SECTIE H ELEKTRICITEIT
Deze
Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik
van Sectie H.
I.
Onder Sectie H vallen:
a)
elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en
de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen,
inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd
gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het
maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);
b)
het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting
en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de
overeenkomstige toestellen;
c)
toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:
(i)
algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en
elektrische verlichtingsschakelingen;
(ii)
enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij
elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de
Classificatie, inclusief:
1.
elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;
2.
elektrische röntgentechniek;
3.
elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van
elektrisch geladen deeltjes of neutronen;
d)
elektronische basisschakelingen en hun regeling;
e)
radio of elektrische communicatietechniek;
f)
het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het
beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de
paragrafen 88 tot 90 van de Gids.
II.
In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:
a.
Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder
I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde
apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in
één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd
geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces,
object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot
technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op
klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de
apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een
subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische
onderwerp in kwestie geheel vallen;
b.
The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen,
algemeen of specifiek, houden in:
i.
de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;
ii.
de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in
verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de
klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;
iii.
de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en
verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de
subsectie “Transport” van Sectie B;
iv.
de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in
subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse
F23Q;
v.
het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z.
meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische
variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in
die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op
zich;
c.
Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek,
veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a)
hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten.
Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c)
hierboven, die zelf onder Sectie H valt.
III.
In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:
a.
Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie
H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen
valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische
verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in
Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder
dezelfde technische onderwerpen vallen;
b.
In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken,
vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke
onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte
van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig
valt onder subklasse H05B;
c.
In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte
de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen,
d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect
valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire
schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor elektrische
lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een ander soort.
Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling die de
combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]
d.
Met betrekking tot verwarming vallen niet
alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig
onder subklasse H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar
