SECTIE B         BEWERKINGEN; TRANSPORT

 

TRANSPORT

 

B 66        HIJSEN; HEFFEN; OPHALEN

 

B 66 C    KRANEN; LASTDRAGENDE ELEMENTEN OF INRICHTINGEN VOOR KRANEN, KAAPSTANDERS, LIEREN OF TAKELS (wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen, reminrichtingen of blokkeerinrichtingen daarvoor B66D; speciaal aangepast voor kernreactoren G21)

 

Lastdragende elementen of inrichtingen die zijn vastgemaakt aan kraandrijfwerken voor het heffen, laten zakken of ophalen, of die zijn aangepast om daarmee te worden verbonden

 

              Aantekening

 

              In de groepen B66C 1/00 of B66C 3/00 wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         “kranen” omvat tevens kaapstanders, lieren of takels.

 

B 66 C     1/00                    Lastdragende elementen of inrichtingen die zijn vastgemaakt aan kraandrijfwerken voor het heffen, laten zakken of ophalen, of die zijn aangepast om daarmee te worden verbonden voor het overbrengen van krachten op artikelen of groepen artikelen (bevestigen aan kabels of touwen F16G 11/00)

B 66 C      1/02                    .    met zuigmiddelen

B 66 C      1/04                    .    met magnetische middelen

B 66 C      1/06                    .    .    elektromagnetisch

B 66 C      1/08                    .    .    .    Circuits daarvoor (voor elektromagneten in het algemeen H01F 7/18)

B 66 C      1/10                    .    met mechanische middelen

B 66 C      1/12                    .    .    Stroppen die kettingen, draden, touwen of banden bevatten; Netten (middelen voor het grijpen van de zijkanten van artikelen, die met touwen of kettingen zijn opgehangen aan kraanhaken B66C 1/42)

B 66 C      1/14                    .    .    .    Stroppen met haken

B 66 C      1/16                    .    .    .    Stroppen met lastdragende platforms of draagconstructies

B 66 C      1/18                    .    .    .    Bandvormige stroppen

B 66 C      1/20                    .    .    .    speciaal aangepast voor het hanteren van voertuigen

B 66 C      1/22                    .    .    Stijve lichamen met delen die het ondervlak van de lasten raken, bijv. L-vormige lichamen; Kraanhaken

B 66 C      1/24                    .    .    .    Losse lichamen die de lasten slechts aan één kant raken

B 66 C      1/26                    .    .    .    .    met middelen voor het lossen van de lasten

B 66 C      1/28                    .    .    .    Dubbele lichamen die de lasten aan twee kanten raken, bijv. draaibaar

B 66 C      1/30                    .    .    .    .    en die tevens zijn aangebracht voor het grijpen van de zijkanten van de lasten

B 66 C      1/32                    .    .    .    .    .    van opgehoopte of gestapelde artikelen

B 66 C      1/34                    .    .    .    Kraanhaken

B 66 C      1/36                    .    .    .    .    met middelen voor het voorkomen van het onopzettelijk loslaten van lasten, bijv. met een veer voorgespannen blokkeermiddelen

B 66 C      1/38                    .    .    .    .    aangepast voor het automatisch laslaten van lasten bij het wegvallen van kabelspanningen (voor parachutes B64D)

B 66 C      1/40                    .    .    .    .    gevormd of uitgerust met meetinrichtingen of weergeefinrichtingen voor de belasting

B 66 C      1/42                    .    .    Grijplichamen die alleen het buitenvlak of binnenvlak van de artikelen raken (voor het hanteren of strippen van gietstukken of gietelingen tijdens de fabricage B22D 29/00)

B 66 C      1/44                    .    .    .    waarbij wrijvingskrachten worden uitgeoefend

B 66 C      1/46                    .    .    .    .    met opblaasbare elementen

B 66 C      1/48                    .    .    .    .    op verticale randdelen van vellen, buizen of soortgelijke dunne of dunwandige artikelen (inwendig aangrijpende middelen die uitzetten B66C 1/54)

B 66 C      1/54                    .    .    .    .    Inwendig aangrijpende middelen die uitzetten, voor het hanteren van holle artikelen (B66C 1/46 heeft voorrang) [2]

B 66 C      1/56                    .    .    .    .    .    voor het hanteren van buizen

B 66 C      1/58                    .    .    .    waarbij de artikelen worden vervormd, bijv. door gebruik te maken van grijplichamen zoals tongen of ankers

B 66 C      1/59                    .    .    .    .    Tongen voor jutezakken [3]

B 66 C      1/62                    .    .    met artikeldragende lichamen met een vorm die complementair is ten opzichte van die van de artikelen

