SECTIE H ELEKTRICITEIT
Deze
Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik
van Sectie H.
I.
Onder Sectie H vallen:
a)
elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en
de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen,
inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd
gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het
maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);
b)
het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting
en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de
overeenkomstige toestellen;
c)
toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:
(i)
algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en
elektrische verlichtingsschakelingen;
(ii)
enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij
elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de
Classificatie, inclusief:
1.
elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;
2.
elektrische röntgentechniek;
3.
elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van
elektrisch geladen deeltjes of neutronen;
d)
elektronische basisschakelingen en hun regeling;
e)
radio of elektrische communicatietechniek;
f)
het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het
beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de
paragrafen 88 tot 90 van de Gids.
II.
In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:
a.
Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder
I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde
apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in
één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd
geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces,
object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot
technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op
klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de
apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een
subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische
onderwerp in kwestie geheel vallen;
b.
The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen,
algemeen of specifiek, houden in:
i.
de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;
ii.
de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in
verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de
klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;
iii.
de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en
verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de
subsectie “Transport” van Sectie B;
iv.
de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in
subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse
F23Q;
v.
het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z.
meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische
variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in
die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op
zich;
c.
Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek,
veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a)
hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten.
Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c)
hierboven, die zelf onder Sectie H valt.
III.
In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:
a.
Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie
H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen
valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische
verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in
Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder
dezelfde technische onderwerpen vallen;
b.
In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken,
vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke
onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte
van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig
valt onder subklasse H05B;
c.
In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte
de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen,
d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect
valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire
schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor elektrische
lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke
opstelling die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]
d.
Met betrekking tot verwarming vallen niet
alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig
onder subklasse H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar
waar het zaken met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op
zich beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt
onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische
lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K,
blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals
vermeld onder II hierboven.
H 04 ELEKTRISCHE
COMMUNICATIETECHNIEK OF TELECOMMUNICATIETECHNIEK
Aantekening
Deze subklasse
dekt elektrische communicatiesystemen met voortplantingspaden waarbij sprake is
van bundels lichaamsstraling, akoestische golven of elektromagnetische golven,
bijv. radiocommunicatie of optische communicatie. [4,7]
H 04 H RADIOCOMMUNICATIE
OF OMROEP (multiplexcommunicatie H04J; beeldcommunicatie-aspecten van
zendsystemen H04N) [8]
Aantekening [8]
(1) In deze subklasse worden de volgende
termen of uitdrukkingen gebruikt, met de aangegeven betekenis: [8]
- “uitzenden” is het gelijktijdig
versturen van identieke signalen naar meerdere ontvangststations. De term
“uitzenden” omvat niet het toesturen aan ontvangststations dat wordt geregeld
door verzoeken of antwoorden van de ontvangststations; [8]
- “uitzendinformatie” dekt alle soorten
informatie die wordt verzonden via zendsystemen; [8]
- “uitzend-gerelateerde informatie” is
informatie die vereist is door voorzieningen die worden aangeboden via
zendsystemen, anders dan uitzendinformatie; [8]
- “uitzendtijd” is een tijd waarop specifieke
uitzendinformatie bestaat en beschikbaar is; [8]
- “uitzendkanaal” is een kanaal via welke
uitzendinformatie wordt verstuurd, bijv. draaggolven, tijdsleuven,
uitzendgebieden via de kabel of draadloos; [8]
- “uitzendruimte” is ofwel een stel uitzendkanalen
waarbinnen specifieke uitzendinformatie bestaat en beschikbaar is, ofwel een
geografisch gebied dat wordt bepaald door het stel uitzendkanalen; [8]
- “uitzendruimte-tijd” is ruimtetijd die
wordt bepaald door uitzendruimte en uitzendtijd waarbinnen specifieke
uitzendinformatie bestaat en beschikbaar is; [8]
- “uitzendsysteem” is een systeem dat
bestaat uit zender, baken en ontvanger t.b.v. uitzending; [8]
- “uitzend-gerelateerd systeem” is een systeem
dat direct wordt beïnvloed door opwekken, versturen, ontvangen of gebruiken van
uitzendinformatie; [8]
- “uitzendvoorziening” (omroepdienst) is
een dienst die direct wordt geleverd door een uitzendsysteem, d.w.z. een
voorziening voor het versturen van uitzendinformatie; [8]
- “uitzend-gerelateerde voorziening” is
een voorziening die wordt geleverd door uitzend-gerelateerde systemen; [8]
- “A met een directe verbinding naar B”
betekent, dat A direct B beïnvloed of dat A direct door B wordt beïnvloed.
