SECTIE B BEWERKINGEN; TRANSPORT
TRANSPORT
B 60 VOERTUIGEN IN HET ALGEMEEN
Aantekening
In deze klasse
wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “voertuig” betekent alle voertuigen behalve
die welke zijn beperkt tot één van de volgende soorten voertuigen:
railvoertuigen, vaartuigen, vliegtuigen, ruimtevaartuigen, handkarren, fietsen,
door dieren getrokken voertuigen en sleden, welke vallen onder de relevante
subklassen van B61 tot B64.
De term “voertuig” omvat dus:
- voertuigkenmerken die horen bij meer
dan één van de eerder opgesomde soorten;
- bepaalde kenmerken die zijn beperkt tot
personenwagens, vrachtwagens of terreinwagens.
De volgende uitzonderingen hierop verdienen de aandacht:
(a) subklasse B60B of B60C omvat alle
voertuigwielen en voertuigbanden, behalve wielen voor rolschaatsen A63C 17/22,
wielen voor modelspoorrailvoertuigen A63H 19/22 en speciale aanpassingen van
wielen of banden voor vliegtuigen B64C 25/36;
(b) subklasse B60C omvat het verbinden van
kleppen met opblaasbare elastische lichamen in het algemeen, en is in dit
opzicht niet beperkt tot voertuigen;
(c) subklasse B60L omvat bepaalde elektrische
uitrusting van alle elektrisch aangedreven voertuigen;
(d) subklasse B60M omvat bepaalde uitrusting
voor de stroomtoevoer bij, maar los van, alle soorten elektrisch aangedreven
voertuigen;
(e) subklasse B60R omvat veiligheidsriemen of
veiligheidstuigen die worden gebruikt in alle soorten landvoertuigen; [4]
(f) subklasse B60S heeft betrekking op alle
soorten voertuigen, behalve op het onderhouden van spoorlocomotieven B61K
11/00, gronduitrusting voor vliegtuigen B64F of reinigingsapparatuur voor
vaartuigen B63B 57/00 of B63B 59/00;
(g) subklasse B60T omvat algemeen toepasbare
rembesturingssystemen en is in dit opzicht niet beperkt tot voertuigen. Het
omvat tevens servoremsystemen voor railvoertuigen en sommige andere aspecten
van remsystemen voor railvoertuigen;
(h) subklasse B60V omvat luchtkussenvoertuigen
op zich, en landvoertuigen, vaartuigen of vliegtuigen/helikopters gecombineerd
met kenmerken waardoor ze in staat zijn tevens te werken als
luchtkussenvoertuigen of waardoor ze gedeeltelijk door een luchtkussen worden
ondersteund. [9]
B 60 T REMBESTURINGSSYSTEMEN
OF DELEN DAARVAN VOOR VOERTUIGEN; REMBESTURINGSSYSTEMEN OF DELEN DAARVAN IN HET
ALGEMEEN
(regelen van elektrodynamische remsystemen B60L 7/00; gezamenlijke regeling van
remmen en andere aandrijfeenheden van voertuigen B60W); OPSTELLING VAN
REMELEMENTEN OP VOERTUIGEN IN HET ALGEMEEN; DRAAGBARE INRICHTINGEN VOOR HET
VOORKOMEN VAN ONGEWENSTE BEWEGING VAN VOERTUIGEN; VOERTUIGAANPASSINGEN VOOR HET
KUNNEN KOELEN VAN DE REMMEN [8,9]
Aantekening
In deze
subklasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “rembesturingssystemen” omvat
rembesturingssystemen voor voertuigen of met een algemene toepasbaarheid.
