SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

VORMEN

 

B 29        BEWERKEN VAN KUNSTSTOFFEN; BEWERKEN VAN PLASTISCHE SUBSTANTIES IN HET ALGEMEEN [11]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze klasse valt niet het bewerken van kunststofplaatmateriaal op dezelfde wijze als het bewerken papier, wat valt onder klasse B31. [4]

              (2)      In deze klasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

                        -        “kunststoffen” betekent macromoleculaire verbindingen of samenstellingen op basis van dergelijke verbindingen.

              (3)      In deze klasse zijn de volgende regels van toepassing:

                        (a)      Het bewerken van kunststoffen is, voorzover mogelijk, in eerste instantie geklasseerd in overeenstemming met de gebruikte specifieke vormtechniek, bijv. in subklasse B29C. [4]

                        (b)      Klasseren in overeenstemming met het produceren van een specifiek artikel in subklasse B29D beperkt zich tot:

                                 (i)      aspecten die kenmerkend zijn voor het produceren van een specifiek artikel, en die niet klasseerbaar zijn in subklassen B29B of B29C;

                                 (ii)      gecombineerde bewerkingen voor het maken van het specifieke artikel, die niet volledig klasseerbaar zijn in subklasse B29C. [4,10]

                        (c)      Producten op zich worden niet in deze klasse geklasseerd. Als echter een product wordt gekenmerkt door de wijze waarop het is geproduceerd, en door zijn structuur of samenstelling, dient de productiemethode in deze klasse te worden geklasseerd. [10]

              (4)      De codes van subklasse B29K worden alleen gebruikt als indexcodes bij de subklassen B29B, B29C of B29D voorzover informatie wordt verstrekt met betrekking tot gietmaterialen of materialen voor versterkingen, vulmiddelen of voorgevormde delen, bijv. inzetstukken. [4]

              (5)      De codes van subklasse B29L worden alleen gebruikt als indexcodes bij subklasse B29C voorzover informatie wordt verstrekt met betrekking tot de artikelen die worden geproduceerd met de technieken die worden geklasseerd in subklasse B29C. [4]

 

B 29 D    PRODUCEREN VAN SPECIFIEKE ARTIKELEN VAN KUNSTSTOFFEN OF VAN PLASTISCHE SUBSTANTIES (maken van korrels B29B 9/00; maken van voorvormen B29B 11/00) [4]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      De aandacht wordt gevestigd op aantekening (3) volgend op de titel van klasse B29. [4]

              (2)      In deze subklasse is het gewenst om de indexcodes van subklasse B29K toe te voegen. [4]

 

B 29 D      1/00                    Produceren van artikelen die zijn voorzien van schroefdraad

 

B 29 D      5/00                    Produceren van elementen van schuifsluitingen; Gecombineerd maken en bevestigen van elementen van schuifsluitingen [4]

B 29 D      5/02                    .    waarbij de sluitingen afzonderlijke grendellichamen hebben [4]

B 29 D      5/04                    .    waarbij de grendellichamen bestaan uit een continue wirwar van draadmateriaal [4]

B 29 D      5/06                    .    waarbij de grendellichamen bestaan uit een continue spiraal [4]

B 29 D      5/08                    .    waarbij de grendellichamen bestaan uit een profielrand of kanteelrand van een langsligger [4]

B 29 D      5/10                    .    waarbij de grendellichamen bestaan uit een continue profielstrook [4]

 

B 29 D      7/00                    Produceren van vlakke artikelen, bijv. films of vellen (B29D 24/00 heeft voorrang) [4]

B 29 D      7/01                    .    Films of vellen [4]

 

B 29 D    11/00                   Produceren van optische elementen, bijv. lenzen of prisma’s [4,13]

B 29 D    11/02                   .    Kunstogen uit organisch kunststofmateriaal

 

B 29 D    12/00                   Produceren van frames

B 29 D    12/02                   .    Brilframes [13]

 

B 29 D    15/00                   Produceren van tandwielen of soortgelijke artikelen met groeven of uitsteeksels, bijv. regelknoppen

 

B 29 D    16/00                   Produceren van gegolfde artikelen (B29D 23/18 heeft voorrang) [4]

 

B 29 D    17/00                   Produceren van registratiedragers die fijne groeven of indrukken bevatten, bijv. grammofoonplaten voor naaldweergave of cilinderplaten; Maken van registratieplaten uit een moedermatrijs [4,6,13]