waar het zaken met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op
zich beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt
onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische
lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K,
blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals
vermeld onder II hierboven.
Aantekening
(1) Processen waarbij sprake is van
slechts één technisch vakgebied, bijv. drogen of coaten, waarin elders is
voorzien, worden geklasseerd in de relevante klasse voor dat vakgebied.
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titels van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking
tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”. [7]
H 01 F MAGNETEN;
INDUCTIES; TRANSFORMATOREN; SELECTIE VAN MATERIALEN VOOR HUN MAGNETISCHE
EIGENSCHAPPEN [2,13]
H 01 F
1/00 Magneten of
magnetische lichamen die worden gekenmerkt door de magnetische materialen
daarvoor; Selectie van materialen voor hun magnetische eigenschappen [13]
Aantekening
De aandacht wordt gevestigd op Aantekening (3) volgend
op de titel van Sectie C, waarin wordt gewezen op de versie van het Periodieke
Systeem waaraan de IPC refereert. In deze groep wordt de 8e groep
van het Periodiek Systeem toegepast zoals weergegeven met Romeinse cijfers in
de Periodieke Tabel daaronder. [10]
H 01 F
1/01 . van anorganische materialen (H01F 1/44 heeft
voorrang) [6]
Aantekening
Groep H01F 1/40 heeft voorrang boven groep H01F 1/03. [6]
H 01 F
1/03 . . gekenmerkt
door de coërcitiekracht [6]
H 01 F
1/032 . . . van hard-magnetische materialen [6]
H 01 F
1/04 . . . . metalen
of legeringen [6]
H 01 F
1/047 . . . . . Legeringen die worden gekenmerkt door hun
samenstelling [5,6]
H 01 F
1/053 . . . . . . met
zeldzame aardmetalen [5,6]
H 01 F
1/055 . . . . . . . en magnetische overgangsmetalen, bijv. SmCo5
[6]
H 01 F
1/057 . . . . . . . . en
IIIa-elementen, bijv. Nd2Fe14B [6]
H 01 F
1/058 . . . . . . . . en
Iva-elementen, bijv. Gd2Fe14C [6]
H 01 F
1/059 . . . . . . . . en
Va-elementen, bijv. Sm2Fe17N2 [6]
H 01 F
1/06 . . . . . in de vorm van deeltjes, bijv. een poeder
(H01F 1/047 heeft voorrang) [5,6]
H 01 F
1/08 . . . . . . geperst,
gesinterd of samengebonden [6]
H 01 F
1/09 . . . . mengsels
van metaalachtige en niet-metaalachtige deeltjes; metaalachtige deeltjes met
een oxidehuid [6]
H 01 F
1/10 . . . . niet-metaalachtige
substanties, bijv. ferrieten [6]
H 01 F
1/11 . . . . . in de vorm van deeltjes [6]
H 01 F
1/113 . . . . . . in
een bindmiddel [6]
H 01 F 1/117 . . . . . . . Flexibele lichamen [6]
H 01 F 1/12 . . . zacht-magnetische materialen [6]
H 01 F 1/14 . . . . metalen
of legeringen [6]
H 01 F
1/147 . . . . . Legeringen die worden gekenmerkt door hun
samenstelling [5,6]
H 01 F
1/153 . . . . . . Amorfe
metaalachtige legeringen, bijv. glasachtige metalen [5,6]
H 01 F
1/16 . . . . . in de vorm van platen (H01F 1/147 heeft
voorrang) [5,6]
H 01 F
1/18 . . . . . . met
een isolerende coating [6]
H 01 F
1/20 . . . . . in de vorm van deeltjes, bijv. een poeder
(H01F 1/147 heeft voorrang) [5,6]
H 01 F
1/22 . . . . . . geperst,
gesinterd of samengebonden [6]
H 01 F
1/24 . . . . . . . waarbij de deeltjes geïsoleerd zijn [6]
H 01 F
1/26 . . . . . . . . door
macromoleculaire organische substanties [6]
H 01 F
1/28 . . . . . . gedispergeerd
of gesuspendeerd in een bindmiddel [6]
H 01 F
1/33 . . . . mengsels
van metaalachtige en niet-metaalachtige deeltjes; metaalachtige deeltjes met
een oxidehuid [6]
H 01 F
1/34 . . . . niet-metaalachtige
substanties, bijv. ferrieten [6]
H 01 F
1/36 . . . . . in de vorm van deeltjes [6]
H 01 F
1/37 . . . . . . in
een bindmiddel [6]
H 01 F 1/375 . . . . . . . Flexibele lichamen [6]
H 01 F 1/38 . . . . . amorf, bijv. amorfe oxiden [6]
H 01 F 1/40 . . van
magnetische halfgeleidermaterialen, bijv. CdCr2S4 [6,13]
H 01 F
1/42 . van organische materialen of
organometaalmaterialen (H01F 1/44 heeft voorrang) [6]
H 01 F
1/44 . van magnetische vloeistoffen, bijv.
ijzerhoudende fluïda [6,13]
H 01 F
3/00 Kernen,
jukken of ankers [13]
H 01 F
3/02 . uit vellen
H 01 F
3/04 . uit stroken of linten
H 01 F
3/06 . uit draden
H 01 F
3/08 . uit poeder [13]
H 01 F
3/10 . Composietvoorzieningen van magnetische
circuits
H 01 F 3/12 . . Magnetische
shunt-paden
H 01 F 3/14 . . Insnoeringen;
Spleten, bijv. luchtspleten (in magnetische shuntpaden H01F 3/12)
H 01 F
5/00 Spoelen
(supergeleidende spoelen H01F 6/06; vaste signaalinducties H01F 17/00)
H 01 F
5/02 . gewikkeld op niet-magnetische steunen, bijv.