[8]
(2) In deze subklasse wordt geklasseerd naar
meerdere aspecten, zodat materie dat wordt gekenmerkt door aspecten die worden
gedekt door meer dan één van de zoekgroepen die worden beschouwd interessante
informatie t.b.v. onderzoek te bevatten, ook kan zijn geklasseerd in elk van
die zoekgroepen. [8]
H 04 H 20/00 Voorzieningen
voor uitzending of voor het versturen in combinatie met uitzending [8]
H 04 H 20/02 . Voorzieningen voor het opnieuw uitzenden van
uitzendinformatie [8]
H 04 H 20/04 . . van
veld-opneemeenheden (FPU) [8]
H 04 H 20/06 . . tussen
zendstations [8]
H 04 H 20/08 . . tussen
aansluitingen [8]
H 04 H 20/10 . Voorzieningen voor het vervangen of in- of
uitschakelen van informatie tijdens het uitzenden of tijdens het versturen
[8]
H 04 H 20/12 . Voorzieningen voor het bewaken, testen of
opheffen van storingen [8]
H 04 H 20/14 . . voor
het bewaken van programma’s [8]
H 04 H 20/16 . Voorzieningen voor het herhaaldelijk
uitzenden of versturen van identieke informatie [8]
H 04 H 20/18 . Voorzieningen voor het synchroniseren van
het uitzenden of versturen via meerdere systemen [8]
H 04 H 20/20 . Voorzieningen voor het via meerdere systemen
uitzenden of versturen van identieke informatie [8]
H 04 H 20/22 . . Voorzieningen
voor het uitzenden van identieke informatie via meerdere uitzendsystemen [8]
H 04 H 20/24 . . Voorzieningen
voor het versturen van identieke informatie via een uitzendsysteem en een
niet-uitzendsysteem [8]
H 04 H 20/26 . Voorzieningen voor het in- of uitschakelen
van distributiesystemen [8]
H 04 H 20/28 . Voorzieningen voor het gelijktijdig
uitzenden van meerdere stukken informatie [8]
H 04 H 20/30 . . via
één kanaal [8]
H 04 H 20/31 . . . gebruikmakend van binnen-de-band signalen,
bijv. een subsonisch of een cue signaal
[8]
H 04 H 20/33 . . via
meerdere kanalen [8]
H 04 H 20/34 . . . gebruikmakend van een buiten-de-band
hulpdraaggolfsignaal [8]
H 04 H 20/36 . . voor
uitzendingen via AM (amplitude modulatie) [8]
H 04 H 20/38 . Voorzieningen voor het versturen waarbij
lagere stations, bijv. ontvangers, samenwerken met de uitzending [8]
H 04 H 20/40 . Speciaal aangepaste voorzieningen voor het
uitzenden voor ontvangers met accumulatie [8]
H 04 H 20/42 . Voorzieningen voor het systeembeheer [8]
H 04 H 20/44 . Voorzieningen die worden gekenmerkt door
speciaal aangepaste schakelingen of onderdelen voor uitzending [8]
H 04 H 20/46 . . speciaal
aangepast voor uitzendsystemen die vallen onder de groepen H04H20/53 tot
H04H20/86 [8]
H 04 H 20/47 . . . speciaal aangepast voor
stereo-uitzendsystemen [8]
H 04 H 20/48 . . . . voor
uitzendingen via FM (frequentie modulatie) [8]
H 04 H 20/49 . . . . voor
uitzendingen via AM (amplitude modulatie) [8]
H 04 H 20/51 . . . speciaal aangepast voor
satelliet-uitzendsystemen [8]
H 04 H 20/53 . Speciaal aangepaste voorzieningen voor
specifieke toepassingen, bijv. voor verkeersinformatie of voor mobiele
ontvangers [8]
H 04 H 20/55 . . voor
verkeersinformatie [8]
H 04 H 20/57 . . voor
mobiele ontvangers [8]
H 04 H 20/59 . . voor
noodgevallen of spoedgevallen [8]
H 04 H 20/61 . . voor
lokale uitzendingen, bijv. inpandige uitzending [8]
H 04 H 20/62 . . . voor transportsystemen, bijv. in voertuigen
[8]
H 04 H 20/63 . . . naar meerdere plekken in een beperkt gebied,
