SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

TRANSPORT

 

B 62        LANDVOERTUIGEN VOOR HET ANDERS DAN OVER RAILS REIZEN

 

B 62 M    DOOR DE BERIJDER VOORTBEWOGEN VOERTUIGEN MET WIELEN OF SLEDEN; DOOR EEN ENERGIEBRON VOORTBEWOGEN SLEDEN OF FIETSEN; SPECIAAL AANGEPASTE OVERBRENGINGEN VOOR DERGELIJKE VOERTUIGEN (opstelling of bevestiging van overbrengingen in voertuigen in het algemeen B60K; overbrengingselementen op zich F16)

 

              Aantekening

 

              In deze subklasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         “overbrenging” betekent alle delen tussen de krachtbron of het deel waarop een berijder direct voortstuwingskracht uitoefent, bijv. pedaalkrukken, en een aangedreven grondwiel.

 

Door de berijder voortbewogen voertuigen met wielen [9,10]

 

B 62 M      1/00                    Door de berijder voortbewogen voertuigen met wielen (voortbeweging door de berijder met een extra krachtbron B62M 6/00; voortbeweging door stangen die de grond raken B62M 29/02) [9,10]

B 62 M      1/10                    .    waarbij sprake is van inrichtingen voor het af en toe mechanisch opslaan en weer afgeven van energie, bijv. opstelling van vliegwielen [10]

B 62 M      1/12                    .    bediend door zowel handkracht als voetkracht [13]

B 62 M      1/14                    .    uitsluitend bediend door handkracht [13]

B 62 M      1/16                    .    .    door middel van een heen en weer beweegbaar stuur [13]

B 62 M      1/18                    .    door beweging van het zadel van de berijder

B 62 M      1/20                    .    .    met extra voortbewegingsmiddelen voor de berijder

B 62 M      1/24                    .    met roterende hefbomen, bijv. met voethefbomen (hefbomen die kunnen worden vastgezet als voetsteun B62M 5/00) [13]

B 62 M      1/26                    .    .    gekenmerkt door roterende krukassen in combinatie met heen en weer bewegende hefbomen [13]

B 62 M      1/28                    .    .    gekenmerkt door het gebruik van flexibele aandrijflichamen, bijv. kettingen [13]

B 62 M      1/30                    .    .    gekenmerkt door het gebruik van tussenversnellingen [13]

B 62 M      1/32                    .    .    gekenmerkt door het direct aandrijven van de wielas, bijv. door gebruik van een palwiel [13]

B 62 M      1/34                    .    door wandelen op een eindloze band [13]

B 62 M      1/36                    .    met roterende krukassen, bijv. met pedaalkrukken (B62M 1/34 heeft voorrang; gecombineerd met heen en weer gaande hefbomen B62M 1/26; krukassen die kunnen worden vastgezet als voetsteun B62M 5/00) [13]

B 62 M      1/38                    .    .    voor het direct aandrijven van de wielas [13]

 

B 62 M      3/00                    Constructie van hefbomen die worden bediend met de hand of voet [13]

B 62 M      3/02                    .    met een verstelbare lengte

B 62 M      3/04                    .    .    automatisch

B 62 M      3/06                    .    met een elliptische of een andere niet-cirkelvormige rotatiebeweging

B 62 M      3/08                    .    Pedalen

B 62 M      3/10                    .    .    Geheel metalen pedalen

B 62 M      3/12                    .    .    met reflectoren

B 62 M      3/14                    .    Handgrepen voor met de hand bediende krukken

B 62 M      3/16                    .    Accessoires

 

B 62 M      5/00                    Met de voet aangedreven hefbomen als pedaalkrukken die kunnen worden vastgezet als voetsteunen (vastzetten tegen diefstal B62H 5/10)

 

B 62 M      6/00                    Door de berijder voortbewogen voertuigen met wielen met een extra krachtbron, bijv. een verbrandingsmotor of een elektromotor [10]

 

              Aantekening

 

              In deze hoofdgroep is de prioriteitsregel voor de eerste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de eerst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [10,15]

 

B 62 M      6/10                    .    Door de berijder voortbewogen fietsen met een extra verbrandingsmotor [10]

B 62 M      6/15                    .    .    Regelen of bedienen daarvan [10]

B 62 M      6/20                    .    .    met krachtbronaandrijving op krukasdelen [10]

B 62 M      6/25                    .    .    met krachtbronaandrijving op as-delen [10]

B 62 M      6/30                    .    .    met krachtbronaandrijving op één enkel flexibel oneindig deel, bijv. een ketting, tussen de krukas en een wielas van de fiets, waarbij de motor het flexibele oneindige deel raakt [10]

B 62 M      6/35                    .    .    met krachtbronaandrijving door wrijvingsrollen of overbrengingen die een grondwiel raken [10]

B 62 M      6/40                    .    Door de berijder voortbewogen fietsen met een extra elektromotor [10]

