SECTIE H ELEKTRICITEIT
Deze
Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik
van Sectie H.
I.
Onder Sectie H vallen:
a)
elektrische basiselementen, waaronder alle
elektrische eenheden en de algemene mechanische structuur van apparatuur en
schakelingen vallen, inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot
wat worden genoemd gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op
zekere hoogte het maken van deze elementen (voorzover niet elders
ondergebracht);
b)
het opwekken van elektriciteit, waaronder de
opwekking, omzetting en distributie van elektriciteit vallen samen met het
regelen van de overeenkomstige toestellen;
c)
toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:
(i)
algemene gebruikstechnieken, nl. die van
elektrische verwarming en elektrische verlichtingsschakelingen;
(ii)
enige speciale gebruikstechnieken, hetzij
elektrisch hetzij elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere
Secties van de Classificatie, inclusief:
1.
elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;
2.
elektrische röntgentechniek;
3.
elektrische plasmatechniek, en de opwekking
en versnelling van elektrisch geladen deeltjes of neutronen;
d)
elektronische basisschakelingen en hun
regeling;
e)
radio of elektrische communicatietechniek;
f)
het gebruik van een specifiek materiaal voor
het maken van het beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen
worden op de paragrafen 88 tot 90 van de Gids.
II.
In deze Sectie worden de volgende algemene regels
toegepast:
a.
Met inachtneming van de uitzonderingen zoals
zoals vermeld onder I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort
bij een bepaalde apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of
artikel, geklasseerd in één van de Secties van de Classificatie anders dan in
Sectie H, altijd geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of
dat proces, object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking
tot technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op
klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de
apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een
subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische
onderwerp in kwestie geheel vallen;
b.
The hierboven onder (a) bedoelde elektrische
toepassingen, algemeen of specifiek, houden in:
i.
de therapeutische processen en apparatuur, in
klasse A61;
ii.
de elektrische processen en apparatuur die
worden gebruikt in verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële
activiteiten, in de klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;
iii.
de elektriciteitstoevoer, en de elektrische
aandrijving en verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere
voertuigen, in de subsectie “Transport” van Sectie B;
iv.
de elektrische ontstekingssystemen van
verbrandingsmotoren, in subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het
algemeen, in subklasse F23Q;
v.
het gehele elektrische gedeelte van Sectie G,
d.w.z. meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische
variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in
die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op
zich;
c.
Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen
als specifiek, veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H
voorkomt (zie I(a) hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen
die zij bevatten. Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals
bedoeld onder I(c) hierboven, die zelf onder Sectie H valt.
III.
In deze Sectie komen de volgende speciale
gevallen voor:
a.
Onder de algemene toepassingen die onder
andere Secties dan Sectie H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische
verwarming in het algemeen valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27,
en dat elektrische verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse
F21, omdat er in Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B
waaronder dezelfde technische onderwerpen vallen;
b.
In de beide gevallen waarover onder (a)
hierboven wordt gesproken, vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan
over de respectievelijke onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het
gehele mechanische gedeelte van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het
elektrische gedeelte als zodanig valt onder subklasse H05B;
c.
In het geval van verlichting moet onder dit
mechanische gedeelte de materiaalopstelling van de verschillende elektrische
elementen vallen, d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van
elkaar; dit aspect valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf
en de primaire schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor
elektrische lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een
ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling
die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]
d.
Met betrekking tot verwarming vallen niet
alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig onder subklasse
H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar waar het zaken
met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op zich
beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt
onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische
lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K,
blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals
vermeld onder II hierboven.
H 02 OPWEKKEN, OMZETTEN OF DISTRIBUEREN VAN
ELEKTRISCH VERMOGEN
H 02 P REGELEN VAN ELEKTROMOTOREN, ELEKTRISCHE
GENERATOREN OF DYNAMO-ELEKTRISCHE OMZETTERS; REGELEN VAN TRANSFORMATOREN,
ZELFINDUCTIES OF SMOORSPOELEN [4,13,15]
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt voorzieningen voor het
starten, regelen, elektronisch commuting,
afremmen of op een andere wijze besturen van motoren, generatoren,
dynamo-elektrische omvormers, koppelingen, remmen, drijfwerken,
transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen van de soorten die vallen onder
de relevante subklassen, bijv. H01F of H02K.
(2) Deze subklasse dekt geen soortgelijke
voorzieningen voor de apparatuur van de soorten die vallen onder subklasse
H02N, welke voorzieningen vallen onder die subklasse.
