SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

VORMEN

 

B 32        GELAAGDE PRODUCTEN

 

B 32 B    GELAAGDE PRODUCTEN, D.W.Z. PRODUCTEN DIE ZIJN OPGEBOUWD UIT VLAKKE OF NIET-VLAKKE LAGEN, BIJV. MET EEN CELSTRUCTUUR OF EEN HONINGRAATSTRUCTUUR

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze subklasse vallen:

                        -        gelaagde producten die verschillende soorten materialen of gelaagde producten bevatten, die niet worden gekenmerkt door het specifieke soort gebruikte materiaal;

                        -        producten die vergelijkbaar zijn met een gelaagd product, maar die alleen materiaal bevatten in de vorm van een vel of netwerk dat is ingebed in een kunststofmassa of fysisch daarmee vergelijkbare substanties waarvan de massa het genoemde vel of netwerk binnendringt en aan beide zijden daarvan ligt (bijv. zodanig dat het vel of netwerk de plastische substantie versterkt), onder voorwaarde dat het ingebedde vel of netwerk zich uitstrekt over het gehele gebied van het product en daarmee samenhangt of verbonden is; het ingebedde vel of netwerk kan dus een weefsel zijn, of een reeks staven die door kruisdraden met elkaar zijn verbonden. De wijze van maken van zo’n product wordt echter alleen in deze subklasse geklasseerd als het voornamelijk gaat om een proces voor het opbouwen van een lagenstelsel waarvan tenminste één buitenste laag voorgevormd is. Als het ingebedde materiaal alleen een reeks niet met elkaar verbonden staven bevat, wordt het product niet geklasseerd in deze subklasse.

              (2)      Onder deze subklasse vallen niet:

                        -        apparatuur die wordt gebruikt bij, of in verband met, het produceren of behandelen van een product, als de apparatuur volledig kan worden geklasseerd in één andere klasse of subklasse voor processen of apparatuur, bijv. B05, B29C, B29D, B44D, C08J, C09J of C23; [8,10]

                        -        samenstellingen of het bereiden of behandelen daarvan, tenzij zij voornamelijk zijn beperkt tot gelaagde producten en niet volledig kunnen worden geklasseerd in een andere klasse zonder deze beperking buiten beschouwing te laten;

                        -        geëtste metaalachtige patronen op het oppervlak van een printplaat. [3]

              (3)      In deze subklasse wordt een film die is gevormd op een laag door het daarover uitspreiden van een substantie, niet beschouwd als laag op zich als deze alleen dient als kleefstof of als deze meer tot doel heeft een oppervlak van een product af te werken. [8]

              (4)      In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

                        -        “laag” is een vel of strook of iets anders met een geringe dikte in vergelijking tot de overige afmetingen, die samen met tenminste één andere laag een gelaagd product vormt, of het nu reeds eerder bestond als bijvoorbeeld een afzonderlijke vel of afzonderlijke strook of werd gevormd tijdens het produceren van het gelaagde product. De laag kan al dan niet homogeen of cohesief zijn; de laag kan bestaan uit een stelsel van vezels of stukjes materiaal. De laag kan discontinu zijn, bijv. in de vorm van een rooster, honingraat of frame. De laag kan al dan niet volledig in contact staan met de volgende laag, bijv. een gegolfde laag tegen een platte laag;

                        -        “gelaagd product” bevat tenminste twee lagen die aan elkaar zijn vastgezet. De term “vastgezet” omvat elke methode van het onderling verbinden van lagen, bijv. naaien, rijgen, lijmen, spijkeren, zwaluwstaartverbindingen of het tussenvoegen van een kleefstof of een met kleefstof geïmpregneerde ondersteuning. Het kan tevens een tussenstap zijn bij het produceren van een artikel dat niet gelaagd is in zijn definitieve vorm, bijv. een paneel met een beschermlaag die wordt verwijderd als het paneel in de gebruikspositie is geplaatst. De lagen zijn voorgevormde lagen of lagen die ter plaatse op een voorgevormde laag worden gevormd, en kunnen bestaan uit coherente massieve materialen, inclusief honingraten en ander cellulaire materialen met een celstructuur of uit niet-coherente massieve materialen die zijn samengesteld uit stelsels van strengen, stroken, vezels, tegels en dergelijke;

