SECTIE G         FYSICA

              Aantekeningen

 

(1)        In deze Sectie owrdt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegevens betekenis:

-        “variabele” (als een zelfstand naamwoord) betekent een kenmerk of eigenschap (bijv. een dimensie, een fysische toestand zoals temperatuur, een kwaliteit zoals dichtheid of kleur), die met betrekking tot een bepaalde entiteit (bijv. een object, een hoeveelheid van een substantie, een lichtstraal) en op een bepaald ogenblik, kan worden gemeten; de variabele kan veranderen, zodat de numerieke uitdrukking ervan verschillende waarden op verschillende tijden, onder verschillende condities of in afzonderlijke gevallen kan aannemen, maar kan constant zijn met betrekking tot een specifieke entiteit onder bepaalde omstandigheden of voor specifieke doeleinden (bijv. de lengte van een staaf mag als constant worden beschouwd voor vele doeleinden).

              (2)      De aandacht wordt gevestigd op de definities van gebruikte termen of uitdrukkingen. Sommige komen voor in de Aantekeningen van diverse klassen in deze Sectie, zie in het bijzonder de definitie van “meten” in klasse G01. Andere komen voor in § 187 van de Gids voor de IPC, zie in het bijzonder de definitie van “regelen”. [17]

              (3)      Klassering in deze Sectie kan moeilijker blijken dan in andere Secties, omdat het onderscheid tussen verschillende toepassingsgebieden in belangrijker mate afhankelijk is van de bedoeling van de gebruiker dan op enig constructief verschil of gebruiksverschil, en omdat de behandelde onderwerpen vaak deel uitmaken van systemen of combinaties, met gezamenlijke kenmerken of delen, meer dan “dingen”die als geheel gemakkelijk zijn te onderscheiden. Bijvoorbeeld, informatie (bijv. een stel figuren) kan worden getoond met het doel van onderwijs of reclame (G09), om het resultaat van een meting bekend te maken (G01), voor het signaleren van de informatie naar een punt op afstand of het geven van gesignaleerde informatie vanaf een punt op afstand (G08). De gebruikte woorden om het doel te beschrijven hangen af van aspecten die irrelevant kunnen zijn voor de vorm van het betreffende apparaat, bijv. aspecten zoals het gewenste effectop de persoon die naar de afbeelding kijkt, of of de afbeelding op afstand wordt geregeld. Nogmaals, een inrichting die in zekere mate op een toestand reageert, bijv. op de druk van een fluïdum, kan zonder wijziging aan de inrichting zelf worden gebruikt om informatie te geven over de druk (G01L) of over een andere toestand die gekoppeld is aan de druk (een andere subklasse van G01, bijv. G01K voor de temperatuur), om een opname te maken van de druk of het voorkomen daarvan (G07C), om een alarm te geven (G08B) of om een andere apparaat aan te sturen (G05).

                        Het klasseringsschema is bedoeld om zaken van soortgelijke aard (zoals hierboven aangegeven) bij elkaar te kunnen klasseren. Het is daarom in het bijzonder noodzakelijk eerst over de werkelijke aard van enig technisch onderwerp te beslissen voordat er goed geklasseerd kan worden.

 

INSTRUMENTEN

 

G 01       METEN; TESTEN [9]

 

              Aantekeningen

 

(1)        Onder deze klasse vallen, naast “echte” meetinstrumenten, andere weergeefinrichtingen of opneeminrichtingen met een analoge constructie, en tevens signaleringsinrichtingen of regelinrichtingen voor zover zij betrekking hebben op meting (zoals gedefinieerd in Aantekening 2 hieronder) en niet speciaal zijn aangepast aan het specifieke doel van signalering of regeling.

(2)        In deze klasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

                        -        “meten” wordt gebruikt om aanzienlijk meer te dekken dan de primaire of basisbetekenis. In die primaire zin betekent dat het vinden van een numerieke uitdrukking van de waarde van een variabele in relatie tot een eenheid of gegeven of tot een andere variabele van dezelfde aard, bijv. het uitdrukken van een lengte in termen van een andere lengte zoals bij het meten van een lengte met een schaal; de waarde kan direct worden verkregen (zoals eerder gesuggereerd) of door het meten van een andere variabele waarvan de waarde in verband staat met de waarde van de gevraagde variabele, zoals bij het meten van een temperatuursverandering door het meten van een resulterende verandering in de lengte van een kwikkolom. Omdat echter dezelfde inrichting of hetzelfde instrument, in plaats van voor het geven van een directe aanduiding, kan worden gebruikt voor het produceren van een opname of voor het op gang brengen van een signaal voor het produceren van een aanduiding of regeling, of kan worden gebruikt in combinatie met andere inrichtingen of instrumenten voor het aangeven van een gezamenlijk resultaat uit een meting van twee of meer variabelen van dezelfde of een andere soort, is het noodzakelijk om onder “meten” tevens een bewerking te verstaan die het mogelijk moet maken een dergelijke numerieke uitdrukking te verkrijgen door het aanvullend gebruik van een zekere wijze van omzetting van een waarde in getallen. De uitdrukking in getallen kan derhalve werkelijk bestaan uit een digitale presentatie of de aflezing van een schaal, of er kan een aanduiding van worden gegeven zonder het gebruik van getallen, bijv. door een waarneembaar kenmerk (variabele) van de entiteit (bijv. een object, substantie of lichtstraal) waarvan de gemeten variabele een eigenschap of toestand is of door iets wat met een dergelijk kenmerk overeenkomt (bijv. de overeenkomstige positie van een lichaam zonder enige schaal of een overeenkomstige spanning die op zekere wijze is opgewekt). In veel gevallen is er niet zo’n waarde-aanduiding, maar slechts een aanduiding van het verschil of de gelijkheid in relatie tot een standaard of gegeven (waarvan de waarde al dan niet bekend is uit getallen); de standaard of het gegeven kan de waarde zijn van een andere variabele van dezelfde aard maar van een verschillende entiteit (bijv. een standaardmaat) of van dezelfde entiteit op een ander tijdstip. In de meest eenvoudige vorm geeft een meting meer een aanduiding van de aanwezigheid of afwezigheid van een zekere toestand of kwaliteit, bijv. beweging (in elke of in één specifieke richting), of op het al dan niet overschrijden van een vooraf bepaalde waarde door een variabele.

              (3)      De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titel van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”, en de Aantekeningen volgend op de titel van subklasse B82B met betrekking tot “nanostructuren”. [7,17]

              (4)      De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titel van Sectie G, in het bijzonder met betrekking tot de definitie van de term “variabele”.