bijv. MATV (Master Antenna Television)
[8]
H 04 H 20/65 . Voorzieningen die worden gekenmerkt door
transmissiesystemen voor het uitzenden [8]
H 04 H 20/67 . . Systemen
met een gemeenschappelijke golf, d.w.z. gebruikmakend van aparte zenders die
werken op in hoofdzaak dezelfde frequentie [8]
H 04 H 20/69 . . Optische
systemen [8]
H 04 H 20/71 . . Draadloze
systemen [8]
H 04 H 20/72 . . . van netwerken op aarde [8]
H 04 H 20/74 . . . van satellietnetwerken [8]
H 04 H 20/76 . . Kabelsystemen
[8]
H 04 H 20/77 . . . gebruikmakend van draaggolven [8]
H 04 H 20/78 . . . . Kabeltelevisie
of CATV (Community Antenna Television)
[8]
H 04 H 20/79 . . . . . gebruikmakend van downlink van de kabeltelevisiesystemen, bijv. radio-uitzending via
het kabeltelevisienetwerk [8]
H 04 H 20/80 . . . . met
frequenties in twee of meer frequentiebanden [8]
H 04 H 20/81 . . . . gecombineerd
met een telefoonnetwerk waarover de uitzending continu beschikbaar is [8]
H 04 H 20/82 . . . gebruikmakend van signalen die niet zijn
gemoduleerd op een drager [8]
H 04 H 20/8 . . . . waarbij
het netwerk niet wordt gedeeld met een andere dienst [8]
H 04 H 20/84 . . . gecombineerd met een
energiedistributienetwerk [8]
H 04 H 20/86 . Voorzieningen die worden gekenmerkt door
speciale technische aspecten van de uitzendinformatie, bijv. de signaalvorm of
het informatieschema [8]
H 04 H 20/88 . . Stereozendsystemen
[8]
H 04 H 20/89 . . . gebruikmakend van drie of meer audiokanalen,
bijv. triphonic of quadrafonisch
[8]
H 04 H 20/91 . . voor
het uitzenden van computerprogramma’s [8]
H 04 H 20/93 . . waarbij
bronnen van andere stukken informatie wordt gelokaliseerd, bijv. URL (Uniform Resource Locator) [8]
H 04 H 20/95 . . gekenmerkt
door een specifiek formaat, bijv. MPE3 [MPEG-1
Audio Layer 3] [8]
H 04 H
40/00 Speciaal
aangepaste voorzieningen voor het ontvangen van uitzendinformatie [8]
H 04 H 40/09 . Voorzieningen voor het automatisch ontvangen
van gewenste informatie volgens roosters [8]
H 04 H 40/18 . Voorzieningen die worden gekenmerkt door
speciaal voor ontvangst aangepaste schakelingen of onderdelen [8]
H 04 H 40/27 . . speciaal
aangepast voor uitzendsystemen die vallen onder de groepen H04H20/53 tot
H04H20/86 [8]
H 04 H 40/36 . . . speciaal aangepast voor
stereo-uitzendsystemen [8]
H 04 H 40/45 . . . . voor
uitzendingen via FM (frequentie modulatie) [8]
H 04 H 40/54 . . . . . waarbij hulpdraaggolven worden opgewekt
[8]
H 04 H 40/63 . . . . . voor het onderscheiden van verbeteringen of
aanpassingen [8]
H 04 H 40/72 . . . . . voor het onderdrukken van ruis [8]
H 04 H 40/81 . . . . . voor het schakelen tussen stereo en mono
[8]
H 04 H 40/90 . . . speciaal aangepast voor
satelliet-uitzendsystemen [8]
H 04 H
60/00 Voorzieningen voor
uitzendtoepassingen met een directe verbinding naar uitzendinformatie of naar
uitzendruimte-tijd; Uitzending-gerelateerde systemen [8]
H 04 H 60/02 . Voorzieningen voor het opwekken van
uitzendinformatie; Voorzieningen voor het opwekken van uitzending-gerelateerde informatie
met een directe verbinding naar uitzendinformatie of naar uitzendruimte-tijd;
Voorzieningen voor het gelijktijdig opwekken van uitzendinformatie en
uitzending-gerelateerde informatie [8]
H 04 H 60/04 . . Studio-uitrusting;