                        -        “filamentlaag” betekent een laag van draden of filamenten van een willekeurige substantie (bijv. draden) met een min of meer onbeperkte lengte, die in een geordende opstelling zijn geplaatst en aan elkaar zijn vastgezet; de laag kan zijn geweven, gebreid, gevlochten of geknoopt, of zijn gevormd uit draden die kruislings of zij aan zij gelegd en met elkaar verlijmd zijn;

                        -        “vezellaag” betekent een willekeurig stelsel van vezels of filamenten met een gewoonlijk eindige lengte, bijv. vilt of vlies; de vezels kunnen al dan niet in elkaar grijpen of met elkaar verbonden zijn, bijv. door kleefstof.

              (5)      In de groepen B32B 1/00 tot B32B 33/00 wordt geklasseerd in de eerst toepasselijke plaats, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau, tenzij anders staat vermeld. [8,15]

              (6)      Als een gelaagd product wordt gekenmerkt door de wijze waarop het is geproduceerd en niet door het karakter of de samenstelling ervan, dient de productiewijze te worden geklasseerd in de groepen B32B 37/00 of B32B 38/00, of in subklasse B29C, bijv. in de groepen B29C 45/16 of B29C 47/06. [10]

              (7)      Gelaagde producten vallen onder vele verschillende klassen, waarvan de meeste betrekking hebben op een specifiek soort materiaal. Om echter deze subklasse een basis te kunnen laten zijn voor het uitvoeren van een volledig onderzoek naar gelaagde producten, wordt alle relevante materie geklasseerd in deze subklasse zelfs al kan zij tevens worden geklasseerd in andere klassen.

 

B 32 B      1/00                    Gelaagde producten met voornamelijk een algemene, niet-vlakke vorm

 

              Aantekening

 

              Ten behoeve van het klasseren van producten in deze groep worden oneffenheden in het oppervlak, ongelijkheden en de vorm van afzonderlijke lagen buiten beschouwing gelaten.

 

B 32 B      1/02                    .    Verzamelbakken, bijv. tanks

B 32 B      1/04                    .    gekenmerkt door vormkenmerken op specifieke plaatsen, bijv. in randgebieden

B 32 B      1/06                    .    gekenmerkt door vullingen of toegevoegde lichamen in holle delen

B 32 B      1/08                    .    Buisvormige producten

 

B 32 B      3/00                    Gelaagde producten die voornamelijk een laag bevatten met uitwendige of inwendige discontinuïteiten of oneffenheden, of een niet-vlakke laag (continue lagen van vezels of draden B32B 5/02; geschuimde lagen B32B 5/18); Gelaagde producten met specifieke vormkenmerken (B32B 1/00 heeft voorrang)

 

              Aantekening

 

              In deze groep kunnen kanalen, holle ruimten en holten anders zijn gevuld dan met lucht, bijv. met een gas, een vloeistof of een ander materiaal dat verschilt van dat van de laag waarin het voorkomt.

 

B 32 B      3/02                    .    gekenmerkt door vormkenmerken op specifieke plaatsen, bijv. in randgebieden

B 32 B      3/04                    .    .    gekenmerkt door een laag die aan de rand gevouwen is, bijv. over een andere laag

B 32 B      3/06                    .    .    voor het aan elkaar vastzetten van lagen; voor het vastmaken van het product aan een ander lichaam, bijv. aan een steun (gebruik of aanwezigheid van spijkers, stiksel of soortgelijke aparte bevestigingselementen voor dat doel B32B 7/08)

B 32 B      3/08                    .    .    gekenmerkt door toegevoegde lichamen op specifieke delen

B 32 B      3/10                    .    gekenmerkt door een discontinue laag, d.w.z. met openingen of gevormd uit afzonderlijke stukken materiaal

 

              Aantekening

 

              In deze groep moeten een reeks op afstand van elkaar staande, afzonderlijke elementen die resulteren in een gebroken oppervlak, worden beschouwd als een laag.

