SECTIE B BEWERKINGEN; TRANSPORT
Aantekeningen
De volgende
Aantekeningen zijn bedoeld als ondersteuning in het gebruik van dit gedeelte
van het klassificatieschema; zij moeten niet worden gelezen als enigerlei
aanpassing van de bestaande uitwerking.
(1)
In deze subsectie wordt de scheiding van verschillende materialen,
bijv. van verschillend materiaal of verschillende afmeting of toestand,
voornamelijk gevonden in de volgende subklassen:
B01D
B03B, B03C, B03D
B04B, B04C
B07B, B07C
(2) De
classificatiekenmerken van deze subklassen zijn:
(i) de
fysische toestand van het te scheiden materiaal;
(ii) het
principe van het gebruikte proces;
(iii) bijzondere
soorten apparatuur.
De
eerste van deze kenmerken omvat zes verschillende aspecten, samengesteld in
drie groepen:
(a)
vloeistof/vloeistof, vloeistof/gas, of gas/gas;
(b)
vast/vloeistof, of vast/gas;
(c)
vast/vast.
Deze
subklassen moeten worden gebruikt in overeenstemming met de volgende algemene
regels:
- B01Dis de meest algemene klasse
voorzover het een andere scheiding dan vaste stof uit vaste stof betreft.
- Apparatuur voor het scheiden van vaste
stof uit vaste stof valt onder B03B, als het betreffende proces wordt beschouwd
als equivalent van “wassen” in de zin van de mijnbouwtechniek, zelfs als
dergelijke apparatuur pneumatisch is, met name pneumatische tafels of jigs. Zeven op zich vallen niet onder
deze subklasse maar worden geklasseerd in B07B, zelfs als zij worden gebruikt
in een nat proces. Alle andere apparatuur voor het scheiden van vaste stof uit
vaste stof met betrekking tot droge methoden worden geklasseerd in B07B.
- Als de scheiding plaatsvindt als
resultaat van de detectie of meting van enig kenmerk van te sorteren materiaal
of artikelen, wordt geklasseerd in B07C.
- Er moet worden opgemerkt dat de
scheiding van isotopen van hetzelfde chemische element valt onder B01D 59/00,
welk proces of apparatuur ook wordt toegepast.
B 03 SCHEIDEN VAN
VASTE MATERIALEN WAARBIJ GEBRUIK WORDT GEMAAKT VAN VLOEISTOFFEN OF VAN
PNEUMATISCHE TAFELS OF DEINTAFELS; MAGNETISCH OF ELEKTROSTATISCH AFSCHEIDEN VAN
VASTE MATERIALEN EN VASTE MATERIALEN OF FLUÏDA; SCHEIDEN DOOR ELEKTRISCHE
HOOGSPANNINGSVELDEN [5,11]
B 03 C MAGNETISCH OF
ELEKTROSTATISCH SCHEIDEN VAN VASTE MATERIALEN EN VASTE MATERIALEN OF FLUÏDA;
SCHEIDEN DOOR ELEKTRISCHE HOOGSPANNINGSVELDEN (filters waarbij gebruik wordt gemaakt van
elektriciteit of magnetisme B01D 35/06; scheiden van isotopen B01D 59/00;
combinaties van het magnetisch of elektrostatisch scheiden met het scheiden van
vaste stoffen met andere middelen B03B of B07B; scheiden van vellen uit een
stapel B65H 3/00; magneten of magneetspoelen op zich H01F) [5]
B 03 C 1/005 . Speciaal aangepaste voorbehandelen voor het magnetisch scheiden
[6]
B 03 C 1/01 . . door het toevoegen van
magnetische bestanddelen [6]
B 03 C
1/015 . . door
chemisch behandelen waarbij het te scheiden materiaal magnetische eigenschappen
meekrijgt, bijv. branden, reduceren of oxideren [6]
B 03 C 1/02 . direct werkend op de te scheiden substantie [5]
B 03 C
1/021 . . Scheiden
waarbij gebruik wordt gemaakt van het Meissner-effect, d.w.z. het afbuigen van
supergeleidende deeltjes in een magnetisch veld [6]
B 03 C
1/023 . . Scheiden
waarbij gebruik wordt gemaakt van Lorentz-krachten, d.w.z. het afbuigen van
elektrisch geladen deeltjes in een magnetisch veld [6]
B 03 C
1/025 . . Magnetische
kwaliteitsscheiders [5]
B 03 C
1/027 . . . met heen en weer bewegende bussen [6]
B 03 C
1/029 . . . met een circulerende matrix of
matrixelementen (matrixelementen B03C 1/034) [6]
