SECTIE G         FYSICA

              Aantekeningen

 

(1)        In deze Sectie owrdt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegevens betekenis:

-        “variabele” (als een zelfstand naamwoord) betekent een kenmerk of eigenschap (bijv. een dimensie, een fysische toestand zoals temperatuur, een kwaliteit zoals dichtheid of kleur), die met betrekking tot een bepaalde entiteit (bijv. een object, een hoeveelheid van een substantie, een lichtstraal) en op een bepaald ogenblik, kan worden gemeten; de variabele kan veranderen, zodat de numerieke uitdrukking ervan verschillende waarden op verschillende tijden, onder verschillende condities of in afzonderlijke gevallen kan aannemen, maar kan constant zijn met betrekking tot een specifieke entiteit onder bepaalde omstandigheden of voor specifieke doeleinden (bijv. de lengte van een staaf mag als constant worden beschouwd voor vele doeleinden).

              (2)      De aandacht wordt gevestigd op de definities van gebruikte termen of uitdrukkingen. Sommige komen voor in de Aantekeningen van diverse klassen in deze Sectie, zie in het bijzonder de definitie van “meten” in klasse G01. Andere komen voor in § 187 van de Gids voor de IPC, zie in het bijzonder de definitie van “regelen”. [17]

              (3)      Klassering in deze Sectie kan moeilijker blijken dan in andere Secties, omdat het onderscheid tussen verschillende toepassingsgebieden in belangrijker mate afhankelijk is van de bedoeling van de gebruiker dan op enig constructief verschil of gebruiksverschil, en omdat de behandelde onderwerpen vaak deel uitmaken van systemen of combinaties, met gezamenlijke kenmerken of delen, meer dan “dingen”die als geheel gemakkelijk zijn te onderscheiden. Bijvoorbeeld, informatie (bijv. een stel figuren) kan worden getoond met het doel van onderwijs of reclame (G09), om het resultaat van een meting bekend te maken (G01), voor het signaleren van de informatie naar een punt op afstand of het geven van gesignaleerde informatie vanaf een punt op afstand (G08). De gebruikte woorden om het doel te beschrijven hangen af van aspecten die irrelevant kunnen zijn voor de vorm van het betreffende apparaat, bijv. aspecten zoals het gewenste effectop de persoon die naar de afbeelding kijkt, of of de afbeelding op afstand wordt geregeld. Nogmaals, een inrichting die in zekere mate op een toestand reageert, bijv. op de druk van een fluïdum, kan zonder wijziging aan de inrichting zelf worden gebruikt om informatie te geven over de druk (G01L) of over een andere toestand die gekoppeld is aan de druk (een andere subklasse van G01, bijv. G01K voor de temperatuur), om een opname te maken van de druk of het voorkomen daarvan (G07C), om een alarm te geven (G08B) of om een andere apparaat aan te sturen (G05).

                        Het klasseringsschema is bedoeld om zaken van soortgelijke aard (zoals hierboven aangegeven) bij elkaar te kunnen klasseren. Het is daarom in het bijzonder noodzakelijk eerst over de werkelijke aard van enig technisch onderwerp te beslissen voordat er goed geklasseerd kan worden.

 

INSTRUMENTEN

 

G 01       METEN; TESTEN [9]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze klasse vallen, naast “echte” meetinstrumenten, andere weergeefinrichtingen of opneeminrichtingen met een analoge constructie, en tevens signaleringsinrichtingen of regelinrichtingen voor zover zij betrekking hebben op meting (zoals gedefinieerd in Aantekening 2 hieronder) en niet speciaal zijn aangepast aan het specifieke doel van signalering of regeling.