B 60 T
1/02 . werkend door het vertragen van wielen
B 60 T
1/04 . . direct
werkend op het loopvlak
B 60 T
1/06 . . werkend
op iets anders dan het loopvlak, bijv. op een velg, trommel, schijf of
overbrenging
B 60 T
1/08 . . gebruikmakend
van een fluïdum of een poedervormig medium
B 60 T 1/087 . . . in hydrodynamische vertragers, d.w.z.
vertragers zonder verdringing [3]
B 60 T
1/093 . . . in hydrostatische vertragers, d.w.z.
vertragers met verdringing [3]
B 60 T
1/10 . . door
het benutten van de wielbeweging voor het opslaan van energie, bijv. voor het
aandrijven van luchtcompressoren (zie bij gebruik van de voortstuwingseenheid
als remmiddel de relevante klasse)
B 60 T
1/12 . anders werkend dan door het vertragen van
wielen, bijv. door een straalwerking
B 60 T
1/14 . . direct
op de weg (draagbare inrichtingen, bijv. wielblokken, B60T 3/00)
B 60 T
1/16 . . door
het verhogen van luchtweerstand, bijv. flappen
B 60 T
7/02 . voor het door spierkracht op gang brengen
B 60 T
7/04 . . met
de voet in werking gesteld
B 60 T
7/06 . . . Plaatsing van pedalen
B 60 T
7/08 . . met
de hand in werking gesteld
B 60 T
7/10 . . . Plaatsing van handregelingen
B 60 T
7/12 . voor het automatisch op gang brengen; voor
het op gang brengen onafhankelijk van de wil van de bestuurder of passagier
B 60 T
7/14 . . werkend
bij uitschakeling van de bestuurder [9]
B 60 T
7/16 . . werkend
door afstandsbediening, d.w.z. waarbij de opstartmiddelen niet op het voertuig
zijn gemonteerd
B 60 T
7/18 . . . bediend door apparatuur langs de weg
B 60 T
7/20 . . speciaal
aangepast voor aanhangwagens, bijv. in geval van het ontkoppelen van een
aanhanger (door zwaartekracht in werking gestelde oploopremmen B60T 13/08)
B 60 T
7/22 . . werkend
door contact van een voertuig, bijv. van de bumper, met een ander object, bijv.
een ander voertuig [4]
B 60 T
8/00 Voorzieningen
voor het verstellen van de wielremkracht voor het tegemoetkomen aan variabele
voertuigcondities of wegdekcondities, bijv. voor het beperken of variëren van
de remkrachtspreiding (door veranderen van het aantal effectieve remcilinders in
servoremsystemen B60T 17/10)
Aantekening
Bij het klasseren in de groep B60T 8/17 wordt tevens
geklasseerd op de toepasselijke plaatsen in de groepen B60T 8/18, B60T 8/24,
B60T 8/26 of B60T 8/32, voorzover andere aspecten dan de elektronische regeling
van belang zijn. [8]
B 60 T
8/17 . Gebruik van elektrische of elektronische
regelmiddelen voor het regelen van de remwerking [8]
B 60 T
8/171 . . Detecteren
van parameters die worden gebruikt voor de regeling ; Meten van waarden
die worden gebruikt voor de regeling [8]
B 60 T
8/172 . . Bepalen
van controleparameters die worden gebruikt voor de regeling, bijv. bij
berekeningen waarbij gebruik wordt gemaakt van gemeten of gedetecteerde
parameters [8]
B 60 T
8/173 . . Elimineren
of verminderen van het effect van ongewenste signalen, bijv. ten gevolge van
trillingen of elektrische ruis [8]
B 60 T
8/174 . . gekenmerkt
door het gebruik van speciale regellogica, bijv. fuzzy logica [8]
B 60 T
8/175 . . Speciaal
aangepaste remregeling ter voorkoming van uitzonderlijke wielspin tijdens
voertuigversnelling, bijv. ten behoeve van tractieregeling [8,9]
B 60 T
8/1755 . . Speciaal
aangepaste remregeling voor het regelen van de voertuigstabiliteit, bijv.
