SECTIE H         ELEKTRICITEIT

              Aantekeningen

 

              Deze Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik van Sectie H.

I.           Onder Sectie H vallen:

a)         elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen, inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);

b)         het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de overeenkomstige toestellen;

c)         toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:

(i)         algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en elektrische verlichtingsschakelingen;

(ii)        enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de Classificatie, inclusief:

1.         elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;

2.         elektrische röntgentechniek;

3.         elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van elektrisch geladen deeltjes of neutronen;

d)         elektronische basisschakelingen en hun regeling;

e)         radio of elektrische communicatietechniek;

f)          het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de paragrafen 88 tot 90 van de Gids.

II.          In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:

a.         Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces, object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische onderwerp in kwestie geheel vallen;

b.         The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen, algemeen of specifiek, houden in:

i.           de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;

ii.          de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;

iii.         de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de subsectie “Transport” van Sectie B;

iv.         de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse F23Q;

v.          het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z. meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op zich;

c.         Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek, veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a) hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten. Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c) hierboven, die zelf onder Sectie H valt.

III.         In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:

a.         Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder dezelfde technische onderwerpen vallen;

b.         In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken, vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig valt onder subklasse H05B;

c.         In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen, d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor elektrische lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]

d.         Met betrekking tot verwarming vallen niet alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig onder subklasse H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar waar het zaken met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op zich beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K, blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals vermeld onder II hierboven.

 

H 03        ELEKTRONISCHE BASISCIRCUITS

 

H 03 J     AFSTEMMEN VAN RESONANTIECIRCUITS; SELECTEREN VAN RESONANTIECIRCUITS (weergeefvoorzieningen voor meting G01D; meten, testen G01R; afstandsbediening in het algemeen G05 of G08; automatisch regelen of stabiliseren van generatoren H03L)

 

              Aantekening

 

              Deze subklasse dekt tevens het regelen van de afstemming, inclusief het gecombineerd regelen van afstemming en andere functies, bijv. combinaties van afstemregeling en volumeregeling of combinaties van het regelen van een plaatselijke oscillator en van extra resonantiecircuits. [3]

 

H 03 J       1/00                    Details van stelvoorzieningen, aandrijfvoorzieningen, weergeefvoorzieningen of mechanische regelvoorzieningen voor resonantiecircuits in het algemeen (machine-elementen in het algemeen F16; koppelen van knoppen met drijfassen F16D) [3]

H 03 J       1/02                    .    Weergeefvoorzieningen

H 03 J       1/04                    .    .    met optische weergeefmiddelen

H 03 J       1/06                    .    Aandrijfvoorzieningen of stelvoorzieningen gecombineerd met andere aandrijfvoorzieningen of stelvoorzieningen, bijv. bij een versterkerregeling

 

              Aantekening

 

              De groepen H03J 1/14 en H03J 1/16 hebben voorrang boven de groepen H03J 1/08 tot H03J 1/12.

 

H 03 J       1/08                    .    .    Tandwielaandrijving; Wormwielaandrijving

H 03 J       1/10                    .    .    Kabelaandrijving; Kettingaandrijving

H 03 J       1/12                    .    .    Frictie-aandrijving

H 03 J       1/14                    .    .    Speciale voorzieningen voor het grof en fijn afstemmen

H 03 J       1/16                    .    .    Losse regelmiddelen voor het onafhankelijk uitvoeren van twee of meer functies

H 03 J       1/18                    .    Regelen door hulpvermogen

H 03 J       1/20                    .    .    waarbij het hulpvermogen wordt ingeschakeld zolang de regelstroom is ingeschakeld

H 03 J       1/22                    .    .    met getrapte voorzieningen die in werking worden gesteld door regelpulsen

 

H 03 J       3/00                    Continu afstemmen (H03J 7/00 en H03J 9/00 hebben voorrang; combinatie van continu en discontinu afstemmen anders dan voor bandspreiding H03J 5/00) [3]

H 03 J       3/02                    .    Details

H 03 J       3/04                    .    .    Voorzieningen voor het compenseren van variaties in fysische waarden, bijv. temperatuur (automatisch regelen van omgevingscondities G05D)