              (2)      In deze klasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

                        -        “meten” wordt gebruikt om aanzienlijk meer te dekken dan de primaire of basisbetekenis. In die primaire zin betekent dat het vinden van een numerieke uitdrukking van de waarde van een variabele in relatie tot een eenheid of gegeven of tot een andere variabele van dezelfde aard, bijv. het uitdrukken van een lengte in termen van een andere lengte zoals bij het meten van een lengte met een schaal; de waarde kan direct worden verkregen (zoals eerder gesuggereerd) of door het meten van een andere variabele waarvan de waarde in verband staat met de waarde van de gevraagde variabele, zoals bij het meten van een temperatuursverandering door het meten van een resulterende verandering in de lengte van een kwikkolom. Omdat echter dezelfde inrichting of hetzelfde instrument, in plaats van voor het geven van een directe aanduiding, kan worden gebruikt voor het produceren van een opname of voor het op gang brengen van een signaal voor het produceren van een aanduiding of regeling, of kan worden gebruikt in combinatie met andere inrichtingen of instrumenten voor het aangeven van een gezamenlijk resultaat uit een meting van twee of meer variabelen van dezelfde of een andere soort, is het noodzakelijk om onder “meten” tevens een bewerking te verstaan die het mogelijk moet maken een dergelijke numerieke uitdrukking te verkrijgen door het aanvullend gebruik van een zekere wijze van omzetting van een waarde in getallen. De uitdrukking in getallen kan derhalve werkelijk bestaan uit een digitale presentatie of de aflezing van een schaal, of er kan een aanduiding van worden gegeven zonder het gebruik van getallen, bijv. door een waarneembaar kenmerk (variabele) van de entiteit (bijv. een object, substantie of lichtstraal) waarvan de gemeten variabele een eigenschap of toestand is of door iets wat met een dergelijk kenmerk overeenkomt (bijv. de overeenkomstige positie van een lichaam zonder enige schaal of een overeenkomstige spanning die op zekere wijze is opgewekt). In veel gevallen is er niet zo’n waarde-aanduiding, maar slechts een aanduiding van het verschil of de gelijkheid in relatie tot een standaard of gegeven (waarvan de waarde al dan niet bekend is uit getallen); de standaard of het gegeven kan de waarde zijn van een andere variabele van dezelfde aard maar van een verschillende entiteit (bijv. een standaardmaat) of van dezelfde entiteit op een ander tijdstip. In de meest eenvoudige vorm geeft een meting meer een aanduiding van de aanwezigheid of afwezigheid van een zekere toestand of kwaliteit, bijv. beweging (in elke of in één specifieke richting), of op het al dan niet overschrijden van een vooraf bepaalde waarde door een variabele.

              (3)      De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titel van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”, en de Aantekeningen volgend op de titel van subklasse B82B met betrekking tot “nanostructuren”. [7,17]

              (4)      De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titel van Sectie G, in het bijzonder met betrekking tot de definitie van de term “variabele”.

              (5)      In veel meetvoorzieningen wordt een eerste te meten variabele omgezet in tweede of latere variabelen. De tweede of latere variabelen kunnen zijn (a) een toestand die in verband staat met de eerste variabele en die wordt geproduceerd in een lichaam, of (b) de verplaatsing van een lichaam. Verdere omzetting kan nodig zijn. Bij het klasseren van zo’n voorziening (i) wordt de of elke van belang zijnde omzetstap geklasseerd, of (ii) wordt - als alleen het gehele systeem van belang is - de eerste variabele geklasseerd op de toepasselijke plaats. Dit is in het bijzonder van belang als er twee of meer omzettingen plaatsvinden, bijvoorbeeld daar waar een eerste variabele, bijv. druk, wordt omgezet in een tweede variabele, bijv. een optische eigenschap van een tastlichaam, en die tweede variabele wordt uitgedrukt door een derde variabele, bijv. een elektrisch effect. In zo’n geval moeten de volgende klasseringsplaatsen in beschouwing worden genomen: de plaats voor de omzetting van de eerste variabele, die voor het aftasten van de conditie die wordt veroorzaakt door die variabele, subklasse G01D voor het uitdrukken van de meting en tenslotte de plaats voor het volledige systeem, als die er is. [6]

              (6)      De meting van verandering in de waarde van een fysische eigenschap wordt geklasseerd in dezelfde subklasse als de meting van die fysische eigenschap, bijv. meting van vergroting van de lengte, wordt geklasseerd in subklasse G01B.