 

B 32 B      3/12                    .    .    gekenmerkt door een laag van regelmatig aangebrachte cellen als integraal deel, hetzij individueel hetzij door het onderling verbinden van afzonderlijke stroken gevormd, bijv. honingraatstructuren

B 32 B      3/14                    .    .    gekenmerkt door een aanzichtlaag die is gevormd uit afzonderlijke stukken materiaal

B 32 B      3/16                    .    .    .    vastgezet aan een flexibele ruglaag

B 32 B      3/18                    .    .    gekenmerkt door een inwendige laag die is gevormd uit afzonderlijke stukken materiaal

B 32 B      3/20                    .    .    .    van holle stukken, bijv. buizen; uit stukken met kanalen of holten

B 32 B      3/22                    .    .    .    van delen op afstand van elkaar

B 32 B      3/24                    .    .    gekenmerkt door een laag met openingen, bijv. van geëxpandeerd metaal (laag van netwerken of vezels B32B 5/02)

B 32 B      3/26                    .    gekenmerkt door een specifiek vorm van de omtrek van de doorsnede van een continue laag; gekenmerkt door een laag met holten of inwendige holle ruimten (regelmatige cellen B32B 3/12)

B 32 B      3/28                    .    .    gekenmerkt door een laag die een dun vervormd vel bevat, bijv. gegolfd of gekreukt (B32B 29/08 heeft voorrang) [3]

B 32 B      3/30                    .    .    gekenmerkt door een laag die is gevormd met uithollingen of uitsteeksels, bijv. gegroefd of geribbeld

 

B 32 B      5/00                    Gelaagde producten die worden gekenmerkt door niet-homogeniteit of door de fysische structuur van een laag (B32B 9/00 tot B32B 29/00 hebben voorrang)

 

              Aantekening

 

              In deze groep kunnen vezels, filamenten, korrels of poeder die een laag vormen of daarvan deel uitmaken, zijn geïmpregneerd in, samengebonden met of ingebed in een substantie zoals synthetische hars. Als de substantie van de vezels en dergelijke, of de impregneersubstantie, bindmiddelsubstantie of inbeddingssubstantie van belang is, wordt deze geklasseerd in de relevante groep voor de substantie.

 

B 32 B      5/02                    .    gekenmerkt door structurele aspecten van een laag die vezels of filamenten bevat (gevormd uit deeltjes, bijv. snippers, gehakte vezels of poeder, B32B 5/16)

 

              Aantekening

 

              Onder deze groep vallen, naast draadlagen en vezellagen zoals gedefinieerd in Aantekening (4) volgend op de titel van deze subklasse, lagen van substanties met een intrinsiek vezelkarakter (bijv. papier of hout), als het vezelkarakter wel en de specifieke substantie niet belangrijk is.

 

B 32 B      5/04                    .    .    gekenmerkt door een laag die specifiek kan worden vergroot op grond van de structuur of het aanbrengen ervan

B 32 B      5/06                    .    .    gekenmerkt door een vezellaag die op een andere laag is genaaid, bijv. van vezels of papier

B 32 B      5/08                    .    .    waarbij de vezels of filamenten van een laag speciaal zijn aangebracht of uit verschillende substanties bestaan

B 32 B      5/10                    .    .    gekenmerkt door een vezellaag die versterkt is met filamenten

B 32 B      5/12                    .    .    gekenmerkt door de onderlinge plaatsing van vezels of filamenten van aanliggende lagen

B 32 B      5/14                    .    gekenmerkt door een laag die qua samenstelling of fysisch op verschillende plaatsen anders is, bijv. dichter naar de aanzichtvlakken toe

