SECTIE A MENSELIJKE LEVENSBEHOEFTEN
GEZONDHEID; REDDING;
AMUSEMENT
A 61 MEDISCHE OF
DIERGENEESKUNDIGE WETENSCHAP; HYGIËNE
A
Aantekeningen
(1) Onder deze subklasse vallen
zuiginrichtingen, pompinrichtingen of vernevelinrichtingen voor medisch gebruik
(bijv. kroezen, afkolfvoorzieningen, irrigatoren, sproeiers,
poederinblaasapparaten, vernevelaars of inhalers), apparatuur voor het algeheel
of plaatselijk verdoven, inrichtingen of methoden voor het veroorzaken van een
verandering in de staat van bewustzijn, catheters, dilatatoren en apparatuur
voor het op een andere wijze dan oraal in het lichaam brengen van medicijnen.
(2) In deze subklasse heeft de groep A61M
36/00 die betrekking heeft op het toepassen van radioactief materiaal in het
lichaam, voorrang boven andere groepen. [5]
(3) Bij het klasseren in deze subklasse wordt
tevens geklasseerd in de groep B01D 15/08, voorzover het onderwerpen van
algemeen belang met betrekking tot chromatografie betreft. [8]
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
Spuiten; Irrigatoren;
Baden voor het onder water reinigen van de darmen [6,9]
A
A
A
A
A
A
A
Aantekening
In deze groep wordt de volgende uitdrukking gebruikt
met de aangegeven betekenis:
- “drukinfusie”
omvat door een krachtbron geregelde injectie die plaatsvindt bij een geregelde
snelheid. [5]
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A 61 M 11/00 Speciaal
aangepaste sproeiers of vernevelaars voor een therapeutisch doel [11]
A 61 M 11/02 . bediend door luchtdruk die wordt aangebracht
op de te versproeien of te vernevelen vloeistof
A 61 M 11/04 . bediend door de dampdruk van de te
versproeien of te vernevelen vloeistof
A 61 M 11/06 . in de vorm van een injectie-apparaat
A 61 M 11/08 . . Zakvernevelaars
in de vorm van een injectie-apparaat
A 61 M 13/00 Inblaasapparaten
voor een therapeutisch of desinfecterend doel [11]
A 61 M 15/02 . met actieve of geïoniseerde gassen; Ozoninhalers
A 61 M 15/06 . Inhaleervoorzieningen in de vorm van
sigaren, sigaretten of pijpen
A 61 M 15/08 . Inhaleerinrichtingen die in de neus worden
gestoken
A 61 M 16/00 Inrichtingen
voor het beïnvloeden van het ademhalingssysteem van zieken door behandelen met
een gas, bijv. mond-op-mondbeademing; Tracheaalcanule’s (stimuleren van de
ademhalingsbeweging met mechanische, pneumatische of elektrische middelen,
ijzeren longen die zijn gecombineerd met gasademhalingsmiddelen A61H 31/00) [4,11]
A 61 M 16/01 . speciaal aangepast voor de anaesthesie [4]
A 61 M 16/04 . Tracheaalcanule’s [4,11]
A 61 M 16/06 . Beademingsmaskers of anaesthesiemaskers [4]
A 61 M 16/08 . Balgen; Koppelen van buizen [4]
A 61 M 16/10 . Bereiden van beademingsgassen of beademingsdampen
[4]
A 61 M 16/12 . . door
het mengen van verschillende gassen [4]
A 61 M 16/14 . . door
het mengen van verschillende fluïda, waarvan er één zich in de vloeibare fase
bevindt [4]
A 61 M 16/16 . . . Inrichtingen voor het bevochtigen van de
beademingslucht [4]
A 61 M 16/18 . . . Verdampingsinrichtingen voor
anaesthesiepreparaten [4]
A 61 M 16/20 . Speciaal aangepaste kleppen voor medische
beademingsinrichtingen [4]
