SECTIE B BEWERKINGEN; TRANSPORT
B 41 DRUKKEN;
REGELDRUKMACHINES; TYPEMACHINES; STEMPELS [4,11]
B 41 J TYPEMACHINES;
SELECTIEVE DRUKMECHANISMEN, D.W.Z. MECHANISMEN WAARMEE OP EEN ANDERE WIJZE GEDRUKT
WORDT DAN MET EEN VORM; CORRIGEREN VAN DRUKFOUTEN (zetten B41B; drukken op
speciale oppervlakken B41F; markeren van wasgoed B41K; radeergom, vlakgom of
wisinrichtingen B43L 19/00; vloeibare media voor het corrigeren van drukfouten
door coaten C09D 10/00; vastleggen van de resultaten van metingen G01;
herkennen of presenteren van gegevens, op digitale wijze markeren van
registratiedragers door bijvoorbeeld ponsen G06K; apparatuur voor het frankeren
of drukken en het afgeven van kaartjes G07B; elektrische toetsenbordschakelaars
in het algemeen H01H 13/70 of H03K 17/94; coderen in verband met toetsenborden
of soortgelijke inrichtingen, in het algemeen H03M 11/00; ontvangers of zenders
voor het verzenden van digitale informatie H04L; verzenden of reproduceren van
documenten en dergelijke, bijv. via de fax H04N 1/00; zie voor speciaal
aangepaste drukmechanismen voor apparatuur, bijv. kassa’s of weegmachines, die
gegevens produceren over hun eigen prestatie de relevante subklassen)
Aantekeningen
(1) Onder
deze subklasse vallen:
- handmatig geregelde, door een krachtbron
aangedreven apparatuur of soortgelijke apparatuur met een extra besturing door
het invoeren van opgenomen informatie, bijv. op ponskaarten of ponsbanden;
- de “afdruk”aspecten van apparatuur die
wordt geregeld door registratiedragers of door elektrische signalen, voor zover
zij van algemeen belang zijn, bijv. voor afdrukken, beïnkten,
regelafstandmechanismen of drukkoppen. [5]
(2) Onder
deze subklasse vallen niet:
- elektrische aspecten van apparatuur die
wordt geregeld door registratiedragers of door elektrische signalen en die los
van de “afdruk”aspecten van genoemde apparatuur van belang zijn;
- apparatuur die in als geheel wordt
geregeld door registratiedragers of door elektrische signalen. [5]
(3) In deze subklasse wordt de volgende term
gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “papier” omvat tevens soortgelijk
flexibel kopijmateriaal; [3]
- “drukmateriaal” omvat zowel papier als
tijdelijke registratiedragers waarvan gegevens worden overgedragen op papier,
maar omvat geen druksjablonen, bijv. vormen. [5]
B 41 J
1/00 Typemachines
of selectieve drukmechanismen die worden gekenmerkt door de bevestiging,
opstelling of plaatsing van de drukletters of stempels (niet-selectieve
reliëfdruk B44B 5/00)
B 41 J
1/02 . met afzonderlijke of losse drukletters of
stempels
B 41 J
1/04 . met drukletters of stempels die door
hefbomen of radiale armen worden gedragen, bijv. handmatig bediend (B41J 1/16
heeft voorrang)
B 41 J
1/06 . . op
door een krachtbron bediende hefbomen of armen
B 41 J
1/08 . met drukletters of stempels die door
glijstangen of glijstaven worden gedragen
B 41 J
1/10 . . op
de eindvlakken daarvan
B 41 J
1/12 . . op
de zijvlakken daarvan, bijv. daaraan vastgemaakt
B 41 J
1/14 . . . waarbij de drukletters of stempels
beweegbaar zijn ten opzichte van de stangen of staven (gemonteerd op flexibele
stangen of staven B41J 1/16)
B 41 J
1/16 . met drukletters of stempels die zijn
geplaatst in stilstaande of glijdende letterkasten of frames of op flexibele
stroken, platen, stangen of staven
B 41 J
1/18 . met drukletters of stempels die aan draden
of stangen zijn vastgebonden
B 41 J 1/20 . met drukletters of stempels die zijn gemonteerd op eindloze
banden en dergelijke
B 41 J
1/22 . met drukletters of stempels die zijn
gemonteerd op dragers die kunnen roteren voor het maken van een selectie
B 41 J
1/24 . . waarbij
het vlak van de drukletter of het stempel loodrecht op de rotatie-as staat
(B41J 1/60 heeft voorrang)
B 41 J
1/26 . . . Dragers die bewegen voor het drukken (B41J
1/27 heeft voorrang) [3]
B 41 J
1/27 . . . Dragers die bewegen tijdens het drukken [3]
B 41 J
1/28 . . . Dragers die op hun plaats blijven tijdens
het drukken, bijv. waarbij de drukletters of stempels niet bewegen ten opzichte
van de dragers
B 41 J
1/30 . . . . waarbij
de drukletters of stempels bewegen ten opzichte van de dragers of zijn gemonteerd
op flexibele dragers
B 41 J
1/32 . . waarbij
het vlak van een drukletter of stempel parallel loopt aan de rotatie-as, bijv.
met drukletters op de omtrek van cilindrische dragers (B41J 1/60 heeft
voorrang)
B 41 J
1/34 . . . Dragers die roteren tijdens het drukken
B 41 J
1/36 . . . Dragers die glijden voor het drukken, bijv.
handmatig bediend
B 41 J
1/38 . . . . door
een krachtbron bediend
B 41 J
1/40 . . . Dragers die zwaaien voor het drukken
B 41 J
1/42 . . . . om
een as die parallel loopt aan de rotatie-as van de drager
B 41 J
1/44 . . . Dragers die stilstaan voor het drukken
B 41 J
1/46 . . . . Drukletters
of stempels die zijn vastgemaakt op een wiel, trommel, cilinder of soortgelijke
dragers
B 41 J
1/48 . . . . . met meerdere dragers, één voor elke
karakterruimte
B 41 J
1/50 . . . . . met één of meer dragers die in de richting
van de letterafstand langs het kopijmateriaal bewegen
B 41 J
1/52 . . . . . met kopijmateriaal dat in de richting van de
letterafstand beweegt, en waarbij de dragerbevestiging vast staat ten opzichte
van de machine
B 41 J
1/54 . . . . Drukletters
of stempels die beweegbaar zijn op een wiel, trommel, cilinder of soortgelijke
dragers
B 41 J
1/56 . . . . Drukletters
of stempels op schietspoelen of soortgelijke losse dragers
B 41 J
1/58 . . . . Drukletters
of stempels op boogvormige stangen
B 41 J
1/60 . met drukletters of stempels op bolvormige,
afgeknot bolvormige of soortgelijke oppervlakken
B 41 J
2/00 Typemachines
of selectieve drukmechanismen die worden gekenmerkt door het drukproces of
markeerproces waarvoor zij zijn ontworpen (monteren, opstellen of plaatsen van
drukletters of stempels B41J 1/00; markeermethoden B41M 5/00; opbouw of fabricage van bijvoorbeeld inductieve koppen
voor het opnemen door magnetiseren of demagnetiseren van een registratiedrager
G11B 5/127; koppen voor het reproduceren van capacitieve informatie G11B 9/07) [5]
Aantekeningen
(1) Onder deze groep vallen inrichtingen die alleen een strikt
aantal kleurschakeringen reproduceren, terwijl onder groep H04N 1/00
inrichtingen vallen die worden gebruikt voor het reproduceren van documenten en
