SECTIE G FYSICA
(1)
In deze Sectie owrdt de volgende uitdrukking gebruikt met de
aangegevens betekenis:
- “variabele” (als een
zelfstand naamwoord) betekent een kenmerk of eigenschap (bijv. een dimensie, een
fysische toestand zoals temperatuur, een kwaliteit zoals dichtheid of kleur),
die met betrekking tot een bepaalde entiteit (bijv. een object, een hoeveelheid
van een substantie, een lichtstraal) en op een bepaald ogenblik, kan worden
gemeten; de variabele kan veranderen, zodat de numerieke uitdrukking ervan
verschillende waarden op verschillende tijden, onder verschillende condities of
in afzonderlijke gevallen kan aannemen, maar kan constant zijn met betrekking
tot een specifieke entiteit onder bepaalde omstandigheden of voor specifieke
doeleinden (bijv. de lengte van een staaf mag als constant worden beschouwd
voor vele doeleinden).
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
definities van gebruikte termen of uitdrukkingen. Sommige komen voor in de
Aantekeningen van diverse klassen in deze Sectie, zie in het bijzonder de
definitie van “meten” in klasse G01. Andere komen voor in § 187
van de Gids voor de IPC, zie in het bijzonder de definitie van “regelen”. [17]
(3) Klassering in deze Sectie kan moeilijker blijken
dan in andere Secties, omdat het onderscheid tussen verschillende
toepassingsgebieden in belangrijker mate afhankelijk is van de
bedoeling van de gebruiker dan op enig constructief verschil of
gebruiksverschil, en omdat de behandelde onderwerpen vaak deel uitmaken van
systemen of combinaties, met gezamenlijke kenmerken of delen, meer dan
“dingen”die als geheel gemakkelijk zijn te onderscheiden. Bijvoorbeeld,
informatie (bijv. een stel figuren) kan worden getoond met het doel van
onderwijs of reclame (G09), om het resultaat van een meting bekend te maken
(G01), voor het signaleren van de informatie naar een punt op afstand of het
geven van gesignaleerde informatie vanaf een punt op afstand (G08). De
gebruikte woorden om het doel te beschrijven hangen af van aspecten die
irrelevant kunnen zijn voor de vorm van het betreffende apparaat, bijv.
aspecten zoals het gewenste effectop de persoon die naar de afbeelding kijkt,
of of de afbeelding op afstand wordt geregeld. Nogmaals, een inrichting die in
zekere mate op een toestand reageert, bijv. op de druk van een fluïdum, kan
zonder wijziging aan de inrichting zelf worden gebruikt om informatie te geven
over de druk (G01L) of over een andere toestand die gekoppeld is aan de druk
(een andere subklasse van G01, bijv. G01K voor de temperatuur), om een opname
te maken van de druk of het voorkomen daarvan (G07C), om een alarm te geven
(G08B) of om een andere apparaat aan te sturen (G05).
Het
klasseringsschema is bedoeld om zaken van soortgelijke aard (zoals hierboven
aangegeven) bij elkaar te kunnen klasseren. Het is daarom in het bijzonder
noodzakelijk eerst over de werkelijke aard van enig technisch onderwerp te
beslissen voordat er goed geklasseerd kan worden.
G 01 METEN; TESTEN [9]
Aantekeningen
(1) Onder deze klasse vallen, naast “echte”
meetinstrumenten, andere weergeefinrichtingen of opneeminrichtingen met een
analoge constructie, en tevens signaleringsinrichtingen of regelinrichtingen
voor zover zij betrekking hebben op meting (zoals gedefinieerd in Aantekening 2
hieronder) en niet speciaal zijn aangepast aan het specifieke doel van
signalering of regeling.