 

G 01 F    METEN VAN VOLUME, VOLUMESTROMING, MASSASTROMING OF VLOEISTOFNIVEAU; DOSEREN PER VOLUME [2,5,10,12]

 

              Aantekening

 

              De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titel van klasse G01.

 

Meten van volumestroming

 

G 01 F      1/00                    Meten van de volumestroming of massastroming van een fluïdum of een vloeibaar vast materiaal waarbij het fluïdum de meter in een continue stroming passeert (meten van een evenredig deel van de volumestroming G01F 5/00) [2,12]

 

              Aantekening

 

              De groepen G01F 1/704 tot G01F 1/76 hebben voorrang boven de groepen G01F 1/05 tot G01F 1/68. [2]

 

G 01 F      1/05                    .    door gebruik te maken van mechanische effecten [2]

G 01 F      1/06                    .    .    gebruikmakend van roterende schoepen met tangentiële toevoer [2]

G 01 F      1/07                    .    .    .    met mechanische koppeling met de weergeefinrichting [2]

G 01 F      1/075                  .    .    .    met magnetische of elektromagnetische koppeling met de weergeefinrichting  [2]

G 01 F      1/08                    .    .    .    Stelmiddelen, correctiemiddelen of compensatiemiddelen daarvoor [2]

G 01 F      1/10                    .    .    gebruikmakend van roterende schoepen met axiale toevoer [2]

G 01 F      1/11                    .    .    .    met mechanische koppeling met de weergeefinrichting  [2]

G 01 F      1/115                  .    .    .    met magnetische of elektromagnetische koppeling met de weergeefinrichting  [2]

G 01 F      1/12                    .    .    .    Stelmiddelen, correctiemiddelen of compensatiemiddelen daarvoor

G 01 F      1/20                    .    .    door het detecteren van dynamisch effecten van de fluïdumstroming [2]

G 01 F      1/22                    .    .    .    door meters met een variabel doorstroomvlak [2]

G 01 F      1/24                    .    .    .    .    met magnetische of elektrische koppeling met de weergeefinrichting [2]

G 01 F      1/26                    .    .    .    .    in de vorm van een klep [2]

G 01 F      1/28                    .    .    .    door drijfkracht, bijv. stromingsmeters die werken met schoepen of met inslag [2]

G 01 F      1/30                    .    .    .    .    voor een vloeibaar vast materiaal [2]

G 01 F      1/32                    .    .    .    door een wervelstromingsmeter, bijv. gebruikmakend van Karman-wervelingen [2]

G 01 F      1/34                    .    .    door het meten van druk of drukverschil [2]

G 01 F      1/36                    .    .    .    waarbij de druk of het drukverschil worden gecreëerd door het gebruik van smoring van de stroming [2]

G 01 F      1/37                    .    .    .    .    waarbij de druk of het drukverschil worden gemeten door middel van communicerende buizen of reservoirs met beweegbare vloeistofniveaus, bijv. met U-vormige buizen [2]

G 01 F      1/38                    .    .    .    .    waarbij de druk of het drukverschil worden gemeten door middel van een beweegbaar element, bijv. een diafragma, zuiger, Bourdon-buis of flexibele capsule [2]

G 01 F      1/40                    .    .    .    .    Constructiedetails van de smoorinrichtingen voor de stroming [2]

G 01 F      1/42                    .    .    .    .    .    Meetopeningen of mondstukken [2]

G 01 F      1/44                    .    .    .    .    .    Venturi-buizen [2]

G 01 F      1/46                    .    .    .    .    .    Pitot-buizen [2,12]

G 01 F      1/48                    .    .    .    waarbij de druk of het drukverschil worden gecreëerd door een capillair element [2]

G 01 F      1/50                    .    .    .    Correctiemiddelen of compensatiemiddelen [2]

G 01 F      1/52                    .    .    door het meten van de hoogte van het vloeistofniveau ten gevolge van de opwaartse kracht van de fluïdumstroming [2]

G 01 F      1/54                    .    .    door middel van kettingen, flexibele banden of draden die zijn ingebracht in, of worden verplaatst door, de stroming [2]