waarbij rekening wordt gehouden met de uitzwaaiverhouding of de
dwarsversnelling in een bocht (aandrijfregelsystemen voor wegvoertuigen voor
het controleren van de rijstabiliteit anders dan bij het regelen van een
bijzondere subeenheid B60W 30/32) [8]
B 60 T
8/176 . . Speciaal
aangepaste remregeling ter voorkoming van uitzonderlijke wielslip tijdens
voertuigvertraging, bijv. ABS (B60R 8/1755 heeft voorrang) [8]
B 60 T
8/1761 . . . reagerend op wieldynamica of remdynamica,
bijv. wielslip, wielversnelling of de mate van verandering van de
remvloeistofdruk [8]
B 60 T
8/1763 . . . regaerend op de wrijvingscoëfficiënt tussen
de wielen en het wegdek (B60R 8/1764 heeft voorrang) [8]
B 60 T
8/1764 . . . Regelen tijdens het rijden op een oppervlak
met verschillende wrijvingscoëfficiënten, bijv. tussen de linker- en de
rechterzijde of mu-split [8]
B 60 T
8/1766 . . . Evenredig spreiden van remkrachten met
betrekking tot wielasbelasting, bijv. van de voorzijde naar de achterzijde van
het voertuig [8]
B 60 T
8/1769 . . . speciaal aangepast voor voertuigen met meer dan
één aandrijfas, bijv. vierwiel-aangedreven voertuigen [8]
B 60 T
8/18 . reagerend op het voertuiggewicht of de
voertuigbelasting, bijv. de spreiding van de belasting (B60T 8/30 heeft
voorrang; reagerend op het gewicht en een snelheidsconditie B60T 8/58) [4]
B 60 T
8/20 . . met
een stapsgewijze regelwerking
B 60 T
8/22 . . met
een continue regelwerking
B 60 T
8/24 . reagerend op het overhellen of veranderen
van de rijrichting van een voertuig, bijv. in bochten
B 60 T
8/26 . gekenmerkt door het verschillend afremmen
van voorwielen en achterwielen
B 60 T
8/28 . . reagerend
op vertraging [4]
B 60 T
8/30 . . reagerend
op belasting [4]
B 60 T
8/32 . reagerend op een snelheidsconditie, bijv.
versnelling of vertraging (B60T 8/28 heeft voorrang) [4,9]
B 60 T
8/34 . . met
een fluïdumdrukregelaar die reageert op een snelheidsconditie [4]
B 60 T
8/36 . . . met een regelklep die reageert op een
elektromagnetische kracht [4]
B 60 T
8/38 . . . met klepmiddelen die kunnen worden
teruggetrokken of die door de bestuurder kunnen worden bediend [4]
B 60 T
8/40 . . . met een extra fluïdumcircuit met
fluïdumdrukmiddelen voor het modificeren van de druk van het remfluïdum, bijv.
met door een wiel aangedreven pompen voor het detecteren van een snelheidsconditie,
of met pompen die worden geregeld door middelen los van het remsysteem [4]
B 60 T
8/42 . . . met expansiekamers voor het regelen van de
druk [4]
B 60 T
8/44 . . . samenwerkend met een door een energiebron
gesteunde versterkingsmiddelen in samenhang met een commandocilinder voor het
regelen van het opheffen en weer tot stand brengen van de remdruk door een
wisselwerking met de door een energiebron gesteunde inrichting [4]
B 60 T
8/46 . . . waarbij de druk wordt verlaagd door het
wegleiden van fluïdum [4]
B 60 T
8/48 . . . waarbij de bedieningsinrichting voor de rem
wordt verbonden met een afwisselende of extra bron voor fluïdumdruk [4]
B 60 T
8/50 . . . met middelen voor het regelen van de mate
waarin opnieuw druk wordt uitgeoefend op de rem [4]
B 60 T
8/52 . . Detecteren
van torsie, d.w.z. waarbij de remwerking wordt geregeld door krachten die
zorgen of de neiging hebben te zorgen voor een draaibeweging of een
rotatiebeweging op een afgeremd rotatielichaam [4]
B 60 T
8/54 . . door
mechanische middelen [4]
B 60 T
8/56 . . met
middelen voor het veranderen van de wrijvingscoëfficiënt [4]
B 60 T
8/58 . . reagerend
op snelheid en een andere conditie of op meerdere snelheidscondities [4]
Aantekening
In deze groep wordt één toestand die zelf reageert op,
of staat voor, een andere op zich staande conditie niet beschouwd als meerdere