B 32 B      5/16                    .    gekenmerkt door kenmerken van een laag die is gevormd uit deeltjes, bijv. snippers, gehakte vezels of poeder

B 32 B      5/18                    .    gekenmerkt door kenmerken van een laag die of een specifiek poreus materiaal bevat

B 32 B      5/20                    .    .    ter plaatse geschuimd

B 32 B      5/22                    .    gekenmerkt door de aanwezigheid van twee of meer lagen die vezels, filamenten, korrels of poeder bevatten of die geschuimd of specifiek poreus zijn

B 32 B      5/24                    .    .    met één vezellaag of filamentlaag als laag

B 32 B      5/26                    .    .    .    waarbij een andere laag tevens bestaat uit vezels of filamenten

B 32 B      5/28                    .    .    .    die is geïmpregneerd met of ingebed in een plastische substantie

B 32 B      5/30                    .    .    met één laag met korrels of poeder

B 32 B      5/32                    .    .    waarbij beide lagen geschuimd of specifiek poreus zijn

 

B 32 B      7/00                    Gelaagde producten die worden gekenmerkt door het onderlinge verband tussen de lagen, d.w.z. producten die voornamelijk lagen bevatten met verschillende fysische eigenschappen of producten die worden gekenmerkt door de onderlinge verbinding tussen lagen (zie met betrekking tot de oriëntatie van kenmerken de relevante groepen voor de betreffende kenmerken, bijv. B32B 5/02 voor de vezelrichting; met betrekking tot substanties B32B 9/00 tot B32B 29/00)

B 32 B      7/02                    .    met betrekking tot fysische eigenschappen, bijv. hardheid

B 32 B      7/04                    .    gekenmerkt door het verband tussen de lagen

B 32 B      7/06                    .    .    gemakkelijk te scheiden

B 32 B      7/08                    .    .    door een mechanische verbinding, bijv. stikken (door het in elkaar grijpen van lagen B32B 3/00, bijv. B32B 3/04, B32B 3/06 of B32B 3/30; door het aan elkaar naaien van vezellagen B32B 5/06)

B 32 B      7/10                    .    .    waarbij één of beide lagen kleefeigenschappen of inter-reactieve eigenschappen hebben

B 32 B      7/12                    .    .    gebruikmakend van een kleefstof

B 32 B      7/14                    .    .    .    aangebracht in stroken of volgens een andere opstelling op afstand van elkaar

 

Gelaagde producten die worden gekenmerkt door specifiek gebruikte substanties

 

              Aantekening

 

              In de groepen B32B 9/00 tot B32B 29/00 worden de volgende uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “specifieke substantie” omvat specifieke alternatieve substanties als zij allemaal vallen onder één hoofdgroep;

              -         “specifieke laag” betekent een laag van deeltjes, bijv. snippers, gehakte vezels of poeder.

 

B 32 B      9/00                    Gelaagde producten die voornamelijk een specifieke substantie bevatten, die niet valt onder de groepen B32B 11/00 tot B32B 29/00

B 32 B      9/02                    .    met dierlijke of plantaardige substanties

B 32 B      9/04                    .    met zo’n substantie als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B      9/06                    .    .    van papier of karton

 

B 32 B    11/00                   Gelaagde producten die voornamelijk bitumineuze of teerachtige substanties bevatten

B 32 B    11/02                   .    met vezels of deeltjes die daarin zijn ingebed of die daarmee zijn verbonden

B 32 B    11/04                   .    met zo’n substantie als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B    11/06                   .    .    van papier of karton

B 32 B    11/08                   .    .    van metaal

B 32 B    11/10                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

B 32 B    11/12                   .    naast een bijzondere laag

 

B 32 B    13/00                   Gelaagde producten die voornamelijk een door water uithardende substantie bevatten, bijv. beton, pleister, asbestcement of een soortgelijk bouwmateriaal

B 32 B    13/02                   .    met vezels of deeltjes die daarin zijn ingebed of die daarmee zijn verbonden

