SECTIE G FYSICA
(1)
In deze Sectie wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de
aangegevens betekenis:
- “variabele” (als een
zelfstand naamwoord) betekent een kenmerk of eigenschap (bijv. een dimensie, een
fysische toestand zoals temperatuur, een kwaliteit zoals dichtheid of kleur),
die met betrekking tot een bepaalde entiteit (bijv. een object, een hoeveelheid
van een substantie, een lichtstraal) en op een bepaald ogenblik, kan worden
gemeten; de variabele kan veranderen, zodat de numerieke uitdrukking ervan
verschillende waarden op verschillende tijden, onder verschillende condities of
in afzonderlijke gevallen kan aannemen, maar kan constant zijn met betrekking
tot een specifieke entiteit onder bepaalde omstandigheden of voor specifieke
doeleinden (bijv. de lengte van een staaf mag als constant worden beschouwd
voor vele doeleinden).
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
definities van gebruikte termen of uitdrukkingen. Sommige komen voor in de
Aantekeningen van diverse klassen in deze Sectie, zie in het bijzonder de
definitie van “meten” in klasse G01. Andere komen voor in § 187 van de Gids
voor de IPC, zie in het bijzonder de definitie van “regelen”. [17]
(3) Klassering in deze Sectie kan moeilijker blijken
dan in andere Secties, omdat het onderscheid tussen verschillende
toepassingsgebieden in belangrijker mate afhankelijk is van de bedoeling van de
gebruiker dan op enig constructief verschil of gebruiksverschil, en omdat de
behandelde onderwerpen vaak deel uitmaken van systemen of combinaties, met
gezamenlijke kenmerken of delen, meer dan “dingen”die als geheel gemakkelijk
zijn te onderscheiden. Bijvoorbeeld, informatie (bijv. een stel figuren) kan
worden getoond met het doel van onderwijs of reclame (G09), om het resultaat
van een meting bekend te maken (G01), voor het signaleren van de informatie
naar een punt op afstand of het geven van gesignaleerde informatie vanaf een
punt op afstand (G08). De gebruikte woorden om het doel te beschrijven hangen af
van aspecten die irrelevant kunnen zijn voor de vorm van het betreffende
apparaat, bijv. aspecten zoals het gewenste effectop de persoon die naar de
afbeelding kijkt, of of de afbeelding op afstand wordt geregeld. Nogmaals, een
inrichting die in zekere mate op een toestand reageert, bijv. op de druk van
een fluïdum, kan zonder wijziging aan de inrichting zelf worden gebruikt om
informatie te geven over de druk (G01L) of over een andere toestand die
gekoppeld is aan de druk (een andere subklasse van G01, bijv. G01K voor de
temperatuur), om een opname te maken van de druk of het voorkomen daarvan
(G07C), om een alarm te geven (G08B) of om een andere apparaat aan te sturen
(G05).
Het
klasseringsschema is bedoeld om zaken van soortgelijke aard (zoals hierboven
aangegeven) bij elkaar te kunnen klasseren. Het is daarom in het bijzonder
noodzakelijk eerst over de werkelijke aard van enig technisch onderwerp te
beslissen voordat er goed geklasseerd kan worden.
INSTRUMENTEN
G 11 INFORMATIE-OPSLAG
G 11 B INFORMATIE-OPSLAG
OP BASIS VAN EEN RELATIEVE BEWEGING TUSSEN EEN REGISTRATIEDRAGER EN EEN
TRANSDUCER (registreren van gemeten waarden op een wijze waarbij geen
afspelen via een transducer nodig is G01D 9/00; opneemapparatuur of
afspeelapparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van een mechanisch gemarkeerde
band, bijv. een papieren ponsband, of waarbij gebruik wordt gemaakt van
eenheidsopnamen, bijv. geponste of magnetisch gemarkeerde kaarten, G06K;
overdragen van gegevens van het ene soort registratiedrager naar een andere
G06K 1/18; circuits voor het koppelen van de uitvoer van een reproducerend
apparaat met een radio-ontvanger H04B 1/20; luidsprekers, microfoons,
platenspelers of soortgelijke akoestische elektromechanische transducers of
circuits daarvoor H04R) [9]
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt:
- het opnemen of afspelen van informatie
door een relatieve beweging tussen een opneemspoor en een transducer, waarbij
de transducer direct zorgt voor modulatie in het opgenomen of afgespeelde spoor,
of direct daardoor in werking wordt gesteld, en waarbij de mate van modulatie
overeenkomt met het opgenomen of afgespeelde signaal;
- apparatuur en machines voor het opnemen
of afspelen, en delen daarvan zoals koppen;
- registratiedragers voor gebruik met
dergelijke apparatuur en machines;
- samenhangende werking van andere
apparatuur met dergelijke apparatuur en machines.
(2) In deze subklasse worden de volgende
termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:
- “registratiedrager” betekent een lichaam
zoals een cilinder, schijf, kaart, band of draad, dat blijvend informatie kan
vasthouden, die kan worden afgelezen door een aftastelement dat relatief ten
opzichte van de registratiedrager kan bewegen; [7]
- “kop” omvat elk middel
voor het omzetten van sinusvormige of niet-sinusvormige elektrische golfvormen
in variaties van de fysische conditie van tenminste het aanliggende oppervlak
van de registratiedrager, of omgekeerd;
- “near field interactie” betekent een interactie over een zeer korte
afstand waarbij gebruik wordt gemaakt van aftastsonde-technieken, bijv. een
quasi-contact of voorbijgaand contact tussen de kop en de registratiedrager.
[7]
(3) De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen
volgend op de titels van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking tot
“microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”. [7]
G 11
B 3/00 Opnemen
door het mechanisch snijden, vervormen of persen, bijv. van groeven of kuiltjes;
Reproduceren door het mechanisch aftasten; Registratiedragers daarvoor (G11B
11/00 heeft voorrang) [9]
G 11
B 3/02 . Voorzieningen van koppen [9]
G 11
B 3/04 . . Meervoudige,
omvormbare of afwisselende transducing voorzieningen
G 11
B 3/06 . . Bepalen
of aanduiden van de positie van een kop
G 11
B 3/08 . . Optillen,
laten zakken, anders dan voor het transducing
in dwarsrichting verplaatsen, vergrendelen of omhoog houden van koppen ten
opzichte van registratiedragers
G 11
B 3/085 . . . gebruikmakend van automatische middelen
(G11B 3/095 heeft voorrang) [4]
G 11
B 3/09 . . . gebruikmakend van alleen handmatige middelen
(G11B 3/095 heeft voorrang) [4]
G 11
B 3/095 . . . voor het herhalen van een deel van de
opname; voor het op een gewenst punt laten beginnen of stoppen van de opname [4]
G 11
B 3/10 . . Aanbrengen,
ondersteunen of aandrijven van koppen of van transducers ten opzichte van
registratiedragers
G 11
B 3/12 . . . Ondersteunen in uitgebalanceerde, gecompenseerde
of belaste werkpositie, bijv. bij belasting in dwarsrichting