condities. [4]
B 60 T
8/60 . . . gebruikmakend van een elektrisch circuit
voor het regelen van de remwerking, waarbij het circuit een regelfunctie afleidt
met betrekking tot de dynamiek van het afgeremde voertuig of wiel [4]
B 60 T
8/62 . . . . waarin
de afzonderlijke voertuigwielen zijn voorzien van (i) zelfstandig aangedreven
remsystemen die de afzonderlijke wielen bedient in overeenstemming met de
dynamische toestand ervan of (ii) een centrale verwerkingseenheid (CPU) die
invoer krijgt van afzonderlijke wielen of wielgroepen en die meerdere
regelsignalen produceert voor het apart bedienen van afzonderlijke wielen of
wielgroepen [4]
B 60 T
8/64 . . . . waarin
de geregelde remwerking wordt gekenmerkt door de wijze waarop de druk van het
remfluïdum wordt verkleind en opnieuw wordt uitgeoefend [4]
B 60 T
8/66 . . . . waarin
de remwerking reageert op het verschil tussen een berekende of andere theoretische
voertuigsnelheid en een werkelijke snelheid van een wiel daarvan [4]
B 60 T
8/68 . . . . . waarin de remwerking wordt geregeld door een
verschil tussen de mate van verandering van de voertuigsnelheid en de mate van
verandering van de wielsnelheid [4]
B 60 T
8/70 . . . . . waarbij zowel versnelling als vertraging van
ofwel het voertuig ofwel het wiel wordt afgetast [4]
B 60 T
8/72 . . reagerend
op het verschil tussen een snelheidsconditie, bijv. vertraging, en een vaste referentie
(B60T 8/66 heeft voorrang) [4]
B 60 T
8/74 . . . waarbij een mate van snelheidsverandering
wordt afgetast [4]
B 60 T 8/76 . . . waarbij twee of meer aftastmiddelen voor
verschillende wielen een indicatie geven voor dezelfde soort snelheidsconditie [4]
B 60 T
8/78 . . . gebruikmakend van een elektrisch circuit
voor het regelen van de remwerking, waarbij het circuit een regelfunctie
afleidt met betrekking tot de dynamiek van het afgeremde voertuig of wiel [4]
B 60 T
8/80 . . . . Middelen
voor het aftasten van een mate van snelheidsverandering [4]
B 60 T
8/82 . . . . waarbij
twee of meer aftastmiddelen van verschillende wielen een indicatie geven voor
dezelfde soort snelheidsconditie [4]
B 60 T
8/84 . . . . waarbij
twee wielen of wielgroepen worden geregeld in afhankelijkheid van het gedrag
van een referentiewiel of referentiewielgroep, met middelen voor het veranderen
van het referentiewiel, bijv. met een “hoog/laag-selectie” [4]
B 60 T
8/86 . . waarin
de remmen automatisch werken in overeenstemming met een snelheidsconditie en
met middelen voor het overheersen van de automatische reminrichting bij slippen
[4]
B 60 T
8/88 . . met
middelen die reageren op storing, d.w.z. middelen voor het detecteren en
weergeven van een defecte werking van de op snelheid reagerende regelmiddelen [4]
B 60 T
8/90 . . . gebruikmakend van een nagebootst
snelheidssignaal voor het testen van de op snelheid reagerende regelmiddelen [4]
B 60 T
8/92 . . . automatisch corrigerend [4]
B 60 T
8/94 . . . . op
een fluïdumdrukregelaar [4]
B 60 T
8/96 . . . . op
snelheid reagerende regelmiddelen [4]
B 60 T 10/00 Besturen
of regelen voor het continu afremmen waarbij gebruik wordt gemaakt van een fluïdum
of een poedervormig medium, bijv. voor gebruik tijdens het afdalen van een
lange helling [4]
B 60 T 10/02 . met een hydrodynamische rem [4]
B 60 T 10/04 . met een hydrostatische rem [4]
B 60 T 11/00 Overbrengen
van de remwerking van opstartmiddelen naar de uiteindelijke
rembedieningsinrichting, zonder extra energie of energie-aandrijving, of
waarbij dit niet relevant is [5,9]
B 60 T 11/04 . met mechanische overbrenging [5]
B 60 T 11/06 . . Compensatievoorzieningen
[5]
B 60 T 11/08 . . met
een variabele hefboomwerking [5]
B 60 T 11/10 . met overbrenging door fluïdummiddelen, bijv.