(2) In deze klasse wordt de volgende term
gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “meten” wordt gebruikt om aanzienlijk meer
te dekken dan de primaire of basisbetekenis. In die primaire zin betekent dat
het vinden van een numerieke uitdrukking van de waarde van een variabele in
relatie tot een eenheid of gegeven of tot een andere variabele van dezelfde
aard, bijv. het uitdrukken van een lengte in termen van een andere lengte zoals
bij het meten van een lengte met een schaal; de waarde kan direct worden
verkregen (zoals eerder gesuggereerd) of door het meten van een andere
variabele waarvan de waarde in verband staat met de waarde van de gevraagde
variabele, zoals bij het meten van een temperatuursverandering door het meten
van een resulterende verandering in de lengte van een kwikkolom. Omdat echter
dezelfde inrichting of hetzelfde instrument, in plaats van voor het geven van
een directe aanduiding, kan worden gebruikt voor het produceren van een opname
of voor het op gang brengen van een signaal voor het produceren van een
aanduiding of regeling, of kan worden gebruikt in combinatie met andere
inrichtingen of instrumenten voor het aangeven van een gezamenlijk resultaat
uit een meting van twee of meer variabelen van dezelfde of een andere soort, is
het noodzakelijk om onder “meten” tevens een bewerking te verstaan die het
mogelijk moet maken een dergelijke numerieke uitdrukking te verkrijgen door het
aanvullend gebruik van een zekere wijze van omzetting van een waarde in
getallen. De uitdrukking in getallen kan derhalve werkelijk bestaan uit een
digitale presentatie of de aflezing van een schaal, of er kan een aanduiding
van worden gegeven zonder het gebruik van getallen, bijv. door een waarneembaar
kenmerk (variabele) van de entiteit (bijv. een object, substantie of
lichtstraal) waarvan de gemeten variabele een eigenschap of toestand is of door
iets wat met een dergelijk kenmerk overeenkomt (bijv. de overeenkomstige
positie van een lichaam zonder enige schaal of een overeenkomstige spanning die
op zekere wijze is opgewekt). In veel gevallen is er niet zo’n
waarde-aanduiding, maar slechts een aanduiding van het verschil of de gelijkheid
in relatie tot een standaard of gegeven (waarvan de waarde al dan niet bekend
is uit getallen); de standaard of het gegeven kan de waarde zijn van een andere
variabele van dezelfde aard maar van een verschillende entiteit (bijv. een
standaardmaat) of van dezelfde entiteit op een ander tijdstip. In de meest
eenvoudige vorm geeft een meting meer een aanduiding van de aanwezigheid of
afwezigheid van een zekere toestand of kwaliteit, bijv. beweging (in elke of in
één specifieke richting), of op het al dan niet overschrijden van een vooraf
bepaalde waarde door een variabele.
(3) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titel van klasse B81 en subklasse B81B met
betrekking tot “microstructurele inrichtingen” en
“microstructurele systemen”, en de Aantekeningen volgend op de titel van
subklasse B82B met betrekking tot “nanostructuren”. [7,17]
(4) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titel van Sectie G, in het bijzonder met betrekking
tot de definitie van de term “variabele”.
(5) In veel meetvoorzieningen wordt een eerste
te meten variabele omgezet in tweede of latere variabelen. De
tweede of latere variabelen kunnen zijn (a) een toestand die in verband staat
met de eerste variabele en die wordt geproduceerd in een lichaam, of (b) de
verplaatsing van een lichaam. Verdere omzetting kan nodig zijn. Bij het
klasseren van zo’n voorziening (i) wordt de of elke van belang zijnde omzetstap
geklasseerd, of (ii) wordt - als alleen het gehele systeem van belang is - de
eerste variabele geklasseerd op de toepasselijke plaats. Dit is in het
bijzonder van belang als er twee of meer omzettingen plaatsvinden, bijvoorbeeld
daar waar een eerste variabele, bijv. druk, wordt omgezet in een tweede
variabele, bijv. een optische eigenschap van een tastlichaam, en die tweede
variabele wordt uitgedrukt door een derde variabele, bijv. een elektrisch
effect. In zo’n geval moeten de volgende klasseringsplaatsen in beschouwing
worden genomen: de plaats voor de omzetting van de eerste variabele, die voor
het aftasten van de conditie die wordt veroorzaakt door die variabele,
subklasse G01D voor het uitdrukken van de meting en tenslotte de plaats voor
het volledige systeem, als die er is. [6]
(6) De meting van verandering in de waarde van
een fysische eigenschap wordt geklasseerd in dezelfde subklasse als de meting
van die fysische eigenschap, bijv. meting van vergroting van de lengte, wordt
geklasseerd in subklasse G01B.
G 01 G WEGEN [11]
De aandacht
wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titel van klasse G01.