(3) In deze subklasse is het gewenst de
indexcodes van de groepen H02P 101/00 en H02P 103/00 toe te voegen. [15,17]
H 02 P 1/00 Voorzieningen
voor het starten van elektromotoren of dynamo-elektrische omvormers (starten van synchrone motoren met elektronische
collectoren H02P 6/20 of H02P 6/22; starten van dynamo-elektrische motoren die
stapsgewijs roteren H02P 8/04; vectorregeling H02P 21/00) [4,8]
H 02 P 1/02 . Details
H 02 P 1/04 . . Middelen voor het regelen van de voortgang van de startvolgorde
in afhankelijkheid van tijd of van stroom, snelheid of een andere
motorparameter
H 02 P 1/06 . . . Handmatig bediende meerpositiestarters
H 02 P 1/08 . . . Handmatig bediende aan/uit-schakelaars voor het
regelen van door vermogen bediende meerpositieschakelaars of impedanties voor
het starten van een motor
H 02 P 1/10 . . . Handmatig bediende aan/uit-schakelaars voor
het regelen van in volgorde werkende relais of contactgevers voor het starten
van een motor [13]
H 02 P 1/12 . . . Schakelinrichtingen die centrifugaal worden
bediend door de motor
H 02 P 1/14 . . . Drukgevoelige weerstanden die centrifugaal
worden bediend door de motor
H 02 P 1/16 . voor het starten van dynamo-elektrische
motoren of omvormers
H 02 P 1/18 . . voor
het starten van een afzonderlijke gelijkstroommotor
H 02 P 1/20 . . . door het progressief laten verminderen van
de weerstand in serie met een ankerwikkeling
H 02 P 1/22 . . . in elke rotatierichting
H 02 P 1/24 . . voor
het starten van een afzonderlijke wisselstroom [AC] commutatormotor (starten
van wisselstroom/gelijkstroom [AC/DC] commutatormotoren H02P 1/18)
H 02 P 1/26 . . voor
het starten van een afzonderlijke meerfaseninductiemotor
H 02 P 1/28 . . . door het progressief laten toenemen van de
spanning op het primaire circuit van een motor
H 02 P 1/30 . . . door het progressief laten toenemen van de
voedingsfrequentie naar het primaire circuit van een motor
H 02 P 1/32 . . . door een sterdriehoekschakeling
H 02 P 1/34 . . . door het progressief laten verminderen van
de impedantie in het secundaire circuit
H 02 P 1/36 . . . . waarbij
de impedantie een vloeistofweerstand is
H 02 P 1/38 . . . door het wisselen van pool
H 02 P 1/40 . . . in elke rotatierichting
H 02 P 1/42 . . voor
het starten van een afzonderlijke enkelfase-inductiemotor
H 02 P 1/44 . . . door fasesplitsing met een condensator
H 02 P 1/46 . . voor
het starten van een afzonderlijke synchrone motor
H 02 P 1/48 . . . door het wisselen van pool
H 02 P 1/50 . . . door het overschakelen van asynchrone op
synchrone werking (H02P 1/48 heeft voorrang)
H 02 P 1/52 . . . door het progressief laten toenemen van de
voedingsfrequentie naar de motor
H 02 P 1/54 . . voor
het starten van twee of meer dynamo-elektrische motoren
H 02 P 1/56 . . . gelijktijdig
H 02 P 1/58 . . . na elkaar
H 02 P 3/00 Voorzieningen
voor het stoppen of vertragen van elektromotoren, elektrische generatoren of
dynamo-elektrische omvormers (stoppen
van synchrone motoren met elektronische collectoren H02P 6/24; stoppen van
dynamo-elektrische motoren die stapsgewijs roteren H02P 8/24; vectorregeling
H02P 21/00) [2,4,8]
H 02 P 3/02 . Details
H 02 P 3/04 . . Middelen voor het stoppen of vertragen door een aparte
rem, bijv. een frictierem of wervelstroomrem [2,13]
H 02 P 3/06 . voor het stoppen of vertragen van een
afzonderlijke dynamo-elektrische motor of omzetter [2]
H 02 P 3/08 . . voor
het stoppen of vertragen van een gelijkstroommotor [2]
H 02 P 3/10 . . . door het omkeren van voedingsaansluitingen
H 02 P 3/12 . . . door kortsluitremmen of weerstandsremmen
H 02 P 3/14 . . . door recuperatieremmen
H 02 P 3/16 . . . door het gecombineerd elektrisch en
mechanisch remmen
H 02 P 3/18 . . voor
het stoppen of vertragen van een wisselstroom [AC] motor [2]
H 02 P 3/20 . . . door het omkeren van de fasevolgorde van
verbindingen naar de motor
H 02 P 3/22 . . . door kortsluitremmen of weerstandsremmen
H 02 P 3/24 . . . door het toevoeren van gelijkstroom naar de
motor
H 02 P 3/26 . . . door het gecombineerd elektrisch en
mechanisch remmen
H 02 P 4/00 Speciaal
aangepaste voorzieningen voor het regelen of sturen van de snelheid of torsie van
elektromotoren die kunnen worden aangesloten op twee of meer verschillende
elektrische voedingen (vectorregeling H02P 21/00) [8,13,16]
H 02 P 5/00 Speciaal
aangepaste voorzieningen voor het regelen of sturen van de snelheid of torsie
van twee of meer elektromotoren (H02P 6/04 en H02P 8/40 hebben voorrang) [8,13,16]
H 02 P 5/46 . voor het regelen van de snelheid van twee of
meer dynamo-elektrische motoren ten opzichte van elkaar
H 02 P 5/48 . . door
vergelijken van mechanische waarden die de snelheden representeren
H 02 P 5/485 . . . gebruikmakend van differentiële beweging van
de motoren, bijv. gebruikmakend van differentiële versnellingsbakken [16]
H 02 P 5/49 . . . door het afwisselend sluiten of openen van
elektrische contacten [16]
H 02 P 5/50 . . door
vergelijken van elektrische waarden die de snelheden representeren
H 02 P 5/505 . . . gebruikmakend van vereffeningslijnen, bijv.
