SECTIE G FYSICA
(1)
In deze Sectie owrdt de volgende uitdrukking gebruikt met de
aangegevens betekenis:
- “variabele” (als een
zelfstand naamwoord) betekent een kenmerk of eigenschap (bijv. een dimensie, een
fysische toestand zoals temperatuur, een kwaliteit zoals dichtheid of kleur),
die met betrekking tot een bepaalde entiteit (bijv. een object, een hoeveelheid
van een substantie, een lichtstraal) en op een bepaald ogenblik, kan worden
gemeten; de variabele kan veranderen, zodat de numerieke uitdrukking ervan
verschillende waarden op verschillende tijden, onder verschillende condities of
in afzonderlijke gevallen kan aannemen, maar kan constant zijn met betrekking
tot een specifieke entiteit onder bepaalde omstandigheden of voor specifieke
doeleinden (bijv. de lengte van een staaf mag als constant worden beschouwd
voor vele doeleinden).
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
definities van gebruikte termen of uitdrukkingen. Sommige komen voor in de
Aantekeningen van diverse klassen in deze Sectie, zie in het bijzonder de
definitie van “meten” in klasse G01. Andere komen voor in § 187 van de Gids voor de IPC, zie in het bijzonder de definitie van
“regelen”. [17]
(3) Klassering in deze Sectie kan moeilijker blijken
dan in andere Secties, omdat het onderscheid tussen verschillende
toepassingsgebieden in belangrijker mate afhankelijk is van de bedoeling van de
gebruiker dan op enig constructief verschil of gebruiksverschil, en omdat de
behandelde onderwerpen vaak deel uitmaken van systemen of combinaties, met
gezamenlijke kenmerken of delen, meer dan “dingen”die als geheel gemakkelijk
zijn te onderscheiden. Bijvoorbeeld, informatie (bijv. een stel figuren) kan
worden getoond met het doel van onderwijs of reclame (G09), om het resultaat
van een meting bekend te maken (G01), voor het signaleren van de informatie
naar een punt op afstand of het geven van gesignaleerde informatie vanaf een
punt op afstand (G08). De gebruikte woorden om het doel te beschrijven hangen af
van aspecten die irrelevant kunnen zijn voor de vorm van het betreffende
apparaat, bijv. aspecten zoals het gewenste effectop de persoon die naar de
afbeelding kijkt, of of de afbeelding op afstand wordt geregeld. Nogmaals, een
inrichting die in zekere mate op een toestand reageert, bijv. op de druk van
een fluïdum, kan zonder wijziging aan de inrichting zelf worden gebruikt om
informatie te geven over de druk (G01L) of over een andere toestand die
gekoppeld is aan de druk (een andere subklasse van G01, bijv. G01K voor de
temperatuur), om een opname te maken van de druk of het voorkomen daarvan
(G07C), om een alarm te geven (G08B) of om een andere apparaat aan te sturen
(G05).
Het
klasseringsschema is bedoeld om zaken van soortgelijke aard (zoals hierboven
aangegeven) bij elkaar te kunnen klasseren. Het is daarom in het bijzonder
noodzakelijk eerst over de werkelijke aard van enig technisch onderwerp te
beslissen voordat er goed geklasseerd kan worden.