G 01 F      1/56                    .    door gebruik te maken van elektriciteit of magnetisme (G01F 1/66 heeft voorrang) [2]

G 01 F      1/58                    .    .    door elektromagnetische stromingsmeters [2]

G 01 F      1/60                    .    .    .    Circuits daarvoor [2]

G 01 F      1/64                    .    .    door het meten van elektrische stromen die door de fluïdumstroming gaan; door het meten van een elektrisch potentiaal dat wordt opgewekt door de fluïdumstroming, bijv. door een elektrochemisch effect, contact of wrijving (G01F 1/58 heeft voorrang) [2]

G 01 F      1/66                    .    door het meten van de frequentie, faseverschuiving of voortplantingstijd van elektromagnetische of andere golven, bijv. ultrasone stromingsmeters [2]

G 01 F      1/68                    .    door gebruik te maken van thermische effecten [2]

G 01 F      1/684                  .    .    Structurele voorzieningen; Bevestiging van elementen, bijv. met betrekking tot de fluïdumstroming [6]

G 01 F      1/688                  .    .    .    gebruikmakend van een specifiek soort verwarmingselement, koelelement of tastelement [6]

G 01 F      1/69                    .    .    .    .    met weerstand [6]

G 01 F      1/692                  .    .    .    .    .    Dunnefilmvoorzieningen [6]

G 01 F      1/696                  .    .    Circuits daarvoor, bijv. stromingsmeters met een constante stroom [6]

G 01 F      1/698                  .    .    .    Terugkoppelcircuits of her-ontlastingscircuits, bijv. zelf-verwarmende stromingsmeters met constante temperatuur [6]

G 01 F      1/699                  .    .    .    .    door het regelen van een apart verwarmingselement of koelelement [6]

G 01 F      1/704                  .    gebruikmakend van gemarkeerde gedeelten of bestaande ongelijkmatigheden in de fluïdumstroom, bijv. statistisch optredende variaties in een fluïdumparameter (G01F 1/76 en G01F 25/00 hebben voorrang) [4]

G 01 F      1/708                  .    .    Meten van de tijd die nodig is voor het afleggen van een vaste afstand [4]

G 01 F      1/712                  .    .    .    gebruikmakend van detectiemiddelen met autocorrelatie of kruiscorrelatie [4,12]

G 01 F      1/716                  .    .    .    gebruikmakend van paramagnetische elektronenresonantie (EPR) of kernmagnetische resonantie (NMR) [4]

G 01 F      1/72                    .    Inrichtingen voor het meten van pulserende fluïdumstromingen [2]

G 01 F      1/74                    .    Inrichtingen voor het meten van de stroming van een fluïdum of een vloeibaar vast materiaal in suspensie in een andere fluïdum [2]

G 01 F      1/76                    .    Inrichtingen voor het meten van de massastroming van een fluïdum of een vloeibaar vast materiaal [2,12]

G 01 F      1/78                    .    .    Directe massastromingsmeters [2]

G 01 F      1/80                    .    .    .    werkend door het meten van druk, kracht, moment of frequentie van een fluïdumstroming waaraan een roterende beweging is meegegeven [2]

G 01 F      1/82                    .    .    .    .    gebruikmakend van een aangedreven wiel als stuwmiddel en één of meer andere wielen of bewegende elementen die onder een hoek worden tegengehouden door een verend lichaam, bijv. een veerlichaam, als de meetinrichting [2]

G 01 F      1/84                    .    .    .    .    Coriolis-massastromingsmeters of gyroscopische massastromingsmeters [2,13]

G 01 F      1/86                    .    .    Indirecte massastromingsmeters, bijv. voor het meten van volumestroming en dichtheid, temperatuur of druk [2]

G 01 F      1/88                    .    .    .    met een drukverschilmeting voor het bepalen van de volumestroming [2]

G 01 F      1/90                    .    .    .    met een verdringermeter of turbinemeter voor het bepalen van de volumestroming [2]

 