dergelijke en die in staat zijn kleurschakeringen volgens continue
waardeverdelingen te reproduceren. [5]
(2) In deze
groep worden de volgende uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:
- “inktstraal”
of “inkjet” heeft betrekking op de uitstoot van inkt op het drukmateriaal,
bijv. papier, door een sproeier als een stroom druppels of deeltjes
kleurmiddel;
- “continue
inktstraal” betekent een inktstraal die wordt omgezet in een continue stroom
druppels of deeltjes kleurmiddel na het verlaten van de sproeier;
- “inktnevel”
betekent een nevel van inkt die op het drukmateriaal wordt gebracht door een
stroom geladen deeltjes of lucht. [5]
B 41 J
2/005 . gekenmerkt door het selectief in contact
brengen van vloeistof of deeltjes met een drukmateriaal (drukken door het
selectief uitoefenen van inslag of druk op een drukmateriaal of
doordrukmateriaal B41J 2/22) [5]
B 41 J
2/01 . . Inktstraalapparatuur
[5]
B 41 J
2/015 . . . gekenmerkt door het proces voor het opwekken
van de inktstraal (B41J 2/215 heeft voorrang) [5]
B 41 J
2/02 . . . . waarbij
een continue inktstraal wordt opgewekt [5]
B 41 J
2/025 . . . . . door trilling [5]
B 41 J
2/03 . . . . . door druk [5]
B 41 J
2/035 . . . . . door een elektrisch of magnetisch veld [5]
B 41 J
2/04 . . . . waarbij
naar behoefte losse druppels of deeltjes worden opgewekt [5]
B 41 J
2/045 . . . . . door druk, bijv. met elektromechanische
transducers [5]
B 41 J
2/05 . . . . . . geproduceerd
door het toepassen van warmte [5]
B 41 J
2/055 . . . . . . Inrichtingen
voor het absorberen of voorkomen van tegendruk [5]
B 41 J
2/06 . . . . . door een elektrisch of magnetisch veld [5]
B 41 J
2/065 . . . . . . waarbij
sprake is van het voorafgaand maken van uitstulpingen van inkt [5]
B 41 J
2/07 . . . gekenmerkt door het regelen van de straal
(B41J 2/205 heeft voorrang) [5]
B 41 J
2/075 . . . . voor
het veelvoudig afbuiging [5]
B 41 J
2/08 . . . . . geregeld door een lading [5]
B 41 J
2/085 . . . . . . Oplaadmiddelen,
bijv. elektroden [5]
B 41 J
2/09 . . . . . . Afbuigmiddelen
[5]
B 41 J
2/095 . . . . . geregeld door een elektrisch veld [5]
B 41 J
2/10 . . . . . geregeld door een magnetisch veld [5]
B 41 J
2/105 . . . . voor
het tweevoudig afbuiging [5]
B 41 J
2/11 . . . . voor
het vernevelen van inkt [5]
B 41 J
2/115 . . . . waarbij
de druppelafscheiding en de oplaadtijd worden gesynchroniseerd [5]
B 41 J
2/12 . . . . waarbij
de lading of afbuiging wordt getest of gecorrigeerd [5]
B 41 J
2/125 . . . . Sensoren,
bijv. afbuigsensoren [5]
B 41 J 2/13 . . . . voor
het buigen van een gedrukt patroon [5]
B 41 J
2/135 . . . Sproeiers [5]
B 41 J
2/14 . . . . Opbouw
daarvan [5]
B 41 J
2/145 . . . . Opstelling
daarvan [5]
B 41 J
2/15 . . . . . voor seriedrukwerk [5]
B 41 J
2/155 . . . . . voor regeldrukwerk [5]
B 41 J
2/16 . . . . Produceren
van sproeiers [5]
B 41 J
2/165 . . . . Voorkomen
van het verstoppen van een sproeier, bijv. reinigen, afdekken of bevochtigen
van sproeiers [5]
B 41 J
2/17 . . . gekenmerkt door het hanteren van de inkt [5]
B 41 J
2/175 . . . . Toevoersystemen
voor inkt [5]
B 41 J
2/18 . . . . Systemen
voor het opnieuw laten circuleren van inkt [5]
B 41 J
2/185 . . . . . Opvangbakken voor inkt; Inktvangers [5]
B 41 J
2/19 . . . . voor
het verwijderen van luchtbellen [5]
B 41 J
2/195 . . . . voor
het bewaken van de inktkwaliteit [5]
B 41 J
2/20 . . . . voor
het voorkomen of detecteren van verontreiniging van de verbindingen [5]
B 41 J
2/205 . . . voor het drukken van een strikt aantal
kleurschakeringen (B41J 2/21 heeft voorrang) [5]
B 41 J
2/21 . . . voor meerkleurendruk [5]
B 41 J
2/215 . . door
het laten passeren van een medium, bijv. bestaande uit een luchtstroom of
deeltjesstroom, door een inktnevel [5]
B 41 J
2/22 . gekenmerkt door het selectief uitoefenen van
inslag of druk op een drukmateriaal of doordrukmateriaal [5]
B 41 J
2/225 . . ballistisch,
bijv. gebruikmakend van massieve kogels of bolletjes [5]
B 41 J
2/23 . . gebruikmakend
van druknaalden [5]
B 41 J
2/235 . . . Drukkopstelsels [5]
B 41 J
2/24 . . . . voor
seriedrukwerk (B41J 2/25 en B41J 2/265 hebben voorrang) [5]
B 41 J
2/245 . . . . voor
regeldrukwerk (B41J 2/25 en B41J 2/265 hebben voorrang) [5]
B 41 J
2/25 . . . . Druknaalden
[5]
B 41 J
2/255 . . . . . Aanbrengen van de drukeinden van de naalden [5]
B 41 J
2/26 . . . . . Verbinden van de druknaald met het
bedieningsorgaan [5]
B 41 J
2/265 . . . . Geleiders
voor druknaalden [5]
B 41 J
2/27 . . . Bedieningsorganen voor druknaalden [5]
B 41 J
2/275 . . . . met
een klepel (B41J 2/28 heeft voorrang) [5]
B 41 J
2/28 . . . . met
een gespannen veer, d.w.z. met mechanische energie die elektromagnetisch wordt
geregeld [5]
B 41 J
2/285 . . . . met
een plunjer [5]
B 41 J
2/29 . . . . met
een draaispoel [5]
B 41 J
2/295 . . . . gebruikmakend
van piëzo-elektrische elementen [5]
B 41 J
2/30 . . . Regelcircuits voor bedieningsorganen [5]
B 41 J
2/305 . . . Toevoerapparatuur voor inkt (inktlinten,
inktlintmechanismen B41J 31/00 tot B41J 35/00) [5]
B 41 J
2/31 . . gebruikmakend
van een drukelement met uitsteeksels op het oppervlak waarop wordt geslagen met
of die worden ingedrukt door hamers [5]
B 41 J
2/315 . gekenmerkt door het selectief toepassen van
warmte op een warmtegevoelig drukmateriaal of doordrukmateriaal (B41J 2/385 en
B41J 2/435 hebben voorrang) [5]
B 41 J
2/32 . . gebruikmakend
van thermische koppen [5]
B 41 J
2/325 . . . door het selectief overdragen van inkt vanaf
een inktdrager, bijv. vanaf een inktlint of een inktvel [5]
B 41 J
2/33 . . . . vanaf
een inktwals [5]
B 41 J
2/335 . . . Opbouw van thermische koppen [5]
B 41 J
2/34 . . . . met
halfgeleiders [5]
B 41 J
2/345 . . . gekenmerkt door de plaatsing van weerstanden
of geleiders [5]
B 41 J
2/35 . . . waarbij stroom of spanning naar de
thermische kop wordt gevoerd [5]
B 41 J
2/355 . . . . Regelcircuits
voor het selecteren van van het verwarmingselement [5]
B 41 J
2/36 . . . . . Drukdichtheidcontrole [5]
B 41 J
2/365 . . . . . . door
het compenseren van variatie in temperatuur [5]
B 41 J
2/37 . . . . . . door
het compenseren van variatie in elektrische stroom [5]
B 41 J
2/375 . . . Beschermingsvoorzieningen tegen
oververhitting [5]
B 41 J
2/38 . . Voorverwarmen,
d.w.z. het verwarmen tot een temperatuur die onvoldoende is om te kunnen