B 03 C 1/03 . . . . roterend,
bijv. carousselvormig [5,6]
B 03 C
1/031 . . . Delen; Hulpbewerkingen [6]
B 03 C 1/032 . . . . Matrixreinigingssystemen
[6]
B 03 C
1/033 . . . . gekenmerkt
door het magnetische circuit [6]
B 03 C
1/034 . . . . . gekenmerkt door de matrixelementen [6]
B 03 C
1/035 . . Magnetische
scheiders met een open verval, d.w.z. scheiders waarin de tussenruimte niet
wordt belemmerd, die worden gekenmerkt door de configuratie van de tussenruimte
[5]
B 03 C
1/0355 . . . met supergeleidende spoelen [6]
B 03 C 1/04 . . met materiaaldragers in
de vorm van schotels of met tafels
B 03 C 1/06 . . . met magneten die bewegen tijdens het
bewerken
B 03 C 1/08 . . . met niet-beweegbare magneten
B 03 C 1/10 . . met cilindervormige
materiaaldragers (B03C 1/247 heeft voorrang) [6]
B 03 C 1/12 . . . met magneten die bewegen tijdens het
bewerken; met beweegbare poolschoenen
B 03 C 1/14 . . . met niet-beweegbare magneten
B 03 C 1/16 . . met materiaaldragers in
de vorm van riemen
B 03 C 1/18 . . . met magneten die bewegen tijdens het
bewerken
B 03 C 1/20 . . . . in
de vorm van riemen, bijv. gekruiste riemen
B 03 C 1/22 . . . met niet-beweegbare magneten
B 03 C 1/23 . . waarbij het materiaal
wordt gedragen door oscillerende velden; waarbij het materiaal wordt gedragen
door loopvelden, bijv. opgewekt door stilstaande magneetspoelen;
Wervelstroomscheiders, bijv. met een glijhelling [5]
B 03 C 1/24 . . . met materiaal dat wordt gedragen door
loopvelden [5]
B 03 C
1/247 . . . . verkregen
door een roterende magnetische trommel [6]
B 03 C
1/253 . . . . verkregen
door een lineaire motor [6]
B 03 C 1/26 . . met vrij vallend
materiaal (B03C 1/035 heeft voorrang) [5]
B 03 C 1/28 . . Magnetische pluggen en
dompelstokken
B 03 C 1/30 . . Niet elders
ondergebrachte combinaties met andere inrichtingen
B 03 C 1/32 . werkend op het medium dat de afgescheiden substantie bevat, bijv.
magnetogravimetrisch, magnetohydrostatisch of magnetohydrodynamisch scheiden [5]
B 03 C 3/01 . Voorbehandelen van de gassen voorafgaand aan het elektrostatisch
neerslaan
B 03 C
3/011 . . Voorfiltreren;
Regelen van de stroming [6]
B 03 C
3/013 . . Conditioneren
met chemische additieven, bijv. met SO3 [6]
B 03 C
3/014 . . Toevoegen
van water; Uitwisselen van warmte, bijv. door condenseren [6]
B 03 C
3/016 . . met
akoestische of elektromagnetische energie, bijv. ultravioletlicht [6]
B 03 C
3/017 . Niet elders ondergebrachte combinaties van elektrostatisch
scheiden met andere processen [6]
B 03 C
3/019 . Nabehandelen van gassen [6]
B 03 C 3/02 . Installaties en dergelijke met elektriciteitsvoeding van buitenaf
(elektrodeconstructies B03C 3/40)
B 03 C 3/04 . . droog
B 03 C 3/06 . . . gekenmerkt door de aanwezigheid van
stilstaande buiselektroden
B 03 C 3/08 . . . gekenmerkt door de aanwezigheid van
stilstaande platte elektroden die met hun platte vlakken parallel aan de
gasstroom zijn geplaatst
B 03 C 3/09 . . . gekenmerkt door de aanwezigheid van
stilstaande platte elektroden die met hun platte vlakken loodrecht op de
gasstroom zijn geplaatst
B 03 C 3/10 . . . gekenmerkt door de aanwezigheid van
elektroden die bewegen tijdens het scheiden
B 03 C 3/12 . . . gekenmerkt door gescheiden ionisatiestations
en verzamelstations
B 03 C 3/14 . . . gekenmerkt door het extra gebruik van
mechanische effecten, bijv. zwaartekracht (B03C 3/32 heeft voorrang)
B 03 C
3/145 . . . . Traagheid
[6]
B 03 C 3/15 . . . . Centrifugaalkrachten
[6]
B 03 C
3/155 . . . . Filtratie
[6]
B 03 C 3/16 . . nat
B 03 C 3/28 . Installaties en dergelijke zonder elektriciteitsvoeding, bijv.