H 03 J       3/06                    .    .    Voorzieningen voor het verkrijgen van een constante bandbreedte of versterking over het gehele afstembereik of de gehele afstem-bereiken (automatische versterkingsregeling H03G)

H 03 J       3/08                    .    .    .    door het gelijktijdig variëren van een tweede parameter met de afstemming, bijv. koppelen van een bandfilter

H 03 J       3/10                    .    .    Circuitvoorzieningen voor fijn-afstemming, bijv. bandspreiding

H 03 J       3/12                    .    .    Elektrisch bediende voorzieningen voor het aanduiden van de juiste afstemming

H 03 J       3/14                    .    .    .    Visueel aanduiden, bijv. een magisch oog

H 03 J       3/16                    .    .    Afstemmen zonder verplaatsing van een reactief element, bijv. door het variëren van permeabiliteit

H 03 J       3/18                    .    .    .    met een ontladingsbuis of halfgeleiderinrichting voor het nabootsen van variabele reactantie

H 03 J       3/20                    .    van één resonantiecircuit door het variëren van alleen inductie of capaciteit

H 03 J       3/22                    .    van één resonantiecircuit door het gelijktijdig variëren van inductie en capaciteit

H 03 J       3/24                    .    gelijktijdig van meer dan één resonantiecircuit, waarbij de circuits worden afgestemd op in hoofdzaak dezelfde frequentie, bijv. voor éénknopsafstemming

H 03 J       3/26                    .    .    waarbij de circuits worden gekoppeld voor het vormen van een bandfilter

H 03 J       3/28                    .    gelijktijdig van meer dan één resonantiecircuit, waarbij de afstemfrequenties van de circuits een in hoofdzaak constant verschil hebben gedurende het gehele afstembereik

H 03 J       3/30                    .    .    Voorzieningen voor het garanderen van sporing met variabele inductieklossen

H 03 J       3/32                    .    .    Voorzieningen voor het garanderen van sporing met variabele condensatoren

 

H 03 J       5/00                    Discontinu afstemmen; Selecteren van vooraf bepaalde frequenties; Selecteren van frequentiebanden met of zonder een continue afstemming in één of meer van de banden, bijv. een drukknopafstemming of een draaiknopafstemmer (H03J 7/00 en H03J 9/00 hebben voorrang; voor bandspreiding H03J 3/10) [3]

H 03 J       5/02                    .    met een variabel afstemelement met een aantal vooraf bepaalde instellingen en verstelbaar tot één van deze gewenste instellingen

H 03 J       5/04                    .    .    met de hand bediend

H 03 J       5/06                    .    .    .    Instellingen die worden bepaald door losse indexeermiddelen met klikwerking

H 03 J       5/08                    .    .    .    Instellingen die worden bepaald door een aantal apart in werking gestelde positioneermiddelen

H 03 J       5/10                    .    .    .    Instellingen die worden bepaald door een aantal positioneermiddelen op een gezamenlijke ondersteuning die kan worden versteld tot gewenste posities, waarbij in elke positie een ander positioneermiddel werkzaam is

H 03 J       5/12                    .    .    .    Instellingen die worden bepaald door een aantal apart in werking gestelde aandrijfmiddelen die het afstemelement direct verstellen tot een gewenste instelling

H 03 J       5/14                    .    .    bediend door hulpvermogen

H 03 J       5/16                    .    .    .    Instellingen die worden bepaald door een aantal aparte positioneermiddelen die handmatig in werking worden gesteld

H 03 J       5/18                    .    .    .    Instellingen die worden bepaald door een aantal aparte positioneermiddelen die in werking worden gesteld door elektromagneten

H 03 J       5/20                    .    .    .    Instellingen die worden bepaald door een aantal positioneermiddelen die in werking worden gesteld door een tweede middel dat verstelbaar is tot verschillende posities door hetzelfde of door een tweede hulpvermogen

H 03 J       5/22                    .    .    .    Instellingen die worden bepaald door een aantal apart in werking gestelde aandrijfmiddelen die het afstemelement direct verstellen tot een gewenste instelling