INSTRUMENTEN
G 08 SIGNALEREN [11]
G 08 C ZENDSYSTEMEN
VOOR MEETWAARDEN, REGELSIGNALEN OF SOORTGELIJKE SIGNALEN
(overbrengingssystemen voor fluïdumdruk F15B; mechanische middelen voor het
overdragen van de uitvoer van een tastmiddel naar een andere variabele G01D
5/00; mechanische regelsystemen G05G) [4,11]
G 08 C 13/00 Voorzieningen
voor het beïnvloeden van de verhouding tussen invoersignalen en
uitvoersignalen, bijv. voor differentiatie of vertraging [11]
G 08 C 13/02 . voor het voortbrengen van een signaal dat een
functie is van twee of meer signalen, bijv. som of product
G 08 C 15/00 Voorzieningen
die worden gekenmerkt door het gebruik van verveelvoudiging voor de verzending
van meerdere signalen langs een gemeenschappelijk pad [11]
G 08 C 15/02 . gelijktijdig, d.w.z. gebruikmakend van
frequentiedeling
G 08 C 15/04 . . waarbij
de signalen worden gemoduleerd op dragerfrequenties
G 08 C 15/06 . opeenvolgende, d.w.z. gebruikmakend van
tijddeling
G 08 C 15/08 . . waarbij
de signalen worden aangeduid door de amplitude van een stroom of spanning in de
zendschakeling
G 08 C 15/10 . . waarbij
de signalen worden aangeduid door frequenties of door de fase van een stroom of
spanning in de zendschakeling
G 08 C 15/12 . . waarbij
de signalen worden aangeduid door puls-karakteristieken in de zendschakeling
G 08 C 17/00 Voorzieningen
voor het verzenden van signalen die worden gekenmerkt door het gebruik van een
draadloze elektrische schakeling
G 08 C 17/02 . gebruikmakend van een radioschakeling
G 08 C 17/04 . gebruikmakend van magnetisch gekoppelde
inrichtingen
G 08 C 17/06 . gebruikmakend van een capacitieve koppeling
G 08 C 19/00 Zendsystemen
voor elektrische signalen (G08C 17/00 heeft voorrang)
G 08 C 19/02 . waarin het verzonden signaal de grootte van een
stroom of spanning voorstelt (G08C 19/36 en G08C 19/38 hebben voorrang)
G 08 C 19/04 . . gebruikmakend
van een variabele weerstand
G 08 C 19/06 . . gebruikmakend
van een variabele inductie
G 08 C 19/08 . . . waarmee twee spoelen verschillend worden beïnvloed
G 08 C 19/10 . . gebruikmakend
van een variabele capaciteit
G 08 C 19/12 . waarin het verzonden signaal de frequentie
of fase van een wisselstroom voorstelt
G 08 C 19/14 . . gebruikmakend
van een combinatie van vaste frequenties
G 08 C 19/16 . waarin verzending plaatsvindt door pulsen
G 08 C 19/18 . . gebruikmakend
van een variabel aantal pulsen in een reeks
G 08 C 19/20 . . . werkend bij dynamo-elektrische inrichtingen,
bijv. een stappenmotor
G 08 C 19/22 . . door
het variëren van de duur van afzonderlijke pulsen
G 08 C 19/24 . . gebruikmakend
van tijdverschuiving van pulsen
G 08 C 19/26 . . door
het variëren van de puls-herhalingsfrequentie
G 08 C 19/28 . . gebruikmakend
van een pulscode
G 08 C 19/30 . waarin verzending plaatsvindt door het
selecteren van één of meer geleiders of kanalen uit meerdere geleiders of
kanalen (G08C 19/38 heeft voorrang)
G 08 C 19/32 . . van
één geleider of kanaal
G 08 C 19/34 . . van
een combinatie van geleiders of kanalen
G 08 C 19/36 . gebruikmakend van optische middelen voor het
omvormen van het invoersignaal [11]
G 08 C 19/38 . gebruikmakend van dynamo-elektrische
inrichtingen (bediend door pulsen G08C 19/20) [11]
G 08 C 19/40 . . waarvan
alleen de rotor of de stator een wikkeling draagt waaraan een signaal wordt
toegevoerd, bijv. gebruikmakend van een stappenmotor
G 08 C 19/42 . . . met drie statorpolen
G 08 C 19/44 . . . met meer dan drie statorpolen
G 08 C 19/46 . . waarvan
zowel de rotor als de stator wikkelingen dragen (met een kooianker-rotor G08C
19/40)
G 08 C 19/48 . . . van het soort met een driefasestator en een
rotor die wordt gevoed door wisselstroom met een constante frequentie, bijv.
een selsyn of een stel elkaar
synchroniserende servomotoren
G 08 C 21/00 Systemen
voor het verzenden van de positie van een object ten opzichte van een vooraf
bepaald referentiesysteem, bijv. een tele-autografisch systeem [5,11]
G 08 C 23/02 . gebruikmakend van akoestische golven [6]
G 08 C 23/04 . gebruikmakend van lichtgolven, bijv.
infrarood [6]
G 08 C 23/06 . . door
lichtgeleiders, bijv. optische vezels [6]
G 08 C 25/02 . door terug-signalering van het
ontvangststation naar het zendstation
G 08 C 25/04 . door het opnemen van verzonden signalen