B 32 B    13/04                   .    met zulke substanties als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B    13/06                   .    .    van metaal

B 32 B    13/08                   .    .    van papier of karton

B 32 B    13/10                   .    .    van hout; van spaanplaat

B 32 B    13/12                   .    .    van synthetisch hars

B 32 B    13/14                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

 

B 32 B    15/00                   Gelaagde producten die voornamelijk metaal bevatten

B 32 B    15/01                   .    waarbij alle lagen uitsluitend metaalachtig zijn [3]

B 32 B    15/02                   .    in een andere vorm dan een vel, bijv. draad of deeltjes

B 32 B    15/04                   .    met metaal als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag van een specifieke substantie

B 32 B    15/06                   .    .    van rubber

B 32 B    15/08                   .    .    van synthetisch hars

B 32 B    15/082                  .    .    .    van vinylharsen; van acrylharsen [8]

B 32 B    15/085                  .    .    .    van polyolefinen [8]

B 32 B    15/088                  .    .    .    van polyamiden [8]

B 32 B    15/09                   .    .    .    van polyesters [8]

B 32 B    15/092                  .    .    .    van epoxyharsen [8]

B 32 B    15/095                  .    .    .    van polyurethanen [8]

B 32 B    15/098                  .    .    .    van condensatieharsen of aldehyden, bijv. met fenolen, ureum of melaminen [8]

B 32 B    15/10                   .    .    van hout

B 32 B    15/12                   .    .    van papier of karton

B 32 B    15/14                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

B 32 B    15/16                   .    naast een bijzondere laag

B 32 B    15/18                   .    met ijzer of staal

B 32 B    15/20                   .    met aluminium of koper

 

B 32 B    17/00                   Gelaagde producten die voornamelijk glasplaten of glasvezels, slakken en dergelijke

B 32 B    17/02                   .    in de vorm van vezels of filamenten

B 32 B    17/04                   .    .    verbonden met of ingebed in een plastische substantie

B 32 B    17/06                   .    met glas als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B    17/08                   .    .    van plastische cellulosesubstanties

B 32 B    17/10                   .    .    van synthetisch hars

B 32 B    17/12                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

 

B 32 B    18/00                   Gelaagde producten die voornamelijk keramiek bevatten, bijv. vuurvaste producten [4]

 

B 32 B    19/00                   Gelaagde producten die voornamelijk natuurlijke mineraalvezels of mineraaldeeltjes bevatten, bijv. asbest of mica

B 32 B    19/02                   .    verbonden met of ingebed in een plastische substantie

B 32 B    19/04                   .    naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B    19/06                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

B 32 B    19/08                   .    met asbest

 

B 32 B    21/00                   Gelaagde producten die voornamelijk hout bevatten, bijv. houtplaat, fineer of spaanplaat

B 32 B    21/02                   .    in de vorm van vezels, snippers of deeltjes

B 32 B    21/04                   .    met hout als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B    21/06                   .    .    van papier of karton

B 32 B    21/08                   .    .    van synthetisch hars; van vezelversterkte hars

B 32 B    21/10                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

B 32 B    21/12                   .    naast een bijzondere laag

B 32 B    21/13                   .    met uitsluitend lagen hout [3]

B 32 B    21/14                   .    met houtplaat of fineer

 

B 32 B    23/00                   Gelaagde producten die voornamelijk plastische cellulosekunststofsubstanties bevatten

B 32 B    23/02                   .    in de vorm van vezels of filamenten

B 32 B    23/04                   .    met zo’n substantie als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B    23/06                   .    .    van papier of karton

B 32 B    23/08                   .    .    van synthetisch hars

B 32 B    23/10                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

B 32 B    23/12                   .    naast een bijzondere laag

B 32 B    23/14                   .    gekenmerkt door de aanwezigheid van speciale samenstellingsingrediënten

B 32 B    23/16                   .    .    Modificerende middelen

B 32 B    23/18                   .    .    Vulmiddelen

B 32 B    23/20                   .    met esters

B 32 B    23/22                   .    met ethers

 