drukken [5]
B 41 J
2/385 . gekenmerkt door het selectief toevoeren van
elektrische stroom aan of het selectief toepassen van magnetisme op een
drukmateriaal of doordrukmateriaal (B41J 2/005 heeft voorrang; elektrografie,
magnetografie G03G) [5]
B 41 J
2/39 . . gebruikmakend
van koppen met meerdere naalden [5]
B 41 J
2/395 . . . Opbouw van koppen met meerdere naalden [5]
B 41 J
2/40 . . . waarbij stroom of spanning naar de kop met
meerdere naalden wordt gevoerd [5]
B 41 J
2/405 . . . . Selecteren
van de toe te voeren naald of hulpelektrode (elektronische schakelcircuits in
het algemeen H03K 17/00) [5]
B 41 J
2/41 . . voor
het elektrostatisch drukken (B41J 2/39 heeft voorrang) [5]
B 41 J 2/415 . . . door het laten passeren van geladen deeltjes
door een opening of sleuf [5]
B 41 J
2/42 . . voor
het selectief verwarmen [5]
B 41 J
2/425 . . voor
het selectief verwijderen van een oppervlaktelaag van elektrogevoelig
materiaal, bijv. matel gecoat papier [5]
B 41 J
2/43 . . voor
het magnetisch drukken [5]
B 41 J
2/435 . gekenmerkt door het selectief toepassen van
straling op een drukmateriaal of doordrukmateriaal (optische elementen,
systemen of apparatuur G02B; moduleren of afbuigen van licht G02F;
elektrofotografie G03G) [5]
B 41 J
2/44 . . gebruikmakend
van één stralingsbron, bijv. lichtstralen of sluitervoorzieningen (B41J 2/475
heeft voorrang) [5]
B 41 J
2/445 . . . gebruikmakend van vloeibare kristallen [5]
B 41 J
2/447 . . gebruikmakend
van een reeks stralingsbronnen (B41J 2/475 heeft voorrang) [6]
B 41 J
2/45 . . . gebruikmakend van een reeks
licht-uitstralende dioden [5]
B 41 J
2/455 . . . gebruikmakend van een reeks lasers [5]
B 41 J
2/46 . . . gekenmerkt door glasvezels [5]
B 41 J
2/465 . . gebruikmakend
van maskers, bijv. lichtschakelmaskers (fotografisch zetten B41B) [5]
B 41 J
2/47 . . gebruikmakend
van het gecombineerd aftasten en moduleren van licht [5]
B 41 J
2/475 . . voor
het selectief verwarmen [5]
B 41 J
2/48 . . . waarbij inkt wordt versmolten op een film of
waarbij inktkorrels worden gesmolten [5]
B 41 J
2/485 . gekenmerkt doordat het proces van opbouwen
van karakters dat toepasbaar is bij twee of meer soorten drukprocessen of
markeerprocessen [5]
B 41 J
2/49 . . door
schrijven [5]
B 41 J
2/495 . . door
selectief drukken vanaf een roterend schroefvormig lichaam [5]
B 41 J
2/50 . . door
het selectief combineren van twee of meer niet-identieke drukelementen [5]
B 41 J
2/505 . . van
een stelsel van identieke drukelementen [5]
B 41 J
2/51 . . . voor seriedrukwerk [5]
B 41 J
2/515 . . . voor regeldrukwerk [5]
B 41 J
2/52 . Voorzieningen voor het drukken van een
strikt aantal kleurschakeringen voorzover niet vallend onder groep B41J 2/205,
bijv. toepasbaar bij twee of meer soorten drukprocessen of markeerprocessen
(B41J 2/525 heeft voorrang; voor het fotomechanisch produceren G03F 5/00) [5]
B 41 J
2/525 . Voorzieningen voor meerkleurendruk voorzover
niet vallend onder groep B41J 2/21, bijv. toepasbaar bij twee of meer soorten
drukprocessen of markeerprocessen (voor het fotomechanisch produceren G03F
3/00) [5]
B 41 J
3/00 Typemachines
of selectieve drukmechanismen of markeermechanismen die worden gekenmerkt door
het doel waarvoor ze zijn gebouwd (cryptografische typemachines G09C 3/00) [5]
B 41 J
3/01 . voor speciale karakters, bijv. voor Chinese
karakters of streepjescodes [5]
B 41 J
3/24 . voor het perforeren of uitsnijden van
sjablonen waarbij gebruik wordt gemaakt van speciale drukletters of stempels
B 41 J
3/26 . voor stenoschrift
B 41 J
3/28 . voor het neerwaarts drukken op platte
oppervlakken, bijv. van boeken, tekeningen of dozen
B 41 J
3/30 . voor het drukken van grote drukletters,
bijv. op geschriften of kaartjes
B 41 J
3/32 . voor het drukken in Braille of met speciaal
aangepaste toetsenborden voor gebruik bij blinden of gehandicapten
B 41 J
3/34 . voor het drukken van muziekschrift
B 41 J
3/36 . die kunnen worden vervoerd
B 41 J
3/37 . . Vouwbare
typemachines [5]
B 41 J
3/38 . voor reliëfdruk, bijv. voor het maken van
matrijzen voor stereotypen
B 41 J
3/39 . . in
de hand gehouden (handmatig geregelde of bediende apparatuur voor het afgeven
van etiketten met drukuitrusting B65C 11/02) [5]
B 41 J
3/407 . voor het markeren op speciaal materiaal
(drukken op speciale oppervlakken B41F 17/00) [5]
B 41 J
3/413 . . voor
metaal [5]
B 41 J
3/42 . Twee of meer complete typemachines die aan
elkaar worden gekoppeld voor gelijktijdige bediening
B 41 J
3/44 . Typemachines of selectieve drukmechanismen
met een tweeledige functie, of gecombineerd met of gekoppeld aan apparatuur
voor het uitoefenen van andere functies (drukmechanismen die zijn gekoppeld aan
typografische zetmachines B41B 27/41)
B 41 J
3/46 . . Drukmechanismen
die zijn gecombineerd met apparatuur die visuele weergave mogelijk maakt
B 41 J
3/50 . . Mechanismen
die door drukken karakters produceren en tevens een opname produceren door
andere middelen (ponsmechanismen G06K) [5]
B 41 J
3/51 . . . waarbij de gedrukte en de opgenomen
informatie identiek zijn; gebruikmakend van drukelementen met middelen voor het
voorbrengen van een code (G06K 1/12 heeft voorrang) [5]
B 41 J
3/54 . met twee of meer sets van drukletterelementen
of drukelementen (B41J 3/60 heeft voorrang) [5]
B 41 J
3/60 . voor het drukken op beide zijden van het
drukmateriaal [5]
B 41 J
3/62 . voor het drukken op twee of meer
afzonderlijke vellen of stroken drukmateriaal (B41J 3/54 heeft voorrang) [5]
B 41 J
5/00 Inrichtingen
of voorzieningen voor het regelen van de karakterselectie (methoden of
voorzieningen voor het aftasten van registratiedragers G06K 7/00)
B 41 J
5/02 . Selecteren van een karakter of een woorddeel
door het instellen van een index
B 41 J
5/04 . . Selecteren
van één karakter
B 41 J
5/06 . . Selecteren
van meerdere karakters
B 41 J
5/08 . Selecteren van een karakter of woorddeel
door middel van toetsen of toetsenborden zoals bij een typemachine
B 41 J
5/10 . . Toetsenbordvoorzieningen
B 41 J
5/12 . . Constructie
van toetsknoppen
B 41 J
5/14 . . Constructie
van toetshefbomen
B 41 J
5/16 . . Monteren
of verbinden van toetsknoppen op of met toetshefbomen
B 41 J
5/18 . . Blokkeringen
B 41 J
5/20 . . . voor hulptoetsen, bijv. voor
hoofdlettertoetsen
B 41 J
5/22 . . . Vergrendelingen tussen toetsen, bijv. zonder