de rotorlijnen en statorlijnen van de eerste en tweede motoren [16]
H 02 P 5/51 . . . Directe verhoudingsregeling [16]
H 02 P 5/52 . . waarbij
tevens de relatieve hoekverplaatsing wordt geregeld
H 02 P 5/54 . . . Vergelijking van snelheid en positie tussen
de motoren met mechanische middelen [16]
H 02 P 5/56 . . . Vergelijking van snelheid en positie tussen
de motoren met elektrische middelen [16]
H 02 P 5/60 . regelen van combinaties van
dynamo-elektrische gelijkstroom [DC] motoren en wisselstroom [AC] motoren (H02P
5/46 heeft voorrang) [8]
H 02 P 5/68 . regelen van twee of meer dynamo-elektrische
gelijkstroom [DC] motoren (H02P 5/46 en H02P 5/60 hebben voorrang) [8]
H 02 P 5/685 . . die
elektrisch in serie zijn geschakeld, d.w.z. waarbij dezelfde stroom wordt
overgedragen [8]
H 02 P 5/69 . . die
mechanisch zijn geschakeld via overbrengingen [8]
H 02 P 5/695 . . . Differentiëlen [8]
H 02 P 5/74 . regelen van twee of meer dynamo-elektrische
wisselstroom [AC] motoren (H02P 5/46 en H02P 5/60 hebben voorrang) [8]
H 02 P 5/747 . . die
mechanisch zijn geschakeld via overbrengingen [8]
H 02 P 5/753 . . . Differentiëlen [8]
H 02 P 6/00 Voorzieningen
voor het regelen van synchrone motoren of andere dynamo-elektrische motoren
gebruikmakend van elektronische commutatie afhankelijk van de rotorpositie; Elektronische
commutatoren daarvoor (vectorregeling H02P 21/00) [3,4,6,8,13,16]
Aantekening [16]
Groep
H02P 6/26 heeft voorrang boven de groepen H02P 6/04 – H02P 6/24 en H02P 6/28 –
H02P 6/34. [16]
H 02 P 6/04 . Voorzieningen voor het regelen van de snelheid
of de torsie van meer dan één motor (H02P 6/10 heeft voorrang) [6,16]
H 02 P 6/06 . Voorzieningen voor het regelen van de
snelheid van één motor waarin de motorsnelheid wordt gemeten en vergeleken met
een gegeven fysische waarde voor het verstellen van de motorsnelheid [6]
H 02 P 6/08 . Voorzieningen voor het regelen van de
snelheid of de torsie van één motor (H02P 6/10 en H02P 6/28 hebben voorrang) [6,16]
H 02 P 6/10 . Voorzieningen voor het regelen van de
torsierimpelspanning, bijv. zorgen voor een lagere torsierimpelspanning [6,16]
H 02 P 6/12 . Bewaken van commutatie; Zorgen voor
het aanduiden van commutatiestoring [6]
H 02 P 6/14 . Elektronische commutatoren [6]
H 02 P 6/15 . . Regelen
van de commutatietijd [16]
H 02 P 6/16 . . Circuitvoorzieningen
voor het detecteren van de positie [6,13]
H 02 P 6/18 . . . zonder aparte positiedetectie-elementen [6,16]
H 02 P 6/182 . . . . gebruikmakend
van back EMF in wikkelingen [16]
H 02 P 6/185 . . . . gebruikmakend
van inductiedetectie, bijv. pulsopwekking [16]
H 02 P 6/20 . Voorzieningen voor het starten (H02P 6/08
heeft voorrang) [6,16]
H 02 P 6/21 . . Starten
met open lus [16]
H 02 P 6/22 . . in
een geselecteerde rotatierichting [6,16]
H 02 P 6/24 . Voorzieningen voor het stoppen [6]
H 02 P 6/26 . Voorzieningen voor het regelen van
éénfasemotoren [16]
H 02 P 6/28 . Voorzieningen voor het regelen van de stroom
(H02P 6/10 heeft voorrang) [16]
H 02 P 6/30 . Voorzieningen voor het regelen van de draairichting
(H02P 6/22 heeft voorrang) [16]
H 02 P 6/32 . Voorzieningen voor het regelen van
wikkelveldmotoren, bijv. motoren met bekrachtigingsspoelen [16]
H 02 P 6/34 . Modelleren of simuleren voor regeldoeleinden
[16]
H 02
P
7/00 Voorzieningen
voor het regelen of sturen van de snelheid of torsie van elektrische
gelijkstroom [DC] motoren [2,8,13,16]
H 02 P 7/02 . waarbij de DC motoren lineaire motoren zijn [16]
H 02 P 7/025 . . waarbij
de DC draaispoelmotoren zijn, bijv. geluidsspoelmotoren [16]
H 02 P 7/03 . voor het regelen van de draairichting van DC
motoren [16]
H 02 P 7/06 . voor het regelen of sturen van een
afzonderlijke dynamo-elektrische gelijkstroommotor door het variëren van het
veld of de ankerstroom [8]
H 02 P 7/08 . . door
het handmatig regelen zonder hulpvermogen
H 02 P 7/10 . . . van alleen het motorveld
H 02 P 7/12 . . . . Omschakelen