A 61 M 16/22 . Inrichtingen voor het absorberen van
kooldioxide [4,11]
Andere inrichtingen voor
het bevorderen van slaap of verdoving; Inrichtingen voor het beëindigen van
slaap of verdoving [4]
A 61 M 19/00 Inrichtingen
voor plaatselijke verdoving; Inrichtingen voor kunstmatige afkoeling (A61M 5/42 heeft voorrang)
[2,9,11]
A 61 M 21/00 Andere
inrichtingen of methoden voor het veroorzaken van een verandering in de staat
van bewustzijn; Inrichtingen voor het bevorderen of beëindigen van slaap met
mechanische, optische, of akoestische middelen, bijv. voor het hypnoseren (bedden voor het
bevorderen van slaap A61G 7/043)
A 61 M 21/02 . voor het op gang brengen van slaap of
ontspanning, bijv. door directe zenuwstimulatie, hypnose of analgesie (voor
massage A61H; elektrotherapie A61N, bijv. aanbrengen van een afwisselende of inrtermitterende
elektrische stroom voor het verdoven A61N 1/34) [5]
Aftastinstrumenten voor
holten; Catheters; Dilatatoren; Drainagemiddelen voor wonden [8,9]
A 61 M 25/00 Catheters;
Holle aftastinstrumenten voor holten (voor het meten of testen A61B) [11]
A 61 M 25/01 . Inbrengen, geleiden, voortbewegen, plaatsen
of vasthouden van catheters (A61M 25/10 heeft voorrang) [5]
A 61 M 25/02 . . Vasthoudmiddelen,
bijv. op het lichaam [5]
A 61 M 25/04 . . . in het lichaam, bijv. uitzetbaar [5]
A 61 M 25/06 . . Geleidingsnaalden
en dergelijke die in het lichaam worden gestoken (A61M 25/088 heeft voorrang) [5,6]
A 61 M 25/08 . . Voortbewegingsmiddelen,
bijv. automatisch bewegend [5]
A 61 M 25/082 . . . Voorzieningen voor het automatisch voortbewegen
(A61M 25/085 heeft voorrang) [6]
A 61 M 25/085 . . . Voortbeweging door een fluïdum [6]
A 61 M 25/088 . . gebruikmakend
van een extra catheter, bijv. voor het bereiken van relatief ontoegankelijke
plaatsen [6]
A 61 M 25/09 . . Geleidingsdraden
[6]
A 61 M 25/092 . . Afstandsbediening
voor het oriënteren van het distale uiteinde [6]
A 61 M 25/095 . . Voorzieningen
voor het kunnen detecteren van de inwendige positie van het catheter, bijv.
radiografisch [6]
A 61 M 25/098 . . . met stralingwerende merkstoffen [6]
A 61 M 25/10 . Balloncatheters (opblaasbare ballonnen voor
het plaatsen van stents of stent transplantaten A61F 2/958) [5,13]
A 61 M 25/12 . . Voorzieningen
voor het loskoppelen van de ballon als deze op zijn plaats zit [6]
A 61 M 25/14 . Opstelling of vorm van doorstroomkanalen
voor fluïda, bijv. van meerdere doorstroomkanalen (A61M 25/10 heeft voorrang)
[6]
A 61 M 25/16 . Niet elders ondergebracht maken of monteren
[6]
A 61 M 25/18 . . Verbinden
van catheters of aftastinstrumenten met hubs [6]
A 61 M 27/00 Drainagemiddelen
voor wonden en dergelijke (werktuigen voor het open houden van wonden A61B 17/02)
A 61 M 29/00 Verwijdingsinstrumenten
(dilatatoren) met of zonder voorzieningen voor het inbrengen van media, bijv. geneesmiddelen (stents A61F 2/82) [2,9,11]
A 61 M 29/02 . Opblaasbare verwijdingsinstrumenten
(verbinden van ventielen met opblaasbare elastische lichamen B60C 29/00);
Verwijdingsinstrumenten van zwelbare materialen [3]
A 61 M 29/04 . . Verwijdingsinstrumenten