Onderlinge verbindingen tussen studio’s [8]
H 04 H 60/05 . . . Mobiele studio’s [8]
H 04 H 60/06 . . Voorzieningen
voor het inroosteren van uitzenddiensten of uitzending-gerelateerde diensten
[8]
H 04 H 60/07 . . gekenmerkt
door werkwijzen of methoden voor het opwekken [8]
H 04 H 60/09 . Voorzieningen voor het regelen van
apparatuur met een directe verbinding naar uitzendinformatie of naar
uitzendruimte-tijd; Voorzieningen voor het regelen van uitzending-gerelateerde
diensten [8]
H 04 H 60/11 . . Voorzieningen
voor tegenmaatregelen als een deel van de uitzendinformatie niet beschikbaar is
[8]
H 04 H 60/12 . . . waarbij andere informatie in de plaats komt
van het (ontbrekende) deel van de uitzendinformatie [8]
H 04 H 60/13 . . Voorzieningen
voor het regelen van apparatuur die worden beïnvloed door de uitzendinformatie
[8]
H 04 H 60/14 . . Voorzieningen
voor voorwaardelijke toegang tot uitzendinformatie of tot
uitzending-gerelateerde diensten [8]
H 04 H 60/15 . . . bij het ontvangen van informatie [8]
H 04 H 60/16 . . . bij het afspelen van informatie [8]
H 04 H 60/17 . . . bij het registreren van informatie [8]
H 04 H 60/18 . . . bij het kopiëren van informatie [8]
H 04 H 60/19 . . . bij het zenden van informatie [8]
H 04 H 60/20 . . . bij hulpbewerkingsinformatie [8]
H 04 H 60/21 . . . In rekening brengen van het gebruik van
uitzendinformatie of van uitzending-gerelateerde informatie [8]
H 04 H 60/22 . . . . per
gebruik [8]
H 04 H 60/23 . . . gebruikmakend van cryptografie, bijv.
codering, toestemming of gesleutelde distributie [8,9]
H 04 H 60/25 . Voorzieningen voor het bijwerken van
uitzendinformatie of uitzending-gerelateerde informatie [8]
H 04 H 60/27 . Voorzieningen voor het registreren of
opslaan van uitzendinformatie of uitzending-gerelateerde informatie [8]
H 04 H 60/29 . Voorzieningen voor het bewaken van
uitzenddiensten of uitzending-gerelateerde diensten [8]
H 04 H 60/31 . . Voorzieningen
voor het bewaken van het gebruik dat van de uitzenddiensten wordt gemaakt
[8]
H 04 H 60/32 . . Voorzieningen
voor het bewaken van de omstandigheden van ontvangststations, bijv. storing of
uitval van ontvangststations [8]
H 04 H 60/33 . . Voorzieningen
voor het bewaken van het gebruikersgedrag of de gebruikersmening [8]
H 04 H 60/35 . Voorzieningen voor het identificeren of
herkennen van kenmerken met een directe verbinding naar uitzendinformatie or
naar uitzendruimte-tijd, bijv. voor het identificeren van zendstations of voor
het identificeren van gebruikers [8]
H 04 H 60/37 . . voor
het identificeren van delen van uitzendinformatie, bijv. scènes of een
identificatiecode voor programmafragmenten [8]
H 04 H 60/38 . . voor
het identificeren van uitzendtijd of -ruimte [8]
H 04 H 60/39 . . . voor het identificeren van
uitzendruimte-tijd (gebruik van Elektronische Programma Gidsen H04H60/72)
[8]
H 04 H 60/40 . . . voor het identificeren van uitzendtijd
[8]
H 04 H 60/41 . . . voor het identificeren van uitzendruimte, d.w.z. uitzendkanalen,
uitzendstations of uitzendgebieden [8]
H 04 H 60/42 . . . . voor
het identificeren van uitzendgebieden [8]
H 04 H 60/43 . . . . voor
het identificeren van uitzendkanalen [8]
H 04 H 60/44 . . . . voor
het identificeren van uitzendstations [8]
H 04 H 60/45 . . voor
het identificeren van gebruikers [8]