H 03 J       5/24                    .    met een aantal aparte voor-ingestelde afstemcircuits of aparte afstemelementen die selectief in het circuit worden gebracht, bijv. voor golfbandselectie of televisiekanaalselectie (schakelaars in het algemeen H01H)

H 03 J       5/26                    .    .    met de hand bediend

H 03 J       5/28                    .    .    .    Afstemcircuits of afstemelementen die worden ondersteund op een draaideel met contacten die zijn aangebracht in een vlak loodrecht op de as

H 03 J       5/30                    .    .    .    Afstemcircuits of afstemelementen die worden ondersteund door een draaideel met contacten die zijn aangebracht in lijnen parallel aan de as

H 03 J       5/32                    .    .    .    Stationaire afstemcircuits of afstemelementen die worden geselecteerd door een drukknop

 

H 03 J       7/00                    Automatisch regelen van frequenties; Automatisch aftasten van een frequentieband [3]

H 03 J       7/02                    .    Automatisch regelen van frequenties (H03J 7/18 heeft voorrang; automatische afstemregeling voor televisieontvangers H04N 5/50) [3]

H 03 J       7/04                    .    .    waarbij de frequentieregeling tot stand komt door het variëren van de elektrische karakteristieken van een niet-mechanisch verstelbaar element of waarbij de aard van het frequentieregelelement niet van belang is [3]

H 03 J       7/06                    .    .    .    gebruikmakend van tellers of frequentiedelers [3]

H 03 J       7/08                    .    .    .    gebruikmakend van varactors, d.w.z. spanningsafhankelijke reactieve dioden (H03J 7/06 heeft voorrang) [3]

H 03 J       7/10                    .    .    .    .    Modificeren van de gevoeligheid van automatische frequentieregeling of lineariseren van de werking bij automatische frequentieregeling [3]

H 03 J       7/12                    .    .    .    .    Combineren van de spanning van automatische frequentieregeling met de gestabiliseerde voedingsspanning voor een varactor [3]

H 03 J       7/14                    .    .    .    Regelen van de magnetische toestand van de kernen van inductieklossen (H03J 7/06 heeft voorrang) [3]

H 03 J       7/16                    .    .    waarbij de frequentie tot stand komt door mechanische middelen, bijv. door een motor [3]

H 03 J       7/18                    .    Automatisch aftasten van een frequentieband [3]

H 03 J       7/20                    .    .    waarbij het aftasten tot stand komt door het variëren van de elektrische karakteristieken van een niet-mechanisch verstelbaar element [3]

H 03 J       7/22                    .    .    .    waarin een automatisch frequentieregelcircuit in werking wordt gesteld nadat de aftasting is gestopt (H03J 7/24 heeft voorrang) [3]

H 03 J       7/24                    .    .    .    gebruikmakend van varactors, d.w.z. spanningsafhankelijke reactieve dioden (H03J 7/28 heeft voorrang) [3]

H 03 J       7/26                    .    .    .    .    waarin een automatisch frequentieregelcircuit in werking wordt gesteld nadat de aftasting is gestopt [3]

H 03 J       7/28                    .    .    .    gebruikmakend van tellers of frequentiedelers [3]

H 03 J       7/30                    .    .    waarbij het aftasten tot stand komt door mechanische middelen, bijv. door een motor [3]

H 03 J       7/32                    .    .    waarbij ontvangen frequenties gelijktijdig worden weergegeven, bijv. een panoramische ontvanger [3]

 

H 03 J       9/00                    Afstandsbediening van afstemcircuits; Gecombineerde afstandsbediening van de afstemming en andere functies, bijv. helderheid of versterking (mechanische voorzieningen voor afstandsbediening H03J 1/00) [3]

H 03 J       9/02                    .    gebruikmakend van draadloze transmissie; gebruikmakend van transmissie over korte afstand [3]

H 03 J       9/04                    .    gebruikmakend van ultrasoon-golven, geluidsgolven of infrasoon-golven [3]

H 03 J       9/06                    .    gebruikmakend van andere elektromagnetische golven dan radiogolven, bijv. licht [3]