij de uitstoter is gemonteerd op de staartstukbehuizing of het staartstukframe [5]

F 41 A      15/18                   .    voor geweren met naar voren schuivende lopen [5]

F 41 A      15/20                   .    speciaal aangepast voor losse blindgangers [5]

F 41 A      15/22                   .    Gereedschap voor het meenemen van patronen [5]

 

F 41 A      17/00                   Veiligheidsvoorzieningen, bijv. veiligheidspallen [5]

F 41 A      17/02                   .    Met een toets bediende veiligheidspallen [5]

F 41 A      17/04                   .    Veiligheidspallen in de vorm van een combinatieslot (F41A 17/02 heeft voorrang) [5]

F 41 A      17/06                   .    Elektrische of elektromechanische veiligheidspallen (F41A 17/04 en F41A 17/08 hebben voorrang) [5]

F 41 A      17/08                   .    voor het verhinderen van afvuring in een specifieke richting, bijv. naar een bevriend persoon of een beschermd gebied (F41A 27/02 heeft voorrang) [5]

F 41 A      17/10                   .    .    Vuurmechanismen met een optilaanslag [5]

F 41 A      17/12                   .    .    Vuurmechanismen met een antikantelveiligheidspal [5]

F 41 A      17/14                   .    Voorkomen van dubbelladen [5]

F 41 A      17/16                   .    Voorkomen van cook-off, d.w.z. het voorkomen van spontane afvuring van een patroon door warmte van de kamerwand [5]

F 41 A      17/18                   .    Voorkomen van het blijven hangen van een afvuurmechanisme [5]

F 41 A      17/20                   .    Veiligheidspallen aan de handgreep of lade, d.w.z. veiligheidspallen die worden ontkoppeld door het vastgrijpen van de handgreep of lade (met de duim bediende schuivende veiligheidspallen F41A 17/52, F41A 17/62, F41A 17/70 of F41A 17/80) [5]

F 41 A      17/22                   .    .    werkend op de trekker [5]

F 41 A      17/24                   .    .    werkend op de vuurpen [5]

F 41 A      17/26                   .    .    werkend op de hamer [5]

F 41 A      17/28                   .    .    werkend op de slotstang [5]

F 41 A      17/30                   .    Meerdere veiligheidspallen, d.w.z. veiligheidspallen die werken op tenminste één element van het vuurmechanisme en tenminste één ander element van het geweer, bijv. de bewegende loop [5]

F 41 A      17/32                   .    .    waarbij het andere element het sluitstuk of de schoot is [5]

F 41 A      17/34                   .    Veiligheidspallen voor het magazijn [5]

F 41 A      17/36                   .    .    waarbij het geweer wordt vergrendeld in een veiligheidstoestand als het magazijn leeg of verwijderd is [5]

F 41 A      17/38                   .    .    waarbij het magazijn in het geweer wordt vergrendeld [5]

F 41 A      17/40                   .    Veiligheidspallen voor de laatste ronde (F41A 17/34 heeft voorrang) [5]

F 41 A      17/42                   .    Veiligheidspallen voor het vergrendelen van het sluitstuk of de schoot in een veiligheidspositie (F41A 17/32, F41A 17/36 en F41A 17/40 hebben voorrang) [5]

F 41 A      17/44                   .    Veiligheidspluggen, bijv. voor het dichtstoppen van patroonkamers [5]

F 41 A      17/46                   .    Veiligheidspallen voor de trekker, d.w.z. middelen voor het voorkomen van een trekker-beweging (F41A 17/02 tot F41A 17/40 hebben voorrang) [5]

F 41 A      17/48                   .    .    Automatisch werkende veiligheidspallen voor de trekker, d.w.z. bediend door het openen of sluiten van het staartstuk [5]

F 41 A      17/50                   .    .    .    door het uit elkaar halen [5]