van het veld van seriële bekrachtiging naar parallelle bekrachtiging of
omgekeerd
H 02 P 7/14 . . . van de spanning op het anker met of zonder
veldregeling
H 02 P 7/18 . . door
een commandoregeling met hulpvermogen
H 02 P 7/20 . . . gebruikmakend van een meerpositieschakelaar,
bijv. een schakelwals, voor het regelen van het motorcircuit door middel van
een relais (H02P 7/24 en H02P 7/30 hebben voorrang) [8]
H 02 P 7/22 . . . gebruikmakend van een meerpositieschakelaar,
bijv. een schakelwals, voor het regelen van het motorcircuit door middel van
een door een stuurmotor bediende meerpositieschakelaar of variabele weerstand
(H02P 7/24 en H02P 7/30 hebben voorrang) [8]
H 02 P 7/24 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen
H 02 P 7/26 . . . . gebruikmakend
van ontladingsbuizen
H 02 P 7/28 . . . . gebruikmakend
van halfgeleiderinrichtingen
H 02 P 7/281 . . . . . waarbij de DC motor in vier kwadranten wordt
bediend [16]
Aantekening [16]
Groep
H02P 7/281 heeft voorrang boven de groepen H02P 7/282 tot H02P 7/298. [16]
H 02 P 7/282 . . . . . voor het alleen regelen van de veldvoeding [4]
H 02 P 7/285 . . . . . voor het alleen regelen van de ankervoeding [4]
H 02 P 7/288 . . . . . . gebruikmakend
van variabele impedantie [4]
H 02 P 7/29 . . . . . . gebruikmakend
van pulsmodulatie [4]
H 02 P 7/291 . . . . . . . met aan/uit-schakeling tussen twee
instelpunten, bijv. voor het regelen door hysterese [16]
H 02 P 7/292 . . . . . . gebruikmakend
van statische omvormers, bijv. van wisselstroom naar gelijkstroom [4,16]
H 02 P 7/293 . . . . . . . gebruikmakend van faseregeling (H02P 7/295
heeft voorrang) [16]
H 02 P 7/295 . . . . . . . van het soort met één thyristor en dergelijke in serie met de vermogenstoevoer en de
motor [4]
H 02 P 7/298 . . . . . voor het regelen van ankervoedingen en
veldvoedingen [4,16]
H 02 P 7/30 . . . gebruikmakend van magnetische inrichtingen
met een regelbare verzadigingsgraad, d.w.z. magnetische versterkers
H 02 P 7/32 . . . gebruikmakend van door een ankerreactie
bekrachtigde machines, bijv. een metadyne,
amplidyne of rototrol
H 02 P 7/34 . . . gebruikmakend van Ward-Leonard-voorzieningen
H 02 P 7/343 . . . . waarin
zowel de generatorvelden als de motorvelden worden geregeld [16]
H 02 P 7/347 . . . . waarin
alleen het generatorveld wordt geregeld [16]
H 02 P 8/00 Voorzieningen
voor het regelen van dynamo-elektrische motoren die stapsgewijze roteren [2,6,8,13]
H 02 P 8/02 . speciaal aangepast voor
enkelfasestappenmotoren of tweepolige stappenmotoren, bijv. horlogemotoren of
klokkenmotoren [6]
H 02 P 8/04 . Voorzieningen voor het starten [6]
H 02 P 8/06 . . in
een geselecteerde draairichting [6]
H 02 P 8/08 . . Bepalen
van de positie vóór het starten [6]
H 02 P 8/10 . . Vormen
van pulsen voor het starten; Aanjagen van stroom tijdens het starten [6]
H 02 P 8/12 . Regelen of stabiliseren van stroom [6]
H 02 P 8/14 . Voorzieningen voor het regelen van snelheid
en torsie (H02P 8/12 en H02P 8/22 hebben voorrang) [6]
H 02 P 8/16 . . Verminderen
van de energie die wordt verstrooid of toegevoerd [6]
H 02 P 8/18 . . Vormen
van pulsen, bijv. voor het verminderen van de torsierimpelspanning [6]
H 02 P 8/20 . . gekenmerkt
door een werking naar twee kanten [6]
H 02 P 8/22 . Regelen van de stapgrootte; Tussenstappen,
bijv. microstappen [6]
H 02 P 8/24 . Voorzieningen voor het stoppen (H02P 8/32
hebben voorrang) [6]
H 02 P 8/26 . . In
een geheugen opslaan van de eind-puls bij het stoppen [6]
H 02 P 8/28 . . Ontkoppelen
van de vermogensbron bij het stoppen [6]
H 02 P 8/30 . . Vasthouden
van de positie bij het stoppen [6]
H 02 P 8/32 . Verminderen van het doorschieten of
oscilleren, bijv. dempen [6]
H 02 P 8/34 . Bewaken van de werking (H02P 8/36 heeft
voorrang) [6]
H 02 P 8/36 . Beschermen tegen defecten, bijv. tegen
oververhitting of step-out; Aanduiden
van defecten [6,13]
H 02 P 8/38 . . waarbij