              (5)      In veel meetvoorzieningen wordt een eerste te meten variabele omgezet in tweede of latere variabelen. De tweede of latere variabelen kunnen zijn (a) een toestand die in verband staat met de eerste variabele en die wordt geproduceerd in een lichaam, of (b) de verplaatsing van een lichaam. Verdere omzetting kan nodig zijn. Bij het klasseren van zo’n voorziening (i) wordt de of elke van belang zijnde omzetstap geklasseerd, of (ii) wordt - als alleen het gehele systeem van belang is - de eerste variabele geklasseerd op de toepasselijke plaats. Dit is in het bijzonder van belang als er twee of meer omzettingen plaatsvinden, bijvoorbeeld daar waar een eerste variabele, bijv. druk, wordt omgezet in een tweede variabele, bijv. een optische eigenschap van een tastlichaam, en die tweede variabele wordt uitgedrukt door een derde variabele, bijv. een elektrisch effect. In zo’n geval moeten de volgende klasseringsplaatsen in beschouwing worden genomen: de plaats voor de omzetting van de eerste variabele, die voor het aftasten van de conditie die wordt veroorzaakt door die variabele, subklasse G01D voor het uitdrukken van de meting en tenslotte de plaats voor het volledige systeem, als die er is. [6]

              (6)      De meting van verandering in de waarde van een fysische eigenschap wordt geklasseerd in dezelfde subklasse als de meting van die fysische eigenschap, bijv. meting van vergroting van de lengte, wordt geklasseerd in subklasse G01B.

 

G 01 R    METEN VAN ELEKTRISCHE VARIABELEN; METEN VAN MAGNETISCHE VARIABELEN (aanduiden van de correcte afstemming van resonantiecircuits H03J 3/12) [13] 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze subklasse valt:

                        -        het meten van alle soorten elektrische of magnetische variabelen, direct of door afleiding van andere elektrische of magnetische variabelen;

                        -        het meten van alle soorten elektrische of magnetische eigenschappen van materialen;

                        -        het testen van elektrische of magnetische inrichtingen, apparatuur of netwerken (bijv. ontladingsbuizen of versterkers) of het meten van hun karakteristieken;

                        -        het aanduiden van de aanwezigheid of de kentekenen van stroom of spanning;

                        -        niet speciaal aangepaste NMR-apparatuur, EPR-apparatuur of andere apparatuur met een spineffect, voor een specifieke toepassing; [5]

                        -        uitrusting voor het opwekken van signalen die kunnen worden gebruikt voor het uitvoeren van dergelijke testen en metingen.

              (2)      In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

                        -        “meten” omvat onderzoeken;

                        -        “instrumenten” of “meetinstrumenten” betekent elektromechanische meetmechanismen;

                        -        “voorzieningen voor het meten“ betekent apparatuur, circuits of methoden voor het meten;

              (3)            De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titel van klasse G01.

              (4)            In deze subklasse worden instrumenten of voorzieningen voor het meten van elektrische variabelen op de volgende wijze geklasseerd:

                        -        Elektromechanische instrumenten waar de gemeten elektrische variabelen direct invloed heeft op de gemeten waarde, inclusief gecombineerde effecten van twee of meer variabelen, worden geklasseerd in de groepen G01R 5/00 tot G01R 11/00. [8]

                        -        Details die horen bij verschillende soorten instrumenten uit de groepen G01R 5/00 tot G01R 11/00 worden geklasseerd in de groep G01R 1/00. [8]

                        -        Voorzieningen met circuits voor het verkrijgen van een indicatie van een gemeten waarde door afleiding, berekening of het op andere wijze bewerken van elektrische variabelen, bijv. door vergelijken met een andere waarde, worden geklasseerd in de groepen G01R 17/00 tot G01R 29/00. [8]

                        -        Details die horen bij verschillende soorten voorzieningen uit de groepen G01R 17/00 tot G01R 29/00 worden geklasseerd in de groep G01R 15/00. [8]

              (5)      In deze subklasse heeft groep G01R 17/00 voorrang boven de groepen G01R 19/00 tot G01R 31/00.

 

G 01 R      1/00                    Details van instrumenten of voorzieningen van de soorten die vallen onder de groepen G01R 5/00 tot G01R 13/00 of G01R 31/00 (specifieke constructieve details die horen bij elektromechanische voorzieningen voor het meten van het elektriciteitsverbruik G01R 11/02) [3,8,13]

G 01 R      1/02                    .    Algemene constructieve details [13]

G 01 R      1/04                    .    .    Behuizingen; Steunlichamen; Voorzieningen van aansluitklemmen [8]

G 01 R      1/06                    .    .    Meetleidingen; Meetsondes (G01R 19/145 en G01R 19/165 hebben voorrang) [3,13]

G 01 R      1/067                  .    .    .    Meetsondes [3]

G 01 R      1/07                    .    .    .    .    Sondes die geen contact maken [6]

G 01 R      1/073                  .    .    .    .    Meervoudige sondes [3]

G 01 R      1/08                    .    .    Wijzers; Schalen, Schaalverlichting

G 01 R      1/10                    .    .    Voorzieningen van lagers [8]

G 01 R      1/12                    .    .    .    van strooklagers of draadlagers

G 01 R      1/14                    .    .    Remvoorzieningen; Dempingsvoorzieningen

G 01 R      1/16                    .    .    Magneten

G 01 R      1/18                    .    .    Schermvoorzieningen tegen elektrische of magnetische velden, bijv. tegen het aard-veld

G 01 R      1/20                    .    Modificaties van elektrische basiselementen voor gebruik in elektrische meetinstrumenten; Structurele combinaties van dergelijke elementen met dergelijke instrumenten [8]

G 01 R      1/22                    .    .    Ampèretangen die werken als secundaire wikkelingen van stroomtransformatoren [13]

G 01 R      1/24                    .    .    Voedingsleiding, bijv. een golfgeleider, waarbij gedeelten wordt gemeten, bijv. een spleetgedeelte

G 01 R      1/26                    .    .    .    waarbij de sonde lineair beweegt

G 01 R      1/28                    .    Voorziening in meetinstrumenten voor referentiewaarden, bijv. een standaardspanning of standaardgolfvorm

G 01 R      1/30                    .    Structurele combinatie van elektrische meetinstrumenten met elektronische basiscircuits, bijv. met een versterker

G 01 R      1/36                    .    Beschermingsvoorzieningen of beschermingscircuits tegen overbelasting voor elektrische meetinstrumenten [8]

G 01 R      1/38                    .    Voorzieningen voor het wijzigen van de weergeefkarakteristiek, bijv. door het modificeren van de luchtspleet [13]

G 01 R      1/40                    .     Modificaties van instrumenten voor het aanduiden van de maximumwaarde of minimumwaarde die na een tijdsinterval wordt bereikt, bijv. door een wijzer op het weergeefmiddel die het maximum aanduidt [3]

G 01 R      1/42                    .    .    thermisch bediend

G 01 R      1/44                    .    Modificaties van instrumenten voor temperatuurcompensatie [2] 

G 01 R      3/00                    Speciaal aangepaste apparatuur of processen voor het maken van meetinstrumenten

 