G 11
B 3/14 . . . . door
gebruik te maken van zwaartekracht of traagheid, bijv. met een contragewicht
(G11B 3/28 heeft voorrang) [4]
G 11
B 3/16 . . . . . verstelbaar
G 11
B 3/18 . . . . . Demping door gebruik te maken van
viscositeit
G 11
B 3/20 . . . . door
elastische middelen, bijv. een veer (G11B 3/28 heeft voorrang) [4]
G 11
B 3/22 . . . . . verstelbaar
G 11
B 3/24 . . . . . voor het verlagen van de druk op de opname
G 11
B 3/26 . . . . . voor het verhogen van de druk op de opname
G 11
B 3/28 . . . . voor
een dwarsgerichte voorspanning parallel aan de opname
G 11
B 3/30 . . . Ondersteuning in een rustpositie
G 11
B 3/31 . . . . Constructie
van armen [4]
G 11
B 3/32 . . . . Constructie
of voorzieningen van steunkolommen
G 11
B 3/34 . . . Aandrijven of geleiden tijdens het transducing
G 11
B 3/36 . . . . Automatische
aanvoermechanismen voor het produceren van een progressieve transducing dwars over
registratiedragers anders dan door groeven, bijv. door een transportschroef
G 11
B 3/38 . . . . Geleiden,
bijv. constructies of voorzieningen die zorgen voor lineaire of andere speciale
spoorvolgkarakteristieken
G 11 B
3/40 . . . . Aandrijven
van koppen ten opzichte van stationaire registratiedragers voor het transducing
G 11
B 3/42 . . . met een voorziening voor het aanpassen of
verwisselen van een kop
G 11
B 3/44 . Naalden, bijv. een saffier of diamant
G 11
B 3/46 . . Constructies
of vormen, bijv. het bevestigen van de punt aan de schacht
G 11
B 3/48 . . . Naalden
G 11
B 3/50 . . Aambeelden
of andere steunen voor het weerstaan van naaldkrachten
G 11
B 3/52 . . Voorzieningen
waardoor naalden onder extreme druk meegeven
G 11
B 3/54 . . Opslaan;
Manipuleren, bijv. het naar de kop brengen of daarvan verwijderen van naalden [9]
G 11
B 3/56 . . Scherp
maken (door te slijpen B24B 19/16)
G 11
B 3/58 . Reinigen van registratiedragers of naalden,
bijv. het verwijderen van pluizen of stof [9]
G 11
B 3/60 . Draaitafels voor registratiedragers [9]
G 11
B 3/61 . . Dempen
van trillingen van registratiedragers op draaitafels [4]
G 11
B 3/64 . Opnieuw opnemen, d.w.z. het overschrijven
van informatie van de ene gegroefde registratiedrager naar één of meer
soortgelijke of ongelijksoortige registratiedragers
G 11
B 3/66 . Wissen van informatie, bijv. voor hergebruik
van een registratiedrager
G 11
B 3/68 . Registratiedragers
G 11
B 3/70 . . gekenmerkt
door de selectie van het materiaal of de structuur; Speciaal aangepaste
processen of apparatuur voor het maken van registratiedragers [4,9]
G 11
B 3/72 . . Groefformaties,
bijv. een inloopgroef of een uitloopgroef
G 11
B 3/74 . . . Meervoudige uitvoersporen, bijv. met beide
oren stereofonisch
G 11
B 3/76 . . . deel uitmakend van films
G 11
B 3/78 . . Voorzieningen
met meerdere sporen
G 11
B 3/80 . . met
extra geleidingsmiddelen voor koppen, anders dan gemoduleerde groeven;
Gedeeltelijk gevormde niet-gemoduleerde groeven voor omzetting naar transducing groeven
G 11
B 3/90 . . met
middelen voor het aanduiden van eerder of onrechtmatig gebruik
G 11
B 5/00 Opnemen
door het magnetiseren of demagnetiseren van een registratiedrager; Reproduceren
door magnetische middelen; Registratiedragers daarvoor (G11B
11/00 heeft voorrang) [4]
Aantekening
De groepen G11B 5/02 tot G11B 5/86
hebben voorrang boven de groepen G11B 5/004 tot G11B 5/012. [2,8]
G 11
B 5/004 . Registreren op, of reproduceren of wissen,
van magneettrommels (G11B 19/00 heeft voorrang) [2]
G 11
B 5/008 . Registreren op, of reproduceren of wissen, van
magneetbanden of magneetdraden (G11B 15/00 heeft voorrang) [2]
G 11
B 5/012 . Registreren op, of reproduceren of wissen,
van magneetschijven (G11B 17/00 en G11B 19/00 hebben voorrang) [2]
G 11
B 5/016 . . gebruikmakend
van magnetische foliën [2]
G 11
B 5/02 . Registratiemethoden, reproductiemethoden of
wismethoden; Leescircuits, schrijfcircuits of wiscircuits daarvoor [2,9]
G 11 B 5/024 . . Wissen [4]
G 11 B 5/027 . . Analoog
opnemen [2]
G 11
B 5/03 . . . Geven van een voorspanning [4]
G 11
B 5/035 . . . Compenseren [4]
G 11
B 5/09 . . Digitaal
opnemen [2]
G 11
B 5/10 . Structuur of fabricage van behuizingen of
afschermingen voor koppen [4]
G 11
B 5/105 . . Monteren
van een kop in de behuizing [2]
G 11
B 5/11 . . Afschermen
van een kop tegen elektrische of magnetische velden [2]
G 11
B 5/115 . . . Afscherminrichtingen die zijn aangebracht
tussen de koppen of wikkelingen (G11B 5/29 heeft voorrang) [2]
G 11
B 5/127 . Structuur of fabricage van koppen, bijv.
inductief [4]
G 11
B 5/133 . . met
kernen die zijn samengesteld uit deeltjes, bijv. met stofkernen of
ferrietkernen [4]
G 11
B 5/147 . . met
kernen die zijn samengesteld uit metaalplaten, d.w.z. laminaatkernen [4]
G 11
B 5/153 . . . met kernen die zijn omwikkeld met band [4]
G 11
B 5/17 . . Constructie
of plaatsing van wikkelingen [4]
G 11
B 5/187 . . Structuur
of fabricage van het oppervlak van de kop dat in fysiek contact staat met, of
dat zich direct bevindt naast, het opneemmedium; Poolschoenen; Spleetkenmerken
(G11B 5/265 en G11B 5/31 hebben voorrang) [4]
G 11
B 5/193 . . . waarbij de poolschoenen ferriet zijn [4]
G 11
B 5/21 . . . waarbij de poolschoenen van ijzerhoudend
plaatmetaal zijn [4]
G 11
B 5/23 . . . Spleetkenmerken [4]
G 11
B 5/235 . . . . Selectie
van materiaal als vulmiddel voor spleten [4]
G 11
B 5/245 . . . met middelen voor het regelen van de
reluctantie van het magnetische circuit (G11B 5/255 heeft voorrang) [4]
G 11
B 5/255 . . . met middelen voor bescherming tegen slijtage
[4]
G 11
B 5/265 . . Structuur
of fabricage van een kop met meer dan één spleet voor het wissen, registreren
of reproduceren op hetzelfde spoor (G11B 5/33 heeft voorrang) [4]
G 11
B 5/29 . . Structuur
of fabricage van gelijkmatige inrichtingen met meerdere koppen voor meer dan
één spoor [4]
G 11
B 5/31 . . gebruikmakend
van een dunne film (G11B 5/33 heeft voorrang) [4]
G 11
B 5/325 . . Wiskoppen
waarbij gebruik wordt gemaakt van een permanente magneet (algemene details
daarvan G11B 5/133 tot G11B 5/255) [4]
G 11
B 5/33 . . Structuur
of fabricage van flux-gevoelige koppen (algemene details daarvan G11B 5/133 tot
G11B 5/255) [4]
G 11
B 5/335 . . . met een verzadigd kaliber, bijv. voor het
detecteren van een tweede harmonische of een kop met symmetrische flux [4]
G 11
B 5/35 . . . met trilelementen [4]
G 11
B 5/37 . . . gebruikmakend van galvano-magnetische
inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen (G11B 5/39 heeft voorrang) [4]
G 11
B 5/39 . . . gebruikmakend van magnetoresistieve
inrichtingen [4]
G 11
B 5/40 . Beschermende maatregelen op koppen, bijv.