hydraulisch [5]
B 60 T 11/12 . . waarin
de overgebrachte kracht wordt gevarieerd (B60T 11/16 tot B60T 11/28 hebben
voorrang) [5]
B 60 T 11/14 . . waarbij
de overgebrachte kracht in hoofdzaak onveranderd blijft [5]
B 60 T 11/16 . . Commandobesturing,
bijv. commandocilinders [5,9]
B 60 T 11/18 . . . Verbinden daarvan met opstartmiddelen [5]
B 60 T 11/20 . . . Eenheden van commandocilinders in een
tandemopstelling, zij-aan-zij opstelling of andere meervoudige opstelling [5]
B 60 T 11/21 . . . . met
twee pedalen die werken op respectievelijke circuits, waarbij de drukken daarin
worden vereffend als beide pedalen samen worden bediend, bijv. voor het sturen)
[5,9]
B 60 T 11/22 . . . gekenmerkt door het deel uitmaken van het
reservoir [5]
B 60 T 11/224 . . . met middelen voor het variëren van de druk,
bijv. met een tweetrapsbediening door het gebruik van verschillende zuigerdiameters
met een continue variatie van de ene diameter naar een andere [5]
B 60 T 11/228 . . . Voorzieningen voor het in stand houden van
de druk, bijv. voor het bijvullen van de commandocilinderkamer met fluïdum uit
een reservoir (B60T 11/232 heeft voorrang) [5]
B 60 T 11/232 . . . Recuperatiekleppen [5]
B 60 T 11/236 . . . Zuigerafdichtingsvoorzieningen [5]
B 60 T 11/24 . . Losse
opstartmiddelen die werken op meer dan één circuit, bijv. dubbele circuits
(meervoudige commandocilindereenheden B60T 11/20) [5]
B 60 T 11/26 . . Reservoirs
(een geheel vormend met commandoregelingen B60T 11/22) [5]
B 60 T 11/28 . . Speciaal
aangepaste kleppen daarvoor (recuperatiekleppen B60T 11/232) [5]
B 60 T 11/30 . . . Ontluchtingskleppen voor hydraulische remsystemen
[5]
B 60 T 11/32 . . . Automatische afsluiters voor beschadigde
leidingen [5]
B 60 T 11/34 . . . Druk-verlagende of druk-beperkende kleppen [5]
B 60 T 13/00 Overbrengen
van de remwerking van opstartmiddelen naar de uiteindelijke rembedieningsinrichting,
met extra energie of energie-aandrijving; Remsystemen met dergelijke
overbrengingsmiddelen, bijv. luchtdrukremsystemen [9]
B 60 T 13/02 . met mechanisch ondersteuning of aandrijving
B 60 T 13/04 . . met
een veer of gewicht (door een fluïdum ontlast B60T 13/10)
B 60 T 13/06 . . door
zwaartekracht, bijv. een vliegwiel
B 60 T 13/08 . . . Oploopremmen [9]
B 60 T 13/10 . met fluïdumondersteuning, fluïdumaandrijving
of fluïdumontlasting
B 60 T 13/12 . . met
een vloeistof als fluïdum
B 60 T 13/122 . . . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van
zowel een commandocilinder als een verdeelklep; Structurele stelsels van
commandocilinders met verdeelkleppen [6]
B 60 T 13/125 . . . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van
een remdrukverdeelklep zonder commandocilinder [6]
B 60 T 13/128 . . . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt een
versterker die hydraulisch gecombineerd is met een commandocilinder [6]
B 60 T 13/13 . . . . met
een extra directe hydraulische uitvoer van de versterker naar het remcircuit
[6]
B 60 T 13/132 . . . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van
een versterker met mechanische uitvoer, bijv. naar de commandocilinder [6]
B 60 T 13/135 . . . Versterkers die worden gekenmerkt door een
stuurklep in de versterkerzuiger [6]
B 60 T 13/138 . . . Druktoevoervoorzieningen [6]
B 60 T 13/14 . . . . gebruikmakend
