SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

VORMEN

 

B 28        BEWERKEN VAN CEMENT, KLEI OF STEEN

 

B 28 C    VOORBEREIDEN VAN KLEI; PRODUCEREN VAN MENGSELS DIE KLEI OF CEMENTEUS MATERIAAL BEVATTEN, BIJV. PLEISTER (voorbereiden van materiaal voor gietmallen B22C 5/00)

 

              Aantekening

 

              In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “cement” of “mengsels van cement met andere substanties” omvat pleister;

              -         “klei” omvat soortgelijke keramische samenstellingen.

 

B 28 C      1/00                    Apparatuur of methoden voor het verkrijgen of verwerken van klei (filtreren in het algemeen B01D; scheiden van vaste stoffen en vaste stoffen B03 of B07; chemisch gedeelte C04B; door delven of ontginnen E21C 41/16, E21C 41/26 of E21C 47/10)

B 28 C      1/02                    .    voor het produceren of verwerken van kleisuspensies (produceren of verwerken van suspensies in het algemeen B01)

B 28 C      1/04                    .    .    Produceren van suspensies, bijv. door blunging

B 28 C      1/06                    .    .    Verwerken van suspensies

B 28 C      1/08                    .    .    .    Scheiden van suspensies, bijv. voor het verkrijgen van klei of het verwijderen van stenen (filtreren in het algemeen B01D; scheiden van vaste stoffen en vaste stoffen B03 of B07)

B 28 C      1/10                    .    voor het verwerken van klei-houdende substanties in niet-vloeibare toestand (kleislurries B28C 1/02)

B 28 C      1/12                    .    .    Opslaan en conditioneren tijdens opslag; Speciaal aangepaste opslagruimten of inrichtingen voor het vullen of leegmaken daarvan (toevoeren van klei naar vormapparatuur B28B 13/00)

B 28 C      1/14                    .    .    speciaal aangepast voor het homogeniseren, vergruizen of conditioneren van klei in niet-vloeibare toestand of voor het daaruit afscheiden van ongewenste bijmengingen (processen waarbij sprake is van het omzetten in een slurrie B28C 1/02; conditioneren tijdens opslag B28C 1/12; vergruizen in het algemeen B02C; chemische aspecten bij het verwijderen van ijzer of kalk C04B)

B 28 C      1/16                    .    .    .    voor het homogeniseren, bijv. door mengen of kneden

B 28 C      1/18                    .    .    .    voor het vergruizen

B 28 C      1/20                    .    .    .    voor het afscheiden van ongewenste bijmengingen

B 28 C      1/22                    .    .    .    gecombineerd met middelen voor het conditioneren door verwarmen, bevochtigen of behandelen met een vacuüm

 

Mengen van klei of cement met ander materiaal [9]

 

              Aantekening

 

              In de groepen B28C 3/00 tot B28C 7/00 wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         “mengen” omvat het voorbereidend mengen, bijv. van een aantal ingrediënten, het uiteindelijk mengen en het omroeren van het mengsel voor het voorkomen van ontmenging daarvan.

 

B 28 C      3/00                    Apparatuur of methoden voor het mengen van klei met andere substanties (produceren van kleisuspensies B28C 1/02; algemene opstelling of layout van fabrieken B28C 9/00) [9]

 

B 28 C      5/00                    Apparatuur of methoden voor het produceren van mengsels van cement met andere substanties, bijv. slurries, mortels, poreuze of vezelige samenstellingen (regelen van de mengapparatuur en toevoeren van de ingrediënten B28C 7/00; algemene opstelling of layout van fabrieken B28C 9/00) [9]

B 28 C      5/02                    .    zonder gebruik te maken van aangedreven mechanische middelen die zorgen voor het mengen (B28C 5/48 heeft voorrang) [5]

B 28 C      5/04                    .    .    Mengen door zwaartekracht; Mengen door het onderling vermengen van stromen met ingrediënten (ingrediënten die worden uitgestoten door fluïdumdruk B28C 5/06)