tegen overmatige temperatuur (G11B 5/31 heeft voorrang; bescherming tegen
slijtage G11B 5/255) [4]
G 11
B 5/41 . Reinigen van koppen [2]
G 11
B 5/455 . Voorzieningen voor het functioneel testen
van koppen; Meetvoorzieningen voor koppen [4,9]
G 11
B 5/465 . Voorzieningen voor het demagnetiseren van
koppen [4,9]
G 11
B 5/48 . Plaatsing of bevestiging van koppen ten
opzichte van registratiedragers
G 11
B 5/49 . . Vaste
bevestigingen [2]
G 11
B 5/50 . . Uitwisselbare
bevestigingen, bijv. voor het vervangen van een kop zonder verstelling
G 11
B 5/52 . . met
gelijktijdige beweging van de kop en de registratiedrager, bijv. waarbij de kop
roteert (G11B 5/588 heeft voorrang) [4]
G 11
B 5/53 . . . Plaatsing of bevestiging van koppen op een
roterende steun [4]
G 11
B 5/54 . . met
een voorziening voor het bewegen van de kop in of uit de werkpositie of langs
sporen [2]
G 11
B 5/55 . . . Spoorverandering, spoorselectie of
spoorverwerving door het verplaatsen van de kop [2]
G 11
B 5/56 . . met
een voorziening voor het bewegen van de kop met als doel verstelling van de
positie van de kop ten opzichte van de registratiedrager, bijv. het handmatig
verstellen voor azimutcorrectie of spoorcentrering (G11B 5/54 en G11B 5/58
hebben voorrang) [2]
G 11
B 5/58 . . met
een voorziening voor het bewegen van de kop met als doel instandhouding van de
uitlijning van de kop ten opzichte van de registratiedrager tijdens de transducing werking, bijv. voor het
compenseren voor oppervlakte-onregelmatigheden daarbij of voor het volgen van
sporen [2]
G 11
B 5/584 . . . voor het volgen van sporen op banden [4]
G 11
B 5/588 . . . . door
het regelen van de positie van de roterende koppen (door het regelen van de
snelheid van de registratiedrager G11B 15/467; door het regelen van de snelheid
van de roterende koppen G11B 15/473) [4]
G 11
B 5/592 . . . . . gebruikmakend van bimorfe elementen die de
koppen ondersteunen [4]
G 11
B 5/596 . . . voor het volgen van sporen op schijven [4]
G 11
B 5/60 . . . Fluïdum-dynamisch op afstand houden van
koppen van de registratiedragers
G 11
B 5/62 . Registratiedragers die worden gekenmerkt
door de selectie van het materiaal [9]
Aantekening
Deze groep dekt geen samenstellingen, materialen of
processen op zich, welke vallen onder de relevante subklassen van Sectie B of
Sectie C. [4]
G 11
B 5/627 . . voor
voorlopers van magnetische banden, bijv. niet-magnetische stroken op de banden
of voor koppeling [4,9]
G 11
B 5/633 . . van
films of dia’s met ingebouwd magnetisch spoor [4]
G 11
B 5/64 . . met
alleen het magnetiseerbare materiaal zonder bindmiddel
G 11
B 5/65 . . . gekenmerkt door de positie ervan (G11B 5/66
heeft voorrang) [7]
G 11
B 5/66 . . . waarbij de registratiedragers bestaan uit
diverse lagen
G 11
B 5/667 . . . . met
een zachte magnetische laag [7]
G 11
B 5/673 . . . . waarbij
twee of meer lagen herhaald voorkomen [7]
G 11
B 5/68 . . met
één of meer lagen magnetiseerbare deeltjes die homogeen zijn gemengd met een
bindmiddel [9]
G 11
B 5/70 . . . op een basis-laag [7,9]
G 11
B 5/702 . . . . gekenmerkt
door het bindmiddel [4]
G 11
B 5/706 . . . . gekenmerkt
door de samenstelling van het magnetische materiaal [4]
G 11
B 5/708 . . . . gekenmerkt
door de toevoeging van niet-magnetische deeltjes aan de magnetische laag [4]
G 11
B 5/71 . . . . gekenmerkt
door het smeermiddel [4]
G 11
B 5/712 . . . . gekenmerkt
door de oppervlaktebehandeling of coating van de magnetische deeltjes [4]
G 11
B 5/714 . . . . gekenmerkt
door de afmeting van de magnetische deeltjes [4]
G 11
B 5/716 . . . . gekenmerkt
door twee of meer magnetische lagen [4]
G 11
B 5/718 . . . . . met tenminste één laag aan elke kant van de
basis-laag [4]
G 11
B 5/72 . . Beschermende
coatings, bijv. antistatisch
G 11
B 5/725 . . . met een smeermiddel [7]
G 11
B 5/73 . . Basislagen
[7]
G 11
B 5/733 . . . gekenmerkt door de toevoeging van
niet-magnetische deeltjes [7]
G 11
B 5/735 . . . gekenmerkt door de rug-laag [7]
G 11
B 5/738 . . . gekenmerkt door de tussenlaag [7]
G 11
B 5/74 . Registratiedragers die worden gekenmerkt
door de vorm, bijv. een vel dat om een trommel moet worden gewikkeld
G 11
B 5/76 . . Trommeldragers
G 11
B 5/78 . . Banddragers
G 11
B 5/80 . . Kaartdragers
G 11
B 5/82 . . Schrijfdragers
G 11
B 5/84 . Speciaal aangepaste processen of apparatuur
voor het maken van registratiedragers [9]
G 11
B 5/842 . . Coaten
van een steun met een vloeibare magnetische dispersie [4]
G 11
B 5/845 . . . in een magnetisch veld [4]
G 11
B 5/848 . . Coaten
van een steun met een magnetische laag door extrusie [4]
G 11
B 5/85 . . Coaten
van een steun met een magnetische laag door dampafzetting [4]
G 11
B 5/851 . . Coaten
van een steun met een magnetische laag door bestuiving [7]
G 11
B 5/852 . . Oriënteren
in een magnetisch veld (G11B 5/845 heeft voorrang) [4]
G 11
B 5/855 . . Coaten
van slechts een deel van een steun met een magnetische laag [4]
G 11
B 5/858 . . Produceren
van een magnetische laag door elektro-plateren of door stroomloos bekleden [4]
G 11
B 5/86 . Opnieuw opnemen, d.w.z. het overschrijven
van informatie van de ene magnetiseerbare registratiedrager naar één of meer
gelijksoortige of ongelijksoortige registratiedragers
G 11
B 7/00 Opnemen
of reproduceren door optische middelen, bijv. opnemen waarbij gebruik wordt
gemaakt van een thermische bundel van optische straling of reproduceren waarbij
gebruik wordt gemaakt van een laag-energetische optische bundel;
Registratiedragers daarvoor (G11B 11/00 en G11B 13/00 hebben voorrang) [4,7]
G 11
B 7/002 . Opneemsystemen, reproductiesystemen of
wissystemen die worden gekenmerkt de vorm van de drager [7]
G 11
B 7/0025 . . met
cilinders of cilindervormige dragers, bijv. afgeknotte kegels [7]
G 11
B 7/003 . . met
banen, bijv. riemen, opgerolde banden of films met een quasi-oneindige omvang
[7]
G 11
B 7/0033 . . met
kaarten [7]
G 11
B 7/0037 . . met
schijven [7]
G 11
B 7/004 . Opneemmethoden, reproductiemethoden of wismethoden;
Leescircuits, schrijfcircuits of wiscircuits daarvoor [7]
G 11
B 7/0045 . . Opnemen
(G11B 7/006 en G11B 7/0065 hebben voorrang) [7]
G 11
B 7/005 . . Reproduceren
(G11B 7/0065 heeft voorrang) [7]
G 11
B 7/0055 . . Wissen
(G11B 7/006 en G11B 7/0065 hebben voorrang) [7]
G 11
B 7/006 . . Overschrijven
(G11B 7/0065 heeft voorrang) [7]
G 11
B 7/0065 . . Opnemen,
reproduceren of wissen door gebruik te maken van optische
interferentiepatronen, bijv. hologrammen [7]
G 11
B 7/007 . Aanbrengen van de informatie op de
registratiedrager, bijv. het vormen van sporen [4]
G 11
B 7/013 . . voor
discrete informatie, d.w.z. waarbij elke informatie-eenheid wordt opgeslagen op
een afzonderlijke plaatst [4]
G 11
B 7/08 . Plaatsing of bevestiging van koppen of
lichtbronnen ten opzichte van registratiedragers
G 11
B 7/085 . . met
een voorziening voor het bewegen van de lichtstraal in of uit de werkpositie [4,9,12]
G 11
B 7/09 . . met
een voorziening voor het bewegen van de lichtstraal of het scherpstelvlak met
het oog op instandhouding van de uitlijning van de lichtstraal ten opzichte van
de registratiedrager tijdens de transducing
werking, bijv. voor het compenseren voor oppervlakte-onregelmatigheden daarbij
of voor het volgen van sporen [4]
G 11
B 7/095 . . . speciaal aangepast voor schijven, bijv. voor
het compenseren van excentriciteit of slingering [4]
G 11
B 7/10 . . Uitwisselbare
bevestigingen, bijv. voor het vervangen van een kop zonder verstelling
G 11 B
7/12 . Koppen, bijv. voor het vormen van de
optische bundelplek of voor modulatie van de optische bundel (verplaatsen of
monteren van kopelementen binnen een behuizing of met een voorziening voor het
bewegen van de lichtbron, optische bundel of detector, los van de transducing methode G11B 7/08) [12]
G 11
B 7/121 . . Beschermen
van de kop, bijv. tegen stof of stoten tegen de gegevensdrager [12]
G 11
B 7/122 . . Aftastkoppen,
bijv. analoog aan de Winchester-kop bij het magnetisch opnemen [12]
G 11
B 7/123 . . Geïntegreerde
kopvoorzieningen, bijv. waarbij bron en detector op hetzelfde substraat zijn
aangebracht [12]
G 11
B 7/124 . . . waarbij de geïntegreerde kopelementen
golfgeleiders omvatten [12]
G 11
B 7/1245 . . . . waarbij
de golfgeleiders middelen omvatten voor elektro-optische of akoestisch-optische
afbuiging [12]
G 11
B 7/125 . . Optische
bundelbronnen daarvoor, bijv. speciaal aangepaste laserregelcircuits voor