G 01 F      3/00                    Meten van de volumestroming van fluïda of vloeibare vaste materialen waarin het fluïdum door de meter gaat in opeenvolgende, min of meer geïsoleerde hoeveelheden en waarbij de meter wordt aangedreven door de stroming (meten van een verhouding van de volumestroming G01F 5/00)

G 01 F      3/02                    .    met meetkamers die uitzetten of krimpen tijdens de meting

G 01 F      3/04                    .    .    met stijve beweegbare wanden

G 01 F      3/06                    .    .    .    met lichamen die op fluïdumdichte of in hoofdzaak fluïdumdichte wijze roteren in een behuizing

G 01 F      3/08                    .    .    .    .    Rotatiezuigermeters of ringzuigermeters

G 01 F      3/10                    .    .    .    .    Tandwielmeters of meters met een gelobd stuwmiddel

G 01 F      3/12                    .    .    .    .    Meters met gebogen lichamen, bijv. schijven

G 01 F      3/14                    .    .    .    met heen en weer bewegende zuigers, bijv. heen en weer bewegend in een roterend lichaam

G 01 F      3/16                    .    .    .    .    in stationaire cilinders

G 01 F      3/18                    .    .    .    .    .    waarbij sprake is van twee of meer cilinders

G 01 F      3/20                    .    .    met flexibele beweegbare wanden, bijv. diafragma’s of balgen [12]

G 01 F      3/22                    .    .    .    voor gassen

G 01 F      3/24                    .    met meetkamers die bewegen tijdens werking (gasmeters G01F 3/30)

G 01 F      3/26                    .    .    Kantel-afscheidermeters

G 01 F      3/28                    .    .    op dragers die roteren door het gewicht van de vloeistof in de meetkamers

G 01 F      3/30                    .    Gasmeters

G 01 F      3/32                    .    .    met gedeelde trommels die roteren of schommelen in een vloeistof

G 01 F      3/34                    .    .    met klokken die heen en weer bewegen in een vloeistof

G 01 F      3/36                    .    met stationaire meetkamers met een constant volume tijdens de meting (met meetkamers die uitzetten of krimpen tijdens de meting G01F 3/02)

G 01 F      3/38                    .    .    met slechts één meetkamer 

G 01 F      5/00                    Meten van een verhouding van de volumestroming 

G 01 F      7/00                    Volumestroom-meetinrichtingen met twee of meer meet-bereiken; Samengestelde meters

 

G 01 F      9/00                    Meten van volumestroming ten opzichte van een andere variabele, bijv. van vloeibare brandstof voor een motor

G 01 F      9/02                    .    waarin de andere variabele de snelheid van een voertuig is

 

Doseren per volume

 

G 01 F    11/00                   Apparatuur die van buitenaf moet worden bediend en die bij elke herhaalde of identieke werking wordt aangepast, voor het meten en scheiden van een vooraf bepaald volume van een fluïdum of vloeibaar vast materiaal uit een toevoer of container, zonder beschouwing van het gewicht, en het afgeven daarvan

G 01 F    11/02                   .    met meetkamers die uitzetten of krimpen tijdens de meting

G 01 F    11/04                   .    .    met een vrije zuiger

G 01 F    11/06                   .    .    .    met een voorziening voor het variëren van de slag van de zuiger

G 01 F    11/08                   .    .    in de vorm van een diafragma of balg [12]

G 01 F    11/10                   .    met meetkamers die bewegen tijdens de meting

G 01 F    11/12                   .    .    in de vorm van een klep, d.w.z. waarbij de scheiding wordt veroorzaakt door fluïdumdichte of poederdichte bewegingen (waarbij sprake is van het kantelen of omkeren van het voorraadvat G01F 11/26)

G 01 F    11/14                   .    .    .    waarbij de meetkamer heen en weer beweegt

G 01 F    11/16                   .    .    .    .    voor een vloeistof of viskeuze vloeistof

G 01 F    11/18                   .    .    .    .    voor een vloeibaar vast materiaal

G 01 F    11/20                   .    .    .    waarbij de meetkamer ronddraait of oscilleert