G 01 R      5/00                    Instrumenten voor het omzetten van één stroom of één spanning in een mechanische verplaatsing [13]

G 01 R      5/02                    .    Draaispoel-instrumenten

G 01 R      5/04                    .    .    met een magneet buiten de spoel

G 01 R      5/06                    .    .    met een kernmagneet

G 01 R      5/08                    .    .    speciaal aangepast voor wijdzichtafbuiging; met een draaispoel met excentrisch draaipunt

G 01 R      5/10                    .    Snaargalvanometers

G 01 R      5/12                    .    Lus-galvanometers

G 01 R      5/14                    .    Weekijzerinstrumenten

G 01 R      5/16                    .    .    met een draaimagneet

G 01 R      5/18                    .    .    met een roterend weekijzer, bijv. een naaldgalvanometer

G 01 R      5/20                    .    Inductie-instrumenten bijv. Ferraris-instrumenten

G 01 R      5/22                    .    Thermo-elektrische instrumenten [13]

G 01 R      5/24                    .    .    bediend door verlenging van een strook of draad of door expansie van een gas of fluïdum

G 01 R      5/26                    .    .    bediend door vervorming van een bimetaalelement

G 01 R      5/28                    .    Elektrostatische instrumenten [13]

G 01 R      5/30                    .    .    Bladelektrometers

G 01 R      5/32                    .    .    Draadelektrometers; Naaldelektrometers

G 01 R      5/34                    .    .    Kwadrantelektrometers

 

G 01 R      7/00                    Instrumenten die twee of meer stromen of spanningen kunnen omzetten in één mechanische verplaatsing (G01R 9/00 heeft voorrang)

G 01 R      7/02                    .    voor het vormen van een som of een verschil

G 01 R      7/04                    .    voor het vormen van een quotiënt (voor het meten van weerstand G01R 27/08)

G 01 R      7/06                    .    .    met een weekijzer

G 01 R      7/08                    .    .    met een draaispoel, bijv. een kruisspoel

G 01 R      7/10                    .    .    .    met meer dan twee draaispoelen

G 01 R      7/12                    .    voor het vormen van een product

G 01 R      7/14                    .    .    met een weekijzer

G 01 R      7/16                    .    .    met zowel vaste spoelen als draaispoelen, d.w.z. dynamometers

G 01 R      7/18                    .    .    .    met een ijzeren kern die magnetisch vaste spoelen en draaispoelen koppelt 

G 01 R      9/00                    Instrumenten waarbij sprake is van mechanische resonantie

G 01 R      9/02                    .    Vibratiegalvanometers, bijv. voor het meten van stroom

G 01 R      9/04                    .    gebruikmakend van trilrieten, bijv. voor het meten van frequentie

G 01 R      9/06                    .    .    magnetisch aangedreven

G 01 R      9/08                    .    .    piëzo-elektrisch aangedreven

 

G 01 R    11/00                   Elektromechanische voorzieningen voor het meten van een tijdsintegraal van elektrisch vermogen of elektrische stroom, bijv. van het verbruik (bewaken van het elektriciteitsverbruik van elektrisch voortbewogen voertuigen B60L 3/00) [8]

G 01 R    11/02                   .    Constructieve details [13]

G 01 R    11/04                   .    .    Behuizingen; Steunrekken; Voorzieningen van aansluitklemmen

G 01 R    11/06                   .    .    Magnetische circuits van inductiemeters [2]

G 01 R    11/067                  .    .    .    Spoelen daarvoor [2]

G 01 R    11/073                  .    .    .    Ankers daarvoor [2]

G 01 R    11/09                   .    .    .    .    Schijfankers [2]

G 01 R    11/10                   .    .    Remmagneten; Dempingsvoorzieningen

G 01 R    11/12                   .    .    Voorzieningen van lagers [8]

G 01 R    11/14                   .    .    .    met magnetische ontlasting

G 01 R    11/16                   .    .    Aanpassingen van tellers voor elektriciteitsmeters

G 01 R    11/17                   .    .    Compenseren voor fouten; Stelmiddelen of regelmiddelen daarvoor [2]

G 01 R    11/18                   .    .    .    Compenseren voor variaties in omgevingscondities [2]

G 01 R    11/185                  .    .    .    .    Temperatuurcompensatie [2]

G 01 R    11/19                   .    .    .    Compenseren voor fouten die worden veroorzaakt door valse torsie, bijv. draaiveld-afwijkingen van polyfasemeters [2]

G 01 R    11/20                   .    .    .    Compenseren voor fasefouten in inductiemeters [2]

G 01 R    11/21                   .    .    .    Compenseren voor fouten die worden veroorzaakt door demping van de stroom, bijv. bijstelling in het overbelasting-bereik [2]

G 01 R    11/22                   .    .    .    Instellen van de torsie, bijv. het instellen van de begintorsie of het instellen van polyfasemeters voor het verkrijgen van gelijke torsies [2]

G 01 R    11/23                   .    .    .    Compenseren voor fouten die worden veroorzaakt door wrijving, bijv. bijstelling van het lichte-belasting-bereik [2]

G 01 R    11/24                   .    .    Voorzieningen voor het vermijden of aanduiden van frauduleus gebruik [4]

G 01 R    11/25                   .    .    Voorzieningen voor het aanduiden of signaleren van fouten [2,4]

 

              Aantekening

 

              De groepen G01R 11/48 tot G01R 11/66 hebben voorrang boven de groepen G01R 11/30 tot G01R 11/46. [4]

 

G 01 R    11/30                   .    Dynamo-elektrische motormeters

G 01 R    11/32                   .    .    Wattuurmeters

G 01 R    11/34                   .    .    Ampèremeters

G 01 R    11/36                   .    Inductiemeters, bijv. Ferraris-meters [13]

G 01 R    11/38                   .    .    voor enkelfasewerking

G 01 R    11/40                   .    .    voor polyfasewerking

G 01 R    11/42                   .    .    .    Circuits daarvoor

G 01 R    11/46                   .    Elektrisch bediende uurwerkmeters; Oscillerende meters; Slingermeters

G 01 R    11/48                   .    Speciaal aangepaste meters voor het meten van werkelijke of blinde componenten; Speciaal aangepaste meters voor het meten van schijnbaar vermogen

G 01 R    11/50                   .    .    voor het meten van de werkelijke component

G 01 R    11/52                   .    .    voor het meten van de blinde component

G 01 R    11/54                   .    .    voor het gelijktijdig meten van tenminste twee van de volgende drie variabelen: werkelijke component, blinde component en/of schijnbaar vermogen

G 01 R    11/56                   .    Speciale tariefmeters [8]

G 01 R    11/57                   .    .    Meters voor meerdere verhoudingen (G01R 11/63 heeft voorrang) [2]

G 01 R    11/58                   .    .    .    Tariefschakelinrichtingen daarvoor [2]

