SECTIE A MENSELIJKE LEVENSBEHOEFTEN
VOEDINGSMIDDELEN; TABAK
A 23 VOEDSEL OF
VOEDINGSMIDDELEN; HUN NIET ELDERS ONDERGEBRACHTE BEHANDELING
Aantekening
De aandacht wordt gevestigd op de volgende plaatsen:
C08B Polysacchariden
en derivaten daarvan
C11 Dierlijke of plantaardige oliën,
vetten, vetachtige substanties of was
C12 Biochemie,
bier, sterke dranken, wijn en azijn
C13 Suikerindustrie.
[4]
A
Aantekening
Onder deze subklasse vallen:
- de chemische aspecten van het maken van
zuivelproducten; [3]
- de apparatuur die wordt gebruikt voor
de daarbij behorende bewerkingstechnieken, bijv. concentreren, verdampen,
drogen, conserveren of steriliseren, tenzij dergelijke apparatuur specifiek
valt onder een andere subklasse, bijv. A01J voor het behandelen van melk of
room bij het maken van boter of kaas. [3]
A 23 C 1/00 Concentreren, verdampen of
drogen
(daardoor verkregen producten A23C 9/00; maken van boterpoeder A23C 15/14, van
strooikaas A23C 19/086; verdampen in het algemeen B01D 1/00) [3]
A 23 C 1/01 . Filmdrogen [3]
A 23 C 1/03 . . op trommels of walsen [3]
A 23 C 1/04 . door versproeien in een gasstroom
A 23 C 1/05 . . gecombineerd met
agglomereren [3]
A 23 C 1/06 . Concentreren door uitvriezen van het water
A 23 C 1/08 . . Vriesdrogen [3]
A 23 C 1/10 . Schuimdrogen (A23C 1/04 en A23C 1/08 hebben voorrang) [3]
A 23 C 1/12 . Concentreren door verdampen [3]
A 23 C 1/14 . gecombineerd met een andere behandeling (A23C 3/00 en A23C 9/00
hebben voorrang) [3]
A 23 C 1/16 . . gebruikmakend van
additieven [3]
A 23 C 3/00 Conserveren van melk of
melkpreparaten (van room A23C 13/08; van boter A23C 15/18; van kaas A23C 19/097)
A 23 C 3/02 . door verwarmen (A23C 3/07 heeft voorrang) [3]
A 23 C
3/023 . . in
verpakkingen [3]
A 23 C
3/027 . . . die worden voortbewogen door de apparatuur [3]
A 23 C 3/03 . . van losse en onverpakte
materialen [3]
A 23 C
3/033 . . . die worden voortbewogen door de apparatuur [3]
A 23 C
3/037 . . . . in
direct contact met het verwarmingsmedium, bijv. stoom [3]
A 23 C 3/04 . door bevriezen of koelen
A 23 C 3/05 . . in verpakkingen [3]
A 23 C 3/07 . door bestralen, bijv. met microgolven [3]
A 23 C 3/08 . door het toevoegen van conserveermiddelen (toevoegen van
micro-organismen of enzymen A23C 9/12, van andere substanties A23C 9/152)
A 23 C 7/02 . Chemisch reinigen van zuivelapparatuur (reinigen in het algemeen
B08B, bijv. B08B 3/08); Gebruik van sterilisatiemethoden daarvoor
(sterilisatiemethoden op zich A61L) [3]
A 23 C 7/04 . Verwijderen van ongewenste substanties uit melk (door filtreren
A01J 9/02 of A01J 11/06) [3]
A 23 C 9/00 Melkpreparaten; Melkpoeder
of melkpoederpreparaten (A23C 21/06 heeft voorrang; conserveren A23C 3/00; chocolademelk
A23G 1/00; roomijs of mengsels voor het bereiden van roomijs A23G
9/00; pudding of instantpudding A23L 9/10) [3,16]
A 23
C
9/12 . Gefermenteerde melkpreparaten; Behandelen
gebruikmakend van micro-organismen of enzymen (weipreparaten A23C 21/00) [3]
A 23
C
9/123 . . gebruikmakend
van alleen melkzuurbacterie-achtige micro-organismen; Yoghurt (A23C 9/13 heeft
voorrang) [3]
A 23
C
9/127 . . gebruikmakend
van zowel melkzuurbacterie-achtige micro-organismen als andere micro-organismen