optische opslaginrichtingen); Modulatoren, bijv. middelen voor het regelen van
de grootte of intensiteit van optische plekken of optische sporen [4,9,12]
G 11
B 7/126 . . . Circuits, methoden of voorzieningen voor
laserregeling of laserstabilisatie [12]
G 11
B 7/1263 . . . . Voedingsregeling
tijdens het transducing, bijv. door
bewaking [12]
G 11
B 7/1267 . . . . Voedingscalibratie
[12]
G 11
B 7/127 . . . Lasers; Meervoudige laserreeksen [12]
G 11
B 7/1275 . . . . Twee
of meer lasers met verschillende golflengten [12]
G 11
B 7/128 . . . Modulatoren (G11B 7/1245 heeft voorrang) [12]
G 11
B 7/13 . . Optische
detectoren daarvoor [4,9]
G 11
B 7/131 . . . Opstelling van detectoren in een meervoudige
reeks [12]
G 11
B 7/133 . . . Vorm van afzonderlijke detectorelementen [12]
G 11
B 7/135 . . Middelen
voor het geleiden van de bundel van de bron naar de registratiedrager of van de
registratiedrager naar de detector [4,12]
G 11
B 7/1353 . . . Buigingselementen, bijv. hologrammen of
roosters [12]
G 11
B 7/1356 . . . Dubbele of meervoudige prisma’s [12]
G 11
B 7/1359 . . . Enkelvoudige prisma’s [12]
G 11
B 7/1362 . . . Spiegels [12]
G 11
B 7/1365 . . . Gescheiden of geïntegreerde
brekingselementen, bijv. golfplaten [12]
Aantekening
In deze groep worden geïntegreerde combinaties van een
brekingselement, zoals een coatingelement of een faseplaat, met een ander
element, zoals een lens, geklasseerd in deze groep en in andere toepasselijke
groepen voor het andere element. [12]
G 11
B 7/1367 . . . . Getrapte
faseplaten [12]
G 11
B 7/1369 . . . . Actieve
platen, bijv. vloeibaar-kristalpanelen of elektrostrictieve elementen [12]
G 11 B 7/1372 . . . Lenzen [12]
G 11 B 7/1374 . . . . Objectieven
[12]
G 11
B 7/1376 . . . . Collimatorlenzen
[12]
G 11
B 7/1378 . . . . Aparte
afwijkingscorrectielenzen; Cilindrische lenzen voor het creëren van
astigmatisme; Bundelvergroter [12]
G 11
B 7/1381 . . . Niet-lenselementen voor het veranderen van
de eigenschappen van de bundel, bijv. mes-randen, sleuven, filters of
blokkeringen (G11B 7/1353 en G11B 7/1369 hebben voorrang) [12]
G 11
B 7/1384 . . . Vezeloptica [12]
G 11
B 7/1387 . . . gebruikmakend van het nabije-veldeffect [12]
G 11
B 7/139 . . . Numerieke lensspleetregelmiddelen [12]
G 11
B 7/1392 . . . Middelen voor het regelen van de
bundelgolffront, bijv. voor correctie of afwijking [12]
G 11
B 7/1395 . . . Bundelsplitsers of bundelverbinders (G11B
7/1353 en G11B 7/1369 hebben voorrang) [12]
G 11 B
7/1398 . . . Middelen voor het vormen van de
dwarsdoorsnede van de bundel, bijv. in een ronde of elliptische dwarsdoorsnede [12]
G 11
B 7/14 . . speciaal
aangepast voor het gelijktijdig opnemen op, of reproduceren vanaf, meer dan één
spoor [12]
G 11
B 7/22 . . Apparatuur
of processen voor het maken van optische koppen, bijv. de opbouw [12]
G 11
B 7/24 . Registratiedragers die worden gekenmerkt
door de vorm, de structuur of de keuze van het materiaal (gekenmerkt door het
aanbrengen van informatie op de drager G11B 7/007) [4,9,13]
G 11
B 7/24003 . . Vormen
van registratiedragers anders dan een schijfvorm [13]
G 11
B 7/24006 . . . Cilindervormig of schachtvormig [13]
G 11
B 7/24009 . . . Banden, lange films of lange vellen [13]
G 11 B 7/24012 . . . Optische
kaarten [13]
G 11 B 7/24015 . . . Air-sandwiched schijven [13]
Aantekening
Bij het klasseren in deze groep
wordt tevens geklasseerd in de groep G11B 7/2403, als het onderwerp dat wordt beschreven
in de context van een air-sandwiched
schijf van meer algemene aard is. [13]
G 11
B 7/24018 . . Gelamineerde
schijven (G11B 7/24015 heeft voorkeur) [13]
Aantekening
Bij het klasseren in deze groep wordt
tevens geklasseerd in de groep G11B 7/2403, als het onderwerp dat wordt
beschreven in de context van een gelamineerde schijf van meer algemene aard is.
[13]
G 11
B 7/24021 . . . voorzien van een speciale vorm of structuur
voor het centreren of ter vermijding van excentriciteit, bijv. uitlijning
[13]
G 11
B 7/24024 . . . Verlijming of binding, bijv. specifieke
kleeflagen [13]
G 11
B 7/24027 . . . Lagen; Vorm, structuur of fysische
eigenschappen daarvan (G11B 7/24021 en G11B 7/24024 hebben voorrang) [13]
G 11
B 7/2403 . . Lagen;
Vorm, structuur of fysische eigenschappen daarvan [13]
G 11
B 7/24033 . . . Gelaagde electroden [13]
G 11
B 7/24035 . . . Registratielagen (substraten die tevens
wordt gebruikt als registratielagen G11B 24047) [13]
G 11
B 7/24038 . . . . Meerdere
gelamineerde registratielagen [13]
G 11
B 7/24041 . . . . . met verschillende registratiekenmerken [13]
G 11
B 7/24044 . . . . voor
het opslaan van optische interferentiepatronen, bij. Hologrammen; voor het
opslaan van gegevens in drie dimensies, bijv. volume-opslag (G11B 7/24038 heeft
voorrang) [13]
G 11
B 7/24047 . . . Substraten [13]
G 11
B 7/2405 . . . . die
tevens worden gebruikt als spoorlagen van voor-geformatteerde lagen (sporen of
putjes G11B 7/02407) [13]
G 11
B 7/24053 . . . Beschermende toplagen die liggen tegenover
de zijde van de lichtingang, bijv. lagen ter voorkoming van elektrostatische
lading [13]
G 11 B
7/24056 . . . Lichttransmissielagen die liggen aan de
zijde van de lichtingang en die dunner zijn dan het substraat, bijv. speciaal
aangepast voor Blue-ray® schijven [13]
G 11 B 7/24059 . . . . speciaal aangepast voor near-field registratie of near-field
reproductie [13]
G 11
B 7/24062 . . . Reflectielagen [13]
G 11
B 7/24065 . . . Lagen ter ondersteuning van het registreren
of reproduceren beneden de optische diffractiegrens, bijv. niet-lineaire
optische lagen of structuren (deklagen voor near-field
media G11B 7/24059) [13]
G 11
B 7/24067 . . . Combinaties van twee of meer lagen met een
specifieke onderlinge relatie [13]
G 11
B 7/2407 . . Sporen
of putjes; Vorm, structuur of fysische eigenschappen daarvan (lay-out van
sporen of putjes die worden gebruikt als de identificatie-informatie G11B
7/007) [13]
G 11 B 7/24073 . . . Sporen
[13]
G 11 B 7/24076 . . . . Dwarsdoorsnedevorm in de radiale
richting van een schijf, bijv. de asymmetrische vorm in dwarsdoorsnede [13]
G 11
B 7/24079 . . . . Breedte
of diepte (G11B 7/24076 heeft voorkeur) [13]
G 11
B 7/24082 . . . . Meandering [13]
G 11
B 7/24085 . . . Putjes [13]
G 11
B 7/24088 . . . . voor
het opslaan van meer dan twee waarden, d.w.z. meer-waardig registreren van
gegevens of voorputjes [13]
G 11
B 7/24091 . . . Combinaties van sporen en putjes met een
specifieke onderlinge relatie [13]
G 11
B 7/24094 . . Indicatiedelen
of informatiedelen ten behoeve van indicatie [13]
G 11
B 7/24097 . . Structuren
voor het detecteren, regelen, registratiewerking of terugspeelwerking; Speciale
vormen of structuren voor het centreren of vermijden van excentriciteit (binnen
gelaagde schijven G11B 7/24021); Voorzieningen voor het testen, inspecteren of
evalueren; Houders, patronen of cassettes [13,18]
Aantekening
Bij het klasseren in deze groep
wordt tevens geklasseerd in de groep G11B 23/00, als het onderwerp dat wordt
beschreven in de context van een optische registratiedrager van meer algemene
aard is. [13]
G 11
B 7/241 . . Registratiedragers
gekenmerkt door de keuze van het materiaal [8,13]
G 11
B 7/242 . . . van registratielagen [8]
G 11
B 7/243 . . . . met
alleen anorganische materialen, bijv. afzettingslagen [8,13]
G 11
B 7/2433 . . . . . Metalen of elementen uit de groepen IIIA,
IVA, VA of VIA van het Periodiek Systeem, bijv. B, Si, Ge, As, Sb, Bi, Se of Te
[13]
G 11
B 7/2437 . . . . . Niet-metaalelementen [13]
G 11
B 7/244 . . . . met
alleen organische materialen [8,13]
G 11
B 7/245 . . . . . met een polymeer bestanddeel [8]
G 11
B 7/246 . . . . . met kleurstoffen [8]
G 11
B 7/2463 . . . . . . azuleenkleurstoffen
[13]
G 11
B 7/2467 . . . . . . azokleurstoffen
[13]
G 11
B 7/247 . . . . . . methinekleurstoffen
of polymethinekleurstoffen [8]
G 11
B 7/2472 . . . . . . . cyaninekleurstoffen [13]
G 11
B 7/2475 . . . . . . . merocyaninekleurstoffen [13]
G 11
B 7/2478 . . . . . . . oxonolkleurstoffen [13]
G 11
B 7/248 . . . . . . porfinekleurstoffen;
azoporfinekleurstoffen, bijv. phtallocyaninen [8,13]
G 11
B 7/249 . . . . . met organometallische verbindingen (G11B
7/246 heeft voorrang) [8]
G 11 B 7/2492 . . . . . . neutrale
verbindingen [13]
G 11 B 7/2495 . . . . . . als
anionen [13]
G 11 B 7/2498 . . . . . . als
kationen [13]
G 11
B 7/25 . . . . . met vloeibare kristallen [8]
G 11
B 7/251 . . . . met