B 32 B    25/00                   Gelaagde producten die voornamelijk natuurrubber of synthetisch rubber bevatten

B 32 B    25/02                   .    met vezels of deeltjes die daarin ingebed of daarmee verbonden zijn

B 32 B    25/04                   .    met rubber als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B    25/06                   .    .    van papier of karton

B 32 B    25/08                   .    .    van synthetisch hars

B 32 B    25/10                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

B 32 B    25/12                   .    met natuurrubber

B 32 B    25/14                   .    met copolymeren met overwegend bestanddelen van synthetisch rubber

B 32 B    25/16                   .    met polydiënen of polyhalodiënen

B 32 B    25/18                   .    met butylrubber of halobutylrubber

B 32 B    25/20                   .    met siliconenrubber

 

B 32 B    27/00                   Gelaagde producten die voornamelijk synthetisch hars bevatten

B 32 B    27/02                   .    in de vorm van vezels of filamenten

B 32 B    27/04                   .    als impregneersubstantie, bindsubstantie of inbeddingssubstantie

B 32 B    27/06                   .    als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie

B 32 B    27/08                   .    .    van andersoortige synthetische harsen

B 32 B    27/10                   .    .    van papier of karton

B 32 B    27/12                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

B 32 B    27/14                   .    naast een bijzondere laag

B 32 B    27/16                   .    speciaal behandeld, bijv. bestraald

B 32 B    27/18                   .    gekenmerkt door het gebruik van speciale additieven

B 32 B    27/20                   .    .    gebruikmakend van vulmiddelen, pigmenten of thixotroop-makende middelen

B 32 B    27/22                   .    .    gebruikmakend van weekmakers

B 32 B    27/24                   .    .    gebruikmakend van oplosmiddelen of zwelmiddelen

B 32 B    27/26                   .    .    gebruikmakend van uithardingsmiddelen

B 32 B    27/28                   .    met copolymeren van synthetische harsen voorzover niet volledig vallend onder één van de volgende subgroepen

B 32 B    27/30                   .    met vinylhars; met acrylhars

B 32 B    27/32                   .    met polyolefinen

B 32 B    27/34                   .    met polyamiden

B 32 B    27/36                   .    met polyesters

B 32 B    27/38                   .    met epoxyharsen [8]

B 32 B    27/40                   .    met polyurethanen

B 32 B    27/42                   .    met condensatieharsen of aldehyden, bijv. met fenolen, ureum of melaminen [8]

 

B 32 B    29/00                   Gelaagde producten die voornamelijk papier of karton bevatten

B 32 B    29/02                   .    naast een vezellaag of filamentlaag

B 32 B    29/04                   .    naast een bijzondere laag

B 32 B    29/06                   .    speciaal behandeld, bijv. met een glad oppervlak of als perkament

B 32 B    29/08                   .    Golfpapier of golfkarton [3,16]

 

B 32 B    33/00                   Gelaagde producten die worden gekenmerkt door specifieke eigenschappen of specifieke oppervlaktekenmerken, bijv. specifieke oppervlaktecoatings (oneffenheden of ongelijkheden in oppervlakken B32B 3/00); Gelaagde producten die zijn ontworpen voor een specifiek doel dat niet valt onder één andere klasse

 

Methoden of apparatuur voor het maken van gelaagde producten; Behandelen van de lagen van gelaagde producten [8]

 

              Aantekening

 

              In de groepen B32B 37/00 tot B32B 39/00 worden de volgende uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “lamineren” betekent het samenvoegen van niet eerder met elkaar verbonden lagen teneinde één product te verkrijgen maarvan de lagen bij elkaar blijven; [8]

                   -                  “gedeeltelijk lamineren” treedt op als één laag niet volledig het oppervlak van een andere laag bedekt, waarbij de laag met het grootste oppervlak slechts over een gedeelte van het oppervlak wordt gelamineerd; [8]