of enzymen, bijv. kefir of koemis (A23C 9/13 heeft voorrang) [3]
A 23
C
9/13 . . gebruikmakend
van additieven [3]
A 23
C
9/133 . . . Vruchten of groenten [3]
A 23
C
9/137 . . . Verdikkingsmiddelen [3]
A 23
C
9/14 . waarbij de chemische samenstelling van de
melk wordt gemodificeerd door een niet-chemische behandeling [3]
Aantekening
Bij het klasseren in deze groep
wordt tevens geklasseerd in de groep B01D 15/08, voor zover het onderwerpen van
algemeen belang met betrekking tot chromatografie betreft. [8]
A 23
C
9/142 . . door
dialyse, omgekeerde osmose of ultrafiltratie (A23C 9/144 heeft voorrang) [3]
A 23
C
9/144 . . met
elektrische middelen, bijv. elektrodialyse [3]
A 23
C
9/146 . . door
het uitwisselen van ionen [3]
A 23
C
9/148 . . door
filtreren met een moleculaire zeef of door gelfiltratie [3]
A 23
C
9/15 . Gereconstitueerde of gerecombineerde
melkproducten met niet uit melk afkomstig vet noch uit melk afkomstige eiwitten
(met verdikkingsmiddelen A23C 9/154; mengsels van wei, met melkproducten of
melkcomponenten A23C 21/06) [3]
A 23
C
9/152 . met additieven (gefermenteerde
melkpreparaten met additieven A23C 9/13) [3]
A 23
C
9/154 . . met
verdikkingsmiddelen, eieren of graanpreparaten; Melkgelen [3]
A 23
C
9/156 . . Melkpreparaten
met smaakstoffen (A23C 9/154 heeft voorrang) [3]
A 23 C 9/158 . . met
vitaminen of antibiotica [3]
A 23
C
9/16 . Agglomereren of granuleren van melkpoeder;
Maken van instantmelkpoeder; Daardoor verkregen producten (A23C 1/05 en A23C
9/18 hebben voorrang) [3]
A 23
C
9/18 . Melk in gedroogde en samengeperste of
halfvaste vorm [3]
A 23
C
9/20 . Dieetmelkproducten voor zover niet vallend
onder de groepen A23C 9/12 tot A23C 9/18 [3]
A 23
C 11/00 Vervangende middelen voor melk, bijv.
koffiemelkpoeder (vervangende middelen voor kaas A23C 20/00;
vervangende middelen voor boter A23D; vervangende middelen voor room A23L 9/20)
[16]
A 23
C 11/02 . met
tenminste één niet uit melk afkomstige component als bron van vetten of eiwitten
(A23C 19/055 en A23C 21/04 hebben voorrang) [3]
A 23 C 11/04 . . met
niet uit melk afkomstige vetten maar zonder niet uit melk afkomstige eiwitten
(A23C 11/08 en A23C 11/10 hebben voorrang) [3]
A 23 C 11/06 . . met
niet uit melk afkomstige eiwitten (A23C 11/08 en A23C 11/10 hebben voorrang) [3]
A 23 C 11/08 . . met
caseïnaten maar zonder andere melkeiwitten noch melkvetten [3]
A 23 C 11/10 . . al
dan niet met lactose maar zonder andere melkcomponenten als bron van vetten,
koolhydraten of eiwitten, bijv. sojamelk [3]
A 23
C 13/00 Room; Roompreparaten; Maken daarvan
(koffiemelkpoeder A23C 11/00; vervangende middelen voor room A23L 9/20) [16]
A 23 C
13/08 . Conserveren [3]
A 23
C 13/10 . . door het toevoegen van conserveermiddelen (A23C
13/14 en A23C 13/16 hebben voorrang) [3]
A
A 23
C 13/14 . . met melkproducten of melkcomponenten [3]
A 23 C 13/16 . . met
of behandeld met micro-organismen, enzymen of antibiotica; Zure room [3]
A 23 C 15/00 Boter;
Boterpreparaten; Maken daarvan (vervangende middelen voor boter A23D)
A 23 C 15/02 . Maken daarvan
A 23 C 15/04 . . uit
boterolie of watervrije boter [3]
A 23 C 15/06 . . Behandelen
van room vóór een fase-omslag [3]
A 23 C 15/12 . Boterpreparaten
A 23 C 15/14 . . Boterpoeder; Boterolie,