F 41 A      17/52                   .    .    Met de duim bediende schuivende veiligheidspallen die zijn gemonteerd op de bovenzijde van de lade, bijv. voor jachtgeweren [5]

F 41 A      17/54                   .    .    Beschermkappen voor trekker-beugels; Trekker-blokkeerstukken die zijn gemonteerd op of in de trekker-beugel [5]

F 41 A      17/56                   .    Veiligheidspallen voor de slotstang, d.w.z. middelen voor het buiten werking stellen van een tussenhefboom voor het overbrengen van de trekker-beweging naar de vuurpen, hamer, schoot of slotstang (F41A 17/02 tot F41A 17/40 hebben voorrang) [5]

F 41 A      17/58                   .    .    automatisch bediend, d.w.z. bediend door het openen of sluiten van het staartstuk [5]

F 41 A      17/60                   .    .    .    door het uit elkaar halen [5]

F 41 A      17/62                   .    .    Met de duim bediende schuivende veiligheidspallen die zijn gemonteerd op de bovenzijde van de lade, bijv. voor jachtgeweren [5]

F 41 A      17/64                   .    Veiligheidspallen voor de vuurpen, d.w.z. middelen voor het voorkomen van de beweging van verschuifbaar gemonteerde slagelementen (F41A 17/02 tot F41A 17/40 hebben voorrang) [5]

F 41 A      17/66                   .    .    automatisch bediend, d.w.z. bediend door het openen of sluiten van het staartstuk [5]

F 41 A      17/68                   .    .    .    door het uit elkaar halen [5]

F 41 A      17/70                   .    .    Met de duim bediende schuivende veiligheidspallen die zijn gemonteerd op de bovenzijde van de lade, bijv. voor jachtgeweren [5]

F 41 A      17/72                   .    .    bediend door de trekker, d.w.z. waarbij de beweging van de trekker een veiligheidspal voor de vuurpen in een rustpositie brengt tijdens het vuren [5]

F 41 A      17/74                   .    Veiligheidspallen voor de hamer, d.w.z. om te voorkomen dat de hamer de patroon of de vuurpen raakt (F41A 17/02 tot F41A 17/40 hebben voorrang) [5]

F 41 A      17/76                   .    .    automatisch bediend, d.w.z. bediend door het openen of sluiten van het staartstuk [5]

F 41 A      17/78                   .    .    .    door het uit elkaar halen [5]

F 41 A      17/80                   .    .    Met de duim bediende schuivende veiligheidspallen die zijn gemonteerd op de bovenzijde van de lade, bijv. bij jachtgeweren [5]

F 41 A      17/82                   .    .    bediend door de trekker, d.w.z. waarbij de beweging van de trekker een veiligheidspal voor de hamer in een rustpositie brengt tijdens het vuren [5]

 

F 41 A      19/00                   Vuurmechanismen of trekker-mechanismen; Mechanismen voor het spannen van de haan [5]

F 41 A      19/01                   .    Telmiddelen voor het aanduiden van het aantal afgevuurde schoten [5]

F 41 A      19/02                   .    .    Burst beperkers (F41A 19/67 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/03                   .    Regelen van de schietsnelheid (F41A 3/78, F41A 5/28, F41A 19/05 en F41A 19/66 hebben voorrang) [5,18]

F 41 A      19/04                   .    .    door het regelen van de lossingstijd van de vuurpen of hamer [5]

F 41 A      19/05                   .    Synchronisatie voor het vuren door de propeller van een vliegtuig [5]

F 41 A      19/06                   .    Mechanische vuurmechanismen (F41A 19/01 tot F41A 19/05 en F41A 19/59 hebben voorrang) [5]

F 41 A      19/07                   .    .    door een drukknop in werking gesteld, bijv. met een duimsteun [5]

F 41 A      19/08                   .    .    op afstand in werking gesteld; door een trekkoord in werking gesteld [5]