vormers
H 01 F
5/04 . Voorzieningen van elektrische verbindingen
op spoelen, bijv. leidingen
H 01 F
5/06 . Isoleren van wikkelingen
H 01 F
6/02 . Schrikken; Beschermingsvoorzieningen tijdens
het schrikken [6]
H 01 F
6/04 . Koelen [6]
H 01 F
6/06 . Spoelen, bijv. wikkelvoorzieningen,
isolatievoorzieningen, begrenzingsvoorzieningen of omhullingsvoorzieningen
daarvoor [6]
H 01 F
7/00 Magneten
(supergeleidingsmagneten H01F 6/00) [13]
H 01 F
7/02 . Permanente magneten
H 01 F
7/04 . . Middelen
voor het opheffen van de aantrekkingskracht
H 01 F
7/06 . Elektromagneten; Bedieningsmiddelen met
elektromagneten [6]
H 01 F
7/08 . . met
ankers
H 01 F
7/10 . . . speciaal aangepast voor wisselstroom
H 01 F
7/11 . . . . waarbij
het effect van wervelstromen wordt verminderd of tegengegaan [6]
H 01 F
7/12 . . . . met
anti-trilvoorzieningen
H 01 F
7/121 . . . Geleiden of in positie brengen van ankers,
bijv. het in hun eindpositie houden van ankers [6]
H 01 F
7/122 . . . . door
een permanente magneet [6]
H 01 F
7/123 . . . . door
een aanleunspoel [6]
H 01 F
7/124 . . . . door
een mechanische klink, bijv. een pal [6]
H 01 F
7/126 . . . Ondersteunen of bevestigen [6]
H 01 F
7/127 . . . Opbouwen [6]
H 01 F
7/128 . . . Inkapselen, omhullen of afdichten [6]
H 01 F
7/129 . . . . van
ankers [6]
H 01 F
7/13 . . . gekenmerkt door de trekkrachtkarakteristiek
H 01 F
7/14 . . . Draaiankers (H01F 7/17 heeft voorrang) [6]
H 01 F
7/16 . . . Rechtlijnig beweegbare ankers (H01F 7/17
heeft voorrang) [6]
H 01 F
7/17 . . . Gecombineerde draaiankers en rechtlijnig-bewegende
ankers [6]
H 01 F
7/18 . . . Circuitvoorzieningen voor het verkrijgen van
gewenste bedrijfskarakteristieken, bijv. voor een langzame werking,
opeenvolgende bekrachtiging van wikkelingen of snelle bekrachtiging van
wikkelingen
H 01 F
7/20 . . zonder
ankers [13]
H 01 F 10/00 Dunne
magnetische films, bijv. met een één-domeinstructuur [13]
H 01 F 10/06 . gekenmerkt door de koppeling of het fysieke
contact met verbindende of op elkaar inwerkende geleiders
H 01 F 10/08 . gekenmerkt door magnetische lagen
(aanbrengen van magnetische films op substraten H01F 41/14) [3]
H 01 F 10/10 . . gekenmerkt
door de samenstelling [3]
H 01 F 10/12 . . . met metalen of legeringen [3,13]
H 01 F 10/13 . . . . Amorfe
metaalachtige legeringen, bijv. spiegelmetalen [7]
H 01 F 10/14 . . . . met
ijzer of nikkel (H01F 10/13 en H01F 10/16 hebben voorrang) [3,7]
H 01 F 10/16 . . . . met
kobalt (H01F 10/13 heeft voorrang) [3,7]
H 01 F 10/18 . . . met verbindingen [3]
H 01 F 10/187 . . . . Amorfe
verbindingen [7]
H 01 F 10/193 . . . . Magnetische
halfgeleiderverbindingen [7]
H 01 F 10/20 . . . . Ferrieten
[3]
H 01 F 10/22 . . . . . Orthoferrieten [3]
H 01 F 10/24 . . . . . Granaten [3]
H 01 F 10/26 . gekenmerkt door het substraat of de tussenlagen
(H01F 10/32 heeft voorrang) [3,7]
H 01 F 10/28 . . gekenmerkt
door de samenstelling van het substraat [3]
H 01 F 10/30 . . gekenmerkt
door de samenstelling van de tussenlagen [3]
H 01 F 10/32 . Door spinuitwisseling gekoppelde meervoudige
lagen, bijv. gestapelde roosters met een nanostructuur [7]
H 01 F 13/00 Apparatuur
of processen voor het magnetiseren of demagnetiseren [13]
Aantekening
De
groepen H01F 17/00 tot H01F 38/00 (met uitzondering van de groepen H01F 27/42 en
H01F 38/32) dekken alleen structurele of constructieve aspecten van
transformatoren, inductieve zelfinducties, smoorspoelen en dergelijke. Deze
groepen dekken niet de circuitvoorzieningen van dergelijke inrichtingen, wat
valt onder de toepasselijke functionele plaatsen. [6]
H 01 F 17/00 Vaste
signaalinducties [13]