 

B 29 D    19/00                   Produceren van knopen of halfafgewerkte delen van knopen

B 29 D    19/04                   .    door snijden, frezen, draaien, stansen of perforeren van gegoten delen; Behandelen van het oppervlak van knopen

B 29 D    19/06                   .    .    Inrichtingen voor het toevoeren van halfafgewerkte delen naar de bewerkingsmachine

B 29 D    19/08                   .    .    Maken van gaten in knopen of in halfafgewerkte delen daarvan

 

B 29 D    21/00                   Produceren van haarkammen of soortgelijk artikelen met tanden of gleuven

B 29 D    21/04                   .    door zagen, frezen, snijden en dergelijke

B 29 D    21/06                   .    Polijsten

 

B 29 D    22/00                   Produceren van holle artikelen (buisvormige artikelen B29D 23/00; luchtbanden B29D 30/00) [4]

B 29 D    22/02                   .    Opblaasbare artikelen [7]

B 29 D    22/04                   .    Bolvormige artikelen, bijv. ballen (B29D 22/02 heeft voorrang) [7]

 

B 29 D    23/00                   Produceren van buisvormige artikelen (B29D 24/00 heeft voorrang) [4]

B 29 D    23/14                   .    Sigaarhouders of sigarethouders [4]

B 29 D    23/18                   .    Geplooide slangen [4]

B 29 D    23/20                   .    Flexibele knijptubes, bijv. voor cosmetica [4]

B 29 D    23/24                   .    Eindloze buizen, bijv. binnenbanden voor luchtbanden

 

B 29 D    24/00                   Produceren van artikelen met holle wanden [4]

 

B 29 D    25/00                   Produceren van koepels zonder frame

 

B 29 D    28/00                   Produceren van netten en dergelijke [4,13]

 

B 29 D    29/00                   Produceren van riemen of banden [4]

B 29 D    29/06                   .    Transporbanden [4]

B 29 D    29/08                   .    Getande aandrijfriemen [4]

B 29 D    29/10                   .    Aandrijfriemen met een wigvormige doorsnede [4]

 

B 29 D    30/00                   Produceren van luchtbanden, massieve banden of delen daarvan (produceren van binnenbanden B29D 23/24; verbinden van ventielen met opblaasbare elastische lichamen B60C 29/00) [4,13]

B 29 D    30/02                   .    Massieve banden [4]

B 29 D    30/04                   .    Verende vullingen voor rubberbanden; Vullen van banden daarmee [4]

B 29 D    30/06                   .    Luchtbanden of delen daarvan [4]

B 29 D    30/08                   .    .    Opbouwen van banden [4]

B 29 D    30/10                   .    .    .    om ronde kernen, d.w.z. waarbij de vorm van de kern nagenoeg gelijk is aan de vorm van de volledige band [4]

B 29 D    30/12                   .    .    .    .    Kernen [4]

B 29 D    30/14                   .    .    .    .    Omlaag rollen of duwen van de lagen tijdens het opbouwproces [4]

B 29 D    30/16                   .    .    .    .    Aanbrengen van de lagen; Geleiden of strekken van de lagen tijdens het aanbrengen [4]

B 29 D    30/18                   .    .    .    .    Vastmaken van de kraalringen of kraalkernen; Vouwen van textiellagen om de ringen of kernen [4]

B 29 D    30/20                   .    .    .    met de plattebandmethode, d.w.z. opbouwen om cilindrische trommels [4]

B 29 D    30/22                   .    .    .    .    Onderbrekingsvouwen die worden aangebracht in niet-geëxpandeerde toestand [4]

B 29 D    30/24                   .    .    .    .    Trommels [4]

B 29 D    30/26                   .    .    .    .    .    Accessoires of details, bijv. membranen of transferringen [4]

B 29 D    30/28                   .    .    .    .    Omlaag rollen of omlaag duwen van de lagen tijdens het opbouwproces [4]

B 29 D    30/30                   .    .    .    .    Aanbrengen van de lagen; Geleiden of strekken van de lagen tijdens het aanbrengen [4]

B 29 D    30/32                   .    .    .    .    Vastmaken van de kraalringen of kraalkernen; Vouwen van textiellagen om de ringen of kernen [4]

B 29 D    30/34                   .    .    .    door het gezamenlijk bedekken van twee kraalringen die zich parallel aan en op afstand van elkaar bevinden, met canvaslagen of koordlagen [4]