het defect een step-out is [6]
H 02 P 8/40 . Speciale aanpassingen voor het regelen van
twee of meer stappenmotoren [6]
H 02 P 8/42 . gekenmerkt door niet-stappenmotoren die
stapsgewijze worden bediend [6]
H 02 P 9/00 Voorzieningen
voor het regelen van elektrische generatoren met het oog op het verkrijgen van
een gewenste uitvoer [8,13]
H 02 P 9/02 . Details
H 02 P 9/04 . Regelingen die worden uitgeoefend op een
niet-elektrisch krachtwerktuig, en afhankelijk van de elektrische uitvoerwaarde
van een generator (zie voor het uitoefenen van regelingen op het krachtwerktuig
in het algemeen de relevante klasse voor een dergelijk krachtwerktuig) [2]
H 02 P 9/06 . Regelingen die worden uitgeoefend op een
aandrijfkoppeling of andere mechanische krachtoverbrengingsmiddelen, en
afhankelijk van de elektrische uitvoerwaarde van een generator (zie voor het
uitoefenen van regelingen op krachtoverbrengingsmiddelen de relevante klasse
voor dergelijke middelen) [2]
H 02 P 9/08 . Regelen van het generatorcircuit tijdens het
starten of stoppen van aandrijfmiddelen, bijv. voor het op gang brengen van
bekrachtiging [2]
H 02 P 9/10 . Regelingen die worden uitgeoefend op het bekrachtigingscircuit
van de generator voor het verminderen van schadelijke effecten door
overbelastingen of overgangen, bijv. plotselinge belasting of ontlasting of het
plotselinge verandering van belasting [2]
H 02 P 9/12 . . voor
het demagnetiseren; voor het verminderen van remanentie-effecten; voor het
voorkomen van het omkeren van polen [2]
H 02 P 9/14 . door variatie van het veld (H02P 9/08 en
H02P 9/10 hebben voorrang) [2]
H 02 P 9/16 . . ten
gevolge van het variëren van de Ohmse weerstand in een veldcircuit,
gebruikmakend van weerstanden die stapsgewijze in of uit het circuit worden
geschakeld
H 02 P 9/18 . . . waarbij het schakelen wordt veroorzaakt door
een servomotor, meetinstrument of relais
H 02 P 9/20 . . ten
gevolge van het variëren van een continu variabele Ohmse weerstand
H 02 P 9/22 . . . met een koolstofweerstand
H 02 P 9/24 . . ten
gevolge van het variëren van de make-to-break
verhouding van intermitterend werkende contacten, bijv. gebruikmakend van een
Tirrill-regelaar
H 02 P 9/26 . . gebruikmakend
van ontladingsbuizen of halfgeleiderinrichtingen (H02P 9/34 heeft voorrang) [2]
H 02 P 9/28 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen
H 02 P 9/30 . . . gebruikmakend van halfgeleiderinrichtingen
H 02 P 9/32 . . gebruikmakend
van magnetische inrichtingen met een regelbare verzadigingsgraad (H02P 9/34
heeft voorrang) [2]
H 02 P 9/34 . . gebruikmakend
van magnetische inrichtingen met een regelbare verzadigingsgraad in combinatie
met een geregelde ontladingsbuis of halfgeleiderinrichting
H 02 P 9/36 . . gebruikmakend
van door een ankerreactie bekrachtigde machines
H 02 P 9/38 . . Zelfbekrachtiging
door stroom die wordt afgeleid van het gelijkrichten van zowel de
uitvoerspanning als de uitvoerstroom van een generator
H 02 P 9/40 . door het variëren van de reluctantie van het
magnetische circuit van een generator
H 02 P 9/42 . voor het verkrijgen van een gewenste
frequentie zonder het variëren van de generatorsnelheid
H 02 P 9/44 . Regelen van de frequentie en spanning in een
vooraf bepaalde verhouding, bijv. een constante verhouding
H 02 P 9/46 . Regelen van asynchrone generatoren door het
variëren van de condensator
H 02 P 9/48 . Voorzieningen voor het verkrijgen van een
constante uitvoerwaarde tijdens het variëren van de snelheid van de generator,
bijv. op een voertuig (H02P 9/04 tot H02P 9/46 hebben voorrang) [3]
H 02 P 11/00 Voorzieningen voor het
regelen van dynamo-elektrische omvormers [4,8,13]
H 02 P 11/04 . voor het regelen van dynamo-elektrische omvormers met een
gelijkstroomuitvoer
H 02 P 11/06 . voor het regelen van dynamo-elektrische omvormers met een
wisselstroomuitvoer
H 02 P 13/00 Voorzieningen voor het