H 01 F 17/02 . zonder magnetische kern
H 01 F 17/03 . . met een
keramische vormer
H 01 F 17/04 . met magnetische kern
H 01 F 17/06 . . met
een in hoofdzaak in zichzelf gesloten kern, bijv. een toroïde
H 01 F 17/08 . . . Belastings-spoelen voor
telecommunicatiecircuits
H 01 F 19/00 Vaste
signalerende transformatoren of wederkerige signaalinducties (H01F
36/00 heeft voorrang) [3]
H 01 F 19/02 . Audiofrequente transformatoren of wederkerige
inducties, d.w.z. niet geschikt voor het hanteren van frequenties die
aanzienlijk buiten het hoorbare bereik liggen
H 01 F 19/04 . Transformatoren of wederkerige inducties die
geschikt zijn voor het hanteren van frequenties die aanzienlijk buiten het
hoorbare bereik liggen [13]
H 01 F 19/06 . . Breedbandtransformatoren,
bijv. geschikt voor het hanteren van frequenties die zeker binnen het hoorbare
bereik liggen
H 01 F 19/08 . . Transformatoren
met magnetische voorspanning, bijv. voor het hanteren van pulsen
H 01 F 21/00 Variabele
signaalinducties of signaaltransformatoren (H01F 36/00 heeft
voorrang) [3]
H 01 F 21/02 . continu variabel, bijv. variometers
H 01 F 21/04 . . door
een relatieve beweging van wikkelingen of delen van wikkelingen
H 01 F 21/06 . . door
het bewegen van de kern of een deel van de kern ten opzichte van de wikkelingen
als geheel
H 01 F 21/08 . . door
het variëren van de permeabiliteit van de kern, bijv. door het variëren van de
magnetische voorspanning
H 01 F 21/10 . . door
middel van een beweegbare afscherming
H 01 F 21/12 . discontinu variabel, bijv. getrapt
H 01 F 27/02 . Omhulsels
H 01 F 27/04 . . Leiden
van geleiders of assen door omhulsels, bijv. voor voorzieningen voor het
wisselen van aftakking
H 01 F 27/06 . Bevestigen, ondersteunen of ophangen van
transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen
H 01 F 27/08 . Koelen; Ventileren [13]
H 01 F 27/10 . . Vloeistofkoeling
H 01 F 27/12 . . . Oliekoeling
H 01 F 27/14 . . . . Expansiekamers;
Olieconservatoren; Gaskussens; Voorzieningen voor het zuiveren, drogen of
vullen
H 01 F 27/16 . . . Waterkoeling
H 01 F 27/18 . . . door het verdampen van vloeistoffen
H 01 F 27/20 . . Koelen
door speciale gassen of een ander gas dan omgevingslucht
H 01 F 27/22 . . Koelen
door warmtegeleiding via vaste of poedervormige vullingen
H 01 F 27/23 . Corrosiebescherming [6]
H 01 F 27/24 . Magnetische kernen
H 01 F 27/245 . . uit
platen, bijv. met georiënteerde korrels (H01F 27/26 heeft voorrang) [5]
H 01 F 27/25 . . uit
stroken of linten (H01F 27/26 heeft voorrang) [5]
H 01 F 27/255 . . uit
deeltjes (H01F 27/26 heeft voorrang) [5]
H 01 F 27/26 . . Aan
elkaar bevestigen van delen van de kern; Bevestigen of monteren van de kern op
een omhulsel of steun [13]
H 01 F 27/28 . Spoelen; Wikkelingen; Geleidende
verbindingen
H 01 F 27/29 . . Aansluitklemmen;
Aftakvoorzieningen [6]
H 01 F 27/30 . . Aan
elkaar bevestigen of klemmen van spoelen, wikkelingen of delen daarvan;
Bevestigen of monteren van spoelen of wikkelingen op een kern, omhulsel of een
andere steun
H 01 F 27/32 . . Isoleren
van spoelen, wikkelingen of delen daarvan
H 01 F 27/33 . Voorzieningen voor het dempen van ruis
H 01 F 27/34 . Speciale middelen voor het voorkomen of
verminderen van ongewenste elektrische of magnetische effecten, bijv. van
verliezen bij niet-belasting, reactieve stroom, harmonische trillingen,
oscillaties of lekvelden
H 01 F 27/36 . . Elektrische
of magnetische afschermingen en dergelijke (beweegbaar voor het variëren van de
inductie H01F 21/10) [6]
H 01 F 27/38 . . Hulpkernlichamen;
Hulpspoelen of hulpwikkelingen
H 01 F 27/40 . Structureel samenstel met een ingebouwde