F 41 A      19/09                   .    .    Trekker-hulpinrichtingen (F41A 19/08 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/10                   .    .    Trekkers; Trekker-bevestigingen [5]

F 41 A      19/11                   .    .    Trekker-beugels; Trekker-beugelbevestigingen (F41A 19/15 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/12                   .    .    Slotstangen; Slotstangbevestigingen [5]

F 41 A      19/13                   .    .    Slagpennen of vuurpennen, d.w.z. vaste of verschuifbaar gemonteerde slagelementen; Bevestigingen daarvoor [5]

F 41 A      19/14                   .    .    Hamers, d.w.z. draaibaar gemonteerde slagelementen; Hamerbevestigingen [5]

F 41 A      19/15                   .    .    Modulaire vuurmechanisme-eenheden [5]

F 41 A      19/16                   .    .    Verstelbare vuurmechanismen; Trekker-mechanismen met een verstelbare trekker pull (F41A 19/17 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/17                   .    .    Mechanismen met een tweede drukpunt [5]

F 41 A      19/18                   .    .    voor geweren met meerdere lopen (F41A 19/68 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/19                   .    .    .    met de mogelijkheid met elke trekker apart te vuren [5]

F 41 A      19/20                   .    .    .    .    Voorzieningen met twee trekkers met de mogelijkheid elke trekker apart in werking te stellen [5]

F 41 A      19/21                   .    .    .    .    met slechts één trekker [5]

F 41 A      19/22                   .    .    .    .    .    en slechts één slagelement [5]

F 41 A      19/23                   .    .    .    .    .    .    roteerbaar om een as parallel aan de loopas voor het afvuren van opeenvolgende lopen [5]

F 41 A      19/24                   .    .    Mechanismen met een ontspanningstrekker, d.w.z. waarbij het slagelement wordt vrijgegeven tijdens de terugkeerbeweging van de trekker aansluitend op de trekker pull [5]

F 41 A      19/25                   .    .    met alleen verschuifbaar gemonteerde slagelementen, d.w.z. slagpennen of vuurpennen [5]

F 41 A      19/26                   .    .    .    waarbij de slagpen of vuurpen en het sluitstuk of de schoot uit één stuk bestaan [5]

F 41 A      19/27                   .    .    .    waarbij de slagpen of vuurpen beweegbaar is ten opzichte van het sluitstuk [5]

F 41 A      19/28                   .    .    .    .    voortbewogen door een nok of hefboom als het sluitstuk of de schoot een sluitpositie bereikt [5]

F 41 A      19/29                   .    .    .    .    voortbewogen door een gespannen veer [5]

F 41 A      19/30                   .    .    .    .    .    in geweren met schootwerking [5]

F 41 A      19/31                   .    .    .    .    .    .    Slotstangvoorzieningen daarvoor (F41A 19/33 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/32                   .    .    .    .    .    .    .    voor het opvangen van de slagpen of de vuurpen na elk schot, d.w.z. in de stand voor het afvuren van losse schoten of voor het semiautomatisch vuren [5]

F 41 A      19/33                   .    .    .    .    .    .    Voorzieningen voor het selecteren van automatisch of semiautomatisch vuren [5]

F 41 A      19/34                   .    .    .    .    .    .    Mechanismen voor het spannen van de haan [5]

F 41 A      19/35                   .    .    .    .    .    .    .    Dubbelwerkende mechanismen, d.w.z. waarbij de aanspanning wordt veroorzaakt tijdens het eerste deel van de trekker pull beweging [5]

F 41 A      19/36                   .    .    .    .    .    in geweren met blokkeerwerking [5]

F 41 A      19/37                   .    .    .    .    .    .    Mechanismen voor het spannen van de haan [5]

F 41 A      19/38                   .    .    .    .    .    .    .    Dubbelwerkende mechanismen, d.w.z. waarbij de aanspanning wordt veroorzaakt tijdens het eerste deel van de trekker pull beweging [5]