regelen van transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen met het oog op het
verkrijgen van een gewenste uitvoer [4,13]
H 02 P 13/06 . door het wisselen van aftakking; door het opnieuw rangschikken
van onderlinge verbindingen tussen wikkelingen
H 02 P 13/08 . door het verschuiven van een stroomcollector langs de wikkeling
H 02 P 13/10 . door het bewegen van een kern, spoelwikkeling of afscherming,
bijv. door een inductieregelaar
H 02 P 13/12 . door het variëren van de magnetische voorspanning
H 02 P 15/00 Voorzieningen voor het
regelen van dynamo-elektrische remmen of aandrijfkoppelingen (vectorregeling H02P 21/00) [8,13]
H 02 P 15/02 . Gezamenlijk regelen van remmen en aandrijfkoppelingen [3]
H 02 P 17/00 Voorzieningen voor het
regelen van dynamo-elektrische drijfwerken (vectorregeling
H02P 21/00) [3,8]
H 02 P 21/00 Voorzieningen of methoden
voor het regelen van elektromotoren door vectorregeling, bijv. door het regelen
van de veldoriëntatie [6,8]
Aantekeningen
[16]
1. Bij het klasseren in deze groep moet
tevens worden geklasseerd in de groep H02P 25/00, als de methode van regelen
wordt gekenmerkt door de soort motor die wordt geregeld; [16]
2. Bij het klasseren in deze groep moet
tevens worden geklasseerd in de groep H02P 27/00, als de methode van regelen wordt
gekenmerkt door de soort vermogenstoevoer van motor die wordt geregeld. [16]
H 02 P 21/02 . speciaal aangepast voor het optimaliseren van de efficiency bij
lage belasting [8]
H 02 P 21/04 . speciaal aangepast voor zeer lage snelheden [8]
H 02 P 21/05 . speciaal aangepast voor het dempen van motortrillingen, bijv.
voor het verminderen van schommeling [8]
H 02 P 21/06 . Regeling op basis van de rotorflux, waarbij sprake is van het
gebruik van de rotorpositie of van rotorsnelheidssensoren [8,16]
H 02 P 21/08 . . Indirecte
veld-georiënteerde regeling; Rotorflux-meekoppelingsbesturing [8,16]
H 02 P 21/09 . . . Veldfasehoekberekening op basis van
rotorspanningsvergelijking door toevoegen van slipfrequentie en proportionele
snelheidsfrequentie [16]
H 02 P 21/10 . . Directe
veld-georiënteerde regeling; Rotorflux-tegenkoppelingsbesturing [8]
H 02 P 21/12 . Regeling op basis van de statorflux, waarbij sprake is van het
gebruik van de rotorpositie of van rotorsnelheidssensoren [8,16]
H 02 P 21/13 . Waarnemingsregeling, bijv. gebruikmakend van
Luenberger-waarnemers of Kalman-filters [8]
H 02 P 21/14 . Schatting of aanpassing van motorparameters, bijv. de flux, de
stroom of de spanning [8,16]
H 02 P 21/16 . . Schatting van
constanten, bijv. de rotortijdconstante [16]
H 02 P 21/18 . . Schatting van positie
of snelheid [16]
H 02 P 21/20 . . Schatting van torsie [16]
H 02 P 21/22 . Stroomregeling, bijv. gebruikmakend van een stroomregellus [16]
H 02 P 21/24 . Vectorregeling, waarbij geen sprake is van het gebruik van de
rotorpositie of van rotorsnelheidssensoren [16]
H 02 P 21/26 . . Regeling op basis van
de rotorflux [16]
H 02 P 21/28 . . Regeling op basis van
de statorflux [16]
H 02 P 21/30 . . . Directe torsieregeling [DTC] of
veldversnellingsmethode [FAM] [16]
H 02 P 21/32 . . Bepalen van de
rotorbeginpositie (H02P 21/34 heeft voorrang) [16]
H 02 P 21/34 . Voorzieningen voor het starten [16]
H 02 P 21/36 . Voorzieningen voor het afremmen of vertragen;
Vierkwadrantenregeling [16]
H 02
P 23/00 Voorzieningen of methoden voor het regelen van
wisselstroom [AC] motoren gekenmerkt door een andere regelmethode dan
vectorregeling [8,13,16]
Aantekening
Bij het
klasseren in deze groep is het gewenst tevens te klasseren in de groepen H02P
25/00 tot H02P 27/00, als het soort wisselstroom [AC] motor, structurele
details of het soort toevoerspanning van belang zijn. [8]
H 02 P 23/02 . speciaal aangepast voor het optimaliseren van de efficiency bij
lage belasting [8]
H 02 P 23/03 . speciaal aangepast voor zeer lage snelheden [8]
H 02 P 23/04 . speciaal aangepast voor het dempen van motortrillingen, bijv.