van accumulatoren of reservoirs [6]
B 60 T 13/16 . . . . direct
gebruikmakend van pompen, d.w.z. zonder tussenkomst van accumulatoren of
reservoirs [6]
B 60 T 13/18 . . . . . waarbij de pompuitvoerafgifte wordt geregeld
[6]
B 60 T 13/20 . . . . . waarbij de pompaandrijfmiddelen worden
geregeld [6]
B 60 T 13/22 . . . Remmen met veren of gewichten, die
hydraulisch worden ontlast
B 60 T 13/24 . . met
een gasvormig fluïdum
B 60 T 13/26 . . . Compressieluchtsystemen
B 60 T 13/36 . . . . direct,
d.w.z. waarbij de remmen direct werken door gecomprimeerde lucht
B 60 T 13/38 . . . . Remmen
met veren of gewichten, die door gecomprimeerde lucht worden ontlast
B 60 T 13/40 . . . . indirect,
d.w.z. versterkereenheden voor compressielucht
B 60 T 13/44 . . . . . met versterkereenheden met twee kamers
B 60 T 13/45 . . . . . met meervoudige versterkereenheden, bijv. in
een tandemopstelling [5]
B 60 T 13/46 . . . Vacuümsystemen
B 60 T 13/48 . . . . direct,
d.w.z. waarbij de remmen direct werken door een vacuüm
B 60 T 13/50 . . . . Remmen
met veren of gewichten, die door een vacuüm worden ontlast
B 60 T 13/52 . . . . indirect,
d.w.z. vacuümversterkereenheden
B 60 T 13/56 . . . . . met versterkereenheden met twee kamers
B 60 T 13/563 . . . . . met meervoudige versterkereenheden, bijv. in
een tandemopstelling [5]
B 60 T 13/565 . . . . . gekenmerkt door de samenhang met
commandocilinders, bijv. als één geheel [5]
B 60 T 13/567 . . . . . gekenmerkt door constructieve aspecten van
de behuizing of door de voorzieningen voor het wapenen of bevestigen daarvan [5]
B 60 T 13/569 . . . . . gekenmerkt door zuigerdetails, bijv. de
constructie of bevestiging, of het diafragma [5]
B 60 T 13/57 . . . . . gekenmerkt door constructieve aspecten van
regelkleppen [5]
B 60 T 13/573 . . . . . gekenmerkt door reactie-inrichtingen [5]
B 60 T 13/575 . . . . . . gebruikmakend
van verende schijven of kussens [5]
B 60 T 13/577 . . . . . . gebruikmakend
van hefbomen [5]
B 60 T 13/58 . . Gecombineerde
of omvormbare systemen
B 60 T 13/60 . . . met zowel fluïdumdruk als vacuüm
B 60 T 13/62 . . . zowel rechtstreeks als automatisch
B 60 T 13/64 . . . zowel los als meervoudig, bijv. los en in
tandem-opstelling
B 60 T 13/66 . . Elektrisch
regelen van remsystemen met fluïdumdruk
B 60 T 13/68 . . . door elektrisch geregelde kleppen
B 60 T 13/70 . . . door met een fluïdum geregelde schakelaars
B 60 T 13/72 . . . in vacuümsystemen
B 60 T 13/74 . met elektrische ondersteuning of aandrijving
B 60 T 15/00 Constructie,
opstelling of bediening van kleppen die deel uitmaken van servoremsystemen
voorzover niet vallend onder de groepen B60T 11/00 of B60T 13/00 (klepstructuren die
reageren op een snelheidsconditie B60T 8/34) [4,9]
B 60 T 15/02 . Loskleppen en ontlastkleppen
B 60 T 15/04 . . Machinistenkranen
B 60 T 15/06 . . . Losse machinistenkranen voor drukremmen
zonder automatische regeling
B 60 T 15/08 . . . Machinistenkranen voor drukremmen met
automatische regeling [9]
B 60 T 15/10 . . . voor vacuümremmen
B 60 T 15/12 . . . gecombineerd met terugstelkleppen en
dergelijke
B 60 T 15/14 . . . waarmee elektrische regelmiddelen worden
beïnvloed
B 60 T 15/16 . . . Voorzieningen voor het kunnen regelen van
systemen vanuit twee of meer posities
B 60 T 15/18 . . Driewegkleppen