G 01 R    11/60                   .    .    Aftrekmeters; Meters voor het meten van piekbelastinguren en dal-belastinguren

G 01 R    11/63                   .    .    Over-verbruiksmeters, bijv. het meten van verbruik terwijl een vooraf bepaald vermogensniveau wordt overschreden [2]

G 01 R    11/64                   .    .    Piekmeters, bijv. waarbij het tarief voor een periode is gebaseerd op de maximale afname in die periode

G 01 R    11/66                   .    .    .    Circuits

 

G 01 R    13/00                   Voorzieningen voor het weergeven van elektrische variabelen of golfvormen [4,13]

G 01 R    13/02                   .    voor het aanduiden van gemeten elektrische variabelen in digitale vorm [4,13]

G 01 R    13/04                   .    voor het produceren van permanente opnames [4]

G 01 R    13/06                   .    .    Modificaties voor het opnemen van tijdelijke verstoringen, bijv. bij het starten of versnellen van een opneemmedium

G 01 R    13/08                   .    .    Elektromechanische opneemsystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van direct mechanisch schrijven

G 01 R    13/10                   .    .    .    met intermitterende opname door het aangeven van de variabele als de lengte van een slag of de positie van een punt

G 01 R    13/12                   .    .    Chemisch opnemen, bijv. clydonograven (G01R 13/14 heeft voorrang)

G 01 R    13/14                   .    .    Opnemen op een lichtgevoelig materiaal

G 01 R    13/16                   .    .    Opnemen op een magnetisch medium

G 01 R    13/18                   .    .    .    gebruikmakend van grensverplaatsing

G 01 R    13/20                   .    Kathodestraaloscilloscopen [13]

G 01 R    13/22                   .    .    Circuits daarvoor [13]

G 01 R    13/24                   .    .    .    Circuits voor tijdbasisafbuiging

G 01 R    13/26                   .    .    .    Circuits voor het regelen van de intensiteit van de elektronenstraal [13]

G 01 R    13/28                   .    .    .    Circuits voor het gelijktijdig of opeenvolgend aangeven van meer dan één variabele [13]

G 01 R    13/30                   .    .    .    Circuits voor het invoegen van referentiemarkeringen, bijv. voor tijdafstelling, ijking of frequentiemarkering

G 01 R    13/32                   .    .    .    Circuits voor het aanduiden van niet-periodieke functies zoals overgangen; Circuits voor het laten doorslaan; Synchronisatiecircuits; Circuits voor tijdbasisverbreding

G 01 R    13/34                   .    .    .    Circuits voor het aangeven van één golfvorm door sampling, bijv. voor zeer hoge frequenties [2,13]

G 01 R    13/36                   .    gebruikmakend van de lengte van een glimontlading, bijv. glimlichtoscilloscopen [4,13]

G 01 R    13/38                   .    gebruikmakend van de laminaire of oscillerende verplaatsing van een lichtstraal door een elektromechanisch meetsysteem [4,13]

G 01 R    13/40                   .    gebruikmakend van een andere modulatie van een lichtstraal dan door mechanische verplaatsing, bijv. door het Kerr-effect [4]

G 01 R    13/42                   .    Instrumenten waarbij gebruik wordt gemaakt van de lengte van een vonkontlading, bijv. door het meten van de maximale scheiding van elektroden waarbij nog een vonk wordt geproduceerd

 

G 01 R    15/00                   Details van meetvoorzieningen van de soorten die vallen onder de groepen G01R 17/00 tot G 01R 29/00, G01R 33/00 tot G01R 33/26 of G01R 35/00 [8,13]

G 01 R    15/04                   .    Spanningsdelers [6]

G 01 R    15/06                   .    .    met blinde componenten, bijv. een capacitieve transformator [6]

G 01 R    15/08                   .    Circuits voor het veranderen van het meetbereik

G 01 R    15/09                   .    .    Circuits voor het automatisch instellen van een bereik [6]

G 01 R    15/12                   .    Circuits voor meervoudige testers of multitesters, bijv. voor het willekeurig meten van de spanning, stroom of impedantie

G 01 R    15/14                   .    Aanpassingen die zorgen voor spanningsisolatie of stroomisolatie, bijv. voor hoogspanningsnetwerken of sterkstroomnetwerken [6,13]

G 01 R    15/16                   .    .    gebruikmakend van capacitieve inrichtingen [6]

G 01 R    15/18                   .    .    gebruikmakend van inductieve inrichtingen, bijv. transformatoren [6]

G 01 R    15/20                   .    .    gebruikmakend van galvano-magnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen [6]

G 01 R    15/22                   .    .    gebruikmakend van licht-uitstralende inrichtingen, bijv. LED’s of optokoppelingen [6]

G 01 R    15/24                   .    .    gebruikmakend van licht-modulerende inrichtingen [6]

G 01 R    15/26                   .    .    gebruikmakend van het moduleren van andere golven dan lichtgolven, bijv. radiogolven of akoestische golven [6] 

G 01 R    17/00                   Meetvoorzieningen waarbij sprake is van vergelijking met een referentiewaarde, bijv. een brug

G 01 R    17/02                   .    Voorzieningen waarin de te meten waarde automatisch wordt vergeleken met een referentiewaarde

G 01 R    17/04                   .    .    waarin de referentiewaarde continu of periodiek het bereik van te meten waarden passeert

G 01 R    17/06                   .    .    Automatische balanceervoorzieningen

G 01 R    17/08                   .    .    .    waarin een kracht of torsie die de gemeten waarde aangeeft, in evenwicht wordt gebracht door een kracht of torsie die de referentiewaarde aangeeft

G 01 R    17/10                   .    wisselstroommeetbruggen of gelijkstroommeetbruggen [13]

G 01 R    17/12                   .    .    gebruikmakend van een vergelijking van stromen, bijv. bruggen met een differentiële uitgangsstroom

G 01 R    17/14                   .    .    waarbij de gemeten waarde wordt aangeduid door een geijkte nul-indicator, bijv. een procentuele brug of tolerantiebrug (G01R 17/12 en G01R 17/16 hebben voorrang)

G 01 R    17/16                   .    .    met ontladingsbuizen of halfgeleiderinrichtingen in één of meer armen van de brug, bijv. een spanningsmeter waarbij gebruik wordt gemaakt van een verschilversterker

G 01 R    17/18                   .    .    met meer dan vier aftakkingen

G 01 R    17/20                   .    potentiometrische wisselstroommeetvoorzieningen of gelijkstroommeetvoorzieningen [13]

G 01 R    17/22                   .    .    waarbij de gemeten waarde wordt aangeduid door een geijkte nul-indicator

 

G 01 R    19/00                   Voorzieningen voor het meten van stromen of spanningen of voor het aanduiden van de aanwezigheid of kentekenen daarvan (G01R 5/00 heeft voorrang; voor het meten van bio-elektrische stromen of spanningen A61B 5/04) [4]

 

