SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

TRANSPORT

 

B 61        SPOORWEGEN

 

              Aantekening

 

              In deze klasse wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “spoorwegsystemen” omvatten tevens:

                        (a)      systemen waarin treinen of afzonderlijke personenrijtuigen of goederenwagons rijden op of worden geleid door op de bodem of hoger gelegen sporen in de vorm van rails, touwen, kabels of andere geleidingselementen voor wielen, rollen of glijdende antifrictie-inrichtingen (permanent vastgemaakt aan een continu tractie-element B65G 17/00);

                        (b)      systemen waarin voorzieningen voor het vervoeren of voortduwen van personen of ladingen vastzitten, bijv. door ophanging, aan een geleid sleeptouw of een geleide sleepkabel die hun pad van beweging bepaalt (kettingtransporteurs, schrapertransporteurs B65G 17/00 of B65G 19/00);

                        (c)      door een krachtbron aangedreven of vrij bewegende systemen van één der bovengenoemde soorten waarin rijtuigen, lastdragers of lasten selectief gekoppeld kunnen zijn aan of afgekoppeld kunnen worden van continue tractielichamen, bijv. kabels of kettingen.

 

B 61 J     VERPLAATSEN OF RANGEREN VAN RIJTUIGEN (verplaatsen van voertuigen in het algemeen B60S; rangeersystemen B61B)

 

B 61 J       1/00                    Draaiplateaus; Rolbruggen; Transporteren van railvoertuigen op andere railvoertuigen of lastenrijders (rangeren B61J 3/00)

B 61 J       1/02                    .    Draaiplateaus; Ingebouwde stopblokken

B 61 J       1/04                    .    .    in de vorm van een normaal spoor

B 61 J       1/06                    .    .    voor spoorwegen met hangende rijtuigen, bijv. luchtkabelsporen

B 61 J       1/08                    .    .    voor het met elkaar verbinden van schuinliggende sporen of sporen van verschillende hoogte (wagonliften B66)

B 61 J       1/10                    .    Rolbruggen

B 61 J       1/12                    .    Rollers of inrichtingen voor het verplaatsen of transporteren van railvoertuigen over rails

 

B 61 J       3/00                    Rangeerinrichtingen of inrichtingen voor het slepen over korte afstand; Soortgelijke inrichtingen voor het slepen van treinen langs steile hellingen of als starthulpmiddelen; Inrichtingen daarvoor voor het voortbewegen van treinstellen (bovenloopkranen die zijn gecombineerd met hulpmiddelen voor het rangeren van wagons B66C 17/26; kaapstanders B66D)

B 61 J       3/02                    .    Rangeerterreinen met rangeerheuvels (aan de rails bevestigde spoorremmen of vertragingsapparatuur B61K 7/02)

B 61 J       3/04                    .    Rangeerinrichtingen of sleepinrichtingen voor wagons met aandrijfmiddelen in de vorm van tractiekabel of een eindloze ketting

B 61 J       3/06                    .    .    met een lorrie die of een rijtuig dat tegen het rijtuig aankomt

B 61 J       3/08                    .    Inrichtingen met heen en weer bewegende duwstangen of soortgelijke aandrijfmechanismen die zijn gecombineerd met het spoor waarover wordt gerangeerd of gesleept (gelijksoortige spoorsystemen B61B 13/12)

B 61 J       3/10                    .    Inrichtingen voor het rangeren of positioneren van wagons, die werken als een koevoet (breekijzers of koevoeten in het algemeen B66F 15/00)

B 61 J       3/12                    .    Zelfrijdende trekkers of duwvoertuigen, bijv. mules (met kabeltractie B61J 3/06)

 

B 61 J     99/00                   Onderwerpen voorzover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]