G 01 F    11/22                   .    .    .    .    voor een vloeistof of viskeuze vloeistof

G 01 F    11/24                   .    .    .    .    voor een vloeibaar vast materiaal

G 01 F    11/26                   .    .    waarbij de meetkamer wordt gevuld en geleegd door het kantelen of omkeren van het voorraadvat, bijv. apparatuur voor het legen van flessen

G 01 F    11/28                   .    met stationaire meetkamers met een constant volume tijdens de meting [12]

G 01 F    11/30                   .    .    met toevoerkleppen of afvoerkleppen in de vorm van een hef-klep of plugkraan

G 01 F    11/32                   .    .    .    voor een vloeistof of viskeuze vloeistof

G 01 F    11/34                   .    .    .    voor een vloeibaar vast materiaal

G 01 F    11/36                   .    .    met een toevoerklep of afvoerklep in de vorm van een rechte schuifklep

G 01 F    11/38                   .    .    .    voor een vloeistof of viskeuze vloeistof

G 01 F    11/40                   .    .    .    voor een vloeibaar vast materiaal

G 01 F    11/42                   .    .    met een toevoerklep of afvoerklep in de vorm van een roterende of een oscillerende klep

G 01 F    11/44                   .    .    .    voor een vloeistof of viskeuze vloeistof

G 01 F    11/46                   .    .    .    voor een vloeibaar vast materiaal

 

G 01 F    13/00                   Niet in de voorgaande groepen ondergebrachte apparatuur voor het meten door volume en het afleveren van fluïda of vloeibare vaste materialen

 

G 01 F    15/00                   Details of accessoires van apparatuur uit de groepen G01F 1/00 tot G01F 13/00, voor zover dergelijke details of toebehoren niet zijn aangepast voor specifieke soorten van dergelijke apparatuur [8]

G 01 F    15/02                   .    Compenseren of corrigeren van variaties in druk, dichtheid of temperatuur

G 01 F    15/04                   .    .    van te meten gassen

G 01 F    15/06                   .    Weergeefinrichtingen of opneeminrichtingen, bijv. voor aanduiding op afstand

G 01 F    15/07                   .    Integratie voor het aangeven van een totale stroming, bijv. gebruikmakend van een mechanisch bediend integrerend mechanisme [2]

G 01 F    15/075                  .    .    gebruikmakend van elektrisch bediende integrerende middelen [2]

G 01 F    15/08                   .    Luchtscheiders of gasscheiders in combinatie met vloeistofmeters; Vloeistofscheiders in combinatie met gasmeters

G 01 F    15/10                   .    Voorkomen van schade door bevriezing, of door overmatige of onvoldoende druk

G 01 F    15/12                   .    Reinigingsvoorzieningen; Filters [12]

G 01 F    15/14                   .    Omhulsels, bijv. van een speciaal materiaal

G 01 F    15/16                   .    Diafragma’s; Balgen; Bevestigingen daarvoor

G 01 F    15/18                   .    Steunen of koppelmiddelen voor meters

 

Meten van volume

 

G 01 F    17/00                   Methoden of apparatuur voor het bepalen van de capaciteit van containers of holten, of van het volume van vast lichamen (meten van lineaire maten voor het bepalen van een volume G01B)

 

G 01 F       19/00                 Geijkte inhoudsmaten voor vloeistoffen of vloeibare vaste materialen, bijv. meetschalen

 

G 01 F    22/00                   Niet elders ondergebrachte methoden of apparatuur voor het meten van het volume van fluïda of vloeibaar vast materiaal [5]

G 01 F    22/02                   .    waarbij sprake is van drukmeting [5]

 

Niveauweergeefmiddelen

 

G 01 F    23/00                   Aanduiden of meten van een vloeistofniveau, of het niveau van vloeibaar vast materiaal, bijv. in termen van volume, waarbij aanduiding plaatsvindt door middel van een alarm [12]

G 01 F      23/02                  .    door peilglazen of andere apparatuur waarbij sprake is van een venster of een transparante buis voor het direct observeren van het te meten niveau of het niveau van een vloeistofkolom in vrije verbinding met het hoofdlichaam van de vloeistof