voor het verminderen van schommeling [8]
H 02 P 23/06 . Regelen van de motor in vier kwadranten [8]
H 02 P 23/08 . Regelen op basis van slipfrequentie, bijv. toevoegen van
slipfrequentie en proportionele snelheidsfrequentie [8]
H 02 P 23/10 . Regelen door toevoegen van een wisselstroom [8,13]
H 02 P 23/12 . Waarnemingsregeling, bijv. gebruikmakend van Luenberger-
waarnemers of Kalman-filters [8]
H 02 P 23/14 . Schatting of aanpassing van motorparameters, bijv. de
rotortijdconstante, de flux, de snelheid, de stroom of de spanning [8]
H 02
P 25/00 Voorzieningen of methoden voor het regelen van
wisselstroom [AC] motoren gekenmerkt door het soort wisselstroom [AC] motor of
door structurele details [8,13,16]
Aantekening
Bij
het klasseren in deze groep worden onderwerpen die ook gerelateerd zijn aan
H02P 21/00, H02P 23/00 of H02P 27/00, tevens geklasseerd in die groepen als dat
van toepassing is. [8,16]
H 02 P 25/02 . gekenmerkt door het soort motor [8]
H 02 P 25/022 . . Synchrone motoren (H02P
25/064 heeft voorrang) [16]
H 02 P 25/024 . . . geregeld door de toevoerfrequentie [16]
H 02 P 25/026 . . . . waarbij
de rotorpositie wordt gedetecteerd [16]
H 02 P 25/028 . . . met vierkwadrantenregeling [16]
H 02 P 25/03 . . . met borstelloze bekrachtiging [16]
H 02 P 25/032 . . Heen en weer bewegende
of oscillerende motoren, of trilmotoren [16]
H 02 P 25/034 . . . Geluidsspoelmotoren (geluidsspoelmotoren
aangedreven door DC H02P 7/025) [16]
H 02 P 25/04 . . Enkelfasemotoren, bijv.
condensatormotoren [8]
H 02 P 25/06 . . Lineaire motoren [8]
H 02 P 25/062 . . . als inductiemotor [16]
H 02 P 25/064 . . . als synchrone motor [16]
H 02 P 25/066 . . . als stappenmotor [16]
H 02 P 25/08 . . Magnetische
weerstandsmotoren (reluctantiemotoren) [8]
H 02 P 25/083 . . . Voorzieningen ter verhoging van de
schakelsnelheid tussen één spoel en de volgende [16]
H 02 P 25/086 . . . Commutatie [16]
H 02 P 25/089 . . . . Sensorloze
regeling (directe torsieregeling H02P 23/20) [16]
H 02 P 25/092 . . . Speciaal aangepaste omzetters voor het regelen
van magnetische weerstandsmotoren (reluctantiemotoren) [16]
H 02 P 25/098 . . . Voorzieningen ter vermindering van de
torsierimpelspanning [16]
H 02 P 25/10 . . Commutatormotoren
(collectormotoren), bijv. repulsiemotoren [8]
H 02 P 25/12 . . . met verschuifbare borstels [8]
H 02 P 25/14 . . . Universele motoren (H02P 25/12 heeft
voorrang) [8]
H 02 P 25/16 . gekenmerkt door de schakelvoorziening of door het soort bedrading
[8]
H 02 P 25/18 . . met voorzieningen voor
het schakelen tussen de wikkelingen, bijv. met mechanische schakelaars of
relais [8]
H 02 P 25/20 . . . voor poolomschakeling [8]
H 02 P 25/22 . . Meervoudige
wikkelingen; Wikkelingen voor meer dan drie fasen [8]
H 02 P 25/24 . . Variabele impedantie in
de statorschakeling of de rotorschakeling [8]
H 02 P 25/26 . . . met voorzieningen voor het regelen van de
secundaire impedantie [8]
H 02 P 25/28 . . gebruikmakend van
magnetische inrichtingen met een regelbare graad van verzadiging, bijv.
magnetische versterkers (transductoren) [8]
H 02 P 25/30 . . waarbij de motor wordt
geregeld door een regeling die ingrijpt op de voedende wisselstroom [AC]
generator [8]
H 02 P 25/32 . . gebruikmakend van
ontladingsbuizen [8]
H 02
P 27/00 Voorzieningen of methoden voor het regelen van
wisselstroom [AC] motoren gekenmerkt door het soort toevoerspanning (van twee of meer motoren H02P 5/00; van synchrone motoren
met elektronische commutatoren H02P 6/00; van gelijkstroom [DC] motoren H02P
7/00; van stappenmotoren H02P 8/00) [8,13]
Aantekening
Bij
het klasseren in deze groep worden onderwerpen die ook gerelateerd zijn aan
H02P 21/00, H02P 23/00 of H02P 27/00, tevens geklasseerd in die groepen als dat
van toepassing is. [8,16]
H 02 P 27/02 . gebruikmakend van toevoerspanning met constante frequentie en
variabele amplitude [8]
H 02 P 27/024 . . gebruikmakend van
wisselstroomtoevoer voor alleen het rotorcircuit of alleen het statorcircuit [16]
H 02 P 27/04 . gebruikmakend van toevoerspanning met variabele frequentie, bijv.