B 66 C      1/64                    .    .    .    voor T-balken of I-balken

B 66 C      1/66                    .    .    .    voor het aangrijpen in gaten, inkepingen of steunpunten in of op artikelen, die speciaal zijn aangebracht voor het kunnen hanteren ervan

B 66 C      1/68                    .    gemonteerd op of geleid door kraanbalken (kraanbalken B66C 23/64)

 

B 66 C      3/00                    Lastdragende elementen of inrichtingen die zijn vastgemaakt aan kraandrijfwerken voor het heffen of laten zakken of die zijn aangepast om daarmee te worden verbonden, en die in eerste instantie zijn bedoeld voor het overbrengen van hefkrachten op losse materialen; Grijpers (emmers of andere containers B65D, bijv. pallets B65D 19/00; grondverzetapparatuur die is uitgerust met grijpers E02F)

B 66 C      3/02                    .    Emmergrijpers

B 66 C      3/04                    .    Getande grijpers

B 66 C      3/06                    .    Grijpers die in werking worden gesteld door één kabel of ketting

B 66 C      3/08                    .    .    en met kipringen

B 66 C      3/10                    .    .    en met emmers die automatisch opengaan bij het laten zakken van de grijper in de richting van de hoeveelheid materiaal

B 66 C      3/12                    .    Grijpers die in werking worden gesteld door twee of meer touwen

B 66 C      3/14                    .    Grijpers die worden geopend of gesloten door daarop aangebrachte aandrijfmotoren

B 66 C      3/16                    .    .    door fluïdummotoren

B 66 C      3/18                    .    .    door elektromotoren

B 66 C      3/20                    .    gemonteerd op of geleid door kraanbalken (kraanbalken B66C 23/64)

 

Andere gemeenschappelijke kenmerken; Details

 

B 66 C      5/00                    Door een basis ondersteunde bouwwerken met poten

B 66 C      5/02                    .    Vaste bruggen, loopbruggen of stellages, d.w.z. langwerpige bouwwerken met een omgekeerde L-vorm of U-vorm

B 66 C      5/04                    .    .    met loopbanen of sporen die worden ondersteund voor verplaatsingen ten opzichte van een brug of stellage

B 66 C      5/06                    .    .    met loopbanen of sporen die worden ondersteund voor zijwaartse schommelbewegingen

B 66 C      5/08                    .    .    met verticaal hellende loopbanen of sporen

B 66 C      5/10                    .    Portalen, d.w.z. voornamelijk ronde of vierkante platforms met drie of meer speciaal aangepaste poten voor het ondersteunen van draaikranen

 

B 66 C      6/00                    Speciaal aangepaste steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken voor kranen (door een basis ondersteunde bouwwerken met poten B66C 5/00; steunbalken in het algemeen E04C 3/02)

 

B 66 C      7/00                    Loopbanen, sporen of spoorbanen voor trollies of kranen

B 66 C      7/02                    .    voor hangende trollies of kranen

B 66 C      7/04                    .    .    Spoorbaanophanging

B 66 C      7/06                    .    .    .    op steunen die zijn geconstrueerd voor het gemakkelijk opzetten, bijv. transporteerbaar

B 66 C      7/08                    .    Constructieve kenmerken van loopbaanrails of railbevestigingen (algemeen toepasbaar E01B)

B 66 C      7/10                    .    Voorzieningen of inrichtingen voor het verlengen van loopbanen of sporen

B 66 C      7/12                    .    Inrichtingen voor het wisselen van looprichting of voor het overgaan van de ene loopbaan naar een andere; Kruisingen; Combinaties van sporen met verschillende spoorbreedte (algemeen toepasbare doorvoerinrichtingen E01B)

B 66 C      7/14                    .    .    Koppelinrichtingen voor loopbanen

B 66 C      7/16                    .    Speciaal aangepaste inrichtingen voor het beperken van de verplaatsing van een trollie of kraan; Voorzieningen van stootblokken (stootblokken die van belang zijn los van deze toepassing B61K 7/18; eindschakelvoorzieningen, eindcircuits B66D 1/56)

 

B 66 C      9/00                    Loopwerk dat deel uitmaakt van of is vastgemaakt aan trollies of kranen (voor grondverzetmachines E02F)

B 66 C      9/02                    .    voor hangende trollies of kranen

B 66 C      9/04                    .    voor het kunnen nemen van bochten

B 66 C      9/06                    .    voor meer dan één spoorbreedte

B 66 C      9/08                    .    Looprollen; Looprollagers (wielen voor railvoertuigen B60B)

B 66 C      9/10                    .    Onderstellen of draaistellen, bijv. eindonderstellen of einddraaistellen

B 66 C      9/12                    .    .    met middelen voor het spreiden van de belasting voor het compenseren van wieldruk