anorganische materialen gedispergeerd in een organische matrix [8,13]
G 11
B 7/252 . . . van andere lagen dan registratielagen [8]
Aantekening
In de groep G11B 7/252 wordt
geklasseerd naar meerdere aspecten, waardoor onderwerpen die worden gekenmerkt
door aspecten die onder meer dan één subgroep vallen, moeten worden geklasseerd
in elk van deze subgroepen. [8]
G 11
B 7/253 . . . . van
substraten [8,13]
G 11
B 7/2531 . . . . . met glas [13]
G 11
B 7/2532 . . . . . met metalen [13]
G 11
B 7/2533 . . . . . met harsen [13]
G 11 B 7/2534 . . . . . . polycarbonaten
[PC] [13]
G 11 B 7/2535 . . . . . . polyesters, bijv. PET, PETG of PEN [13]
G 11
B 7/2536 . . . . . . polystyreen
[PS] [13]
G 11
B 7/2537 . . . . . . epoxyharsen
[13]
G 11
B 7/2538 . . . . . . polycyclo-olefinen
[PCO] [13]
G 11
B 7/2539 . . . . . . bio-afbreekbare
polymeren, bijv. cellulose [13]
G 11
B 7/254 . . . . van
beschermende toplagen [8,13]
G 11
B 7/2542 . . . . . in hoofdzaak bestaande uit organische harsen
[13]
G 11
B 7/2545 . . . . . met anorganische vulmiddelen, bijv. deeltjes
of vezels [13]
G 11
B 7/2548 . . . . . in hoofdzaak bestaande uit anorganische
materialen [13]
G 11
B 7/256 . . . . van
lagen voor het verbeteren van de hechting tussen lagen [8,13]
G 11
B 7/257 . . . . van
lagen met eigenschappen die invloed hebben op het registreren of reproduceren,
bijv. optische interferentielagen, sensibiliserende lagen of diëlektrische
lagen die de registratielagen beschermen [8,13]
G 11
B 7/2572 . . . . . in hoofdzaak bestaande uit organische
materialen [13]
G 11
B 7/2575 . . . . . . harsen
[13]
G 11
B 7/2578 . . . . . in hoofdzaak bestaande uit anorganische
materialen [13]
G 11
B 7/258 . . . . van
reflecterende lagen [8,13]
G 11
B 7/2585 . . . . . op basis van aluminium [13]
G 11
B 7/259 . . . . . op basis van zilver [13]
G 11
B 7/2595 . . . . . op basis van goud [13]
G 11
B 7/26 . . Speciaal
aangepaste apparatuur of processen voor het maken van registratiedragers [9]
G 11
B 7/28 . Opnieuw opnemen, d.w.z. het overschrijven
van informatie van de ene optische registratiedrager naar één of meer
gelijksoortige of ongelijksoortige registratiedragers waarbij gebruik wordt
gemaakt van optische aftastmiddelen
G 11
B 7/30 . Herschrijfbare dragers (G11B 7/24 heeft
voorrang) [7]
G 11
B 9/00 Opnemen
of reproduceren waarbij gebruik wordt gemaakt van methoden of middelen die niet
vallen onder een van de hoofdgroepen G11B 3/00 tot G11B 7/00;
Registratiedragers daarvoor (G11B 11/00 heeft voorrang) [4]
Aantekening
In deze groep heeft groep G11B
9/12 voorrang boven de groepen G11B 9/02 tot G11B 9/10. [7]
G 11
B 9/02 . gebruikmakend van ferro-elektrische
registratiedragers; Registratiedragers daarvoor
G 11
B 9/04 . gebruikmakend van registratiedragers met
variabele elektrische weerstand; Registratiedragers daarvoor
G 11
B 9/06 . gebruikmakend van registratiedragers met
variabele elektrische capaciteit; Registratiedragers daarvoor (G11B 9/02 heeft
voorrang)
G 11
B 9/07 . . Koppen
voor het reproduceren van capacitieve informatie [4]
G 11
B 9/08 . gebruikmakend van elektrostatische
ladinginjectie; Registratiedragers daarvoor
G 11
B 9/10 . gebruikmakend van een elektronenstraal;
Registratiedragers daarvoor (G11B 9/08 heeft voorrang) [4]
G 11
B 9/12 . gebruikmakend van near-field interacties; Registratiedragers daarvoor [7]
G 11
B 9/14 . . gebruikmakend
van microscopische sondemiddelen [7]
G 11 B
11/00 Opnemen op, of
reproduceren vanaf, dezelfde registratiedrager waarin de methoden of middelen
voor deze twee bewerkingen vallen onder verschillende hoofdgroepen van de groepen
G11B 3/00 tot G11B 7/00 of onder verschillende subgroepen van de groep G11B
9/00; Registratiedragers daarvoor
Aantekening
In deze groep heeft groep G11B
11/24 voorrang boven de groepen G11B 11/03 tot G11B 11/16. [7]
G 11
B 11/03 . gebruikmakend van opname door vervormen met
niet-mechanische middelen, bijv. een laser of een bundel deeltjes [4]
G 11
B 11/05 . . waarbij
wordt gereproduceerd door capacitieve middelen [4]
G 11
B 11/06 . . waarbij
wordt gereproduceerd door mechanisch aftasten [4]
G 11
B 11/08 . gebruikmakend van opname door elektrisch
belasten of door variëren van de elektrische weerstand of capaciteit
G 11
B 11/10 . gebruikmakend van opname door magnetiseren
of demagnetiseren [4]
G 11
B 11/105 . . gebruikmakend
van een lichtstraal of een magnetisch veld voor opname en een lichtstraal voor
reproductie, bijv. door licht geïnduceerde thermomagnetische opname of
Kerr-opname [7]
G 11
B 11/11 . . gebruikmakend
van een andere dan een lichtstraal voor opname [7]
G 11
B 11/115 . . gebruikmakend
van een andere dan lichtstraal voor reproductie [7]
G 11
B 11/12 . gebruikmakend van opname door optische
middelen (G11B 11/03 heeft voorrang) [4]
G 11
B 11/14 . . waarbij
wordt gereproduceerd door magnetische middelen
G 11
B 11/16 . gebruikmakend van opname door het mechanisch
snijden, vervormen of persen
G 11
B 11/18 . . waarbij
wordt gereproduceerd door optische middelen
G 11
B 11/20 . . waarbij
wordt gereproduceerd door magnetische middelen
G 11
B 11/22 . . waarbij
wordt gereproduceerd door capacitieve middelen [4]
G 11
B 11/24 . gebruikmakend van opname door near field interacties [7]
G 11
B 11/26 . . gebruikmakend
van microscopische sondemiddelen [7]
G 11 B
13/00 Gelijktijdig of selectief
opnemen door methoden of middelen die vallen onder verschillende hoofdgroepen;
Registratiedragers daarvoor; Gelijktijdige of selectief reproduceren daarvan
[7]
Aantekening
(1) Onder deze groep vallen voorzieningen
met daarin tenminste twee opnamen van informatie waarbij sprake is van twee
verschillende methoden of middelen of van twee verschillende fysische
eigenschappen, op dezelfde of verschillende plaatsen, op dezelfde
registratiedrager, waarbij de opnamen gelijktijdig of selectief zijn gemaakt of
gereproduceerd. [7]
(2) Waar dergelijke combinaties
worden gebruikt voor het veranderen van één hoofdeigenschap, wordt alleen
geklasseerd in één van de relevante hoofdgroepen G11B 3/00, G11B 5/00, G11B
7/00, G11B 9/00 of G11B 11/00. [7]
G 11
B 13/02 . magnetisch en door naalden (G11B 13/08 heeft
voorrang) [7]
G 11
B 13/04 . magnetisch en optisch (G11B 13/08 heeft
voorrang) [7]
G 11 B
13/06 . optisch en door naalden (G11B 13/08 heeft
voorrang) [7]
G 11
B 13/08 . gebruikmakend van near field interacties of transducing
middelen en tenminste één andere methode of middel voor het opnemen of
reproduceren [7]
G 11
B 15/00 Aandrijven,
starten of stoppen van filamentvormige of baanvormige registratiedragers;
Aandrijven van zowel dergelijke registratiedragers als koppen; Geleiden van
dergelijke registratiedragers of containers daarvoor; Regelen daarvan; Regelen
van de werkfunctie (aandrijven of geleiden van koppen G11B 3/00 tot G11B 7/00 of
G11B 21/00) [2]
G 11
B 15/02 . Regelen van de werkfunctie, bijv. het
omschakelen van opnemen naar reproduceren
G 11
B 15/03 . . door
gebruik te maken van tellers [4]
G 11
B 15/04 . . Voorkomen
of tegengaan van, of waarschuwen tegen, het per ongeluk wissen of dubbel
opnemen (G11B 15/05 heeft voorrang) [4]
G 11
B 15/05 . . door
het aftasten van kenmerken die aanwezig zijn op, of zijn afgeleid van, een registratiedrager
of container (G11B 15/16 heeft voorrang) [4]
G 11
B 15/06 . . . door het aftasten van extra kenmerken op
registratiedragers of containers, bijv. voor het stoppen van de machine aan het
eind van een band
G 11
B 15/07 . . . . op
containers [4]
G 11
B 15/08 . . . . door
foto-elektrische aftasting (G11B 15/07 heeft voorrang) [4]
G 11
B 15/087 . . . door het aftasten van geregistreerde
signalen [4]
G 11
B 15/093 . . . door het aftasten van de aandrijfconditie
van een registratiedrager, bijv. de loop of de bandspanning [4]
G 11 B 15/10 . . Hand-bediend regelen; Elektromagnetisch
bediend regelen
G 11
B 15/12 . . Maskeren
van koppen; Selecteren of omschakelen van koppen tussen de werkfunctie en de
rustfunctie; Maskeren van stralen, bijv. van lichtstralen
G 11
B 15/14 . . . Periodiek maskeren of omschakelen, bijv. van
roterende koppen
G 11
B 15/16 . . door
het aftasten van de aanwezigheid, afwezigheid of positie van een
registratiedrager of container
G 11
B 15/17 . . . van een container [4]
G 11
B 15/18 . Aandrijven; Starten; Stoppen; Voorzieningen
voor het regelen daarvan
G 11
B 15/20 . . Achteruit
of vooruit bewegen van een registratiedrager over beperkte afstanden, d.w.z.