van zwelbare materialen [5]
A 61 M 31/00 Inrichtingen
voor het inbrengen of op de plaats houden van media in holten van het lichaam,
bijv. geneesmiddelen (A61M 25/00 heeft voorrang) [2,5]
A 61 M 35/00 Inrichtingen
voor het aanbrengen van media op het lichaam, bijv. geneesmiddelen (inrichtingen voor het
hanteren van verzorgende of cosmetische substanties A45D; absorberende kussens,
bijv. opneemmiddelen, A61F 13/15) [2]
A 61 M 36/00 Toedienen
van radioactief materiaal aan het lichaam [5]
A 61 M 36/02 . gecombineerd met een andere stralingsbron of
golfenergiebron, bijv. elektromagnetisch, thermisch of met microgolven [5]
A 61 M 36/04 . Speciaal aangepaste voorzieningen voor het
in het lichaam plaatsen van radioactief materiaal, bijv. door inhaleren of
injecteren [5]
A 61 M 36/06 . . door
het met een fluïdum injecteren van een radioactief middel, of een bevorderend
middel daarvoor, via een leiding die in het lichaam wordt gestoken [5]
A 61 M 36/08 . . . Afschermen van het fluïdumreservoir, bijv.
afschermen van een spuit [5]
A 61 M 36/10 . . Gebruik
in of bij de baarmoeder en de vagina, of in het bekkengebied [5]
A 61 M 36/12 . . Injectiemiddelen,
houders voor zaden of implantaten, bijv. capsules [5]
A 61 M 36/14 . Radio-actieve zwachtels [5]
A 61 M 37/00 Andere
apparatuur voor het in het lichaam brengen van media (voor voortplanting of
bevruchting A61B 17/425; apparatuur voor iontoforese of kataforese A61N 1/30);
Percutanie, d.w.z. in het lichaam brengen van medicijnen via diffusie via de
huid (zoutbaden A61H 33/04) [5]
A 61 M 39/00 Speciaal
aangepaste buizen, buisverbindingen, buiskoppelingen, kleppen, toegangsplaatsen
en dergelijke voor medisch gebruik (voor beademingsinrichtingen, bijv. tracheaalcanule’s, A61M 16/00;
hartkunstkleppen A61F 2/24) [5]
A 61 M 39/02 . Toegangsplaatsen [5]
A 61 M 39/04 . . met
zelfsluitende lichamen die kunnen worden doorgestoken [5]
A 61 M 39/06 . . Hemostasekleppen,
d.w.z. pakkingen die afdichten rondom een naald, catheter en dergelijke, en die
zich sluiten bij het verwijderen daarvan [6]
A 61 M 39/08 . Buizen; Speciaal daarvoor aangepaste
opslagmiddelen [6]
A 61 M 39/10 . Buisverbindingen of buiskoppelingen [6]
A 61 M 39/12 . . voor
het aan elkaar koppelen van een flexibele buis met een starre bevestiging
[6]
A 61 M 39/14 . . voor
het onderling koppelen van buizen met afgedichte uiteinden [6]
A 61 M 39/16 . . met
een voorziening voor het desinfecteren of steriliseren [6]
A 61 M 39/18 . . . Methoden of apparatuur voor het maken van de
koppeling onder steriele omstandigheden, d.w.z. steriel aanleggen [6]
A 61 M 39/20 . Sluitkappen of sluitpluggen voor koppelingen
of open uiteinden van buizen [6]
A 61 M 39/22 . Kleppen of klepopstellingen [6]
A 61 M 39/24 . . Regelkleppen
of terugslagkleppen [6]
A 61 M 39/26 . . Kleppen
die automatisch sluiten bij het ontkoppelen van de leiding en die opengaan bij
het opnieuw aan elkaar koppelen daarvan [6]
A 61 M 39/28 . . Klemmiddelen
voor het samenknijpen van flexibele buizen, bijv. rolklemmen [6]
A 61 M 99/00 Onderwerpen
voorzover niet vallend onder andere groepen van deze subklasse [12]