blokkeervoorzieningen
B 41 J
5/24 . . . . met
blokkeervoorzieningen
B 41 J
5/26 . . Regelen
van de aanraking, de toetsdoorbuiging of de toetsslag, en dergelijke
B 41 J
5/28 . . Meervoudige
toetsen, bijv. toetsen die worden ingedrukt door meer dan één mate van
beweegbaarheid in twee of meer richtingen ten behoeve van verschillende
functies of selecties
B 41 J
5/30 . Selecteren van een karakter of woorddeel
door regelingen op basis van opgenomen informatie
B 41 J
5/31 . . gekenmerkt
door het soort opgenomen informatie
B 41 J
5/32 . . . door gedrukte, reliëf-gedrukte of
fotografische gegevens, bijv. kaarten of vellen
B 41 J
5/34 . . . . door
stroken of banden
B 41 J
5/36 . . . door geponste gegevens, bijv. kaarten of
vellen
B 41 J
5/38 . . . . door
stroken of banden
B 41 J
5/40 . . . door magnetische of elektrostatische
gegevens, bijv. kaarten of vellen
B 41 J
5/42 . . . . door
stroken of banden
B 41 J
5/44 . . gekenmerkt
door het soort opslag van opgenomen informatie
B 41 J
5/46 . . . opgenomen op interne opslagmedia
B 41 J
5/48 . . . opgenomen op externe opslagmedia
B 41 J
5/50 . . . . op
één opslagmedium
B 41 J
5/51 . . . . op
meer dan één afzonderlijk opslagmedium, bijv. op extra correctiestroken of
correctiebanden [3]
B 41 J
5/52 . . gekenmerkt
door de aanwezigheid van extra inrichtingen voor het produceren van
ponsgegevens of soortgelijk gegevens, bijv. gelijktijdig
B 41 J
7/00 Mechanismen
voor het selecteren of in werking stellen van drukletters (instellen van indexen
B41J 5/02)
B 41 J
7/02 . Mechanismen voor het in werking stellen van
een drukletterhefboom
B 41 J
7/04 . . Hefbomen
die zijn bevestigd op vaste draaipunten
B 41 J
7/06 . . . en verbonden met overbrengingslichamen,
bijv. tandwielen
B 41 J
7/08 . . . . met
pen-gatverbindingen of soortgelijke losse verbindingen; Nokvormige groeven
B 41 J
7/10 . . . . Kettingen,
riemen, flexibele kabels of soortgelijke lichamen
B 41 J
7/12 . . . U-vormige drukletterhefbomen met twee
draaipunten
B 41 J
7/14 . . . Afzonderlijke drukletterhefbomen
B 41 J
7/16 . . . Drukletterkoppen die ronddraaien of roteren
om een hefboom
B 41 J
7/18 . . Hefbomen
met bewegende of variabele draaipunten voor het wijzigen van de mechanische
voortgang tijdens de slag
B 41 J
7/20 . . Hefbomen
met bewegende draaipunten die vast staan ten opzichte van de hefboom;
Drukletterbalken die elk ronddraaien om twee schakels
B 41 J
7/22 . . Drukletterbakken;
Lagers of hangers voor drukletterhefbomen
B 41 J
7/24 . . Constructie
van drukletterhefbomen (U-vormige hefbomen B41J 7/12)
B 41 J
7/26 . . Speciale
middelen, bijv. terugstoters, voor het garanderen van de terugkeer van
drukletterhefbomen
B 41 J
7/28 . . Toetshefbomen
en druklichamen die onafhankelijk terugkeren naar de rustpositie
B 41 J
7/30 . . Voorkomen
van het terugslaan of tegen elkaar botsen van hefbomen of druklichamen
B 41 J
7/32 . Selecteren van een letterbeeld door het
bedienen van glijdende lichamen
B 41 J
7/34 . Selecteren van een letterbeeld door het
bedienen van roterende lichamen
B 41 J
7/36 . Selectievoorzieningen die worden toegepast
op drukletterdragers die roteren tijdens het drukken
B 41 J
7/38 . . Drukletters
die beweegbaar op een drager zitten ten behoeve van het selecteren
B 41 J
7/40 . . Drukletters
die beweegbaar op een drager zitten ten behoeve van het drukken
B 41 J
7/42 . . Tijdgestuurd
drukken, bijv. zonder duwen
B 41 J
7/44 . . . met duwen
B 41 J
7/46 . . Rolcontact
tijdens het drukken
B 41 J
7/48 . Drukletterdragers die in een geselecteerde
positie worden vergrendeld door elektromagnetische middelen
B 41 J
7/50 . Letterbeelden die worden geselecteerd door
combinaties van twee bewegingen van een drukletterdrager
B 41 J
7/52 . . door
een gecombineerde roterende en glijdende beweging
B 41 J
7/54 . Selectievoorzieningen met middelen voor het
combineren, verwisselen, sommeren of verzamelen
B 41 J
7/56 . . Inrichtingen
voor het sommeren van mechanische bewegingen
B 41 J
7/58 . . . Wiggen
B 41 J 7/60 . . . Hefbomen
B 41 J
7/62 . . . Drijfwerken
B 41 J
7/64 . . . Mechanismen met snaarschijven en snaren
B 41 J
7/66 . . Beweegbare
lichamen, bijv. pennen, die volgens een code verplaatsbaar zijn
B 41 J
7/68 . . met
middelen voor het sluiten van een elektrisch circuit ten behoeve van de
drukletterweergave
B 41 J
7/90 . Selecteren van een woorddeel, een regel en
dergelijke
B 41 J
7/92 . Verstellen van de stoot; Middelen voor het
egaal drukken (B41J 9/46 en B41J 9/48 hebben voorrang) [5]
B 41 J
7/94 . . Verstellen
per karakter
B 41 J
7/96 . Middelen voor het controleren van de
juistheid van het zetten
B 41 J
9/02 . Hamers; Voorzieningen daarvan
B 41 J
9/04 . . van
afzonderlijke hamers, die bijvoorbeeld langs de afdrukregel gaan
B 41 J
9/06 . . . van stilstaande hamers, die bijvoorbeeld elk
één karakterdrager aanraken
B 41 J
9/08 . . . . die
meer dan één karakterdrager aanraken
B 41 J
9/10 . . van
meer dan één hamer, bijv. één voor elke karakterpositie
B 41 J
9/12 . . . die elk kunnen werken in meer dan één
karakterpositie
B 41 J
9/127 . . Monteren
van hamers [3]
B 41 J
9/133 . . Constructie
van het hamerlichaam of het slagdeel [3]
B 41 J
9/14 . Middelen voor het selecteren of onderdrukken
van afzonderlijke hamers
B 41 J
9/16 . Middelen voor het spannen of in de
uitgangspositie terugzetten van hamers
B 41 J
9/18 . . Nokken
B 41 J
9/20 . . Veren
B 41 J
9/22 . . Fluïdumdrukmiddelen
B 41 J 9/24 . . Elektromagnetische
middelen
B 41 J
9/26 . Middelen voor het bedienen van hamers voor
het drukken
B 41 J
9/28 . . Nokken
B 41 J
9/30 . . Veren
B 41 J
9/32 . . die
kunnen worden gekoppeld voor het aangrijpen van de wals
B 41 J
9/34 . . Fluïdumdrukmiddelen
B 41 J
9/36 . . waarin
mechanische kracht wordt uitgeoefend op grond van een elektromagnetische
regeling
B 41 J
9/38 . . Elektromagnetische
middelen
B 41 J
9/40 . . met
een aandrijfkoppeling met elektro-aankleving
B 41 J
9/42 . met voorzieningen ter voorkoming van het
terugspringen
B 41 J
9/44 . Regelen van hamerinslagmechanismen [5]
B 41 J
9/46 . . voor
het bepalen of verstellen van de slagtijd van de hamer [5]
B 41 J
9/48 . . voor
het bepalen of verstellen van de aandrijfenergie van de hamer [5]
B 41 J
9/50 . . voor
het compenseren van de variaties in aandrijfcondities van de drukmachine, bijv.