B 66 C      9/14                    .    Loopaandrijvingen voor trollies of kranen (kabelaandrijvingen en dergelijke of kettingaandrijvingen voor lasten of trollies B66C 11/16; regeling B66C 13/18)

B 66 C      9/16                    .    met middelen voor het in stand houden van de uitlijning tussen wielen en spoor

B 66 C      9/18                    .    met middelen voor het blokkeren van trollies of kranen ten opzichte van loopbanen of sporen voor het voorkomen van onopzettelijke bewegingen

 

B 66 C    11/00                   Trollies of loopkatten, bijv. werkend boven loopbanen (loopbanen, sporen of spoorbanen daarvoor B66C 7/00; liermechanismen B66D)

B 66 C    11/02                   .    waarbij het bedieningsdrijfwerk of de bestuurderscabine is opgehangen aan of naast de loopbaan of het spoor

B 66 C    11/04                   .    .    Hangende trollies (door een krachtbron bediende hijswerktuigen met een aandrijfmotor en trommel en dergelijke in een gezamenlijke behuizing B66D 3/20)

B 66 C    11/06                   .    .    .    lopend over monorails (bovengrondse spoorwegsystemen B61B)

B 66 C    11/08                   .    met draaitafels

B 66 C    11/10                   .    .    uitgerust met kraanbalken (giekkranen B66C 23/00)

B 66 C    11/12                   .    met een niet elders ondergebracht hijsdrijfwerk dat is aangepast voor speciale lastdragende elementen

B 66 C    11/14                   .    aangepast voor het werken op specifiek uitgevoerde kraanbouwwerken of brugbouwwerken, bijv. op rechthoekige steunbalken van gewapend beton

B 66 C    11/16                   .    Kabelaandrijvingen en dergelijke of kettingaandrijvingen voor trollies; Combinaties van dergelijke aandrijvingen met een hijsdrijfwerk

B 66 C    11/18                   .    .    met eindloze touwen of kabels

B 66 C    11/20                   .    .    Voorzieningen, bijv. met differentiëlen, voor het gelijktijdig of selectief kunnen laten werken van een loopdrijfwerk en een hijsdrijfwerk; Voorzieningen waarbij gebruik wordt gemaakt van hetzelfde touw of dezelfde kabel voor zowel het lopen als hijsen, bijv. bij Temperley-kranen (krachtoverbrengingen tussen aandrijfmotoren en liertrommels B66D 1/14)

B 66 C    11/22                   .    .    pneumatisch of hydraulisch in werking gesteld

B 66 C    11/24                   .    .    met middelen voor het in vooraf bepaalde posities brengen of houden van de lasten of trollies; Hooiliften

B 66 C    11/26                   .    .    .    Steunpunten; Stootblokken; Eindstoppen

 

B 66 C    13/00                   Andere constructieve kenmerken of details

B 66 C    13/02                   .    Inrichtingen voor het kunnen binnenhalen van drijvende objecten, bijv. voor het uit het water halen van vaartuigen en dergelijke uit het water (uitrusting voor het hanteren van reddingsboten en dergelijke B63B 23/00; laden of lossen van drijvende vracht waarbij gebruik wordt gemaakt van scheepsuitrusting B63B 27/36; bergen of via glijbanen ophalen van vaartuigen B63C; regelen van wikkelmechanismen B66D 1/52)

B 66 C    13/04                   .    Hulpinrichtingen voor het regelen van de verplaatsingen van hangende lasten of voor het voorkomen van het verslappen van kabels

B 66 C    13/06                   .    .    voor het tegengaan of voorkomen van het schommelen van lasten in lengterichting of dwarsrichting

B 66 C    13/08                   .    .    voor het afleggen van lasten in gewenste standen of posities

B 66 C    13/10                   .    .    voor het voorkomen van het verslappen van kabels (regelinrichtingen voor wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen, bijv. voor het regelen van spanning, B66D 1/40)

B 66 C    13/12                   .    Middelen van middelen voor het overbrengen van pneumatisch, hydraulisch of elektrisch vermogen op beweegbare delen of inrichtingen (speciaal aangepaste of gemonteerde inrichtingen van algemeen belang voor het opslaan en herhaaldelijk afrollen en weer oprollen van stukken materiaal B65H 75/34)

B 66 C    13/14                   .    .    op lastdragende elementen of daarmee samenhangende motoren

B 66 C    13/16                   .    Toepassingen van meetinstrumenten, registratie-inrichtingen of weeginrichtingen (in kraanhaken B66C 1/40; in veiligheidsdrijfwerk B66C 15/00; weegapparatuur G01G; op afstand aanduiden in het algemeen G08)