F 41 A      19/39                   .    .    .    .    .    Mechanismen voor het spannen van de haan bij andere soorten geweren, bijv. met een vast sluitstuk of een naar voren verschuifbare loop [5]

F 41 A      19/40                   .    .    .    .    .    .    Dubbelwerkende mechanismen, d.w.z. waarbij de aanspanning wordt veroorzaakt tijdens het eerste deel van de trekker pull beweging [5]

F 41 A      19/41                   .    .    .    .    .    .    voor geweren in de vorm van een bouwpakket [5]

F 41 A      19/42                   .    .    met tenminste één hamer [5]

F 41 A      19/43                   .    .    .    in geweren met schootwerking [5]

F 41 A      19/44                   .    .    .    .    Slotstangvoorzieningen daarbij (F41A 19/46 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/45                   .    .    .    .    .    voor het opvangen van de hamer na elk schot, d.w.z. in de stand voor het afvuren van losse schoten of voor het semiautomatisch vuren [5]

F 41 A      19/46                   .    .    .    .    Voorzieningen voor het selecteren van automatisch of semiautomatisch vuren [5]

F 41 A      19/47                   .    .    .    .    Mechanismen voor het spannen van de haan [5]

F 41 A      19/48                   .    .    .    .    .    Dubbelwerkende mechanismen, d.w.z. waarbij de aanspanning wordt veroorzaakt tijdens het eerste deel van de trekker pull beweging [5]

F 41 A      19/49                   .    .    .    in geweren met blokkeerwerking [5]

F 41 A      19/50                   .    .    .    .    Mechanismen voor het spannen van de haan [5]

F 41 A      19/51                   .    .    .    .    .    Dubbelwerkende mechanismen, d.w.z. waarbij de aanspanning wordt veroorzaakt tijdens het eerste deel van de trekker pull beweging [5]

F 41 A      19/52                   .    .    .    Mechanismen voor het spannen van de haan bij andere soorten geweren, bijv. met een vast sluitstuk of revolvers [5]

F 41 A      19/53                   .    .    .    .    Dubbelwerkende mechanismen, d.w.z. waarbij de aanspanning wordt veroorzaakt tijdens het eerste deel van de trekker pull beweging [5]

F 41 A      19/54                   .    .    .    .    voor geweren in de vorm van een bouwpakket [5]

F 41 A      19/55                   .    Door een fluïdum bediende vuurmechanismen [5]

F 41 A      19/56                   .    .    Ontsteking van de stuwlading door contact met lucht die wordt verwarmd door adiabatische druk [5]

F 41 A      19/57                   .    Vuurmechanismen die werken met een slagpatroon [5]

F 41 A      19/58                   .    Elektrische vuurmechanismen (F41A 17/10 en F41A 17/12 hebben voorrang) [5]

F 41 A      19/59                   .    .    Elektromechanische vuurmechanismen, d.w.z. waarbij het mechanische slagelement wordt voortbewogen of vrijgegeven door elektrische middelen [5]

F 41 A      19/60                   .    .    gekenmerkt door de middelen voor het opwekken van elektrische energie [5]

F 41 A      19/61                   .    .    .    Inductiegeneratoren [5]

F 41 A      19/62                   .    .    .    Piezo-elektrische generatoren [5]

F 41 A      19/63                   .    .    met middelen voor het contactloos overbrengen van elektrische energie, bijv. door inductie of met een bougie [5]

F 41 A      19/64                   .    .    voor een automatische vuurstand of een burst vuurstand [5]

F 41 A      19/65                   .    .    .    voor het afgeven van vuurgolven, d.w.z. gebruikmakend van elektrische volgschakelaars voor het tijd-gestuurd lanceren van meerdere ladingen, bijv. voor raketlanceerinstallaties [5]

F 41 A      19/66                   .    .    .    Elektronisch regelen van de schotsnelheid (F41A 19/65 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/67                   .    .    .    Burst beperkers [5]