voor het compenseren van de variatie in temperatuur of stroomtoevoer [5]
B 41 J
9/52 . . voor
het controleren van de bediening van inslaghamers [5]
B 41 J
9/54 . . . voor het controleren op breuk van
inslaghamers [5]
B 41 J 11/00 Inrichtingen
of voorzieningen voor het ondersteunen of hanteren van kopijmateriaal in de
vorm van een vel of baan (speciaal aangepast voor het ondersteunen of hanteren van
kopijmateriaal met een korte lengte B41J 13/00, in een continue vorm B41J
15/00; houders voor te copiëren tekst B41J 29/00)
B 41 J 11/02 . Degels
B 41 J 11/04 . . Schrijfmachinewalsen
B 41 J 11/053 . . . met geluidonderdrukkende inrichtingen
(oppervlaktestructuur B41J 11/057) [3]
B 41 J 11/057 . . . Oppervlaktestructuur [3]
B 41 J 11/06 . . Vlakke
degels ter grootte van een pagina
B 41 J 11/08 . . Staafvormige
degels en dergelijke ter grootte van een regel
B 41 J 11/10 . . Degels
en dergelijke in de vorm van een aambeeld ter grootte van een karakter
B 41 J 11/13 . . Ruglagen
of drukdoeken (voor schrijfmachinewalsen B41J 11/057) [3]
B 41 J 11/14 . . Verschuifmechanismen
voor degels; Aandrijvingen
B 41 J 11/16 . . met
evenwichtsmiddelen
B 41 J 11/18 . Degeldrukvoorzieningen
B 41 J 11/20 . Degelverstelling voor het variëren van de
inslagkracht, voor het variëren van het aantal papieren, voor slijtage of voor
uitlijning
B 41 J 11/22 . Geleiders of loopvlakken voor papierwagens
B 41 J 11/24 . Pallen, remmen of koppelingen voor
toevoerwalsen of degels
B 41 J 11/26 . Toevoer met pennen
B 41 J 11/27 . . met
pennen op of in de schrijfmachinewalsen
B 41 J 11/28 . . Wielen
met pennen
B 41 J 11/30 . . Andere
tractie-elementen met pennen dan wielen, bijv. pennen op eindloze banden
B 41 J 11/32 . . Verstellen
van wielen of tractie-elementen met pennen, bijv. in zijwaartse richting
B 41 J 11/34 . . Geleiders
die samenwerken met pentoevoer
B 41 J 11/36 . Blanking
of lange toevoer; Toevoer naar een specifieke regel, bijv. door het ronddraaien
van de degel of de toevoerwals
B 41 J 11/38 . . Handmatig
bediende toevoerinrichtingen
B 41 J 11/40 . . speciaal
aangepast voor het drukken van muziekschrift
B 41 J 11/42 . . Regelen
B 41 J 11/44 . . . met inrichtingen, bijv. een programmaband of
een contactwiel, die worden bewogen in overeenstemming met de beweging van
papiertoevoerinrichtingen, bijv. bij het ronddraaien van de degel
B 41 J 11/46 . . . door markeringen of merkvormen op het
toegevoerde papier
B 41 J 11/48 . Apparatuur voor verdichte registratie,
merkstroken of soortgelijk werk, waarbij gebruik wordt gemaakt van twee of meer
papieren of papiersets
B 41 J 11/50 . . waarin
twee of meer papieren of papiersets afzonderlijk in dezelfde richting worden
toegevoerd naar de drukpositie
B 41 J 11/51 . . . met verschillende toevoersnelheden [3]
B 41 J 11/52 . . waarin
één papier of papierset in dwarsrichting ten opzichte van de andere wordt
bewogen
B 41 J 11/53 . . . Inrichtingen voor het op de plaats houden
van één papier of papierset tijdens het vervangen van één of meer extra
papieren of papiersets
B 41 J 11/54 . . waarin
één papier of papierset vanaf de voorzijde van de apparatuur naar de
drukpositie wordt toegevoerd
B 41 J 11/55 . . . met middelen voor het verstellen van een
papier of papierset [3]
B 41 J 11/56 . speciaal geconstrueerd voor het kunnen
opslaan of transporteren van de typemachine
B 41 J 11/58 . Toevoerhouders voor vellen of waaiervormig
opgevouwen banen, bijv. planken, tafels, walsen of stapelhouders
B 41 J 11/60 . Wistabellen of correctietabellen
B 41 J 11/62 . Afschermingen of maskers
B 41 J 11/64 . Toepassingen van schalen of wijzers
B 41 J 11/66 . Toepassingen van snij-inrichtingen
B 41 J 11/68 . . die
parallel aan de richting van de papiertoevoer snijden
B 41 J 11/70 . . die
loodrecht op de richting van de papiertoevoer snijden
B 41
J 13/00 Speciaal
aangepaste inrichtingen of voorzieningen voor het ondersteunen of hanteren van
kopijmateriaal met een korte lengte, bijv. vellen
B 41 J 13/02 . Walsen (schrijfmachinewalsen B41J 11/04)
B 41 J 13/03 . . aangedreven,
bijv. met toevoerwalsen los van degels
B 41 J 13/036 . . samenwerkend
met een schrijfmachinewals [3]
B 41 J 13/042 . . . Voorwalsen en achterwalsen of sets van
voorwalsen of achterwalsen die elk zijn bevestigd op een afzonderlijke drager [3]
B 41 J 13/048 . . . Voorwalsen en achterwalsen die beide zijn
bevestigd op een gemeenschappelijke drager [3]
B 41 J 13/054 . . . . op
de papierafschermplaat die concentrisch loopt met de schrijfmachinewals [3]
B 41 J 13/076 . . Walsconstructies;
Lagers daarvoor
B 41 J 13/08 . Banden of soortgelijke toevoerinrichtingen
B 41 J 13/10 . Houders, tegenhouders of stilstaande
geleiders voor vellen
B 41 J 13/12 . . speciaal
aangepast voor kaarten, enveloppen en dergelijke
B 41 J 13/14 . . Afschermplaten
of geleiders
B 41 J 13/16 . . . beweegbaar voor het invoeren of vrijgeven
van vellen
B 41 J 13/18 . . . concentrisch met de schrijfmachinewals
B 41 J 13/20 . . Borgingen
B 41 J 13/22 . . Klemmen
of grijpers
B 41 J 13/24 . . Stroken
voor het ondersteunen of vasthouden van papieren
B 41 J 13/26 . Registerinrichtingen
B 41 J 13/28 . . Aanlegranden,
aanslagen of meters aan de voorzijde
B 41 J 13/30 . . Aanlegranden,
aanslagen of meters aan de zijkant
B 41 J 13/32 . . Middelen
voor het door één regeling in twee richtingen positioneren van vellen, bijv.
voor het regelen van papierformaten of het positioneren van rechthoekige vellen
B 41
J 15/00 Speciaal
aangepaste inrichtingen of voorzieningen voor het ondersteunen of hanteren van
kopijmateriaal in een continue vorm, bijv. banen
B 41 J 15/02 . Baanwalsen of baanspillen; Vastmaken van de
baan aan kernen of spillen
B 41 J 15/04 . Inrichtingen voor het ondersteunen,
toevoeren of geleiden; Monteren van baanwalsen en dergelijke
B 41 J 15/06 . . gekenmerkt
door hun toepassing bij drukmachines met stilstaande wagens
B 41 J 15/08 . . gekenmerkt
door hun toepassing bij drukmachines met in dwarsrichting bewegende wagens
B 41 J 15/10 . . . en gemonteerd op de wagen
B 41 J 15/12 . . . en gekoppeld aan de wagen
B 41 J 15/14 . . . en los van de wagen
B 41 J 15/16 . Middelen voor het aanspannen of opwikkelen
van de baan
B 41 J 15/18 . Toevoerapparatuur voor meerdere banen
B 41 J 15/20 . . voor
banen die op elkaar liggen tijdens het drukken (machines voor het scheiden van
op elkaar liggende banen B65H 41/00)
B 41 J 15/22 . . voor
het toevoeren van banen langs afzonderlijke wegen tijdens het drukken
B 41 J 15/24 . . met
middelen voor het onderling registreren van de banen
B 41
J 17/00 Mechanismen
voor het werken met paginabreed doordrukmateriaal, bijv. carbonpapier (in inrichtingen voor het
vermenigvuldigen B41L; velmateriaal voor het dupliceren of markeren B41M 5/00)
B 41 J 17/02 . Toevoermechanismen
B 41 J 17/04 . . Toevoer
die afhankelijk is van de toevoer van het origineel, bijv. waarbij beide op
hetzelfde moment bewegen
B 41 J 17/06 . . . “Kruiptoevoer”, d.w.z. waarbij het
doordrukmateriaal langzamer wordt toegevoerd dan het origineel
B 41 J 17/07 . . . elektromagnetisch geregeld
B 41 J 17/08 . . Toevoer
die onafhankelijk is van de toevoer van het origineel
B 41 J 17/10 . . . elektromagnetisch geregeld
B 41 J 17/12 . . Speciale
aanpassingen voor het garanderen van een maximale levensduur
B 41 J 17/14 . . Automatische
voorzieningen voor het omkeren van de toevoerrichting
B 41 J 17/16 . Houders in de machine voor vellen
doordrukmateriaal
B 41 J 17/18 . . draaibaar
naar en van de degel