G 01 G 1/02 . Apparatuur met een slingergewicht
G 01 G 1/04 . . waarbij de slinger een
vaste draai-as heeft
G 01 G 1/06 . . . met meerdere slingers
G 01 G 1/08 . . waarbij de slinger een
bewegende draai-as heeft, bijv. een zwevende slinger
G 01 G 1/10 . . . met meerdere slingers
G 01 G 1/12 . . Constructieve voorzieningen
voor het verkrijgen van gelijke schaaldelen
G 01 G 1/14 . . Temperatuurcompensatievoorzieningen
G 01 G 1/16 . . Middelen voor het
corrigeren van schuinstand bij bevestiging
G 01 G 1/18 . Balansen waarbij sprake is van het gebruik van een draaiboom,
d.w.z. jukbalansen
G 01 G 1/20 . . Jukbalansen waarbij de
schalen worden gedragen onder het juk, en voor gebruik met aparte
contragewichten
G 01 G 1/22 . . . voor precisie-wegen
G 01 G 1/24 . . Weegbruggen, d.w.z.
waarbij de schalen worden gedragen boven het juk
G 01 G 1/26 . . met een bijbehorend
contragewicht of een bijbehorende set contragewichten
G 01 G 1/28 . . . waarbij sprake is van middelen voor het
automatisch optillen van contragewichten in overeenstemming met de belasting
G 01 G 1/29 . . . . met
elektrische of elektromechanische regelmiddelen [3]
G 01 G 1/30 . . . waarin het contragewicht de vorm heeft van
een ketting
G 01 G 1/32 . . . waarin de contragewichten de vorm hebben van
loopgewichten
G 01 G 1/34 . . . waarbij sprake is van een vast
contragewicht, met balansgewichten die selectief worden toegevoegd aan de
lastzijde
G 01 G 1/36 . . . waarin de contragewichten kunnen verschuiven
langs het juk, bijv. unsters
G 01 G 1/38 . . . . met
een automatisch aangedreven contragewicht
G 01 G 1/40 . . speciaal aangepast voor
het wegen door vervanging
G 01 G 1/42 . . Temperatuurcompensatievoorzieningen
G 01 G 3/02 . waarin het weegelement de vorm heeft van een schroefveer
G 01 G 3/04 . . gebruikmakend van
meerdere veren
G 01 G 3/06 . waarin het weegelement de vorm heeft van een spiraalveer
G 01 G 3/08 . waarin het weegelement de vorm heeft van een bladveer
G 01 G 3/10 . waarin de torsievervorming van een weegelement wordt gemeten
G 01 G 3/12 . waarin het weegelement de vorm heeft van een massief lichaam dat
tijdens het wegen door duwen of trekken onder spanning staat
G 01 G 3/13 . . met piëzo-elektrische
of piëzo-resistieve eigenschappen [3]
G 01 G 3/14 . . voor het meten van
variaties in elektrische weerstand (G01G 3/13 heeft voorrang) [3]
G 01 G
3/142 . . . Speciaal aangepaste circuits daarvoor [3]
G 01 G
3/145 . . . . waarbij
sprake is van vergelijking met een referentiewaarde (G01G 3/147 heeft voorrang)
[3]
G 01 G
3/147 . . . . waarbij
sprake is van digitale telling [3]
G 01 G 3/15 . . voor het meten van
variaties in magnetische eigenschappen
G 01 G 3/16 . . voor het meten van
variaties in de frequentie van oscillaties van het lichaam
G 01 G 3/18 . Temperatuurcompensatievoorzieningen
G 01 G 5/00 Weegapparatuur waarin het in
evenwicht brengen wordt veroorzaakt door fluïdumwerking
G 01 G 5/02 . met een vlotter of ander lichaam dat variërend wordt
ondergedompeld in vloeistof
G 01 G 5/04 . met middelen voor het meten van de druk die ontstaat door de
belasting op een vloeistof [11]
G 01 G 5/06 . . gebruikmakend van
elektrische weergeefmiddelen [3]
G 01 G 7/00 Weegapparatuur waarin het in
evenwicht brengen wordt veroorzaakt door magnetische, elektromagnetische of
elektrostatische werking, of door middelen die niet vallen onder de groepen
G01G 1/00 tot G01G 5/00 [8]
G 01 G 7/02 . door elektromagnetische werking
G 01 G 7/04 . . met middelen voor het
regelen van de stroom naar draadspoelen
G 01 G 7/06 . door elektrostatische werking
G 01 G 11/02 . met mechanische inrichtingen die gevoelig
zijn voor gewicht