elektrische component, bijv. een zekering
H 01 F 27/42 . Speciaal aangepaste circuits voor het
modificeren van, of compenseren voor, elektrische karakteristieken van
transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen [6,13]
H 01 F 29/02 . met aftakkingen op een spoel of wikkeling;
met een voorziening voor het opnieuw rangschikken of onderling verbinden van
wikkelingen
H 01 F 29/04 . . met
een voorziening voor het wisselen van aftakking zonder het onderbreken van de
belastings-stroom
H 01 F 29/06 . waarbij een stroomgeleider over of langs een
wikkeling glijdt of rolt
H 01 F 29/08 . waarbij een kern, spoel, wikkeling of
afscherming kan bewegen voor het ongedaan maken van een variatie in de spanning
of faseverschuiving, bijv. inductieregelaars
H 01 F 29/10 . . waarbij
een deel van het magnetische circuit beweegbaar is
H 01 F 29/12 . . waarbij
de spoel, wikkeling of een deel daarvan beweegbaar is; waarbij de afscherming
beweegbaar is
H 01 F 29/14 . met een variabele magnetische voorspanning [13]
H 01 F 30/02 . Spaartransformatoren [6]
H 01 F 30/04 . met twee of meer secundaire wikkelingen die elk een aparte
belasting leveren, bijv. voor de stroomtoevoer bij radio-installaties [6]
H 01 F 30/06 . gekenmerkt door de structuur [6]
H 01 F 30/08 . . zonder magnetische kern
[6]
H 01 F 30/10 . . Eén-fasetransformatoren
(H01F 30/16 heeft voorrang) [6]
H 01 F 30/12 . . Twee-fasetransformatoren,
drie-fasetransformatoren of veel-fasetransformatoren [6]
H 01 F 30/14 . . . voor het veranderen van het aantal fasen [6]
H 01 F 30/16 . . Toroïdetransformatoren
[6]
H 01 F 36/00 Transformatoren
met supergeleidende wikkelingen of met wikkelingen die werken bij cryogene
temperaturen [3,13]
H 01 F 38/02 . voor niet-lineaire werking [6]
H 01 F 38/04 . . voor
frequentieverandering [6]
H 01 F 38/06 . . voor
het veranderen van de golfvorm [6]
H 01 F 38/08 . Transformatoren of inducties met een hoge
mate aan lek [6]
H 01 F 38/10 . . Ballasts, bijv. voor ontladingslampen [6]
H 01 F 38/12 . Ontstekingen, bijv. voor verbrandingsmotoren
[6]
H 01 F 38/14 . Inductieve koppelingen [6]
H 01 F 38/16 . Cascadetransformatoren, bijv. voor gebruik met
een extra hoge spanning [6]
H 01 F 38/18 . Roterende omvormers [6]
H 01 F 38/20 . Meettransformatoren [6]
H 01 F 38/22 . . voor
één-fasewisselstroom [6]
H 01 F 38/24 . . . Spanningstransformatoren [6]
H 01 F 38/26 . . . . Constructies
[6]
H 01 F 38/28 . . . Stroomtransformatoren [6]
H 01 F 38/30 . . . . Constructies
[6]
H 01 F 38/32 . . . . Circuitvoorzieningen
[6]
H 01 F 38/34 . . . Gecombineerde spanningstransformatoren en
stroomtransformatoren [6]
H 01 F 38/36 . . . . Constructies
[6]
H 01 F 38/38 . . voor
veel-fasewisselstroom [6]
H 01 F 38/40 . . voor
gelijkstroom [6]
H 01 F 38/42 . Teruglooptransformatoren
[6]
H 01 F 41/00 Speciaal aangepaste
apparatuur of processen voor het maken of samenstellen van magneten, inducties
of transformatoren; Speciaal aangepaste apparatuur of processen voor het maken
van materialen die worden gekenmerkt door hun magnetische eigenschappen [16]
H 01 F 41/02 . voor het maken van kernen, spoelen of magneten (H01F 41/14 heeft
voorrang) [3,13]
H 01 F 41/04 . . voor het maken van
spoelen
H 01 F 41/06 . . . Spoelwindingen [13,16]
H 01 F 41/061 . . . . Wikkelen
van platte geleidende draden of vellen [16]
H 01 F 41/063 . . . . . met isolatie [16]
H 01 F 41/064 . . . . wikkelen
van niet-platte geleidende draden, bijv. staven, kabels of snoeren [16]
H 01 F 41/066 . . . . . met isolatie [16]
H 01 F 41/068 . . . . . . in
de vorm van strookmateriaal [16]
H 01 F 41/069 . . . . . Wikkelen van twee of meer draden, bijv.
