SECTIE B BEWERKINGEN; TRANSPORT
VORMEN
B 22 GIETEN; POEDERMETALLURGIE
B 22 F BEWERKEN VAN METAALACHTIG POEDER; MAKEN VAN
ARTIKELEN UIT METAALACHTIG POEDER; MAKEN VAN METAALACHTIG POEDER (maken van legeringen
door poedermetallurgie C22C); SPECIAAL ANGEPASTE
APPARATUUR OF INRICHTINGEN VOOR POEDERMETALLURGIE [13]
Aantekeningen
(1) Onder deze subklasse valt het maken van
metaalachtig poeder alleen voorzover het gaat om het maken van poeder met
specifieke fysische kenmerken. [6]
(2) In deze subklasse worden de volgende
termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:
- “metaalachtig poeder” omvat poeders die
een aanzienlijk gedeelte niet-metaalachtig materiaal bevatten;
- “poeder” omvat enigszins grotere
deeltjes die zijn bewerkt of verkregen, of die zich gedragen op een wijze
soortgelijk aan poeder, bijv. vezels.
B 22 F
1/00 Op speciale
wijze behandelen van metaalachtig poeder, bijv. voor het kunnen bewerken of
voor het verbeteren van de eigenschappen; Metaalachtig poeder op zich, bijv.
mengsels van deeltjes van verschillende samenstelling [13]
B 22 F
1/02 . waarbij het poeder wordt gecoat [2]
B 22 F
3/00 Maken van
werkstukken of artikelen uit metaalachtig poeder, die wordt gekenmerkt door de
wijze van verdichten of sinteren; Speciaal daarvoor aangepaste apparatuur
B 22 F
3/02 . Alleen verdichten
B 22 F
3/03 . . Persgietapparatuur
daarvoor [6]
B 22 F
3/035 . . . waarbij één of meer delen daarvan draaibaar
zijn gemonteerd [6]
B 22 F
3/04 . . door
het toepassen van een fluïdum onder druk
B 22 F
3/06 . . door
centrifugaalkrachten
B 22 F
3/08 . . door
explosiekrachten
B 22 F
3/087 . . gebruikmakend
van hoogenergetische impulsen, bijv. magneetveldimpulsen [6]
B 22 F
3/093 . . gebruikmakend
van trilling [6]
B 22 F
3/10 . Alleen sinteren
B 22 F
3/105 . . door
gebruik te maken van elektrische stroom, laserstraling of plasma (B22F 3/11
heeft voorrang) [6]
B 22 F
3/11 . . Maken
van poreuze werkstukken of artikelen [6]
B 22 F
3/115 . door het versproeien van gesmolten metaal,
d.w.z. sproeisinteren of sproeigieten [6]
B 22 F
3/12 . Zowel verdichten als sinteren (door smeden
B22F 3/17) [6]
B 22 F
3/14 . . gelijktijdig
B 22 F
3/15 . . . Warm isostatisch persen [6]
B 22 F
3/16 . . in
opeenvolgende of herhaalde stappen
B 22 F
3/17 . door smeden [6]
B 22 F
3/18 . door gebruik te maken van walsen onder druk
[6]
B 22 F
3/20 . door extruderen
B 22 F
3/22 . voor het produceren van gietsels uit een
suspensie
B 22 F
3/23 . waarbij sprake is van een zichzelf
voortplantende synthesestap bij hoge temeperatuur of een reactiestussenstap
[6]
B 22 F
3/24 . Nabehandelen van werkstukken of artikelen
B 22 F
3/26 . . Impregneren
B 22 F
5/00 Maken van
werkstukken of artikelen uit metaalachtig poeder, die worden gekenmerkt door de
speciale vorm van het product
B 22 F
5/02 . van zuigerringen
B 22 F
5/04 . van turbinebladen
B 22 F
5/06 . van artikelen met schroefdraad, bijv. moeren
B 22 F
5/08 . van getande artikelen, bijv. tandwielen; van
nokkenschijven
B 22 F
5/10 . van artikelen met holten of gaten, die niet
elders zijn ondergebracht in de voorgaande subgroepen [6]
B 22 F
5/12 . van buizen of draad [6]
B 22 F
7/00 Maken van
samengestelde lagen, werkstukken of artikelen die metaalachtig poeder bevatten,
door het poeder te sinteren, met of zonder verdichten
B 22 F
7/02 . van samengestelde lagen
B 22 F
7/04 . . waarbij
één of meer lagen niet uit poeder bestaan, bijv. van massief metaal
B 22 F
7/06 . van samengestelde werkstukken of uit delen
bestaande artikelen, bijv. voor het vormen van gepunt gereedschap
B 22 F
7/08 . . waarbij
één of meer delen niet uit poeder bestaan
B 22 F
9/02 . gebruikmakend van fysische processen [3]
B 22 F
9/04 . . uitgaande
van vast materiaal, bijv. door breken, schuren of malen [3,13]
B 22 F
9/06 . . uitgaande
van vloeibaar materiaal [3]
B 22 F
9/08 . . . door gieten, bijv. door zeven of in water,
of door vernevelen of versproeien (gebruikmakend van elektrische ontlading B22F
9/14) [3]
B 22 F
9/10 . . . . gebruikmakend
van centrifugaalkracht [3]
B 22 F
9/12 . . uitgaande
van gasvormig materiaal [3]
B 22 F
9/14 . . gebruikmakend
van elektrische ontlading [3]
B 22 F
9/16 . gebruikmakend van chemische processen [3]
B 22 F
9/18 . . waarbij
metaalverbindingen worden gereduceerd [3]
B 22 F
9/20 . . . uitgaande van vaste metaalverbindingen [3]
B 22 F
9/22 . . . . gebruikmakend
van gasvormige reductiemiddelen [3]
B 22 F
9/24 . . . uitgaande van vloeibare metaalverbindingen,
bijv. oplossingen [3]
B 22 F
9/26 . . . . gebruikmakend
van gasvormige reductiemiddelen [3]
B 22 F
9/28 . . . uitgaande van gasvormige metaalverbindingen [3]
B 22 F
9/30 . . waarbij
metaalverbindingen worden ontleed, bijv. door pyrolyse [3]