G 01 G 11/04 . met elektrische inrichtingen die gevoelig
zijn voor gewicht
G 01 G 11/06 . met fluïduminrichting die gevoelig zijn voor
gewicht
G 01 G 11/08 . met middelen voor het regelen van de mate
van toevoer of afvoer [11]
G 01 G 11/10 . . door
het regelen van de hoogte van het materiaal op de band
G 01 G 11/12 . . door
het regelen van de snelheid van de band
G 01 G 11/14 . gebruikmakend van optelinrichtingen en
integrerende inrichtingen [11]
G 01 G 11/16 . . in
de vorm van elektrische of elektronische inrichtingen [3]
G 01 G 11/18 . . . gebruikmakend van digitale telling [3]
G 01 G 11/20 . . in
de vorm van mechanische inrichtingen [3]
G 01 G 13/00 Weegapparatuur
met automatische toevoer of afvoer voor het afwegen van hoeveelheden materiaal (voor
het wegen van een continue stroom G01G 11/00; controleweging G01G 15/00; voor
fluïda G01G 17/04; in verhouding brengen door het wegen van te mengen
materialen G01G 19/22; combinatiewegen G01G 19/387) [5]
G 01 G 13/02 . Middelen voor het automatisch vullen van
weegschalen of andere houders, bijv. wegwerpcontainers, geregeld door het
weegmechanisme
G 01 G 13/04 . . waarbij
sprake is van druppeltoevoermiddelen die worden geregeld door het
weegmechanisme, voor het vullen van de houder tot aan het doelgewicht
G 01 G 13/06 . . . waarin de hoofdtoevoer wordt veroorzaakt
door zwaartekracht vanuit een trechter of glijgoot
G 01 G 13/08 . . . waarin de hoofdtoevoer wordt veroorzaakt
door mechanische transportmiddelen, bijv. door transportbanden of door triltransporteurs
G 01 G 13/10 . . . waarin de hoofdtoevoer wordt veroorzaakt
door pneumatische transportmiddelen, bijv. door gefluïdiseerde toevoer van
korrelvormig materiaal
G 01 G 13/12 . . Voorzieningen
voor het compenseren voor materiaal dat blijft hangen bij het afsluiten, d.w.z.
voor materiaal dat nog steeds uit de toevoerapparatuur valt als de weger de
toevoer afsluit
G 01 G 13/14 . . Voorzieningen
voor het bepalen van, of compenseren voor, het tarragewicht van een
niet-gevulde container, bijv. van een wegwerpcontainer
G 01 G 13/16 . Middelen voor het automatisch afvoeren van
weeghouders, geregeld door het weegmechanisme
G 01 G 13/18 . . door
kleppen of schuiven in de containerbodem
G 01 G 13/20 . . door
schroeftransporteurs in de weeghouder
G 01 G 13/22 . . door
het kantelen of roteren van de houder
G 01 G 13/24 . Regelvoorzieningen bij weegmechanismen voor
automatische toevoer of afvoer
G 01 G 13/26 . . waarbij
sprake is van fluïdumdruksystemen
G 01 G 13/28 . . waarbij
sprake is van variatie van een elektrische variabele die wordt gebruikt voor
het regelen van het vullen of legen van de houder
G 01 G 13/285 . . . waarbij sprake is van vergelijking met een
referentiewaarde (G01G 13/29 heeft voorrang) [3]
G 01 G 13/29 . . . waarbij sprake is van digitale telling [3]
G 01 G 13/295 . . . voor het regelen van het automatisch vullen
van de houder [3]
G 01 G 13/30 . . waarbij
sprake is van limietschakelaars of positie-gevoelige schakelaars
G 01 G 13/32 . . . waarbij sprake is van foto-elektrische
inrichtingen
G 01 G 13/34 . . waarbij
sprake is van een mechanische verbinding die wordt aangedreven door het
weegmechanisme
G 01 G 15/00 Voorzieningen
voor controleweging van materialen die worden afgegeven in verwijderbare
containers [11]
G 01 G 15/02 . met een voorziening voor het toevoegen of
verwijderen van een klaargemaakte hoeveelheid materiaal voor het verkrijgen van
het gewenste nettogewicht (druppeltoevoermiddelen voor automatische
portiewegers G01G 13/04)
G 01 G 15/04 . met een voorziening voor het toevoegen of
verwijderen van een klaargemaakte hoeveelheid materiaal voor het verkrijgen van