het terugstellen of vooruit-stellen
G 11
B 15/22 . . Stopmiddelen
(afremmen voorafgaand aan het stoppen door andere voorzieningen dan de
stopmiddelen G11B 15/48; afremmen voorafgaand aan het stoppen door een
mechanische schakeling anders dan de stopmiddelen G11B 15/50) [9]
G 11
B 15/24 . . Aandrijf-ontkoppelmiddelen
G 11
B 15/26 . . Aandrijven
van registratiedragers door lichamen die direct of indirect daarop inwerken
G 11
B 15/28 . . . door rollen die aandrijven door
wrijvingscontact met de registratiedrager, bijv. een kaapstander; Meervoudige
voorzieningen met kaapstanders of trommels die zijn gekoppeld met middelen voor
het regelen van de snelheid van de aandrijving; Meervoudige kaapstandersystemen
die afwisselend op een registratiedrager aangrijpen voor omkering
G 11
B 15/29 . . . . door
klemrollen (G11B 15/295 heeft voorrang) [4]
G 11
B 15/295 . . . . met
één kaapstander of trommel die de registratiedrager gelijktijdig aandrijft op
twee aparte punten van een geïsoleerd deel daarvan, bijv. waarbij de
kaapstander direct aangrijpt op de bandrollen [4]
G 11
B 15/30 . . . door de middelen voor het ondersteunen van
de registratiedrager, bijv. een spil of draaitafel
G 11
B 15/32 . . . door de haspels of kernen waarop de
registratiedrager wordt gewikkeld
G 11
B 15/34 . . . door niet-slippende aandrijfmiddelen, bijv.
een kettingwiel
G 11
B 15/38 . . Aandrijven
van registratiedragers door pneumatische middelen
G 11
B 15/40 . . Aandrijven
van registratiedragers op een andere wijze dan door een elektromotor
G 11
B 15/42 . . . handmatig
G 11
B 15/43 . . Regelen
van de mechanische spanning van een registratiedrager, bijv. de bandspanning
G 11
B 15/44 . . Voorzieningen
voor het veranderen van de snelheid; Omkeervoorzieningen; Middelen voor het
overdragen van de aandrijving daarbij
G 11
B 15/46 . . Regelen
of aanduiden van de snelheid
G 11
B 15/467 . . . in voorzieningen voor opname of reproductie
waarbij zowel de registratiedragers als koppen worden aangedreven [4]
G 11
B 15/473 . . . . door
het regelen van de snelheid van de koppen [4]
G 11
B 15/48 . . . Starten; Versnellen; Vertragen;
Voorzieningen voor het voorkomen van storing tijdens de aandrijfverandering
G 11
B 15/50 . . . door een mechanische schakeling, bijv. een
aandrijfkoppeling
G 11
B 15/52 . . . door gebruik te maken van signalen die zijn
opgenomen op, of worden afgeleid van, een registratiedrager
G 11
B 15/54 . . . door een stroboscoop; door een toerenteller [9]
G 11
B 15/56 . waarbij de registratiedrager een reserve-lus
heeft, bijv. voor het minimaliseren van de traagheid tijdens de versnelling
G 11
B 15/58 . . met
een vacuümkolom
G 11
B 15/60 . Geleiden van registratiedragers
(geleidingsinrichtingen die structureel zijn samengebouwd met magazijnen of
cassettes G11B 23/04) [4]
G 11
B 15/61 . . op
een trommel, bijv. op een trommel die roterende koppen bevat [4]
G 11
B 15/62 . . In
stand houden van de gewenste afstand tussen een registratiedrager en een kop
G 11
B 15/64 . . . door het fluïdum-dynamisch op afstand houden
G 11
B 15/66 . . Invoeren
en doortrekken; Inladen; Automatisch zelfladen
G 11
B 15/665 . . . door het van een container trekken van een
lus van de registratiedrager [4]
G 11
B 15/67 . . . door het van een container of spoel trekken
van het eind van de registratiedrager [4]
G 11
B 15/675 . Geleiden van containers [4]
G 11
B 15/68 . . Voorzieningen
voor het automatisch wisselen van cassettes [2]
G 11
B 15/70 . waarbij de registratiedrager de vorm heeft
van een oneindige lus [2]
G 11
B 17/00 Geleiden
van registratiedragers die niet specifiek filamentvormig of baanvormig zijn, of
van steunen daarvoor (geleiden van kaarten of vellen G06K 13/00)
G 11 B 17/02 . Details
G 11 B 17/022 . . Positioneren of blokkeren van
losse schijven [4]
G 11
B 17/025 . . . van schijven die stationair blijven tijdens
de transducing werking [4]
G 11
B 17/028 . . . van schijven die roteren tijdens de transducing werking [4]
G 11 B 17/03 . . . . in containers of bakken [4]
G 11
B 17/032 . . . . Positioneren
door het bewegen van de klep of afdekking [4]
G 11
B 17/035 . . . . Positioneren
door het bewegen van het laadstation [4]
G 11
B 17/038 . . Centreren
of blokkeren van meerdere schijven in één houder [4]
G 11
B 17/04 . . Toevoeren
of geleiden van één registratiedrager naar of van de overdragende eenheid
G 11
B 17/041 . . . speciaal aangepast voor schijven die in
houders zitten [8]
G 11
B 17/043 . . . . Directe
invoer, d.w.z. zonder externe laadmiddelen [8]
G 11
B 17/044 . . . . Indirecte
invoer, d.w.z. met externe laadmiddelen [8]
G 11
B 17/046 . . . . . met draaiende laadmiddelen [8]
G 11
B 17/047 . . . . . met schuivende laadmiddelen [8]
G 11
B 17/049 . . . . Invoer
van schijven die uit de houder moeten worden gehaald voorafgaand aan het
registreren of reproduceren [8]
G 11
B 17/05 . . . speciaal aangepast voor schijven die niet in
houders zitten [8]
G 11
B 17/051 . . . . Directe
invoer, d.w.z. zonder externe laadmiddelen [8]
G 11
B 17/053 . . . . Indirecte
invoer, d.w.z. met externe laadmiddelen [8]
G 11
B 17/054 . . . . . met draaiende laadmiddelen [8]
G 11
B 17/056 . . . . . met schuivende laadmiddelen [8]
G 11
B 17/057 . . . speciaal aangepast voor het hanteren van
zowel schijven die in houders zitten als schijven die niet in houders zitten [8]
G 11
B 17/08 . van een magazijn met opeenvolgende toegang
voor schijfopnamen
G 11
B 17/10 . . met
horizontale overdracht naar de draaitafel vanaf een stapel met een verticale as
G 11
B 17/12 . . met
axiale overdracht naar de draaitafel vanaf een stapel met een verticale as
G 11
B 17/14 . . . door een mechanisme in een roterende
centrale zuil, bijv. waarbij beide zijden van een opname kunnen worden
afgespeeld
G 11
B 17/16 . . . door een mechanisme in een stationaire
centrale zuil, bijv. met een getrapte zuil of waarbij gebruik wordt gemaakt van
vingers op de zuil
G 11
B 17/18 . . . door een mechanisme dat ingrijpt op de rand van
de schijfopname
G 11
B 17/20 . . met
een overdracht weg van de stapel op de draaitafel na het afspelen
G 11
B 17/22 . van een magazijn met willekeurige toegang
voor schijfopnamen
Aantekening
Groep G11B 17/30 heeft voorrang
boven de groepen G11B 17/24 tot G11B 17/28.