gebruikmakend van elektrets
B 03 C 3/30 . . waarbij een
elektrostatische lading wordt opgewekt door het passeren van de gassen, d.w.z.
wrijvingselektriciteit
B 03 C 3/32 . Transporteerbare eenheden, bijv. voor het reinigen van lucht in
ruimten (ruimteklimaatregelapparatuur met een elektrostatische scheidingstrap
F24F)
B 03 C 3/34 . Constructieve details of accessoires, of het bedienen daarvan
B 03 C 3/36 . . Regelen van de stroming
van gassen of damp
B 03 C 3/38 . . Deeltjeslaadstations of
deeltjesionisatiestations, bijv. gebruikmakend van elektrische ontlading, radio-actieve
straling of vlammen (elektrodeconstructies B03C 3/40; ioniseren van gassen
H05H)
B 03 C 3/40 . . Elektrodeconstructies
B 03 C 3/41 . . . Ionisatie-elektroden
B 03 C 3/43 . . . . radio-actief
B 03 C 3/45 . . . Verzamelelektroden
B 03 C 3/47 . . . . plat,
bijv. platen, schijven of roosters
B 03 C 3/49 . . . . buisvormig
B 03 C 3/51 . . . . Vangruimte-elektroden,
bijv. in de vorm van een kast met gleuven
B 03 C 3/53 . . . . Vloeibare
elektroden of elektroden met een vloeistoffilm
B 03 C 3/60 . . . Gebruik van andere speciale materialen dan
vloeistoffen
B 03 C 3/62 . . . . keramiek
B 03 C 3/64 . . . . synthetische
harsen
B 03 C 3/66 . . Toepassing van
elektriciteitsvoedingstechnieken
B 03 C 3/68 . . . Regelsystemen daarvoor
B 03 C 3/70 . . . met isolatie in elektrische scheiders (B03C
3/53 heeft voorrang)
B 03 C 3/72 . . Noodbesturingssystemen
B 03 C 3/74 . . Reinigen van elektroden
B 03 C 3/76 . . . door gebruik te maken van een mechanische
trilinrichting, bijv. rapping gear
B 03 C 3/78 . . . door wassen
B 03 C 3/80 . . . door exploderen met gas of met vaste
deeltjes
B 03 C 3/82 . . Behuizingen
B 03 C 3/84 . . . Beschermende coatings
B 03 C 3/86 . . Elektrode-dragende
middelen (B03C 3/40 heeft voorrang)
B 03 C 3/88 . . Schoonmaken van
verzamelde deeltjes
B 03 C 5/00 Scheiden van gedispergeerde
deeltjes en vloeistoffen met een elektrostatisch effect (gecombineerd met
centrifuges B04B 5/10) [2]
B 03 C 5/02 . Scheiders
B 03 C 7/02 . Scheiders
B 03 C 7/04 . . met materiaaldragers in
de vorm van schotels, glijgoten of tafels
B 03 C 7/06 . . met cilindrische
materiaaldragers
B 03 C 7/08 . . met materiaaldragers in
de vorm van riemen
B 03 C 7/10 . . met materiaal dat
achter elkaar valt
B 03 C 7/12 . . met materiaal dat vrij
valt
B 03 C 9/00 Elektrostatisch scheiden
voorzover niet vallend onder één enkele hoofdgroepvan deze subklasse [8]
B 03 C 11/00 Scheiden
door elektrische hoogspanningsvelden, voorzover niet vallend onder andere
groepen van deze subklasse [8]