of andere terugstelkleppen die een stap-voor-stap lossing of ontlasting mogelijk
maken en die in werking worden gesteld door het variëren van de druk in de
remleiding voor het verbinden van remcilinders en dergelijke met gecomprimeerde
lucht, of met een vacuüm of de atmosfeer
B 60 T 15/20 . . . geregeld door twee fluïdumdrukken
B 60 T 15/22 . . . . met
één of meer hulpkleppen voor het remmen, ontlasten of vullen van reservoirs
B 60 T 15/24 . . . geregeld door drie fluïdumdrukken
B 60 T 15/26 . . . . zonder
een snelle remwerking
B 60 T 15/28 . . . . . en met hulpkleppen
B 60 T 15/30 . . . . met
een snelle remwerking
B 60 T 15/32 . . . . . en met hulpkleppen
B 60 T 15/34 . . . afwisselend geregeld door twee of drie
fluïdumdrukken
B 60 T 15/36 . . Andere
regelinrichtingen of regelkleppen met bepaalde functies
B 60 T 15/38 . . . voor het snel opvangen en sterk remmen,
bijv. met een hulpreservoir voor het opvangen van een snelheidsvermindering
B 60 T 15/40 . . . . met
afzonderlijke opvangcilinders en loscilinders
B 60 T 15/42 . . . met een snelle remwerking, d.w.z. met versnellingskleppen
die in werking worden gesteld door het variëren van de druk in een remleiding
B 60 T 15/44 . . . . en
onafhankelijk bediend van de hoofdregelinrichting
B 60 T 15/46 . . . voor het vertragen van de remwerking voor het
voorkomen van het inhalen van het voorgaande voertuig door achteropkomende
voertuigen bij een voertuigenreeks
B 60 T 15/48 . . . voor het vullen van reservoirs
B 60 T 15/50 . . . . met
middelen voor het beperken of ontlasten van de druk in reservoirs
B 60 T 15/52 . . . voor het snel ontlasten van remmen, bijv.
voor het beïnvloeden van de tegendruk in driewegkleppen of voor het opnieuw
laten circuleren van lucht van het reservoir of de remcilinder naar de
remleiding
B 60 T 15/54 . . . voor het regelen van de ontluchting van
driewegkleppen of remcilinders
B 60 T 15/56 . . . voor het vullen van reservoirs door middel
van een tweede toevoerleiding
B 60 T 15/58 . . . voor het toevoeren van regelimpulsen via een
tweede luchtleiding
B 60 T 15/60 . . . voor het ontlasten of lossen van remmen bij
het ontkoppelen van de voertuigen van een voertuigenreeks
B 60 T 17/00 Onderdelen,
details of accessoires van remsystemen voorzover niet vallend onder de groepen
B60T 8/00, B60T 13/00 of B60T 15/00, of met andere kenmerkende aspecten [4,9]
B 60 T 17/02 . Voorzieningen van pompen, compressoren of
regelinrichtingen daarvoor
B 60 T 17/04 . Opstelling van leidingwerk, kleppen in het
leidingwerk, bijv. afsluiters, koppelingen of luchtslangen [4,9]
B 60 T 17/06 . Toepassingen of voorzieningen van reservoirs
B 60 T 17/08 . Andere remcilinders dan uiteindelijke
bedieningsmiddelen [9]
B 60 T 17/10 . . Twee
of meer cilinders die op dezelfde rem werken met middelen voor het selectief of
opeenvolgend laten werken daarvan, waarbij het aantal effectieve cilinders
variabel is
B 60 T 17/12 . . . in overeenstemming met het voertuiggewicht
B 60 T 17/14 . . . in overeenstemming met de voertuigsnelheid
B 60 T 17/16 . . Blokkeren
van remcilinders
B 60 T 17/18 . Veiligheidsinrichtingen; Bewaken
B 60 T 17/20 . . Veiligheidsinrichtingen
die kunnen worden bediend door andere passagiers dan de bestuurder
B 60 T 17/22 . . Inrichtingen
voor het bewaken of controleren van remsystemen; Signaalinrichtingen