              Aantekening

 

              Binnen de groepen G01R 19/02 tot G01R 19/32 heeft groep G01R 19/28 voorrang. De groepen G01R 19/18 tot G01R 19/25 hebben voorrang boven de groepen G01R 19/02 tot G01R 19/165 en G01R 19/30. [3,8,9]

 

G 01 R    19/02                   .    Meten van effectieve waarden, d.w.z. de effectieve waarden

G 01 R    19/03                   .    .    gebruikmakend van thermo-omvormers [4]

G 01 R    19/04                   .    Meten van de piekwaarden van wisselstroom of van pulsen [2]

G 01 R    19/06                   .    Meten van de werkelijke component; Meten van de blinde component

G 01 R    19/08                   .    Meten van de stroomdichtheid

G 01 R    19/10                   .    Meten van de som, het verschil of de verhouding

G 01 R    19/12                   .    Meten van de mate van verandering

G 01 R    19/14                   .    Aanduiden van de stroomrichting; Aanduiden van de spanningspolariteit

G 01 R    19/145                  .    Aanduiden van de aanwezigheid van een stroom of spanning [3]

G 01 R    19/15                   .    .    Aanduiden van de aanwezigheid van een stroom [3]

G 01 R    19/155                  .    .    Aanduiden van de aanwezigheid van een spanning [3]

G 01 R    19/165                  .    Aanduiden of de stroom of spanning zich boven of onder een vooraf bepaald niveau bevindt of binnen of buiten een vooraf bepaald waarde-bereik [3,13]

G 01 R    19/17                   .    .    met een aanduiding van het aantal keren dat dit voorkomt [3]

G 01 R    19/175                  .    Aanduiden van de momenten dat een stroom of spanning een gegeven waarde passeert, bijv. het passeren van het nulpunt [3]

G 01 R    19/18                   .    gebruikmakend van het omzetten van gelijkstroom in wisselstroom, bijv. met choppers

G 01 R    19/20                   .    .    gebruikmakend van magnetische versterkers

G 01 R    19/22                   .    gebruikmakend van het omzetten van wisselstroom in gelijkstroom

G 01 R    19/25                   .    gebruikmakend van digitale meettechnieken [3,13]

G 01 R    19/252                  .    .    gebruikmakend van analoog/digitaal-omvormers van het soort waarbij een spanning of stroom wordt omgezet in een frequentie en waarbij deze frequentie wordt gemeten [4]

G 01 R    19/255                  .    .    gebruikmakend van analoog/digitaal-omvormers van het soort waarbij pulsen worden geteld tijdens een tijdperiode die evenredig is met de spanning of stroom die wordt afgegeven door een puls-generator met vaste frequentie [4]

G 01 R    19/257                  .    .    gebruikmakend van analoog/digitaal-omvormers van het soort waarbij verschillende referentiewaarden worden vergeleken met de waarde van de spanning of stroom, bijv. gebruikmakend van een stap-voor-stap methode [4]

G 01 R    19/28                   .    aangepast voor het meten in circuits met verdeelde constanten

G 01 R    19/30                   .    Meten van de piekwaarde of dal-waarde van een stroom of spanning die wordt bereikt in een tijdsinterval (G01R 19/04 heeft voorrang) [2,3,13]

G 01 R    19/32                   .    Compenseren van temperatuursverandering [2,8,13]

 

G 01 R    21/00                   Voorzieningen voor het meten van elektrisch vermogen of de arbeidsfactor (G01R 7/12 heeft voorrang) [4]

G 01 R    21/01                   .    in circuits met verdeelde constanten (G01R 21/04, G01R 21/07, G01R 21/09 en G01R 21/12 hebben voorrang) [2]

G 01 R    21/02                   .    door thermische methoden [2]

G 01 R    21/04                   .    .    in circuit met verdeelde constanten

G 01 R    21/06                   .    door het meten van de stroom en spanning (G01R 21/08 tot G01R 21/133 hebben voorrang) [4]

G 01 R    21/07                   .    .    in circuit met verdeelde constanten (G01R 21/09 heeft voorrang) [2]

G 01 R    21/08                   .    door gebruik te maken van inrichtingen met een galvano-magnetisch effect, bijv. Hall-inrichtingen [2,13]

G 01 R    21/09                   .    .    in circuits met verdeelde constanten [2]

G 01 R    21/10                   .    door gebruik te maken van de lineaire kenmerken van circuitelementen, bijv. dioden, voor het meten van de energie die wordt geabsorbeerd door belastingen met bekende impedantie (G01R 21/02 heeft voorrang) [2]

G 01 R    21/12                   .    .    in circuits met verdeelde constanten

G 01 R    21/127                  .    door gebruik te maken van puls-modulatie (G01R 21/133 heeft voorrang) [4]

G 01 R    21/133                  .    door gebruik te maken van een digitale techniek [4]

G 01 R    21/14                   .    Compenseren voor temperatuursverandering [2]

 

G 01 R    22/00                   Voorzieningen voor het meten van de tijdsintegraal van elektrisch vermogen of elektrische stroom, bijv. elektriciteitsmeters [4,8,13]

 

              Aantekening

 

              Een voorziening voor het meten van de tijdsintegraal van elektrisch vermogen wordt geklasseerd in groep G01R 21/00, als het essentiële kenmerk de meting van elektrisch vermogen is. [4]

 

G 01 R    22/02                   .    op elektrolytische wijze [4]

G 01 R    22/04                   .    op calorimetrische wijze [4]

G 01 R    22/06                   .    op elektronische wijze [8]

G 01 R    22/08                   .    .    gebruikmakend van analoge technieken [8]

G 01 R    22/10                   .    .    gebruikmakend van digitale technieken [8]

 

G 01 R    23/00                   Voorzieningen voor het meten van frequenties; Voorzieningen voor het analyseren van frequentiespectra [13]

G 01 R    23/02                   .    Voorzieningen voor het meten van frequentie, bijv. het puls-herhalingstempo; Voorzieningen voor het meten van de periode van stroom of spanning [13]

G 01 R    23/04                   .    .    aangepast voor het meten in circuits met verdeelde constanten

G 01 R    23/06                   .    .    door het omzetten van frequentie in een amplitude van de stroom of spanning

G 01 R    23/07                   .    .    .    gebruikmakend van de responsie van circuits die zijn afgestemd op resonantie, bijv. grid-drip meter [2]

G 01 R    23/08                   .    .    .    gebruikmakend van de responsie van circuits die niet zijn afgestemd op resonantie

G 01 R    23/09                   .    .    .    gebruikmakend van analoge integratoren, bijv. condensatoren die tot een gemiddelde waarde komen door het in evenwicht brengen van invoersignalen en gedefinieerde ontladingssignalen of lekkage [2,13]

G 01 R    23/10                   .    .    door het omzetten van frequentie in een reeks pulsen, die vervolgens worden geteld