F 41 A      19/68                   .    .    voor geweren met meerdere lopen (F41A 19/65 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/69                   .    .    Daarbij horende elektrische contacten of schakelaars (F41A 19/65 heeft voorrang) [5]

F 41 A      19/70                   .    .    .    Elektrische vuurpennen; Bevestigingen daarvoor [5]

 

F 41 A      21/00                   Lopen of schietbuizen; Tromphulpstukken; Loopbevestigingsmiddelen (F41A 25/00 heeft voorrang; loophulpstukken voor het afvuren van granaten of oproermunitie uit handvuurwapens F41C 27/06) [5,17]

F 41 A      21/02                   .    Composietlopen, d.w.z. lopen met meerdere lagen, bijv. van verschillende materialen [5]

F 41 A      21/04                   .    .    Loopbekledingen [5]

F 41 A      21/06                   .    Meerdere lopen [5]

F 41 A      21/08                   .    .    Loopverbindingslassen [5]

F 41 A      21/10                   .    Insteeklopen, d.w.z. lopen voor het afvuren van munitie met een kleiner kaliber en gemonteerd in de normale loop [5]

F 41 A      21/12                   .    Patroonkamers; Kamerbekledingen (F41A 3/74, F41A 9/46 en F41A 21/04 hebben voorrang) [5]

F 41 A      21/14                   .    .    Opstelling van patroonkamers dwars op de loopas [5]

F 41 A      21/16                   .    Lopen of schietbuizen die worden gekenmerkt door de vorm van de boring [5]

F 41 A      21/18                   .    .    Groeven; Aanbrengen van schroeflijnvormige groeven [5]

F 41 A      21/20                   .    Lopen of schietbuizen die worden gekenmerkt door het materiaal (F41A 21/02 heeft voorrang) [5]

F 41 A      21/22                   .    Lopen die een oppervlaktebehandeling hebben ondergaan, bijv. fosfateren [5]

F 41 A      21/24                   .    Lopen of schietbuizen met vinnen of ribben, bijv. voor het koelen (F41G 1/42 heeft voorrang) [5]

F 41 A      21/26                   .    speciaal aangepast voor het versterken van de terugslag, bijv. voor training [5]

F 41 A      21/28                   .    Gasexpansiekamers; Lopen met gas-ontlaatpoorten (F41A 1/06 en F41A 13/08 hebben voorrang) [5]

F 41 A      21/30                   .    Dempers [5]

F 41 A      21/32                   .    Tromphulpstukken of trompdrukstukken (F41A 21/26, F41A 21/30 en F41A 21/46 hebben voorrang) [5]

F 41 A      21/34                   .    .    Flitsdempers [5]

F 41 A      21/36                   .    .    voor het verminderen van de terugslag (voorzieningen voor het verminderen van de terugslag in het algemeen F41A 25/00) [5]

F 41 A      21/38                   .    .    .    verstelbaar [5]

F 41 A      21/40                   .    .    Chokes voor schietvuurwapens [5]

F 41 A      21/42                   .    .    .    verstelbaar [5]

F 41 A      21/44                   .    Isolatiemantels; Beschermende mantels [5]

F 41 A      21/46                   .    Lopen met middelen voor het scheiden van sabots uit projectielen [5]

F 41 A      21/48                   .    Loopmontagemiddelen, bijv. losneembare bevestigingen voor vervangbare lopen [5]

 

F 41 A      23/00                   Geschut-onderstellen, bijv. op voertuigen; Plaatsing van geweren op voertuigen (F41A 25/00 en F41A 27/00 hebben voorrang) [5]

F 41 A      23/02                   .    Onderstellen zonder wielen [5]

F 41 A      23/04                   .    .    Statieven met één poot [5]

F 41 A      23/06                   .    .    .    verstelbaar [5]