B 62 M      6/45                    .    .    Regelen of bedienen daarvan [10]

B 62 M      6/50                    .    .    .    gekenmerkt door detectoren of sensoren, of de opstelling daarvan [10]

B 62 M      6/55                    .    .    met krachtbronaandrijving op krukasdelen [10]

B 62 M      6/60                    .    .    met krachtbronaandrijving op as-delen [10]

B 62 M      6/65                    .    .    .    waarbij de as en de aandrijfas coaxiaal zijn geplaatst [10]

B 62 M      6/70                    .    .    met krachtbronaandrijving op één enkel flexibel oneindig deel, bijv. een ketting, tussen de krukas en een wielas van de fiets, waarbij de motor het flexibele oneindige deel raakt [10]

B 62 M      6/75                    .    .    met krachtbronaandrijving door wrijvingsrollen of overbrengingen die een grondwiel raken [10]

B 62 M      6/80                    .    Accessoires, bijv. energiebronnen; Opstelling daarvan [10]

B 62 M      6/85                    .    .    Zonnecellen [10]

B 62 M      6/90                    .    .    Accu’s of batterijen [10]

 

B 62 M      7/00                    Motorfietsen die worden gekenmerkt door de positie van de motor (voortbeweging door de berijder met een extra krachtbron, bijv. een extra verbrandingsmotor of elektromotor B52M 6/00; frames die worden gekenmerkt door de positie van de motor B62K 11/00) [10]

B 62 M      7/02                    .    met de motor tussen voorwielen en achterwielen

B 62 M      7/04                    .    .    onder het frame

B 62 M      7/06                    .    .    direct onder het zadel of de zitting

B 62 M      7/08                    .    met de motor boven het achterwiel

B 62 M      7/10                    .    met de motor boven het voorwiel

B 62 M      7/12                    .    met de motor naast of binnen het aangedreven wiel

B 62 M      7/14                    .    met de motor op een hulpeenheid met wielen, bijv. een aanhanger of zijspanwagen (aanhangers B60P of B62D; zijspanwagens B62K 27/00)

 

Overbrengingen

 

B 62 M      9/00                    Overbrengingen die worden gekenmerkt door het gebruik van een oneindige ketting, riem en dergelijke (fietskettingkasten B62J 13/00)

 

              Aantekening

 

              In deze hoofdgroep is de prioriteitsregel voor de eerste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de eerst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [10,15]

 

B 62 M      9/02                    .    met een vaste verhouding

B 62 M      9/04                    .    met een veranderbare verhouding

B 62 M      9/06                    .    .    gebruikmakend van één ketting, riem en dergelijke

B 62 M      9/08                    .    .    .    waarbij sprake is van een excentrisch gemonteerd of ellipsvormig aandrijfwiel of aangedreven wiel; met een te vergroten aandrijfwiel of aangedreven wiel

B 62 M      9/10                    .    .    .    waarbij sprake is van wielen van verschillende grootte die selectief in aanraking komen met de ketting, riem en dergelijke

B 62 M      9/12                    .    .    .    .    waarbij de ketting, riem en dergelijke in dwarsrichting verschuifbaar is

B 62 M      9/121                  .    .    .    .    .    Derailleurs aan de achterzijde [10]

B 62 M      9/122                  .    .    .    .    .    .    elektrisch of hydraulisch bediend; Regelingen daarvoor [10]

B 62 M      9/123                  .    .    .    .    .    .    waarbij de overbrenging automatisch wordt veranderd [10]

B 62 M      9/124                  .    .    .    .    .    .    Mechanismen voor het zijdelings verschuiven [10]

B 62 M      9/1242                 .    .    .    .    .    .    .    gekenmerkt door de verbindingsmechanismen [10]

B 62 M      9/1244                 .    .    .    .    .    .    .    waarbij de beweging wordt beperkt of gepositioneerd [10]

B 62 M      9/1246                 .    .    .    .    .    .    .    .    gebruikmakend van nokken of platen [10]

B 62 M      9/1248                 .    .    .    .    .    .    .    gekenmerkt door het gebruik van voorspanmiddelen, bijv. veren; Opstelling daarvan [10]

B 62 M      9/125                  .    .    .    .    .    .    Bevestigen van de derailleur op het frame [10]

B 62 M      9/126                  .    .    .    .    .    .    Kettinggeleiders; Bevestigen daarvan [10]

B 62 M      9/127                  .    .    .    .    .    .    Bevestigen of geleiden van kabels [10]

B 62 M      9/128                  .    .    .    .    .    .    Accessoires, bijv. beschermers [10]

B 62 M      9/131                  .    .    .    .    .    Derailleurs aan de voorzijde [10]

B 62 M      9/132                  .    .    .    .    .    .    elektrisch of hydraulisch bediend; Regelingen daarvoor [10]

B 62 M      9/133                  .    .    .    .    .    .    waarbij de overbrenging automatisch wordt veranderd [10]