H 04 H 60/46 . . voor
het herkennen van gebruikersvoorkeuren [8]
H 04 H 60/47 . . voor
het herkennen van genres [8]
H 04 H 60/48 . . voor
het herkennen van onderwerpen die naar voren komen in uitzendinformatie [8]
H 04 H 60/49 . . voor
het identificeren van locaties [8]
H 04 H 60/50 . . . van uitzend- of verdeelstations [8]
H 04 H 60/51 . . . van ontvangststations [8]
H 04 H 60/52 . . . van gebruikers [8]
H 04 H 60/53 . . . van bestemmingen [8]
H 04 H 60/54 . . . waar uitzendinformatie wordt opgewekt [8]
H 04 H 60/56 . Voorzieningen gekenmerkt door speciaal
aangepaste onderdelen voor bewaking, identificatie of herkenning vallend onder
de groepen H04H60/29 of H04H60/35 [8]
H 04 H 60/58 . . van
radio [8]
H 04 H 60/59 . . van
video [8]
H 04 H 60/61 . Voorzieningen voor diensten die gebruikmaken
van het resultaat van bewaking, identificatie of herkenning vallend onder de
groepen H04H60/29 of H04H60/35 [8]
H 04 H 60/63 . . voor
verkoopdiensten [8]
H 04 H 60/64 . . voor
het geven van detailinformatie [8]
H 04 H 60/65 . . voor
gebruikmaking van het resultaat aan de gebruikerskant [8]
H 04 H 60/66 . . voor
gebruikmaking van het resultaat aan de aanbiederskant [8]
H 04 H 60/68 . Speciaal aangepaste systemen voor het
gebruikmaken van specifieke informatie, bijv. geografische of meteorologische
informatie [8]
H 04 H 60/70 . . gebruikmakend
van geografische informatie, bijv. kaarten, grafische voorstellingen of
atlassen [8]
H 04 H 60/71 . . gebruikmakend
van meteorologische informatie [8]
H 04 H 60/72 . . gebruikmakend
van EPG’s [Elektronische Programma
Gidsen] (de aandacht richten op het identificeren van zendruimte-tijd
H04H60/39) [8]
H 04 H 60/73 . . gebruikmakend
van meta-informatie [8]
H 04 H 60/74 . . . gebruikmakend van programma-gerelateerde informatie,
bijv. titel, samensteller of vertaler [8]
H 04 H 60/76 . Voorzieningen gekenmerkt door zendsystemen
anders dan voor uitzending, bijv. het internet [8]
H 04 H 60/78 . . gekenmerkt
door bronlocaties of bestemmingslocaties [8]
H 04 H 60/79 . . . gekenmerkt door verzending tussen
zendstations [8]
H 04 H 60/80 . . . gekenmerkt door verzending tussen
eindapparatuur [8]
H 04 H 60/81 . . gekenmerkt
door het zendsysteem zelf [8]
H 04 H 60/82 . . . waarbij het zendsysteem internet is [8]
H 04 H 60/83 . . . . met
toegang via telefoonnetwerken [8]
H 04 H 60/84 . . . . . via vaste telefoonnetwerken [8]
H 04 H 60/85 . . . . . via mobiele communicatienetwerken [8]
H 04 H 60/86 . . . . met
toegang via CATV-netwerken [8]
H 04 H 60/87 . . . . met
toegang via computernetwerken [8]
H 04 H 60/88 . . . . . via draadloze netwerken [8]
H 04 H 60/89 . . . . . via kabelnetwerken [8]
H 04 H 60/90 . . . Draadloze zendsystemen [8]
H 04 H 60/91 . . . . Mobiele
communicatienetwerken (voor toegang tot internet H04H60/84) [8]
H 04 H 60/92 . . . . voor
een lokaal gebied [8]
H 04 H 60/93 . . . Kabelzendsystemen [8]
H 04 H 60/94 . . . . Telefoonnetwerken
(voor toegang tot internet H04H60/84) [8]
H 04 H 60/95 . . . . voor
een lokaal gebied [8]
H 04 H 60/96 . . . . CATV-systemen (voor toegang tot internet
H04H60/84) [8]
H 04 H 60/97 . . . . . gebruikmakend van het opstralen van de CATV-systemen [8]
H 04 H 60/98 . . Fysieke
verspreiding van media, bijv. ansichtkaarten, CD’s of DVD’s [8]