B 41 J 17/20 . . verschuifbaar
naar en van de degel
B 41 J 17/22 . Toevoervoorzieningen voor banen
doordrukmateriaal
B 41 J 17/24 . . Banen
die worden toegevoerd vanaf haspels of spoelen die aan de machine vastzitten
(haspels op zich B65H 75/02)
B 41 J 17/26 . . Banen
die worden toegevoerd vanaf schotels of soortgelijke dragers die aan de machine
vastzitten
B 41 J 17/28 . Voorzieningen van geleiders voor het
doordrukmateriaal
B 41 J 17/30 . Constructie van geleiders voor het
doordrukmateriaal
B 41 J 17/32 . Afneembare dragers of houders voor
mechanismen voor doordrukmateriaal
B 41 J 17/34 . Ruggen voor doordrukmateriaal, bijv. vellen
voor het verminderen van wrijving of afschermingen voor het voorkomen van
bedrukken
B 41 J 17/36 . Alarminrichtingen, weergeefinrichtingen of
inrichtingen voor het onderbreken van de toevoer, die reageren op
materiaalbreuk of als het papier op is
B 41 J 17/38 . voor het na gebruik omgaan met het materiaal
dat de afdruk overdraagt
B 41 J 17/40 . . voor
het terugtrekken van vellen voor hergebruik
B 41 J 17/42 . . voor
banen
B 41
J 19/00 Mechanismen
voor het regelen van de afstand tussen karakters of regels (toetswerkingen B41J
25/02)
B 41 J 19/02 . met vertragingsinrichtingen, bijv. remmen
B 41 J 19/04 . Geluiddempende of schokabsorberende
inrichtingen of maatregelen (B41J 19/38 heeft voorrang)
B 41 J 19/06 . . Verend
bevestigen van het mechanisme
B 41 J 19/08 . . Stootblokken,
veren of soortgelijke wagenaanslagen
B 41 J 19/10 . . Dempers
B 41 J 19/12 . . Aandrijvingen
van een speciaal materiaal of speciaal geconstrueerd voor het tegengaan van
geluid of schokken
B 41 J 19/14 . met middelen die in alle richtingen zorgen
voor afstand tussen regels of karakters
B 41 J 19/16 . Speciale afstandmechanismen voor
cirkelvormige, spiraalvormige of diagonale drukapparatuur
B 41 J 19/18 . Spatieermechanismen of terugstelmechanismen;
Inrichtingen voor het terugvoeren of lossen van de wagen
B 41 J 19/20 . . Positief
bewegende spatieermechanismen (geregeld door schakelraderen B41J 19/52)
B 41 J 19/22 . . . werkend door wrijving of aangrijping
B 41 J 19/24 . . . Mechanismen met een pal en borgvertanding
B 41 J 19/26 . . . . voor
het laten bewegen van papierwagens en dergelijke
B 41 J 19/28 . . . . voor
het laten bewegen van papierbanen of papierstroken, bijv. langs een stilstaande
drager
B 41 J 19/30 . . . Elektromagnetisch bediende mechanismen
B 41 J 19/32 . . . Differentieelvoorzieningen of voorzieningen
voor het variabel spatiëren
B 41 J 19/34 . . Spatieermechanismen
die werken door schakelraderen
B 41 J 19/36 . . . Aandrijfmechanismen, bijv. veren die zijn
gespannen tijdens het terugkeren van de wagen
B 41 J 19/38 . . . . aangepast
voor een stille terugkeer
B 41 J 19/40 . . . Schakelraderen met één pal of soortgelijk
blokkeerorgaan
B 41 J 19/42 . . . Schakelraderen met twee pallen of
soortgelijke blokkeerorganen
B 41 J 19/44 . . . . samenwerkend
met twee getande lichamen, bijv. tandheugels of tandwielen
B 41 J 19/46 . . . . en
gemonteerd op één tuimelarm
B 41 J 19/48 . . . . en
gemonteerd op één glijder
B 41 J 19/50 . . . Elektromagnetisch geregelde schakelraderen
B 41 J 19/52 . . . Schakelraderen voor het regelen van een
positief bewegend mechanisme
B 41 J 19/54 . . . Constructie van universele stangen
B 41 J 19/56 . . . Schakelraderen voor het regelen van de
baantoevoer of strooktoevoer
B 41 J 19/58 . . . Differentieelvoorzieningen of voorzieningen
voor het variabel spatiëren
B 41 J 19/60 . . Extra
toevoerinrichtingen of stelinrichtingen
B 41 J 19/62 . . . voor het terugstellen
B 41 J 19/64 . . . voor het uitvullen
B 41 J 19/66 . . Vrijloopmechanismen
voor wagens
B 41 J 19/68 . . Terugkeermechanismen
voor wagens, bijv. handmatig in werking gesteld
B 41 J 19/70 . . . door een krachtbron aangedreven
B 41 J 19/72 . . . . waarbij
energie wordt opgeslagen tijdens het spatiëren
B 41 J 19/74 . . met
speciale middelen voor het ingeschakeld houden van spatieerelementen of
terugstelelementen tijdens het verschuiven van de onderkast of bovenkast of een
soortgelijke beweging
B 41 J 19/76 . Regelafstandmechanismen (speciale
regeltoevoer, bijv. lange toevoer, B41J 11/36)
B 41 J 19/78 . . Positief
bewegende mechanismen
B 41 J 19/80 . . . Mechanismen met een pal en borgvertanding
B 41 J 19/82 . . . . voor
het laten bewegen van papierwagens en dergelijke
B 41 J 19/84 . . . . . in de vorm van een wals die wordt
rondgedraaid voor de regelafstand
B 41 J 19/86 . . . . . . waarbij
de pal gewoonlijk de borgvertanding aangrijpt
B 41 J 19/88 . . . . voor
het laten bewegen van een letterwagen
B 41 J 19/90 . . . . voor
het automatisch laten bewegen, bijv. over een stilstaande drager, van een
papierbaan of papierstrook als reactie op andere bewegingen dan de
wagenterugkeer
B 41 J 19/92 . . . Elektromagnetisch bediende mechanismen
B 41 J 19/94 . . . automatisch werkend als reactie op de
wagenterugkeer
B 41 J 19/96 . . . Voorzieningen voor het variëren van de
afstand
B 41 J 19/98 . . Toevoermechanismen
die werken door schakelraderen
B 41 J 21/00
Afdrukvoorzieningen voor kolommen, tabellen en dergelijke; Middelen voor het
centreren van korte regels (vrijloopmechanismen voor wagens B41J 19/66; toetswerkingen B41J
25/18)
B 41 J 21/02 . Aanslagen of blokkeerheugels
B 41 J 21/04 . Mechanismen voor het instellen of in de
uitgangspositie terugzetten van tabulatoraanslagen
B 41 J 21/06 . . met
middelen voor het voorkomen van de terugslag van aanslagen
B 41 J 21/08 . Mechanismen voor het op gang brengen,
uitvoeren, overslaan of aanhouden van een tabuleerbeweging; Middelen voor het
centreren van korte regels
B 41 J 21/10 . . met
een centrale aanslag, een terugslagaanslag of een daarmee overeenkomende
aanslag die uitsteekt tot in de baan van de tabulatoraanslagen
B 41 J 21/12 . gekenmerkt door voorzieningen van
elektrische contacten
B 41 J 21/14 . gekenmerkt door benoemde voorzieningen
B 41 J 21/16 . geregeld door het aftasten van markeringen
of merkvormen op het papier waarop wordt getypt, op een ondervel of op de degel
B 41 J 21/17 . geregeld door opgeslagen informatie [5]
B 41 J 21/18 . gekenmerkt door toepassingen van schalen of
meters
B 41 J 23/00 Krachtbronaandrijvingen
voor werkingen of mechanismen (B41J 9/00 heeft voorrang)
B 41 J 23/02 . Mechanische krachtbronaandrijvingen
B 41 J 23/04 . . waarbij
het aangedreven mechanisme kan worden gekoppeld aan een continu geregelde
krachtbron
B 41 J 23/06 . . . door grijpwalsen
B 41 J 23/08 . . . door aandrijfkoppelingen met één omwenteling
of een gedeeltelijke omwenteling
B 41 J 23/10 . . . en wordt geblokkeerd in een geselecteerde
positie
B 41 J 23/12 . . Mechanismen
die worden aangedreven door nokken die een roterende wals aanraken
B 41 J 23/14 . . Mechanismen
die worden aangedreven door een oscillerend of een heen en weer bewegend
lichaam
B 41 J 23/16 . . Mechanismen
die worden aangedreven door een veer die wordt gespannen door een krachtbron
B 41 J 23/18 . . Continu
repeterende aandrijvingen
B 41 J 23/20 . Krachtbronaandrijvingen met fluïdumdruk
B 41 J 23/22 . . voor
het selecteren van een toets of een soortgelijke drukletter
B 41 J 23/24 . . voor
inslagmechanismen
B 41 J 23/26 . . voor
het bewegen van de degel of de wagen, bijv. voor regelafstand, de letterafstand
of de terugkeer van de wagen
B 41 J 23/28 . . voor
het bewegen van de letterwagen
B 41 J 23/30 . . voor
het verschuiven van de onderkast of bovenkast
B 41 J 23/32 . Elektromagnetische aandrijvingen, bijv.