G 01 R    23/12                   .    .    door het omzetten van frequentie in een faseverschuiving

G 01 R    23/14                   .    .    door menging; door het vergelijken van mengfrequenties [2,13]

G 01 R    23/15                   .    .    Aanduiden of de frequentie van pulsen zich boven of onder een vooraf bepaalde waarde of binnen of buiten een vooraf bepaald waarde-bereik bevindt, gebruikmakend van niet-lineaire of digitale elementen [3]

G 01 R    23/16                   .    Spectrum-analyse; Fourier-analyse

G 01 R    23/163                  .    .    aangepast voor het meten in circuits met verdeelde constanten [3]

G 01 R    23/165                  .    .    gebruikmakend van filters [3]

G 01 R    23/167                  .    .    .    met digitale filters [3]

G 01 R    23/17                   .    .    met optische hulpinrichtingen [3]

G 01 R    23/173                  .    .    Frequentie-modulatorinrichtingen die vergelijkbaar zijn met swept panorama-ontvangers [3,13]

G 01 R    23/175                  .    .    door vertragingsmiddelen, bijv. niet-lineaire vertragingslijnen [3]

G 01 R    23/177                  .    .    Analyseren van zeer lage frequenties [3]

G 01 R    23/18                   .    .    met een voorziening voor het opnemen van een frequentiespectrum

G 01 R    23/20                   .    .    Meten van niet-lineaire vervorming

 

G 01 R    25/00                   Voorzieningen voor het meten van de fase-hoek tussen een spanning en een stroom of tussen spanningen en stromen [2,13]

G 01 R    25/02                   .    in circuits met verdeelde constanten

G 01 R    25/04                   .    waarbij sprake is van verstelling van een faseverschuiver voor het produceren van een vooraf bepaald faseverschil, bijv. het nul-verschil

G 01 R    25/06                   .    met een verhoudingsinstrument

G 01 R    25/08                   .    door het tellen van standaardpulsen [2,13]

 

G 01 R    27/00                   Voorzieningen voor het meten van weerstand, reactantie, impedantie of daarvan afgeleide elektrisch karakteristieken

G 01 R    27/02                   .    Meten van de werkelijke of de complexe weerstand, reactantie, impedantie of andere daarvan afgeleide dubbelpool-karakteristieken, bijv. een tijdconstante (door het alleen meten van een fase-hoek G01R 25/00)

G 01 R    27/04                   .    .    in circuits met verdeelde constanten

G 01 R    27/06                   .    .    .    Meten van reflectiecoëfficiënten; Meten van de staande-golfverhouding

G 01 R    27/08                   .    .    Meten van weerstand door het meten van zowel spanning als stroom

G 01 R    27/10                   .    .    .    gebruikmakend van instrumenten met twee spoelen of kruisspoelen voor het vormen van een verhouding

G 01 R    27/12                   .    .    .    .    gebruikmakend van handgeneratoren, bijv. meggers

G 01 R    27/14                   .    .    Meten van weerstand door het meten van de stroom of spanning die wordt verkregen uit een referentiebron (G01R 27/16, G01R 27/20 en G01R 27/22 hebben voorrang)

G 01 R    27/16                   .    .    Meten van de impedantie van een element of netwerk waardoorheen een stroom gaat vanuit een andere bron, bijv. een kabel of vermogensleiding

G 01 R    27/18                   .    .    .    Meten van de weerstand tot de aarde

G 01 R    27/20                   .    .    Meten van de aardweerstand; Meten van de contactweerstand van aardverbindingen, bijv. een plaat

G 01 R    27/22                   .    .    Meten van de weerstand van fluïda [13]

G 01 R    27/26                   .    .    Meten van inductie of capaciteit; Meten van de kwaliteitsfactor, bijv. door gebruik te maken van de resonantiemethode; Meten van de verliesfactor; Meten van diëlectrische constanten

G 01 R    27/28                   .    Meten van de demping, versterking, faseverschuiving of afgeleide karakteristieken van elektrische vierpolige netwerken, d.w.z. netwerken met twee poorten; Meten van de overgangsresponsie (in transmissieleidingsystemen H04B 3/46)

G 01 R    27/30                   .    .    met een voorziening voor het opnemen van karakteristieken, bijv. door het plotten van een Nyquist-diagram

G 01 R    27/32                   .    .    in circuits met verdeelde constanten [2]

 

G 01 R    29/00                   Voorzieningen voor het meten of aanduiden van elektrische grootheden, die niet vallen onder de groepen G01R 19/00 tot G01R 27/00

G 01 R    29/02                   .    Meten van de karakteristieken van afzonderlijke pulsen, bijv. de afwijking van de puls-vlakheid, de stijgtijd of de duur [3,13]

G 01 R    29/027                  .    .    Aanduiden of een puls-karakteristiek zich ofwel boven of onder een vooraf bepaalde waarde of binnen ofwel buiten een vooraf bepaald waarde-bereik bevindt [3]

G 01 R    29/033                  .    .    .    door het aanduiden van het aantal keren dat dit voorkomt [3]

G 01 R    29/04                   .    Meten van de vormfactor, d.w.z. de verhouding tussen de effectieve waarde en het rekenkundig gemiddelde van de momentane waarde; Meten van de piekfactor, d.w.z. de verhouding van de piekwaarde en de effectieve waarde

G 01 R    29/06                   .    Meten van de modulatiediepte

G 01 R    29/08                   .    Meten van elektromagnetische veldkarakteristieken

G 01 R    29/10                   .    .    Stralingsdiagrammen van antennes

G 01 R    29/12                   .    Meten van elektrostatische velden

G 01 R    29/14                   .    .    Meten van de veldsterkte

G 01 R    29/16                   .    Meten van de asymmetrie van polyfasenetwerken

G 01 R    29/18                   .    Aanduiden van de fasevolgorde; Aanduiden van synchronisme

G 01 R    29/20                   .    Meten van het aantal wikkelingen; Meten van de transformatieverhouding of de koppelfactor van een wikkeling [13]

G 01 R    29/22                   .    Meten van piëzo-elektrische eigenschappen

G 01 R    29/24                   .    Voorzieningen voor het meten van ladinggrootheden [2,8,13]

G 01 R    29/26                   .    Meten van een ruisdiagram; Meten van een signaal-ruisverhouding [2]

 

G 01 R    31/00                   Voorzieningen voor het testen van elektrische eigenschappen; Voorzieningen voor het lokaliseren van elektrische fouten; Niet elders ondergebrachte voorzieningen voor het elektrisch testen die worden gekenmerkt door wat er wordt getest (testen of meten van halfgeleiders of solid state inrichtingen tijdens hun fabricage H01L 21/66; testen van transmissieleidingsystemen H04B 3/46) [13]

G 01 R    31/01                   .    Beurtelings aan een test blootstellen van gelijksoortige artikelen, bijv. “go/no-go” testen bij massaproductie; Testen van objecten op punten waar zij een teststation passeren (G01R 31/18 heeft voorrang) [6]