G 11
B 17/24 . . waarbij
het magazijn de vorm of gedeeltelijk de vorm heeft van een toroïde
G 11
B 17/26 . . waarbij
het magazijn de vorm heeft van een cilinder met een verticale as
G 11
B 17/28 . . waarbij
het magazijn de vorm heeft van een cilinder met een horizontale as
G 11
B 17/30 . . waarin
de afspeeleenheid wordt bewogen in overeenstemming met de plaats van de
geselecteerde opname
G 11
B 17/32 . In stand houden van de gewenste afstand
tussen een registratiedrager en een kop, bijv. door het fluïdum-dynamisch op
afstand houden [2]
G 11
B 17/34 . Geleiden van registratiedragers tijdens de transducing werking, bijv. voor
spoorvolging (G11B 17/32 heeft voorrang) [4]
G 11
B 19/00 Aandrijven,
starten of stoppen van registratiedragers die niet specifiek filamentvormig of
baanvormig zijn, of van steunen daarvoor; Regelen daarvan; Regelen van de
werkfunctie [9]
G 11
B 19/02 . Regelen van de werkfunctie, bijv. het
omschakelen van opnemen naar reproduceren [4]
G 11
B 19/04 . . Voorzieningen
voor het voorkomen of tegengaan van, of het waarschuwen tegen, het dubbel
opnemen op dezelfde lege ruimte, of tegen andere storingen in de opname of
reproductie
G 11
B 19/06 . . door
het tellen of op tijd instellen van de werking van de machine
G 11
B 19/08 . . door
gebruik te maken van inrichtingen buiten de aandrijfmechanismen, bijv. een
muntschakelaar (muntautomaatmechanismen G07F 5/00) [4]
G 11
B 19/10 . . door
het aftasten van de aanwezigheid of afwezigheid van een opname in een
toegankelijke opgeslagen positie of op een draaitafel
G 11
B 19/12 . . door
het aftasten van onderscheidende kenmerken van opnamen, bijv. de diameter
G 11
B 19/14 . . door
het aftasten van de beweging of positie van een kop, bijv. middelen die bewegen
in overeenstemming met de bewegingen van de kop
G 11
B 19/16 . . Handmatige
regeling
G 11
B 19/18 . . . Handmatig aangrijpen op één element dat
indirect een regeleffect produceert door een daaruit voortvloeiende werking van
het aandrijfmechanisme
G 11
B 19/20 . Aandrijven; Starten; Stoppen; Regelen
daarvan [4]
G 11
B 19/22 . . Andere
remmen dan snelheid-regelende remmen [9]
G 11
B 19/24 . . Voorzieningen
die zorgen voor een constante relatieve snelheid tussen een registratiedrager
en een kop
G 11
B 19/247 . . . gebruikmakend van elektrische middelen [4]
G 11
B 19/253 . . . gebruikmakend van mechanische middelen [4]
G 11
B 19/26 . . Voorzieningen
voor het veranderen van de snelheid; Omkeervoorzieningen; Middelen voor het
overdragen van de aandrijving daarbij [4]
G 11
B 19/265 . . . Wrijvingswielaandrijving [4]
G 11
B 19/27 . . . Riemaandrijving [4]
G 11
B 19/275 . . . Tandwielaandrijving [4]
G 11
B 19/28 . . Regelen
of aanduiden van de snelheid (G11B 19/24 heeft voorrang) [9]
G 11
B 20/00 Signaalverwerking
die niet specifiek is voor de methode van opnemen of reproduceren; Circuits
daarvoor [4]
G 11
B 20/02 . Analoog opnemen of reproduceren [4]
G 11
B 20/04 . . Direct
opnemen of reproduceren [4]
G 11
B 20/06 . . Opnemen
of reproduceren met hoekmodulatie [4,9]
G 11
B 20/08 . . Opnemen
of reproduceren met puls-modulatie (opnemen met pulscodemodulatie G11B 20/10) [4,9]
G 11 B
20/10 . Digitaal opnemen of reproduceren [4,9]
G 11
B 20/12 . . Formatteren,
bijv. het aanbrengen van een gegevensblok of woorden op de registratiedragers [4]
G 11
B 20/14 . . gebruikmakend
van zelfklokkende codes [4]
G 11
B 20/16 . . gebruikmakend
van niet-zelfklokkende codes, d.w.z. waarbij de kloksignalen ofwel worden
opgenomen in een apart klokspoor of in een combinatie van diverse
informatiesporen [4]
G 11
B 20/18 . . Foutdetectie
of foutcorrectie; Testen [4]
G 11
B 20/20 . voor het corrigeren van onregelmatigheden
bij meersporen-opname [4]
G 11
B 20/22 . voor het verminderen van verstoringen [4]
G 11
B 20/24 . voor het verminderen van ruis [4]
G 11
B 21/02 . Aandrijven of verplaatsen van koppen
G 11
B 21/03 . . voor
het corrigeren van de tijdbasisfout [4]
G 11
B 21/04 . . Automatisch
aanvoermechanismen voor het produceren van een transducing dwarsbeweging van de kop in een richting die dwars
tegen de looprichting ingaat van het opneemmedium, bijv. een schroefvormige
aftasting
G 11
B 21/06 . . . waarbij de registratiedrager middelen heeft
voor het garanderen van een dwarsbeweging van de kop
G 11
B 21/08 . . Spoorverandering
of spoorselectie (G11B 21/12 heeft voorrang)
G 11
B 21/10 . . Vinden
of uitlijnen van een spoor door het verplaatsen van de kop
G 11
B 21/12 . . Optillen
of laten zakken; Terugstellen of vooruit-stellen langs een spoor; Terugkeren
naar de beginpositie
G 11
B 21/14 . . . handmatig
G 11
B 21/16 . Ondersteunen van de koppen; Ondersteunen van
de contactmoffen voor insteekkoppen
G 11
B 21/18 . . terwijl
de kop beweegt
G 11
B 21/20 . . terwijl
de kop zich in de werkpositie bevindt maar stationair blijft of alleen iets kan
bewegen voor het kunnen volgen van onregelmatigheden in het oppervlak van een
registratiedrager
G 11
B 21/21 . . . met een voorziening voor het in stand houden
van een gewenste afstand van de kop ten opzichte van de registratiedrager,
bijv. het fluïdum-dynamisch op afstand houden of met een slede [4]
G 11
B 21/22 . . terwijl
de kop zich in rustpositie bevindt
G 11
B 21/24 . . Instellen
van kopsteunen
G 11
B 21/26 . . Middelen
voor het uitwisselen of vervangen van een kop of kopelement
G 11
B 23/00 Registratiedragers
die niet specifiek zijn voor de methode van opnemen of reproduceren; Speciaal
aangepaste accessoires, bijv. containers, die samenwerken met de opneemapparatuur
of reproductie-apparatuur [4]
Aantekening
In groep G11B 23/00 omvat de
opneemapparatuur of reproductie-apparatuur niet de registratiedragers. [5]
G 11
B 23/02 . Containers; Opslagmiddelen (kasten, koffers of
standaards die zijn gemodificeerd voor het opslaan van registratiedragers G11B
33/04) [4,9]
G 11
B 23/023 . . Containers
voor magazijnen of cassettes [4]
G 11
B 23/027 . . Containers
voor losse haspels of spoelen [4]
G 11
B 23/03 . . Containers
voor vlakke registratiedragers [4]
G 11
B 23/033 . . . voor flexibele schijven [4]
G 11
B 23/037 . . Losse
haspels of spoelen [4]
G 11
B 23/04 . . Magazijnen;
Cassettes (G11B 23/12 heeft voorrang)
G 11
B 23/06 . . . voor het onderbrengen van oneindige banen of
filamenten
G 11
B 23/07 . . . . gebruikmakend
van één haspel of kern [4]
G 11
B 23/08 . . . voor het onderbrengen van banen of
filamenten met twee aparte uiteinden
G 11
B 23/087 . . . . gebruikmakend
van twee verschillende haspels of kernen [4]
G 11
B 23/093 . . . . . waarbij de haspels of kernen coaxiaal ten
opzichte van elkaar liggen [4]
G 11
B 23/107 . . . . gebruikmakend
van één haspel of kern, waarbij een van de uiteinden van de registratiedrager
uit het magazijn of uit de cassette komt [4]
