SECTIE B BEWERKINGEN; TRANSPORT
VORMEN
B 26 HANDSNIJGEREEDSCHAP; SNIJDEN; VERSNIJDEN
B 26 F PERFOREREN; PONSEN; UITSNIJDEN; STANSEN; VERSNIJDEN OP EEN ANDERE WIJZE DAN DOOR SNIJDEN (aftekenen, perforeren of maken van knoopsgaten A41H 25/00; maken van schoeisel A43D; chirurgie A61B; ponsen van metaal B21D; boren van metaal B23B; snijden van metaal door het plaatselijk toepassen van warmte, bijv. vlamsnijden, B23K; snijden met fluīdumstralen met een slijpmiddel of schuurmiddel B24C 5/02; details die horen bij machines voor het versnijden B26D; boren van hout B27C; boren van steen B28D; bewerken van kunststoffen of plastische substanties B29; maken van kisten, kartonnen dozen, enveloppen, of tassen of zakken van papier of soortgelijk bewerkte materialen, bijv. metaalfolie, B31B; van glas C03B; van leer C14B; van textielmaterialen D06H; voor lichtgeleiders G02B 6/25; van kaartjes G07B) [2,5]
Aantekeningen
(1) Onder deze subklasse vallen:
- het perforeren, ponsen, uitsnijden en stansen;
- het versnijden op een andere wijze dan snijden, van niet-metaalachtig plaatmateriaal of metaalfolie in het algemeen;
- het niet elders ondergebracht versnijden op een andere wijze dan door snijden, van andere vormen van niet-metaalachtige materialen.
(2) De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen (1) en (2) volgend op de titel van subklasse B26D.
B 26 F 1/00 Perforeren; Ponsen; Uitsnijden; Stansen; Apparatuur daarvoor (aan trilling blootstellen van het gereedschap of het medium voor het slijpen of schuren, bijv. slijpen met ultrasoonfrequentie, B24B 1/04; perforeren door zandstralen B24C; ponskaarten of ponsbanden voor statistiek of opname G06K 1/00)
B 26 F 1/02 . Perforeren door ponsen, bijv. waarbij pons en ponsbed ten opzichte van elkaar heen en weer bewegen
B 26 F 1/04 . . met selectief te bedienen ponsen
B 26 F 1/06 . . met ponsgereedschap dat met het werk meebeweegt
B 26 F 1/08 . . . waarin het gereedschap wordt gedragen door, en tijdens de bewerking beweegt ten opzichte van, een roteerbare trommel of soortgelijke ondersteuning
B 26 F 1/10 . . . Walsponsen
B 26 F 1/12 . . voor het inkerven van de randen van werk
B 26 F 1/14 . . Ponsgereedschap; Ponsstempels
B 26 F 1/16 . Perforeren met boorvormig gereedschap
B 26 F 1/18 . Perforeren door splijten, d.w.z. het vormen van sneden die aan hun uiteinden gesloten zijn, zonder materiaal te verwijderen
B 26 F 1/20 . . met gereedschap dat wordt gedragen door een roterende trommel of een soortgelijke ondersteuning (B26F 1/22 heeft voorrang)
B 26 F 1/22 . . voor het vormen van niet-lineaire sneden, bijv. voor labels
B 26 F 1/24 . Perforeren met naalden of pennen
B 26 F 1/26 . Perforeren met niet-mechanische middelen, bijv. een fluīdumstraal
B 26 F 1/28 . . door elektrische ontladingen
B 26 F 1/31 . . door straling (met een laserstraal B23K 26/00) [3]
B 26 F 1/32 . In de hand gehouden perforatie-apparatuur of ponsapparatuur, bijv. priemen
B 26 F 1/34 . . door een krachtbron in werking gesteld (details of componenten, bijv. behuizingen of lichamen, van door een krachtbron aangedreven draagbaar gereedschap dat niet specifiek betrekking heeft op de uitgevoerde bewerking B25F 5/00) [4]
B
26 F
1/36 . . Ponstangen
of perforatietangen
B 26 F 1/38 . Uitsnijden; Stansen
B 26 F 1/40 . . gebruikmakend van een pers, bijv. een plunjerpers (persen in het algemeen B30B)
B 26 F 1/42 . . . met een drukwals
B 26 F 1/44 . . Snijmiddelen daarvoor; Stempels daarvoor
B 26 F 1/46 . . . Losse persmessen
B 26 F 3/00 Versnijden op een andere wijze dan door snijden; Apparatuur daarvoor (versnijden door slijpen of schuren B24B 27/06)
B 26 F 3/02 . Trekken
B 26 F 3/04 . Versnijden door te knijpen (B26F 3/08 heeft voorrang)
B 26 F 3/06 . Versnijden door gebruik te maken van warmte
B 26 F 3/08 . . met verwarmde lichamen
B 26 F 3/10 . . . met verwarmde rollen of schijven
B 26 F 3/12 . . . met verwarmde draden
B 26 F 3/16 . . door straling (met een laserstraal B23K 26/00) [3]