G 01 F    23/04                   .    met dompellichamen, bijv. peilstokken

G 01 F    23/14                   .    door het meten van druk [12]

G 01 F    23/16                   .    .    Weergeefinrichtingen, opneeminrichtingen of alarminrichtingen die in werking worden gesteld door mechanische middelen of fluïdummiddelen, bijv. gebruikmakend van gas, kwik of een diafragma als overbrengingselement, of door een vloeistofkolom

G 01 F    23/18                   .    .    Weergeefinrichtingen, opneeminrichtingen of alarminrichtingen die elektrisch in werking worden gesteld

G 01 F    23/20                   .    door het meten van gewicht, bijv. voor het bepalen van het niveau van opgeslagen vloeibaar gas [12]

G 01 F    23/22                   .    door het meten van andere fysische variabelen dan lineaire maten, druk of gewicht, afhankelijk van het te meten niveau, bijv. door verschil in warmteoverdracht bij stoom of water (waarbij sprake is van het gebruik van vlotters G01F 23/30)

G 01 F    23/24                   .    .    door het meten van variaties in de weerstand van weerstanden ten gevolge van contact met een geleidend fluïdum

G 01 F    23/26                   .    .    door het meten van variaties in de capaciteit of inductie van condensatoren of inductieklossen die ontstaan door de aanwezigheid van een vloeistof of vloeibaar vast materiaal in de elektrische of elektromagnetische velden

G 01 F    23/28                   .    .    door het meten van de variaties van parameters van elektromagnetische of akoestische golven die direct worden toegepast op de vloeistof of het vloeibare vaste materiaal [6]

G 01 F    23/284                  .    .    .    Elektromagnetische golven [6]

G 01 F    23/288                  .    .    .    .    Röntgenstralen; Gammastralen [6]

G 01 F    23/292                  .    .    .    .    Licht [6]

G 01 F    23/296                  .    .    .    Akoestische golven [6]

G 01 F    23/30                   .    door vlotters [4,12]

G 01 F    23/32                   .    .    gebruikmakend van rotatie-armen of andere draaibare overbrengingselementen [4]

G 01 F    23/34                   .    .    .    gebruikmakend van mechanisch in werking gesteld weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/36                   .    .    .    gebruikmakend van elektrisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/38                   .    .    .    gebruikmakend van magnetisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/40                   .    .    gebruikmakend van banden of draden als overbrengingselementen [4]

G 01 F    23/42                   .    .    .    gebruikmakend van mechanisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/44                   .    .    .    gebruikmakend van elektrisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/46                   .    .    .    gebruikmakend van magnetisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/48                   .    .    gebruikmakend van draaispindels als overbrengingselementen [4]

G 01 F    23/50                   .    .    .    gebruikmakend van mechanisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/52                   .    .    .    gebruikmakend van elektrisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/54                   .    .    .    gebruikmakend van magnetisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/56                   .    .    gebruikmakend van elementen die zijn vastgemaakt aan, en rechtlijnig bewegen met, de vlotters als overbrengingselementen [4]

G 01 F    23/58                   .    .    .    gebruikmakend van mechanisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/60                   .    .    .    gebruikmakend van elektrisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/62                   .    .    .    gebruikmakend van magnetisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/64                   .    .    met een vrij drijvende vlotter [4]

G 01 F    23/66                   .    .    .    gebruikmakend van mechanisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/68                   .    .    .    gebruikmakend van elektrisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/70                   .    .    .    .    voor het alleen op discrete punten aftasten van niveauveranderingen [4]

G 01 F    23/72                   .    .    .    gebruikmakend van magnetisch in werking gestelde weergeefmiddelen [4]

G 01 F    23/74                   .    .    .    .    voor het alleen op discrete punten aftasten van niveauveranderingen [4]

G 01 F    23/76                   .    .    gekenmerkt door de constructie van de vlotter [4]

 

G 01 F    25/00                   Testen of ijken van apparatuur voor het meten van volume, volumestroming of vloeistofniveau, of voor het doseren per volume