B 28 C      5/06                    .    .    waarbij het mengen plaatsvindt onder invloed van een fluïdum (in combinatie met aangedreven mechanische middelen B28C 5/38)

B 28 C      5/08                    .    gebruikmakend van aangedreven mechanische middelen die zorgen voor het mengen (B28C 5/40, B28C 5/42 en B28C 5/48 hebben voorrang; in combinatie met de invloed van een fluïdum B28C 5/38) [5]

B 28 C      5/10                    .    .    Mengen in containers die niet in werking worden gesteld  om te zorgen voor menging

B 28 C      5/12                    .    .    .    met roerders die door de materialen heen en weer bewegen

B 28 C      5/14                    .    .    .    .    waarbij de roerders bewegen om een horizontale of een in hoofdzaak horizontale as

B 28 C      5/16                    .    .    .    .    waarbij de roerders bewegen om een verticale of een steile as

B 28 C      5/18                    .    .    Mengen in containers waaraan beweging wordt meegegeven om te zorgen voor menging

B 28 C      5/20                    .    .    .    roterend om een horizontale of een in hoofdzaak horizontale as tijdens het mengen, bijv. zonder onafhankelijke roerders

B 28 C      5/22                    .    .    .    .    met roerders die stilstaan

B 28 C      5/24                    .    .    .    .    met aangedreven roerders

B 28 C      5/26                    .    .    .    roterend om een verticale of een steile as tijdens het mengen

B 28 C      5/28                    .    .    .    .    zonder onafhankelijke roerders

B 28 C      5/30                    .    .    .    .    met roerders die stilstaan

B 28 C      5/32                    .    .    .    .    met aangedreven roerders

B 28 C      5/34                    .    .    Mengen op of door transporteurs

B 28 C      5/36                    .    .    .    Bandmengers

B 28 C      5/38                    .    waarin het mengen plaatsvindt door zowel de invloed van een fluïdum als direct werkende aangedreven mechanische middelen, bijv. roermiddelen

B 28 C      5/40                    .    Speciaal aangepast mengen voor het voorbereiden van mengsels die vezels bevatten

B 28 C      5/42                    .    Speciaal aangepaste apparatuur die op voertuigen moet worden gemonteerd met een voorziening voor het mengen tijdens transport (voertuigaspecten B60P 3/16)

B 28 C      5/44                    .    Speciaal aangepaste apparatuur voor het aandrijven door spierkracht

B 28 C      5/46                    .    Voorzieningen voor het uitoefenen van onderdruk of overdruk tijdens het mengen; Voorzieningen voor het koelen of verwarmen tijdens het mengen

B 28 C      5/48                    .    waarin het mengen plaatsvindt doro trilling (mengers met trilmechanismen in het algemeen B01F 11/00) [5]

 

B 28 C      7/00                    Regelen van de bediening van apparatuur voor het produceren van mengsels van klei of cement met andere substanties; Toevoeren of in verhouding brengen van de ingrediënten voor het mengen van klei of cement met andere substanties; Afvoeren van het mengsel

B 28 C      7/02                    .    Regelen van de bediening van het mengen

B 28 C      7/04                    .    Toevoeren of in verhouding brengen van de ingrediënten

B 28 C      7/06                    .    .    Toevoeren van de vaste ingrediënten, bijv. met transportbanden of schudtransporteurs

B 28 C     7/08                     .    .    .    door middel van schrapers of emmers

B 28 C      7/10                    .    .    .    door middel van roterende lichamen

B 28 C      7/12                    .    .    Toevoeren of in verhouding brengen van vloeibare ingrediënten

B 28 C      7/14                    .    Toevoermiddelen die zijn ingebouwd in of gemonteerd op mengers

B 28 C      7/16                    .    Afvoermiddelen

 

B 28 C      9/00                    Algemene opstelling of layout van fabrieken [2]

B 28 C      9/02                    .    voor het produceren van mengsels van klei of cement met andere materialen [2]

B 28 C      9/04                    .    waarbij het om een mobiele fabriek gaat (B28C 5/42 heeft voorrang) [2]