toegepast op toetshefbomen
B 41 J 23/34 . . toegepast
op andere elementen dan toetshefbomen
B 41 J 23/36 . . . en werkend op drukletterlichamen
B 41 J 23/38 . . . en werkend op mechanismen voor het uitlijnen
of het verschuiven van de onderkast of bovenkast
B 41 J 25/02 . Toetswerkingen voor een specifiek doel
B 41 J 25/04 . . Terugstellen
B 41 J 25/06 . . Wagenterugkeer
B 41 J 25/08 . . Verschuiven
van de onderkast of bovenkast
B 41 J 25/10 . . Verstellen
van het inktlint
B 41 J 25/12 . . Spatiëren
B 41 J 25/14 . . Regelafstand
B 41 J 25/16 . . Regelafstand
en wagenterugkeer door één toets
B 41 J 25/18 . . Tabuleren
B 41 J 25/20 . Extra druklettermechanismen voor het drukken
van onderscheidingsmarkeringen waarbij gebruik wordt gemaakt van blinde of
halfblinde toetsvoorzieningen, bijv. voor het accentueren, of voor het drukken
van markeringen in telegraafdrukkers ten teken dat er een bericht binnenkomt
B 41 J 25/22 . voor het uitlijnen van karakters bij het
drukken (in machines waarbij gebruik wordt gemaakt van indexinstelling B41J
5/02)
B 41 J 25/24 . Mechanismen voor het verschuiven van de
onderkast of bovenkast (B41J 11/14 heeft voorrang; toetswerkingen B41J 25/08);
Voorzieningen voor het wijzigen van druklettersets
B 41 J 25/304 . Fysiek beweegbare mechanismen voor
afdrukkoppen of wagens die naar het papiervlak toe of er van af kunnen worden
bewogen (drukletterdragers die verschuiven voor het drukken B41J 1/36;
drukletterdragers die zwaaien voor het drukken B41J 1/40) [5]
B 41 J 25/308 . . met
mechanismen voor het instellen van de drukinterval [5]
B 41 J 25/312 . . met
mechanismen voor het instellen van de aanslagdruk, bijv. de druk op het papier [5]
B 41 J 25/316 . . met
mechanismen voor het uitvoeren van een kantelbeweging ten opzichte van het
papieroppervlak [5]
B 41 J 25/32 . Afdrukmechanismen waarin een wals samenwerkt
met stilstaande letterbeelden
B 41 J 25/34 . Fysiek verwisselbare afdrukkoppen of wagens
(B41J 1/20, B41J 1/22 en B41J 1/60 hebben voorrang) [5]
B 41 J 27/02 . waarbij inkt wordt aangebracht door kussens
of roterende schijven
B 41 J 27/04 . . Kussens
of schijven; Inkttoevoervoorzieningen daarvoor
B 41 J 27/06 . . Voorzieningen
voor het garanderen van een maximum levensduur van de kussens of schijven
B 41 J 27/08 . . Voorzieningen
voor meerkleurendrukwerk
B 41 J 27/10 . waarbij inkt wordt aangebracht door walsen;
Inkttoevoervoorzieningen daarvoor
B 41 J 27/12 . . Walsen
B 41 J 27/14 . . Voorzieningen
voor meerkleurendrukwerk
B 41 J 27/16 . waarbij inkt elektrostatisch of
elektromagnetisch wordt opgebracht, bijv. poedervormige inkt
B 41 J 27/18 . . waarbij
vloeibare inkt wordt opgebracht
B 41 J 27/20 . waarbij inkt wordt toegevoerd door
capillaire werking, bijv. via poreuze druklichamen of degels
B 41 J 27/22 . met inktschijven of inktsectoren
B 41 J 29/02 .
Geraamten
B 41 J 29/04 . Middelen voor het vastmaken van machines aan
bodemplaten
B 41 J 29/06 . Speciale steunen, platforms of rolwagentjes
voor het ondersteunen van machine op tafels
B 41 J 29/08 . Geluiddempende of schokabsorberende
standaards, steunen, kasten of kussens los van de machine
B 41 J 29/10 . Ingebouwde geluiddempende inrichtingen (B41J
19/04 heeft voorrang)
B 41 J 29/12 . Beschermkappen, afschermingen of stofkappen [5]
B 41 J 29/13 . . Kasten
of afdekkingen [5]
B 41 J 29/14 . Hulpstukken die worden bediend met het been,
bijv. met de voet of de knie
B 41 J 29/15 . Origineelstandaards die vastzitten aan de
typemachine of het afdrukapparaat (tafels, bureau’s of kantoormeubilair in het
algemeen A47B) [5]
B 41 J 29/16 . Extra houders voor artikelen, bijv. potloden
of gum
B 41 J 29/17 . Reinigingsvoorzieningen [5]
B 41 J 29/18 . Mechanismen voor het zichtbaar maken van de
afdruk voor een bediener (verschuiven van inktlinten B41J 35/20) [5]
B 41 J 29/19 . . met
reflectoren of verlichtingsinrichtingen [5]
B 41 J 29/20 . Voorzieningen van telinrichtingen
B 41 J 29/22 . . Regeltellers
B 41 J 29/24 . . Woordtellers
B 41 J 29/26 . Inrichtingen, niet-vloeibare media of
methoden voor het annuleren, corrigeren van fouten, onderstrepen of liniëren [4]
B 41 J 29/28 . . Schrijfinstrumenten
en dergelijke in houders of geleiders
B 41 J 29/30 . . Wielen
B 41 J 29/32 . . Drukletterlichamen
B 41 J 29/34 . . . die herhaaldelijk in werking worden gesteld
B 41 J 29/36 . . voor
het annuleren of corrigeren van fouten door overdrukken (B41J 31/00 heeft
voorrang) [4]
B 41 J 29/367 . . . waarbij een velvormig medium een
gepigmenteerde overdraagbare correctielaag draagt [4]
B 41 J 29/373 . . . waarbij een velvormig medium een kleeflaag
bezit waardoor foutief gedrukte karakters door afstropen kunnen worden
verwijderd [4]
B 41 J 29/377 . Koelvoorzieningen of ventilatievoorzieningen
[5]
B 41 J 29/38 . Aandrijvingen, motoren, regelingen of
automatische afsluitinrichtingen voor het gehele drukmechanisme
B 41 J 29/387 . . Automatische
afsluitinrichtingen [5]
B 41 J 29/393 . . Inrichtingen
voor het regelen of analyseren van de gehele machine [5]
B 41 J 29/40 . Middelen voor het drukken van vaste, d.w.z.