B 29 D    30/36                   .    .    Expanderen van banden in een platte vorm, bijv. van banden die zijn opgebouwd volgens de plattebandmethode of door het gezamenlijk afdekken van twee kraalringen [4]

B 29 D    30/38                   .    .    Inzetstukken van textiel voor banden, bijv. koordlagen of canvaslagen; Behandelen van inzetstukken voorafgaand aan het opbouwen van de band (maken van lagen die parallel lopende vezelversterkingen bevatten met een aanzienlijke of continue lengte B29C 70/20) [4,13]

B 29 D    30/40                   .    .    .    Chemisch voorbehandelen van inzetstukken van textiel vóór het opbouwen van de band [4]

B 29 D    30/42                   .    .    .    Eindloze textielbanden zonder kraalringen [4]

B 29 D    30/44                   .    .    .    Strekken of behandelen van de lagen vóór het aanbrengen op de trommel [4,13]

B 29 D    30/46                   .    .    .    In de vereiste vorm snijden van inzetstukken van textiel [4]

B 29 D    30/48                   .    .    Kraalringen of kraalkernen; Behandelen daarvan voorafgaand aan het opbouwen van de band [4,13]

B 29 D    30/50                   .    .    .    Bedekken, bijv. door omwikkelen, van de afzonderlijke kraalringen of kraalkernen met textielmateriaal, bijv. met vinvormige stroken [4,13]

B 29 D    30/52                   .    .    Niet-gevulkaniseerde loopvlakken, bijv. op gebruikte banden; Opnieuw aanbrengen van loopvlakken [4,5,13]

B 29 D    30/54                   .    .    .    Opnieuw aanbrengen van een loopvlak [4]

B 29 D    30/56                   .    .    .    .    Opnieuw aanbrengen van een loopvlak met een vóór-gevulkaniseerd loopvlak [4]

B 29 D    30/58                   .    .    .    Aanbrengen van banden voor rubberloopvlakken, d.w.z. het aanbrengen van kamelenruggen [4]

B 29 D    30/60                   .    .    .    .    door omwikkelen met smalle stroken [4]

B 29 D    30/62                   .    .    .    .    door extruderen of injecteren van het loopvlak op een karkas [4]

B 29 D    30/64                   .    .    .    Bandspreiders [4]

B 29 D    30/66                   .    .    .    Gieten van loopvlakken op de buitenkant van banden, bijv. antislip-loopvlakken met nagels of spikes [4]

B 29 D    30/68                   .    .    .    Snijden van profielen in de loopvlakken van banden [4]

B 29 D    30/70                   .    .    Ringvormige onderbrekingen [4]

B 29 D    30/72                   .    .    Zijwanden [4]

 

B 29 D    33/00                   Produceren van lagerkussens [10]

 

B 29 D    35/00                   Produceren van schoeisel [10]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Er wordt geklasseerd in deze groep als de giettechniek van belang is. [10]

              (2)      Het samenstellen van afzonderlijke delen door mechanisch samenvoegen wordt geklasseerd in subklasse A43D, bijv. door het lijmen van schoendelen A43D 25/00. [10]

 

B 29 D    35/02                   .    uit één stuk door gebruik te maken van een giettechniek, bijv. door spuitgieten of gieten [10]

B 29 D    35/04                   .    .    met meerlaagse delen [10]

B 29 D    35/06                   .    met zolen of hielen die worden gevormd en vervolgens samengevoegd op voorgevormde bovenstukken waarbij gebruik wordt gemaakt van een giettechniek, bijv. door spuitgieten, persen en vulkaniseren [10]

B 29 D    35/08                   .    .    met meerlaagse delen [10]

B 29 D    35/10                   .    .    met voorgevormde zolen en hielen die worden samengevoegd op voorgevormde bovenstukken waarbij gebruik wordt gemaakt van een giettechniek, bijv. door het toevoeren of injecteren van kunststofmateriaal tussen de samen te voegen delen [10]

B 29 D    35/12                   .    Produceren van delen van schoeisel, bijv. zolen, hielen of bovenstukken, door een giettechniek [10]

B 29 D    35/14                   .    .    Meerlaagse delen [10]

 

B 29 D    99/00                   Onderwerpen voorzover niet vallend onder de andere groepen in deze subklasse [10]