B 62 M      9/134                  .    .    .    .    .    .    Mechanismen voor het zijdelings verschuiven [10]

B 62 M      9/1342                 .    .    .    .    .    .    .    gekenmerkt door de verbindingsmechanismen [10]

B 62 M      9/1344                 .    .    .    .    .    .    .    waarbij de beweging wordt beperkt of gepositioneerd [10]

B 62 M      9/1346                 .    .    .    .    .    .    .    .    gebruikmakend van nokken of platen [10]

B 62 M      9/1348                 .    .    .    .    .    .    .    gekenmerkt door het gebruik van voorspanmiddelen, bijv. veren; Opstelling daarvan [10]

B 62 M      9/135                  .    .    .    .    .    .    Bevestigen van de derailleur op het frame [10]

B 62 M      9/136                  .    .    .    .    .    .    Kettinggeleiders; Bevestigen daarvan [10]

B 62 M      9/137                  .    .    .    .    .    .    Bevestigen of geleiden van kabels [10]

B 62 M      9/138                  .    .    .    .    .    .    Accessoires, bijv. beschermers [10]

B 62 M      9/14                    .    .    .    .    waarbij de wielen in dwarsrichting verschuifbaar zijn

B 62 M      9/16                    .    Uitrusting voor het aanspannen of verstellen van kettingen, riemen en dergelijke

 

B 62 M    11/00                   Overbrengingen die worden gekenmerkt door het gebruik van in elkaar grijpende tandwielen of wrijvingswielen (met een rol die de omtrek van een grondwiel raakt B62M 6/35, B62M 6/75 of B62M 13/00) [10]

B 62 M    11/02                   .    met een vaste verhouding

B 62 M    11/04                   .    met een veranderbare verhouding

B 62 M    11/06                   .    .    met rechte tandwielen (B62M 11/14 heeft voorrang)

B 62 M    11/10                   .    .    met conische tandwielen (B62M 11/14 heeft voorrang)

B 62 M    11/12                   .    .    met wrijvingswielen (B62M 11/14 heeft voorrang)

B 62 M    11/14                   .    .    met planeetwielen

B 62 M    11/16                   .    .    .    ingebouwd in of naast de naaf van het grondwiel

B 62 M    11/18                   .    .    .    met meerdere planeetwielstelsels

 

B 62 M    13/00                   Overbrengingen die worden gekenmerkt door het gebruik van wrijvingsrollen die de omtrek van het grondwiel raken (voor door de berijder voortbewogen fietsen met een extra krachtbron B62M 6/35 of B62M 6/75) [10]

B 62 M    13/02                   .    met een veranderbare verhouding, bijv. met een rol met variabele diameter

B 62 M    13/04                   .    met middelen voor het in aandrijfcontact met het grondwiel brengen van een rol

 

B 62 M    15/00                   Overbrengingen die worden gekenmerkt door het gebruik van krukassen en koppelstangen

 

B 62 M    17/00                   Overbrengingen die worden gekenmerkt door het gebruik van een rotatie-as, bijv. een cardanas

 

B 62 M    19/00                   Overbrengingen die worden gekenmerkt door het gebruik van een niet-mechanische overbrenging, bijv. een fluïdumoverbrenging

 

B 62 M    21/00                   Overbrengingen die worden gekenmerkt door het gebruik van verende elementen daarin

 

B 62 M    23/00                   Overbrengingen die worden gekenmerkt door het gebruik van andere elementen; Andere overbrengingen

B 62 M    23/02                   .    gekenmerkt door het gebruik van twee of meer ongelijksoortige energiebronnen, bijv. overbrengingen voor hybride motorfietsen (overbrengingen voor voertuigen met wielen waarbij gebruik wordt gemaakt van voortbeweging door de berijder met een extra krachtbron B62M 6/00) [10]

 

B 62 M    25/00                   Speciaal aangepaste middelen voor het in werking stellen van tandwielversnellingsmechanismen voor fietsen (door de berijder bediende fietsbesturingen in het algemeen B62K 23/00; versnellingsmechanismen met tandwielen F16H)

B 62 M    25/02                   .    met mechanische overbrengingssystemen, bijv. kabels of hefbomen

B 62 M    25/04                   .    .    met de hand in werking gesteld

B 62 M    25/06                   .    .    met de voet in werking gesteld

B 62 M    25/08                   .    met elektrische overbrengingssystemen of fluïdum-overbrengingssystemen

 

B 62 M    27/00                   Voortstuwingsinrichtingen voor sleden en dergelijke (geduwd of getrokken door personen of dieren B62B of B62C; voortbewogen door windkracht B62B 15/00)

B 62 M    27/02                   .    door een energiebron aangedreven

 

B 62 M    29/00                   Niet elders ondergebrachte, grond-aanrakende voortstuwingsinrichtingen voor fietsen, sleden of door de berijder voortbewogen voertuigen met wielen

B 62 M    29/02                   .    gebruikmakend van stangen die de grond raken