G 01 R    31/02                   .    Testen van elektrische apparatuur, leidingen of componenten op kortsluiting, discontinuïteit, lekkage of een onjuiste leidingverbinding

G 01 R    31/04                   .    .    Testen van verbindingen, bijv. van contactstoppen of niet-loskoppelbare lassen

G 01 R    31/06                   .    .    Testen van elektrische wikkelingen, bijv. op polariteit [13]

G 01 R    31/07                   .    .    Testen van smeltzekeringen [6,13]

G 01 R    31/08                   .    Lokaliseren van fouten in kabels, transmissieleidingen of netwerken [13]

G 01 R    31/10                   .    .    door het verhogen van de afbraak bij een fout, bijv. inbranding door gebruik te maken van een puls-generator die een speciaal programma afwerkt

G 01 R    31/11                   .    .    gebruikmakend van puls-reflectiemethoden

G 01 R    31/12                   .    Testen van de doorslagsterkte of doorslagspanning

G 01 R    31/14                   .    .    Circuits daarvoor

G 01 R    31/16                   .    .    Constructie van testvaten; Elektroden daarvoor

G 01 R    31/18                   .    .    Beurtelings aan een test blootstellen van gelijksoortige artikelen, bijv. “go/no-go” testen bij massaproductie

G 01 R    31/20                   .    .    Bereiden van artikelen of monsters voor het kunnen testen

G 01 R    31/24                   .    Testen van ontladingsbuizen (tijdens fabricage H01J 9/42) [2]

G 01 R    31/25                   .    .    Testen van elektronenbuizen [2]

G 01 R    31/26                   .    Testen van afzonderlijke halfgeleiderinrichtingen (testen of meten tijdens productie of behandeling H01L 21/66; testen van fotovoltaïsche inrichtingen H02S 50/10) [2,13,14]

G 01 R    31/265                  .    .    Contactloos testen [6]

G 01 R    31/27                   .    .    Testen van inrichtingen zonder ze fysiek uit het circuit te verwijderen waarvan ze deel uitmaken, bijv. compenseren voor effecten ten gevolge van omringende elementen [6]

G 01 R    31/28                   .    Testen van elektronische circuits, bijv. door een signaalmerkdraad (testen van computers in de stand-by positie of tijdens leegloop G06F 11/22) [8,13]

G 01 R    31/30                   .    .    Marginaal testen, bijv. door het variëren van de voedingsspanning (testen van computers in de stand-by-positie of tijdens leegloop G06 11/22) [2,13]

G 01 R    31/302                  .    .    Contactloos testen [5,13]

G 01 R    31/303                  .    .    .    van geïntegreerde circuits (G01R 31/305 tot G01R 31/315 hebben voorrang) [6]

G 01 R    31/304                  .    .    .    van gedrukte circuits of hybride circuits (G01R 31/305 tot G01R 31/315 hebben voorrang) [6]

G 01 R    31/305                  .    .    .    gebruikmakend van elektronenstralen [5]

G 01 R    31/306                  .    .    .    .    van gedrukte circuits of  hybride circuits [6]

G 01 R    31/307                  .    .    .    .    van geïntegreerde circuits [6]

G 01 R    31/308                  .    .    .    met niet-ioniserende elektromagnetische straling, bijv. optische straling [5]

G 01 R    31/309                  .    .    .    .    van gedrukte circuits of  hybride circuits [6]

G 01 R    31/311                  .    .    .    .    van geïntegreerde circuits [6]

G 01 R    31/312                  .    .    .    door capacitieve methoden [5]

G 01 R    31/315                  .    .    .    door inductieve methoden [5]

G 01 R    31/316                  .    .    Testen van analoge circuits [6]

G 01 R    31/3161                .    .    .    Marginaal testen [6]

G 01 R    31/3163                .    .    .    Functioneel testen [6]

G 01 R    31/3167                .    .    Testen van gecombineerde analoge en digitale circuits [6]

G 01 R    31/317                  .    .    Testen van digitale circuits [6]

G 01 R    31/3173                .    .    .    Marginaal testen [6]

G 01 R    31/3177                .    .    .    Testen van de logische werking, bijv. door logische analysatoren [6]

G 01 R    31/3181                .    .    .    Functioneel testen (G01R 31/3177 heeft voorrang) [6]

G 01 R    31/3183                .    .    .    .    Opwekken van een testinvoer, bijv. testvectoren, testpatronen of testvolgorden [6]

G 01 R    31/3185                .    .    .    .    Hergroeperen voor het testen, bijv. LSSD of segmentering [6]

G 01 R    31/3187                .    .    .    .    Ingebouwde testen [6]

G 01 R    31/319                  .    .    .    .    Testvoorzieningen, d.w.z. circuits voor het verzorgen van uitvoer [6]

G 01 R    31/3193                .    .    .    .    .    met een vergelijking tussen de werkelijke responsie en een bekende foutvrije responsie [6]

G 01 R    31/327                  .    Testen van circuitonderbrekers, schakelaars of stroomonderbrekers [6,13]

G 01 R    31/333                  .    .    Testen van de schakelcapaciteit van hoogspanningsstroomonderbrekers [6,13]

G 01 R    31/34                   .    Testen van dynamo-elektrische machines [3,13]

G 01 R    31/36                   .    Apparatuur voor het testen van de elektrische conditie van accumulatoren of elektrische batterijen, bijv. de capaciteitsconditie of de ladingsconditie (accumulatoren gecombineerd met voorzieningen voor het meten, testen of aanduiden van een conditie H01M 10/48) [3,13]

G 01 R    31/40                   .    Testen van stroomtoevoer (testen van fotovoltaïsche inrichtingen H02S 50/10) [6,14]

G 01 R    31/42                   .    .    Wisselstroomtoevoer [6]

G 01 R    31/44                   .    Testen van lampen [6,13] 

G 01 R    33/00                   Voorzieningen of instrumenten voor het meten van magnetische variabelen

G 01 R    33/02                   .    Meten van de richting of grootte van magnetische velden of de magnetische flux (G01R 33/20 heeft voorrang) [4,13]

 

              Aantekening

 

              Groep G01R 33/022 of groep G01R 33/10 heeft voorrang boven de groepen G01R 33/025 tot G01R 33/06. [8]

 

G 01 R    33/022                  .    .    Meten van verval [3]

G 01 R    33/025                  .    .    Compenseren voor strooivelden [3]

G 01 R    33/028                  .    .    Elektrodynamische magnetometers [3]

G 01 R    33/032                  .    .    gebruikmakend van magneto-optische inrichtingen, bijv. Faraday [3]

G 01 R    33/035                  .    .    gebruikmakend van supergeleidende inrichtingen [3]

G 01 R    33/038                  .    .    gebruikmakend van permanente magneten, bijv. balansen of torsie-inrichtingen [3]