d.w.z. gesmolten boter, bijv. ghee [3]
A 23 C 15/16 . . Boter
met een verminderd vetgehalte [3]
A 23 C 15/18 . Conserveren [3]
A 23 C 15/20 . . door
het toevoegen van conserveermiddelen [3]
A 23 C 17/00 Karnemelk;
Karnemelkpreparaten (A23C 9/14 heeft voorrang; conserveren A23C 3/00) [3]
A 23 C 17/02 . met of behandeld met micro-organismen of
enzymen [3]
A 23 C 19/00 Kaas;
Kaaspreparaten; Maken daarvan (vervangende middelen voor kaas A23C 20/00; caseïne A23J 1/20)
A 23 C 19/02 . Maken van stremsel of kaaswrongel [3]
A 23 C 19/024 . . gebruikmakend
van een continu proces [3]
A 23 C 19/028 . . zonder
het daadwerkelijk afscheiden van wei uit gestremde melk [3]
A 23 C 19/032 . . gekenmerkt
door het gebruik van specifieke micro-organismen, of van enzymen van
microbiologische oorsprong [3]
A 23 C 19/04 . . gekenmerkt
door het gebruik van specifieke enzymen van een plantaardige of dierlijke
oorsprong (A23C 19/032 heeft voorrang) [3]
A 23 C 19/045 . . Stremmen
van melk zonder leb of vervangende middelen daarvoor [3]
A 23 C 19/05 . . Behandelen
van melk vóór het stremmen; Afscheiden van wei uit wrongel (A23C 19/097 heeft
voorrang) [3]
A 23 C 19/055 . . Toevoegen
van niet uit melk afkomstige vetten of eiwitten [3]
A 23 C 19/06 . Behandelen van stremsel na het afscheiden
van de wei; Daardoor verkregen producten (A23C 19/097 heeft voorrang) [3]
A 23 C 19/064 . . Zouten
[3]
A 23 C 19/068 . . Specifieke
soorten kaas [3]
A 23 C 19/072 . . . Cheddarkaas [3]
A 23 C 19/076 . . . Zachte ongerijpte kaas, bijv. boerenkaas of roomkaas [3]
A 23 C 19/08 . . . Bewerken van kaaspreparaten; Maken daarvan,
bijv. smelten, emulgeren of steriliseren [3]
A 23 C 19/082 . . . . Toevoegen
van substanties aan het stremsel vóór of tijdens het smelten; Smeltzouten [3]
A 23 C 19/084 . . . . Behandelen
van, of toevoegen van substanties aan, het stremsel na het smelten (toevoegen
van niet uit melk afkomstige componenten A23C 19/093) [3]
A 23 C 19/086 . . Strooikaas
of poederkaas; Gedroogde kaaspreparaten [3]
A 23 C 19/09 . . Andere
kaaspreparaten; Mengsels van kaas met andere voedingsmiddelen (conserveren A23C
19/097) [3]
A 23 C 19/093 . . . Toevoegen van niet uit melk afkomstige vetten
of eiwitten [3]
A 23 C 19/097 . Conserveren [3]
A 23 C 19/10 . . Toevoegen van
conserveermiddelen [3]
A 23 C 19/11 . . . van antibiotica [3]
A 23 C 19/14 . Behandelen
van kaas na het bereiken van de uiteindelijke vorm, bijv. rijpen of roken (conserveren
A23C 19/097)
A 23 C 19/16 . . Bedekken
van het kaasoppervlak, bijv. met paraffinewas
A 23 C 20/00 Vervangende
middelen voor kaas (A23C 19/055 en A23C 19/093 hebben voorrang) [3]
A 23 C 20/02 . zonder melkcomponenten, caseïnaat of lactose
als bronnen van vetten, eiwitten of koolhydraten [3]
A 23 C 21/00 Wei;
Weipreparaten (A23C 1/00, A23C 3/00 en A23C 9/14 hebben voorrang) [3]
A 23 C 21/02 . met of behandeld met micro-organismen of
enzymen [3]
A 23 C 21/04 . met niet uit melk afkomstige componenten als
bron van vetten of eiwitten [3]
A 23 C 21/06 . Mengsels van wei met melkproducten of
melkcomponenten [3]
A 23 C 21/08 . met andere organische additieven, bijv.
plantaardige of dierlijke producten [3]
A 23 C 21/10 . met anorganische additieven [3]