G 11
B 23/113 . . Speciaal
aangepaste apparatuur of processen voor het maken van magazijnen of cassettes [4]
G 11
B 23/12 . . Manden
voor het ongeordend bewaren van banen of filamenten
G 11
B 23/14 . met de mogelijkheid naar een plaats terug te
keren, bijv. gebruikmakend van geleide-gaten
G 11
B 23/16 . Registratiedragers met één spoor voor het
opnemen tijdens intervallen op afstand van elkaar langs het spoor, bijv. voor
spraakoefening of taaloefening
G 11
B 23/18 . Registratiedragers met meerdere sporen,
bijv. met aanvullende sporen en deelsporen zoals paarvormige “stereo” sporen
G 11
B 23/20 . met een voorziening om te splitsen voor het
kunnen maken van vaste of tijdelijke verbindingen
G 11
B 23/22 . . van
oneindige riemen; van banden die Möbius-lussen vormen
G 11
B 23/24 . . van
banden met meerdere parallel lopende sporen aan de rand van een
registratiedrager door het taps splitsen voor het vormen van een oneindige lus
met één of meer schroefvormige sporen
G 11
B 23/26 . . van
voorloopstukken voor het inladen of invoeren en doortrekken, bijv. voor het
vormen van een tijdelijke verbinding
G 11
B 23/28 . voor het aanduiden van eerder of
onrechtmatig gebruik
G 11
B 23/30 . met een voorziening voor hulpsignalen [9]
G 11
B 23/32 . . Elektrische
of mechanische contactmiddelen; Bandstopstrookjes
G 11
B 23/34 . . Signaalmiddelen
naast het hoofdopneemspoor, bijv. het foto-elektrisch aftasten van
geleide-gaten voor het op tijd instellen
G 11
B 23/36 . . Signalen
op registratiedragers of op containers die op de zelfde wijze zijn opgenomen
als de eigenlijke opname
G 11
B 23/38 . Andere zichtbare kenmerken dan die welke
aanwezig zijn in opneemsporen of worden aangegeven door geleide-gaten
G 11
B 23/40 . . Identificatiemiddelen
of analoge middelen aan of in de registratiedrager, die niet bedoeld zijn voor
zichtbare weergave gelijktijdig met het afspelen van de registratiedrager,
bijv. een label, voorloopstuk of foto
G 11 B
23/42 . . Markeringen
voor het indexeren, regelen van de snelheid, synchroniseren of op tijd
instellen
G 11
B 23/44 . . Informatie
die gelijktijdig met het afspelen van de opname wordt weergegeven, bijv.
fotomateriaal (samenwerken van camera’s of projectoren met
geluidsopnamemiddelen of geluidsreproductiemiddelen G03B 31/00) [4]
G 11
B 23/50 . Opnieuw conditioneren van
registratiedragers; Reinigen van registratiedragers (G11B 3/58 heeft voorrang) [2]
G 11
B 25/00 Apparatuur
die wordt gekenmerkt door de vorm van de gebruikte registratiedrager, maar die
niet specifiek is voor de methode van opnemen of reproduceren [4,9]
G 11
B 25/02 . gebruikmakend van cilindrische
registratiedragers
G 11
B 25/04 . gebruikmakend van vlakke registratiedragers,
bijv. een schijf of kaart
G 11
B 25/06 . gebruikmakend van baanvormige
registratiedragers, bijv. een band
G 11
B 25/08 . gebruikmakend van filamentvormige
registratiedragers, bijv. een draad
G 11
B 25/10 . Apparatuur waarbij registratiedragers kunnen
worden gebruikt die vallen onder meer dan één van de groepen G11B 25/02 tot
G11B 25/08
G 11
B 27/00 Wijzigen;
Indexeren; Adresseren; Op tijd instellen of synchroniseren; Bewaken; Meten van
het bandspoor [2,4]
G 11
B 27/02 . Wijzigen, bijv. het variëren van de volgorde
van informatiesignalen die worden opgenomen op, of gereproduceerd vanaf,
registratiedragers [5,9]
G 11
B 27/022 . . Elektronisch
wijzigen van analoge informatiesignalen, bijv. audiosignalen of videosignalen [5]
G 11
B 27/024 . . . op banden (G11B 27/028 en G11B 27/029 hebben
voorrang) [5]
G 11
B 27/026 . . . op schijven (G11B 27/028 en G11B 27/029
hebben voorrang) [5]
G 11
B 27/028 . . . met hulp van de computer [5]
G 11
B 27/029
. . . Wijzigen door invoegen [5]
G 11
B 27/031 . . Elektronisch
wijzigen van gedigitaliseerde analoge informatiesignalen, bijv. audiosignalen
of videosignalen [5]
G 11
B 27/032 . . . op banden (G11B 27/036 en G11B 27/038 hebben
voorrang) [5]
G 11
B 27/034 . . . op schijven (G11B 27/036 en G11B 27/038
hebben voorrang) [5]
G 11
B 27/036 . . . Wijzigen door invoegen [5]
G 11
B 27/038 . . . Kruisregelaars daarvoor [5]
G 11
B 27/04 . . gebruikmakend
van een differentieelaandrijving van de registratiedrager en de kop
G 11
B 27/06 . . Doorsnijden
en opnieuw samenvoegen; Insnijden of perforeren van registratiedragers op een
andere wijze dan door opneemnaalden (registratiedragers met een voorziening om
te splitsen G11B 23/20)
G 11
B 27/10 . Indexeren; Adresseren; Op tijd instellen of
synchroniseren; Meten van het bandspoor [2]
G 11
B 27/11 . . door
gebruik te maken van informatie op de registratiedrager die niet kan worden gedetecteerd
[4]
G 11
B 27/13 . . . waarbij de informatie wordt afgeleid uit de
beweging van de registratiedrager, bijv. gebruikmakend van een toerenteller [4]
G 11
B 27/15 . . . . gebruikmakend
van mechanische aftastmiddelen [4]
G 11
B 27/17 . . . . gebruikmakend
van elektrische aftastmiddelen [4]
G 11
B 27/19 . . door
gebruik te maken van informatie op de registratiedrager die kan worden
gedetecteerd [4]
G 11
B 27/22 . . . Middelen die reageren op de aanwezigheid of
afwezigheid van opgenomen informatiesignalen
G 11
B 27/24 . . . door het aftasten van andere kenmerken op de
registratiedrager dan het transducing
spoor [9]
G 11
B 27/26 . . . . door
foto-elektrische detectie, bijv. bij geleide-gaten
G 11
B 27/28 . . . door gebruik te maken van informatiesignalen
die op dezelfde wijze worden opgenomen als de eigenlijke opname
G 11
B 27/30 . . . . op
hetzelfde spoor als de eigenlijke opname
G 11
B 27/32 . . . . op
aparte hulpsporen op dezelfde of op een hulpregistratiedrager
G 11
B 27/34 . . Weergeefvoorzieningen
G 11
B 27/36 . Bewaken, d.w.z. het toezicht houden op de
voortgang van de opname of de reproductie
G 11
B 31/00 Voorzieningen
voor het samenwerken van opneemapparatuur of reproductie-apparatuur met
aanverwante apparatuur (met camera’s of projectoren G03B 31/00)
[7,9]
G 11
B 31/02 . met zelfwerkende muziekinstrumenten
G 11
B 33/00 Constructiedelen,
details of accessoires die niet vallen onder de andere groepen van deze
subklasse [4,8,9]
G 11
B 33/02 . Kasten; Koffers; Standaards; Plaatsing van
apparatuur daarin of daarop [4,9]
G 11
B 33/04 . . gemodificeerd
voor het opslaan van registratiedragers [4]
G 11
B 33/06 . . gecombineerd
met andere apparatuur met een andere hoofdfunctie [4]
G 11
B 33/08 . . Isolatie
of absorptie van ongewenste trillingen of geluiden [4]
G 11
B 33/10 . Weergeefvoorzieningen;
Waarschuwingsvoorzieningen [4]
G 11
B 33/12 . Plaatsen van constructiedelen in de
apparatuur, bijv. de stroomtoevoer of modules [4]
G 11
B 33/14 . Verminderen van de invloed van fysische
parameters, bijv. temperatuursverandering, vocht of stof [4]