onveranderlijke, materie naast selecteerbare materie
B 41 J 29/42 . Schalen en meters, bijv. voor het bepalen
van de zijmarges
B 41 J 29/44 . . voor
het bepalen van de bovenmarges en ondermarges of voor het aanduiden dat het
papier op is
B 41 J 29/46 . Toepassingen van alarmen, bijv. reagerend op
het naderen van het einde van een regel (reagerend op breuk of het op zijn van
doordrukmateriaal B41J 17/36 of B41J 35/36)
B 41 J 29/48 . . reagerend
op breuk of het op zijn van het papier of op het naderen van de onderkant van
het papier
B 41 J 29/50 . Aanslagmechanismen voor de zijkant
B 41 J 29/52 . Aanslagmechanismen voor de bovenkant en
onderkant
B 41 J 29/54 . Blokkeerinrichtingen die zijn aangebracht op
drukmechanismen
B 41 J 29/56 . . en
handmatig in werking gesteld
B 41 J 29/58 . . en
automatisch werkend
B 41 J 29/60 . . . als reactie op storing in de
energievoorziening
B 41 J 29/62 . . . voor het blokkeren van het hamermechanisme
bij afwezigheid van papier
B 41 J 29/64 . . . voor het blokkeren van het toetsenbord door
een functie van de drukmachine
B 41 J 29/66 . . . . Blokkeerinrichtingen
die in werking worden gesteld als de degel het eind van een regel bereikt
B 41 J 29/68 . . . voor het blokkeren van het toetsenbord bij
het voltooien van een pagina of van een vooraf bepaald aantal regels, of als
het papier op is
B 41 J 29/70 . . . Grendelinrichtingen tussen twee willekeurige
mechanismen voor het verplaatsen van de wagen, bijv. spatiëermechanismen,
terugstelmechanismen of tabuleermechanismen of mechnaismen voor het terugzetten
of lossen van de wagen
B 41
J 31/00 Inktlinten (velmateriaal voor het
dupliceren of markeren B41M 5/00; opslaan van banen of banden, bijv. op haspels
B65H 75/00); Herstellen of testen van inktlinten
B 41 J 31/02 . Inktlinten die worden gekenmerkt door het
materiaal waaruit zij zijn geweven
B 41 J 31/04 . . geweven
uit synthetisch materiaal
B 41 J 31/05 . Inktlinten met andere coatings dan coatings
van afdrukmateriaal
B 41 J 31/06 . . waarbij
de coatings direct op het basismateriaal zitten, d.w.z. onder het
doordrukmateriaal; Inktlinten met basismateriaal dat is geïmpregneerd met een
ander materiaal dan afdrukmateriaal
B 41 J 31/08 . . waarbij
de coatings op het doordrukmateriaal liggen
B 41 J 31/09 . Inktlinten die worden gekenmerkt door
gebieden met een medium voor het onzichtbaar maken of verwijderen van
typefouten [4]
B 41 J 31/10 . Inktlinten met voorzieningen voor het door
de machine kunnen trekken
B 41 J 31/12 . Inktlinten met voorzieningen voor het
voorkomen van ongewenst contact tussen het doordrukmateriaal en machine-onderdelen
of andere artikelen
B 41 J 31/14 . Herstellen of testen van inktlinten
B 41 J 31/16 . . terwijl
zij in de machine zitten, door gebruik te maken van de inktlinten zelf
B 41 J 32/00 Inktlintcassettes [3]
B 41 J 32/02 . voor
eindloze linten [3]
B 41
J 33/00 Apparatuur
of voorzieningen voor het toevoeren van inktlinten of soortgelijk
doordrukmateriaal over een afstand ter grootte van een karakter (inktlintpatronen B41J
32/00)
B 41 J 33/02 .
Lintvoorzieningen
B 41 J 33/04 . . gemonteerd
op bewegende wagens
B 41 J 33/06 . . Linten
die zijn gekoppeld aan maar niet meebewegen met schrijfmachinewalsen, bijv.
dwars uitstekend ten opzichte van de lengte van de schrijfmachinewals
B 41 J 33/08 . . . en parallel uitstekend ten opzichte van de
lengte van de schrijfmachinewals
B 41 J 33/10 . . Voorzieningen
van eindloze linten
B 41 J 33/12 . . Linten
die worden gedragen door coaxiaal gemonteerde spoelen
B 41 J 33/14. . Linttoevoerinrichtingen of linttoevoermechanismen
B 41 J 33/16 . . met
een aandrijving die wordt toegepast op de spoel of de spil
B 41 J 33/18 . . . door een mechanisme met borgvertanding (B41J
33/30 heeft voorrang)
B 41 J 33/20 . . . door wrijving
B 41 J 33/22 . . . door tandwielen of aandrijfwalsen
B 41 J 33/24 . . met
een aandrijving die direct wordt toegepast op het lint
B 41 J 33/26 . . . door walsen die het lint aanraken
B 41 J 33/28 . . . door een mechanisme dat het lint voorttrekt
of grijpt
B 41 J 33/30 . . Schakelradmechanismen
B 41 J 33/32 . . Elektromagnetische
inrichtingen
B 41 J 33/34 . . aangedreven
door motoren, onafhankelijk van de machine als geheel
B 41 J 33/36 . . met
middelen voor het verstellen van de toevoersnelheid
B 41 J 33/38 . . Langzame
toevoermechanismen, bijv. met “kruiptoevoer”
B 41 J 33/382 . . . waarbij het lint alleen wordt toegevoerd
tijdens de wagenterugkeer
B 41 J 33/384 . . . . en
aan de wagen vastzit tijdens het schrijven
B 41 J 33/386 . . . waarbij het lint alleen wordt toegevoerd door
de werking van het regelafstandmechanisme
B 41 J 33/388 . . . waarbij het lint alleen wordt toegevoerd
tijdens het afdrukken van een letter
B 41 J 33/40 . . met
voorzieningen voor het omkeren van de toevoerrichting
B 41 J 33/42 . . . handmatig
B 41 J 33/44 . . . automatisch
B 41 J 33/46 . . . . en
gekenmerkt door het toepassen ervan op een mechanisme waarin twee spoelen
worden aangedreven door een mechanisme met een pal en borgvertanding
B 41 J 33/48 . . . . . met twee pallen en borgvertandingen, één
voor elke spoel
B 41 J 33/50 . . . . . met één pal of een ingebouwde dubbel-getande
pal die selectief kan aangrijpen op twee borgvertandingen, één voor elke spoel
B 41 J 33/51 . . . . en
gekenmerkt door het gebruik van specifieke omkeerregelmiddelen
B 41 J 33/512 . . . . . gebruikmakend van een draaibare omkeertaster
die de uitwendige omtrek van het gewikkelde lint raakt
B 41 J 33/514 . . . . . gebruikmakend van een draaibare omkeertaster
die het inwendige van het gewikkelde lint raakt
B 41 J 33/516 . . . . . gebruikmakend van een omkeertaster die
reageert op de spanning van het lint
B 41 J 33/518 . . . . . waarbij de omkeertaster knoppen en
dergelijke raakt die aan het lint zijn vastgemaakt bij de uiteinden ervan
B 41 J 33/52 . . Reminrichtingen
daarvoor
B 41 J 33/54 . . voor
het garanderen van een maximum levensduur van het lint (B41J 33/38 heeft
voorrang; door het verstellen van trilmechanismen B41J 35/14)
B 41 J 33/56 . . . In dwarsrichting verstelde linten
B 41 J 33/58 . . . Onder een hoek aangevoerde linten
B 41 J 33/60 . . reagerend
op een telegraafcode of ander ongewone signalen
B 41 J 35/02 .
Frames of houders voor niet-gewikkelde
korte stukken inktlint
B 41 J 35/03 . . waarbij
de houder beweegbaar is naar een rustpositie, bijv. door naar boven te zwaaien
B 41 J 35/04 . Inktlintgeleiders
B 41 J 35/06 . . stilstaand
B 41 J 35/08 . . met
spanvoorzieningen
B 41 J 35/10 . . Trilmechanismen;
Aandrijving daarvoor
B 41 J 35/12 . . . verstelbaar, bijv. voor het verschuiven van
de onderkast of bovenkast (toetswerkingen B41J 25/02)
B 41 J 35/14 . . . . voor
meerkleurendrukwerk; voor het garanderen van een maximale levensduur van het
inktlint; voor het buiten werking stellen van een inktlint
B 41 J 35/16 . Meerkleurenvoorzieningen (B41J 35/10 heeft
voorrang)
B 41 J 35/18 . . Kleurwisseling
die automatisch wordt bewerkstelligd
B 41 J 35/20 . Verschuiven van inktlinten, bijv. voor het
laten zien van een afdruk, voor het verstellen van de verschuiving van de
onderkast of bovenkast of voor het buiten werking stellen van een inktlint
B 41 J 35/22 . Mechanismen waardoor meerdere inktlinten
selectief kunnen worden gebruikt
B 41 J 35/23 . . met
twee of meer lintgeleiders
B 41 J 35/24 . Speciaal aangepaste mechanismen voor het
toevoeren van folievormig doordrukmateriaal
B 41 J 35/26 . Afschermingen of ruggen voor inktlinten
B 41 J 35/28 . Wegneembare dragers of houders voor
inktlintmechanismen
B 41 J 35/30 . Voorzieningen voor het vermenigvuldigen en
dergelijke
B 41 J 35/32 . . voor
het produceren van meerdere copieën langs de afdrukregel met één inktlint
B 41 J 35/34 . . gebruikmakend
van meerdere afzonderlijke inktlinten, bijv. met één hectografisch inktlint
B 41 J 35/35 . . gebruikmakend
van niet-gewikkelde korte stukken inktlint
B 41 J 35/36 . Alarminrichtingen, aanwijsinrichtingen of
inrichtingen voor het onderbreken van de inktlinttoevoer, die reageren op breuk
of het op zijn van het inktlint
B 41 J 35/38 . Na gebruik als afval afvoeren van inktlinten