dubbeldraadse wikkelingen [16]
H 01 F 41/07 . . . . . . Twisten
[16]
H 01 F 41/071 . . . . Wikkelen
van spoelen met een speciale vorm (wikkelen van geleiders op gesloten vormdelen
of kernen H01F 41/08) [16]
H 01 F 41/073 . . . . . Wikkelen op langgerekte vormdelen [16]
H 01 F 41/074 . . . . . Wikkelen van platte spoelen [16]
H 01 F 41/076 . . . . Vormen
van aftakkingen of aansluitingen tijdens het wikkelen, bijv. door omhullen met
of solderen van de draad op pennen, of door het direct vormen van
aansluitpunten uit de draad [16]
H 01 F 41/077 . . . . Vervormen
van de dwarsdoorsnede of de vorm van het wikkelmateriaal tijdens het wikkelen [16]
H 01 F 41/079 . . . . Meten
van elektrische karakteristieken tijdens het wikkelen [16]
H 01 F 41/08 . . . . Wikkelen
van geleiders op gesloten vormdelen of kernen, bijv. het doortrekken van
geleiders door toroïdale kernen [13,16]
H 01 F 41/082 . . . . Inrichtingen
voor het geleiden of positioneren van het wikkelmateriaal op het vormdeel [16]
H 01 F 41/084 . . . . . voor het vormen van pannenkoekspoelen [16]
H 01 F 41/086 . . . . . in een speciale copnfiguratie op het
vormdeel, bijv. orthocyclische speoel of openmazige spoelen [16]
H 01 F 41/088 . . . . . gebruikmakend van draaiende flyers [16]
H 01 F 41/09 . . . . Wikkelmachines
met twee of meer werkstukhouders or vormdelen [16]
H 01 F 41/092 . . . . . Torens; Draaitafels [16]
H 01 F 41/094 . . . . Spaninrichtingen
of reminrichtingen [16]
H 01 F 41/096 . . . . Afgifte-inrichtingen
of toevoerinrichtingen [16]
H 01 F 41/098 . . . . Doornen
of vormdelen [16]
H 01 F 41/10 . . . Verbinden van leidingen met wikkelingen [13]
H 01 F 41/12 . . . Isoleren van wikkelingen [13]
H 01 F 41/14 . voor het aanbrengen van magnetische films op substraten [3,13]
Aantekening
Groep H01F 41/30 heeft voorrang boven de groepen H01F
41/16 tot H01F 41/24. [7]
H 01 F 41/16 . . waarbij
het materiaal wordt aangebracht in de vorm van deeltjes, bijv. door serigrafie
(H01F 41/18 heeft voorrang) [3,7]
H 01 F 41/18 . . door
kathodeverstuiving [3]
H 01 F 41/20 . . door
verdamping [3]
H 01 F 41/22 . . Warmtebehandeling;
Thermische ontleding; Chemische dampafzetting [3]
H 01 F 41/24 . . uit
vloeistoffen [3]
H 01 F 41/26 . . . gebruikmakend van elektrische stromen [3]
H 01 F 41/28 . . . door epitaxie met een vloeibare fase (LPE) [3]
H 01 F 41/30 . . voor
het aanbrengen van nanostructuren, bijv. door epitaxie met een moleculaire
straal (MBE) [7]
H 01 F 41/32 . voor het aanbrengen van geleidend, isolerend
of magnetisch materiaal op een magnetische film [7]
H 01 F 41/34 . . in
patronen, bijv. door lithografie [7]