het gewenste brutogewicht (druppeltoevoermiddelen voor automatische
portiewegers G01G 13/04)
G 01 G 17/00 Apparatuur
of methoden voor het wegen van materiaal met een speciale vorm of eigenschap (bepalen
van een gewicht door het meten van volume G01F)
G 01 G 17/02 . voor het wegen van materiaal met een
filamentvorm of plaatvorm
G 01 G 17/04 . voor het wegen van fluïda, bijv. gassen of
pasta’s
G 01 G 17/06 . . met
middelen voor het regelen van de toevoer of afvoer
G 01 G 17/08 . voor het wegen van vee
G 01 G 19/00 Weegapparatuur
die is aangepast voor een speciaal doel voor zover niet vallend onder de
groepen G01G 11/00 tot G01G 17/00 [8]
G 01 G 19/02 . voor het wegen van een lichamen op rollen of
wielen, bijv. voertuigen
G 01 G 19/03 . . voor
het wegen tijdens beweging (G01G 19/04 en G01G 19/07 hebben voorrang) [3]
G 01 G 19/04 . . voor
het wegen van wagons
G 01 G 19/06 . . . op bovengrondse rails
G 01 G 19/07 . . voor
het wegen van vliegtuigen
G 01 G 19/08 . voor inbouw in voertuigen [11]
G 01 G 19/10 . . met
fluïduminrichtingen die gevoelig zijn voor gewicht
G 01 G 19/12 . . met
elektrische inrichtingen die gevoelig zijn voor gewicht
G 01 G 19/14 . voor het wegen van hangende lasten (G01G
3/00 heeft voorrang) [11]
G 01 G 19/16 . . met
fluïduminrichtingen die gevoelig zijn voor gewicht
G 01 G 19/18 . . met
elektrische inrichtingen die gevoelig zijn voor gewicht
G 01 G 19/20 . . voor
het wegen van lasten in onbalans
G 01 G 19/22 . voor het in verhouding brengen van
materialen door wegen voorafgaand aan het mengen ervan [11]
G 01 G 19/24 . . gebruikmakend
van één weegapparaat
G 01 G 19/26 . . . in samenhang met twee of meer jukken met een
contragewicht
G 01 G 19/28 . . . met fluïduminrichtingen die gevoelig zijn
voor gewicht
G 01 G 19/30 . . . met elektrische inrichtingen die gevoelig
zijn voor gewicht
G 01 G 19/32 . . gebruikmakend
van twee of meer weegapparaten
G 01 G 19/34 . . met
elektrische regelmiddelen
G 01 G 19/36 . . met
mechanische regelmiddelen
G 01 G 19/38 . . programma-gestuurd,
bijv. met een ponsband (programmaregeling in het algemeen G05)
G 01 G 19/387 . voor combinatieweging, d.w.z. het selecteren
van een combinatie van artikelen waarvan het totaalgewicht of het aantal het
dichtst bij een gewenste waarde ligt [5]
G 01 G 19/393 . . gebruikmakend
van twee of meer weegeenheden [5]
G 01 G 19/40 . met voorzieningen voor het aanduiden,
opnemen of berekenen van een prijs of andere grootheden afhankelijk van het
gewicht (weergeefmiddelen voor weegapparatuur G01G 23/18; opneemmiddelen voor
weegapparatuur G01G 23/18) [11]
G 01 G 19/41 . . gebruikmakend
van mechanische rekenmiddelen
G 01 G 19/413 . . gebruikmakend
van elektromechanische of elektronische rekenmiddelen
G 01 G 19/414 . . . met alleen elektronische rekenmiddelen [5]
G 01 G 19/415 . . . . gecombineerd
met opneemmiddelen [5]
G 01 G 19/417 . . met
een voorziening voor het controleren van het telgedeelte van de balans
G 01 G 19/42 . . voor
het tellen door weging (G01G 19/387 heeft voorrang) [5]
G 01 G 19/44 . voor het wegen van personen
G 01 G 19/46 . . Speciaal
aangepaste veerbalansen voor dit doel
G 01 G 19/48 . . Speciaal
aangepaste slingerbalansen voor dit doel
G 01 G 19/50 . . met
extra meetinrichtingen, bijv. voor de lengte
G 01 G 19/52 . Weegapparatuur gecombineerd met andere
objecten, bijv. met meubilair (met wandelstokken A45B 3/08)
G 01 G 19/54 . . gecombineerd
met schrijfwerktuigen of briefopeners
G 01 G 19/56 . . gecombineerd
met handgrepen van gereedschap of van huishoudelijke werktuigen
G 01 G 19/58 . . gecombineerd
met handgrepen van koffers en dergelijke
G 01 G 19/60 . . gecombineerd