F 41 A      23/08                   .    .    Statieven met twee poten [5]

F 41 A      23/10                   .    .    .    verstelbaar [5]

F 41 A      23/12                   .    .    Statieven met drie poten [5]

F 41 A      23/14                   .    .    .    verstelbaar [5]

F 41 A      23/16                   .    .    Testen van onderstellen [5]

F 41 A      23/18                   .    .    Houders voor het ondersteunen van handvuurwapens in de niet-vuurpositie (opslagrekken A47B 81/00; rekken in voertuigen B60R 11/00) [5]

F 41 A      23/20                   .    voor verborgen vuurwapens [5]

F 41 A      23/22                   .    .    aan boord van onderzeeërs [5]

F 41 A      23/24                   .    Geschutskoepelonderstellen (toevoeren, laden of geleiden van munitie F 41 A 9/00; mechanische hefsystemen of draaisystemen voor koepelgeweren F41A 27/18) [5]

F 41 A      23/26                   .    Onderstellen voor alleen transport; Laadvoorzieningen of losvoorzieningen voor geweren voor gebruik bij vrachtwagens (F41A 23/50 heeft voorrang) [5]

F 41 A      23/28                   .    Onderstellen op wielen; Onderstellen op rupsbanden [5]

F 41 A      23/30                   .    .    waarbij de wielen van de grond kunnen worden opgetild voor het vuren [5]

F 41 A      23/32                   .    .    met gedeelde sporen (F41A 23/30 en F41A 23/46 hebben voorrang) [5]

F 41 A      23/34                   .    op voertuigen met wielen of rupsbanden [5]

F 41 A      23/36                   .    .    op aanhangers (F41A 23/42 heeft voorrang) [5]

F 41 A      23/38                   .    .    op motorfietsen [5]

F 41 A      23/40                   .    .    op railvoertuigen [5]

F 41 A      23/42                   .    .    voor raketwerpers [5]

F 41 A      23/44                   .    op sleden [5]

F 41 A      23/46                   .    Affuitsporen [5]

F 41 A      23/48                   .    .    elastisch [5]

F 41 A      23/50                   .    Rijvergrendelingen; Remmen voor het in een vaste positie houden van het geschut-platform tijdens transport [5]

F 41 A      23/52                   .    Grondplaten voor geschut-onderstellen [5]

F 41 A      23/54                   .    .    voor mortieren [5]

F 41 A      23/56                   .    Voorzieningen voor het in verticale of horizontale positie verstellen van het geschut-platform (F41A 17/10 en F41A 17/12 hebben voorrang) [5]

F 41 A      23/58                   .    .    Hydraulische krikken [5]

F 41 A      23/60                   .    .    Vijzels [5]

 

F 41 A      25/00                   Geschut-onderstellen die terugslag of terugkeer naar de batterij mogelijk maken, bijv. wiegen; Loopbuffers of loopremmen (geweren zonder terugslag F41A 1/08) [5]

F 41 A      25/02                   .    Door een fluïdum bediende systemen [5]

F 41 A      25/04                   .    .    verstelbaar [5]

F 41 A      25/06                   .    Door wrijving bediende systemen [5]

F 41 A      25/08                   .    .    verstelbaar [5]

F 41 A      25/10                   .    Veerbediende systemen [5]

F 41 A      25/12                   .    .    gebruikmakend spiraalveren [5]

F 41 A      25/14                   .    .    .    verstelbaar [5]

F 41 A      25/16                   .    Hybride systemen [5]

F 41 A      25/18                   .    .    Hydro-elastische systemen [5]

F 41 A      25/20                   .    .    Hydropneumatische systemen [5]

F 41 A      25/22                   .    Lager-voorzieningen voor de heen en weer gaande beweging van het geschut-onderstel of de loop [5]

F 41 A      25/24                   .    .    gebruikmakend van kogellagers of rollagers [5]