omzetter-toevoerspanning of omvormer-toevoerspanning [8]
H 02 P 27/048 . . gebruikmakend van
wisselstroomtoevoer voor alleen het rotorcircuit of alleen het statorcircuit [16]
H 02 P 27/05 . . gebruikmakend van
wisselstroomtoevoer voor zowel rotorcircuits als statorcircuits, waarbij de
toevoerfrequentie naar tenminste één circuit variabel is [8,16]
H 02 P 27/06 . . gebruikmakend van
gelijkstroom/wisselstroom [DC/AC] omvormers [8]
H 02 P 27/08 . . . met puls-breedtemodulatie [8]
H 02 P 27/10 . . . . gebruikmakend
van bang-bang regelaars [8]
H 02 P 27/12 . . . . pulserend
door geleiden van de fluxvector, stroomvector of spanningsvector langs een
cirkel of een gesloten kromme, bijv. voor directe torsieregeling [8,16]
H 02 P 27/14 . . . . met
drie of meer spanningsniveaus [8]
H 02 P 27/16 . . gebruikmakend van
wisselstroom/gelijkstroom [AC/DC] omvormers zonder tussentijdse omzetting naar
gelijkstroom (H02P 27/05 heeft voorrang) [8]
H 02 P 27/18 . . . waarbij de frequentie wordt gevarieerd door
weglaten van halve golven [8]
H 02
P 29/00 Voorzieningen of methoden voor het sturen of
regelen van elektromotoren, die bij zowel wisselstroom [AC] motoren als
gelijkstroom [DC] motoren kunnen worden toegepast
(regeling van motoren die kunnen worden aangesloten op twee of meer
verschillende spanningsbronnen of stroombronnen H02P 4/00; vectorregeling H02P
21/00) [8,13]
H 02 P 29/02 . Geven van bescherming tegen overbelasting zonder automatische
tussenkomst of toevoer (bescherming tegen fouten van stappenmotoren H02P 8/36) [8,16]
H 02 P 29/024 . . Detecteren van een
storing, bijv. kortsluiting, rotorblokkering, draadbreuk of ladingverlies [16]
H 02 P 29/028 . . . waarbij de motor blijft draaien ondanks de
storing, bijv. elimineren, compenseren of verhelpen van de fout [16]
H 02 P 29/032 . . Voorkomen van schade
aan de motor, bijv. instellen van afzonderlijke stroomlimieten voor
verschillende aandrijfcondities [16]
H 02 P 29/04 . door middel van een aparte rem [8]
H 02 P 29/10 . voor het voorkomen van een te hoge of te lage snelheid [16]
H 02 P 29/20 . voor het regelen van één motor die wordt gebruikt voor
verschillende achtereenvolgende handelingen [16]
H 02 P 29/40 . Regelen van de hoerveelheid stroom die de motor afneemt of afgeeft
voor het regelen van de mechanische belasting [16]
H 02 P 29/50 . Vermindering van harmonischen [16]
H 02 P 29/60 . Regelen of bepalen van de temperatuur van de motor of van de
aandrijving [16]
H 02 P 29/62 . . voor het verhogen van
de temperatuur van de motor [16]
H 02 P 29/64 . . Regelen of bepalen van
de temperatuur van de wikkeling [16]
H 02 P 29/66 . . Regelen of bepalen van
de temperatuur van de rotor [16]
H 02 P 29/68 . . op basis van de
temperatuur van een aandrijfcomponent of een halfgeleidercomponent [16]
H 02 P 31/00 Voorzieningen voor het sturen
of regelen van elektromotoren, voor zover niet vallend onder de groepen H02P
1/00 tot H02P 5/00, H02P 7/00 of H02P 21/00 tot H02P 29/00 [8]
Indexschema in samenhang met groepen met betrekking tot
de voorzieningen voor het regelen van elektrische generatoren. [15]
H 02 P 101/00 Speciale aanpassing van
regelvoorzieningen voor generatoren [15]
H 02 P 101/10 . voor waterturbines [15]
H 02 P 101/15 . voor windturbines [15]
H 02 P 101/20 . voor stoomturbines [15]
H 02 P 101/25 . voor verbrandingsmotoren [15]
H 02 P 101/30 . voor vliegtuigen [15]
H 02 P 101/35 . voor schepen [15]
H 02 P 101/40 . voor railvoertuigen [15]
H 02 P 101/45 . voor motorvoertuigen, bijv. autodynamo’s [15]
H 02 P 103/00 Regelvoorzieningen die worden
gekenmerkt door het soort generator [15]
H 02 P 103/10 . asynchroon [15]
H 02 P 103/20 . synchroon [15]