G 01 R    33/04                   .    .    gebruikmakend van het principe van de aardinductie-afstand

G 01 R    33/05                   .    .    .    in een dunne-filmelement [3]

G 01 R    33/06                   .    .    gebruikmakend van galvano-magnetische inrichtingen

G 01 R    33/07                   .    .    .    Hall-inrichtingen [6]

G 01 R    33/09                   .    .    .    Magneto-resistieve inrichtingen

G 01 R    33/10                   .    .    In kaart brengen van de veldsterkte

G 01 R    33/12                   .    Meten van de magnetische eigenschappen van artikelen of monsters van vaste stoffen of fluïda (waarbij sprake is van magnetische resonantie G01R 33/20) [4]

G 01 R    33/14                   .    .    Meten of in kaart brengen van hysterese-krommen

G 01 R    33/16                   .    .    Meten van de susceptibiliteit

G 01 R    33/18                   .    .    Meten van magnetostrictieve eigenschappen

G 01 R    33/20                   .    waarbij sprake is van magnetische resonantie (medische aspecten A61B 5/055; toerentellers voor magnetische resonantie G01C 19/60) [4,5]

G 01 R    33/24                   .    .    voor het meten van de richting of grootte van magnetische velden of de magnetische flux [4]

G 01 R    33/26                   .    .    .    gebruikmakend van optisch pompen [4]

G 01 R    33/28                   .    .    Details van apparatuur uit de groepen G01R 33/44 tot G01R 33/64 [5]

G 01 R    33/30                   .    .    .    Voorzieningen voor het hanteren van een monster, bijv. monsterelementen of spinmechanismen [5]

G 01 R    33/31                   .    .    .    .    Temperatuurregeling daarvan [6]

G 01 R    33/32                   .    .    .    Bekrachtigingssystemen of detectiesystemen, bijv. gebruikmakend van radiofrequentiesignalen [5]

G 01 R    33/34                   .    .    .    .    Constructieve details, bijv. resonatoren [5]

G 01 R    33/341                  .    .    .    .    .    met oppervlaktespoelen [6]

G 01 R    33/3415                .    .    .    .    .    .    met rijen sub-spoelen [6]

G 01 R    33/343                  .    .    .    .    .    met een buis met spleten of een spleet in de vorm van een lus [6]

G 01 R    33/345                  .    .    .    .    .    met een golfgeleider (G01R 33/343 heeft voorrang) [6]

G 01 R    33/36                   .    .    .    .    Elektrische details, bijv. vergelijking of koppeling van de spoel met de ontvanger [5]

G 01 R    33/38                   .    .    .    Systemen voor het opwekken, homogeniseren of stabiliseren van het magnetische hoofdveld of het verval daarvan [5]

 

              Aantekening

 

              De groepen G01R 33/385 tot G01R 33/389 hebben voorrang boven de groepen G01R 33/381 tot G01R 33/383. [6]

 

G 01 R    33/381                  .    .    .    .    gebruikmakend van elektromagneten [6,13]

G 01 R    33/3815                .    .    .    .    .    met supergeleidende spoelen, bijv. de stroomtoevoer daarvoor [6,13]

G 01 R    33/383                  .    .    .    .    gebruikmakend van permanente magneten [6,13]

G 01 R    33/385                  .    .    .    .    gebruikmakend van magnetische veldspoelen met verval [6]

G 01 R    33/387                  .    .    .    .    Compenseren van inregelmatigheden [6,13]

G 01 R    33/3873                .    .    .    .    .    gebruikmakend van ferromagnetische lichamen [6]

G 01 R    33/3875                .    .    .    .    .    gebruikmakend van stelsels van correctiespoelen, bijv. actieve veldcorrectie [6]

G 01 R    33/389                  .    .    .    .    Veldstabilisatie [6]

G 01 R    33/42                   .    .    .    Afschermen [5,6,13]

G 01 R    33/421                  .    .    .    .    van het magnetische hoofdveld of het verval daarvan [6]

G 01 R    33/422                  .    .    .    .    van het radiofrequentieveld [6]

G 01 R    33/44                   .    .    gebruikmakend van kernmagnetische resonantie [NMR] (G01R 33/24 en G01R 33/62 hebben voorrang) [5,15]

G 01 R    33/46                   .    .    .    NMR-spectroscopie [5]

G 01 R    33/465                  .    .    .    .    toegepast op biologisch materiaal, bijv. in vitro testen [6]

G 01 R    33/48                   .    .    .    NMR-beeldvormingssystemen [5]

G 01 R    33/483                  .    .    .    .    waarbij een signaal of spectrum wordt geselecteerd uit specifieke gedeelten van de inhoud, bijv. in vivo spectroscopie [6]

G 01 R    33/485                  .    .    .    .    .    op basis van de informatie over chemische verschuiving [6]

G 01 R    33/50                   .    .    .    .    op basis van het bepalen van relaxatietijden [5]

G 01 R    33/54                   .    .    .    .    Signaalverwerkingssystemen, bijv. gebruikmakend van puls-volgorden [5]

G 01 R    33/56                   .    .    .    .    .    Beeldverbetering of beeldcorrectie, bijv. aftrektechnieken of middelingstechnieken [5]

G 01 R    33/561                  .    .    .    .    .    .    door het verminderen van de aftasttijd, d.w.z. snelle vraagsystemen, bijv. gebruikmakend van echo-planar puls-volgorden [6]

G 01 R    33/563                  .    .    .    .    .    .    van bewegend materiaal, bijv. angiografie met stromingscontrast [6]

G 01 R    33/565                  .    .    .    .    .    .    Corrigeren van beeldverstoringen, bijv. ten gevolge van onregelmatigheden in het magnetisch veld [6]

G 01 R    33/567                  .    .    .    .    .    .    gated door fysiologische signalen [6]

G 01 R    33/58                   .    .    .    .    IJken van beeldvormingssystemen, bijv. gebruikmakend van testsondes [5]

G 01 R    33/60                   .    .    gebruikmakend van paramagnetische elektronenresonantie [EPR] (G01R 33/24 en G01R 33/62 hebben voorrang) [5]

G 01 R    33/62                   .    .    gebruikmakend van dubbele resonantie (G01R 33/24 heeft voorrang) [5]

G 01 R    33/64                   .    .    gebruikmakend van cyclotronresonantie (G01R 33/24 heeft voorrang) [5]

 

G 01 R    35/00                   Testen of ijken van apparatuur die valt onder de andere groepen van deze subklasse [2,8]

G 01 R    35/02                   .    van hulpinrichtingen, bijv. van meettransformatoren in overeenstemming met een voorgeschreven transformatieverhouding, fase-hoek of vermogensverhouding

G 01 R    35/04                   .    van instrumenten voor het meten van de tijdsintegraal van spanning of stroom

G 01 R    35/06                   .    .    door stroboscopische methoden