                   -                  “kleeflaag” betekent een laag, of een gedeelte van een laag, op welke manier dan ook uitgevoerd, die wordt toegepast met het doel samen te binden. [8]

 
B 32 B    37/00                   Methoden of apparatuur voor het lamineren, bijv. door uitharden of ultrasoon binden [8]
B 32 B    37/02                   .    gekenmerkt door een volgorde vanb lamineerstappen, bijv. door het toevoegen van nieuwe lagen bij opeenvolgende lamineerstations [8]
B 32 B    37/04                   .    gekenmerkt door het gedeeltelijk versmelten van tenminste één laag [8]
B 32 B    37/06                   .    gekenmerkt door de verwarmingsmethode [8]
B 32 B    37/08                   .    gekenmerkt door de afkoelingsmethode [8]
B 32 B    37/10                   .    gekenmerkt door de perstechniek, bijv. door gebuik te maken van de directe werking van vacuüm of fluïdumdruk [8]
B 32 B    37/12                   .    gekenmerkt door het gebruik van kleefmiddelen [8]
B 32 B    37/14                   .    gekenmerkt door de eigenschappen van de lagen [8]
B 32 B    37/15                   .    .    waarbij tenminste één laag wordt gemaakt en direct gelamineerd vóór het bereiken van de stabiele fase, bijv. waarin een laag wordt geëxtrudeerd en gelamineerd in een half-gesmolten fase [8]
B 32 B    37/16                   .    .    waarbij alle lagen bestaan als samenhangende lagen vóór het lamineren [8]
B 32 B    37/18                   .    .    .    waarbij alleen sprake is van de samenvoeging van afzonderlijke lagen of panelen [8]
B 32 B    37/20                   .    .    .    waarbij alleen sprake is van de samenvoeging van continue lagen [8]
B 32 B    37/22                   .    .    .    waarbij alleen sprake is van de samenvoeging van zowel afzonderlijke als continue lagen [8]
B 32 B    37/24                   .    .    waarbij tenminste één laag niet samenhangend is vóór het lamineren, bijv. gemaakt uit korrelvormig materiaal dat over een substraat wordt versproeid (B32B 37/15 heeft voorrang) [8]
B 32 B    37/26                   .    .    waarbij tenminste één laag de samenbinding beïnvloedt tijdens het lamineerproces, bijv. los-latende lagen of druk-verdelende lagen  [8]
B 32 B    37/28                   .    waarbij sprake is van samenvoeging van niet-vlakke tussenproducten die in een latere fase worden vlakgemaakt, bijv. buizen [8]
B 32 B    37/30                   .    Gedeeltelijk lamineren [8]
 
B 32 B    38/00                   Hulpbewerkingen in samenhang met lamineerprocessen [8]
B 32 B    38/04                   .    Ponsen, maken van sleuven of perforeren [8]
B 32 B    38/06                   .    Versieren [8]
B 32 B    38/08                   .    Impregneren [8]
B 32 B    38/10                   .    Mechanisch of chemisch verwijderen van lagen, of delen van lagen (ponsen, maken van sleuven of perforeren B32B 38/04) [8]
B 32 B    38/12                   .    Dieptrekken [8]
B 32 B    38/14                   .    Bedrukken of kleuren [8]
B 32 B    38/16                   .    Drogen; Zachtmaken; Reinigen [8]
B 32 B    38/18                   .    Verwerken van de lagen van het laminaat [8]
 
B 32 B    39/00                   Opstelling van apparatuur of fabricage-voorzieningen, bijv. modulaire lamineersystemen [8]
 
B 32 B    41/00                   Voorzieningen voor het regelen of bewaken van lamineerprocessen; Veiligheidsvoorzieningen [8]
B 32 B    41/02                   .    Veiligheidsvoorzieningen [8]
 
B 32 B    43/00                   Speciaal aangepaste bewerkingen voor gelaagde producten voorzover niet eerder vermeld, bijv. reparatie; Apparatuur daarvoor [8]