F 41 A      25/26                   .    Monteren of demonteren van terugslagelementen of terugslagsystemen [5]

 

F 41 A      27/00                   Geschut-onderstellen die een draaibeweging of hefbeweging mogelijk maken, bijv. affuiten [5]

F 41 A      27/02                   .    Regelsystemen voor het voorkomen van interferentie tussen het bewegende geweer en het naastliggende bouwwerk [5]

F 41 A      27/04                   .    Spervuurvoorzieningen, d.w.z. middelen voor het automatisch laten oscilleren van geweren tijdens het vuren [5]

F 41 A      27/06                   .    Mechanische systemen (F41A 27/02, F41A 27/04 en F41A 27/30 hebben voorrang) [5]

F 41 A      27/08                   .    .    Lagers, bijv. taatslagers; Remmen of blokkeervoorzieningen [5]

F 41 A      27/10                   .    .    .    Lagers voor het ondersteunen van een draaiend geweer in een wand, bijv. een koepelwand [5]

F 41 A      27/12                   .    .    .    Remmen of grendels voor het blokkeren van draaiwerk of hefwerk in een vaste positie [5]

F 41 A      27/14                   .    .    .    Lagers met een centrale rotatieas [5]

F 41 A      27/16                   .    .    .    gebruikmakend van kogellagers, bijv. voor het ondersteunen van de koepel [5]

F 41 A      27/18                   .    .    voor geschutskoepels (F41A 27/08 heeft voorrang) [5]

F 41 A      27/20                   .    .    .    Aandrijvingen voor koepelbewegingen [5]

F 41 A      27/22                   .    .    Draaiwerk (F41A 27/18 heeft voorrang) [5]

F 41 A      27/24                   .    .    Hefwerk (F41A 27/18 heeft voorrang) [5]

F 41 A      27/26                   .    Door een fluïdum bediende systemen (F41A 27/02, F41A 27/04 en F41A 27/30 hebben voorrang) [5]

F 41 A      27/28                   .    Elektrisch bediende systemen (F41A 27/02, F41A 27/04 en F41A 27/30 hebben voorrang) [5]

F 41 A      27/30                   .    Stabilisatiesystemen of compensatiesystemen, bijv. als compensatie voor het gewicht van de loop of voor de windkracht [5]

 

F 41 A      29/00                   Reinigingsvoorzieningen of smeervoorzieningen (injecteren van fluïda in lopen of patroonkamers F41A 13/04) [5]

F 41 A      29/02                   .    Schrapers of reinigingsstaven [5]

F 41 A      29/04                   .    Middelen voor het smeren, oliën of invetten, bijv. werkend tijdens gebruik [5]

 

F 41 A      31/00                   Testvoorzieningen (testen van onderstellen F41A 23/16) [5]

F 41 A      31/02                   .    voor het controleren van geweerlopen [5]

 

F 41 A      33/00                   Aanpassingen voor training (aanpassingen van lopen voor het versterken van de terugslag F41A 21/26); Geweersimulatoren (lesapparatuur of oefenapparatuur voor het richten met of aanleggen van een geweer F41G 3/26) [5]

F 41 A      33/02                   .    Vuurwapens die licht of straling uitzenden [5]

F 41 A      33/04                   .    Akoestisch nabootsen van geweervuur, bijv. met pyrotechnische middelen [5]

F 41 A      33/06                   .    Terugslagsimulatoren [5]

 

F 41 A      35/00                   Niet elders ondergebrachte accessoires of details [5]

F 41 A      35/02                   .    Kappen of afdekkingen als bescherming tegen stof of weersinvloeden (beschermkappen voor trekker-beugels F41A 17/54) [5]

F 41 A      35/04                   .    .    Tromp-afdekkingen [5]

F 41 A      35/06                   .    Aanpassing van geweren voor zowel rechtshandig als linkshandig gebruik [5]

 

F 41 A      99/00                   Onderwerpen voorzover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]