met visuitrusting, bijv. met hengelstokken
G 01 G 19/62 . Weegapparatuur voor overgewicht of
ondergewicht [3]
G 01 G 19/64 . Weegapparatuur waarbij een percentage wordt
aangeduid, d.w.z. waarbij het gewicht wordt uitgedrukt als percentage van een
vooraf bepaald gewicht of een begingewicht [3]
G 01 G 21/02 . Opstellingen van lagers [11]
G 01 G 21/04 . . van
mes-ondersteuningen
G 01 G 21/06 . . van
kogellagers of rollagers
G 01 G 21/07 . . van
flexure-plate lagers [3]
G 01 G 21/08 . . Lager-bevestigingen
of stelmiddelen daarvoor
G 01 G 21/10 . . Zwevende
ophangingen; Opstellingen van schokdempers [11]
G 01 G 21/12 . . Inrichtingen
voor het voorkomen van ontregeling
G 01 G 21/14 . Jukken
G 01 G 21/16 . . met
een samengestelde constructie; Verbindingen tussen verschillende jukken
G 01 G 21/18 . Schakelverbindingen tussen het juk en de
weegschaal
G 01 G 21/20 . . voor
precisieweegapparatuur
G 01 G 21/22 . Weegschalen of andere weeghouders;
Weegplatforms
G 01 G 21/23 . Ondersteuning of ophanging van weegplatforms
(G01G 21/24 heeft voorrang) [3]
G 01 G 21/24 . Geleiders of stangoverbrengingen voor het
garanderen van een parallelle beweging van de weegschalen
G 01 G 21/26 . Contragewichten; Balansgewichten; Sets van
gewichten; Houders voor het bewaren van gewichten
G 01 G 21/28 . Frames; Behuizingen
G 01 G 21/30 . Middelen voor het voorkomen van
verontreiniging door vuil
G 01 G 23/01 . Testen of ijken van weegapparatuur [3]
G 01 G 23/02 . Ontlastmechanismen; Blokkeermechanismen
G 01 G 23/04 . . voor
precisieweegapparatuur
G 01 G 23/06 . Middelen voor het dempen van oscillaties,
bijv. van weegjukken
G 01 G 23/08 . . door
fluïdummiddelen
G 01 G 23/10 . . door
elektrische of magnetische middelen
G 01 G 23/12 . . speciaal
aangepast voor het voorkomen van oscillaties ten gevolge van beweging van de
last
G 01 G 23/14 . Inrichtingen voor het bepalen van het
tarragewicht of voor het laten wegvallen van de tarra door het op nul stellen,
bijv. mechanisch bediend (in verband met het automatisch vullen G01G 13/14)
G 01 G 23/16 . . elektrisch
of magnetisch bediend
G 01 G 23/18 . Weergeefinrichtingen, bijv. voor aanduiding
op afstand; Opneeminrichtingen; Schalen, bijv. met maatverdeling
G 01 G 23/20 . . Aanduiden
van het gewicht door mechanische middelen
G 01 G 23/22 . . . gecombineerd met prijsweergeefmiddelen
G 01 G 23/24 . . . waarbij sprake is van logaritmische schalen
G 01 G 23/26 . . . Aandrijving voor het weergeeflichaam, bijv. mechanische
versterkers
G 01 G 23/28 . . . waarbij sprake is van hulpmarkeringen of
geheugenmarkeringen
G 01 G 23/30 . . . met middelen voor het verlichten van de
schaal
G 01 G 23/32 . . Aanduiden
van het gewicht door optische projectiemiddelen
G 01 G 23/34 . . . gecombineerd met prijsweergeefmiddelen
G 01 G 23/35 . . Aanduiden
van het gewicht door fotografische opname
G 01 G 23/36 . . Aanduiden
van het gewicht door elektrische middelen, bijv. gebruikmakend van
foto-elektrische cellen
G 01 G 23/365 . . . waarbij sprake is van vergelijking met een
referentiewaarde (G01G 23/37 heeft voorrang) [3]
G 01 G 23/37 . . . waarbij sprake is van digitale telling
G 01 G 23/375 . . . . tijdens
het bewegen van een gecodeerd element [3]
G 01 G 23/38 . . Speciaal
aangepaste opneeminrichtingen of codeerinrichtingen voor weegapparatuur [11]
G 01 G 23/40 . . . mechanisch bediend
G 01 G 23/42 . . . elektrisch bediend
G 01 G 23/44 . . . . Codeerinrichtingen
daarvoor [3]
G 01 G 23/46 . . . Inrichtingen voor het voorkomen van opname
totdat het weegmechanisme tot rust is gekomen [3]
G 01 G 23/48 . Temperatuurcompensatievoorzieningen (G01G
1/14, G01G 1/42 en G01G 3/18 hebben voorrang) [3]