B 66 C    13/18                   .    Regelsystemen of regelinrichtingen (uitsluitend voor wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen B66D 1/40)

B 66 C    13/20                   .    .    voor niet-elektrische aandrijvingen (overbrengen van regelsignalen B66C 13/40)

B 66 C    13/22                   .    .    voor elektrische aandrijvingen (overbrengen van regelsignalen B66C 13/40; algemeen toepasbare systemen of inrichtingen H02P)

B 66 C    13/23                   .    .    .    Circuits voor het regelen van het dalen van de last

B 66 C    13/24                   .    .    .    .    bij gelijkstroommotoren

B 66 C    13/26                   .    .    .    .    bij wisselstroommotoren

B 66 C    13/28                   .    .    .    .    .    gebruikmakend van het corrigerend afremmen voor het regelen van de afdaling van zware lasten, en met middelen voor het voorkomen van rotatie van de motor in de hijsrichting als de last wordt losgelaten

B 66 C    13/30                   .    .    .    Circuits voor het afremmen, dwars laten overgaan of laten zwenken van motoren

B 66 C    13/32                   .    .    .    voor het bedienen van hijskranen met grijperemmers door middel van één of meer elektromotoren die worden gebruikt voor het zowel ophijsen en laten zakken van de lasten als het openen en sluiten van de grijperbekken (andere aspecten van speciaal aangepaste wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen voor het in werking stellen van grijperemmers B66D 1/62)

B 66 C    13/34                   .    .    .    .    met een differentieel of een planeetwieldrijfwerk

B 66 C    13/36                   .    .    .    .    Regelsystemen voor aandrijvingen met één motor

B 66 C    13/38                   .    .    .    .    Systemen voor het regelen van onafhankelijke motoren

B 66 C    13/40                   .    .    Toepassingen van inrichtingen voor het overbrengen van regelsignalen; Toepassingen van afstandsbedieningen (regelen in het algemeen G05)

B 66 C    13/42                   .    .    .    Hydraulische overbrengers

B 66 C    13/44                   .    .    .    Elektrische overbrengers

B 66 C    13/46                   .    .    Positiemeters voor hangende lasten of voor kraanelementen

B 66 C    13/48                   .    .    Automatisch regelen van kraanaandrijvingen voor het produceren van één werkcyclus of voor repeterende werkcycli; Programmabesturing

B 66 C    13/50                   .    .    Toepassingen van eindcircuits of eindschakelvoorzieningen (voor wikkelmechanismen B66D 1/56)

B 66 C    13/52                   .    Details van compartimenten voor aandrijfmachines of aandrijfmotoren of van standaards of cabines voor de bestuurder

B 66 C    13/54                   .    .    Standaards of cabines voor de bestuurder

B 66 C    13/56                   .    .    .    Voorzieningen van handgrepen of pedalen

 

B 66 C    15/00                   Veiligheidsdrijfwerk (voor wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen B66D 1/54)

B 66 C    15/02                   .    voor het tegenhouden van lastdragende elementen ingeval van touwbreuk of kabelbreuk

B 66 C    15/04                   .    voor het voorkomen van botsingen, bijv. tussen kranen of trollies die werken op hetzelfde spoor

B 66 C    15/06                   .    Voorzieningen of gebruik van waarschuwingsinrichtingen [2]

 

Soorten of typen kranen [2,9]

 

B 66 C    17/00                   Bovenloopkranen die één of meer in hoofdzaak horizontale steunbalken bevatten waarvan de uiteinden direct worden ondersteund door wielen of rollen die lopen over sporen, die op hun beurt worden gedragen door steunen op afstand van elkaar (aanpassingen van steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken B66C 6/00) [9]

B 66 C    17/04                   .    met hefbalken die lastdragende elementen dragen, bijv. zwenkbalken met magneten of haken (constructies van lastdragende elementen B66C 1/00 of B66C 3/00)

B 66 C    17/06                   .    speciaal aangepast voor een specifiek doel, bijv. in gieterijen of smederijen; gecombineerd met hulpapparatuur voor een specifiek doel (B66C 17/04 heeft voorrang)

B 66 C    17/08                   .    .    voor het beladen van behandelruimten, bijv. industriële ovens, droogovens of technische ovens (laden van industriële ovens in het algemeen F27D 3/00)

B 66 C    17/10                   .    .    voor het transporteren van gietpannen

B 66 C    17/12                   .    .    voor het hanteren van werkstukken, bijv. gietelingen, die tijdelijk moeten worden ondersteund in of moeten worden verwijderd uit een behandelruimte, bijv. tong kranen, soaking-pit kranen of stripper kranen (voor het hanteren van gietelingen tijdens het smeden B66C 17/18; grijpers voor het hanteren of stripping van gietstukken of gietelingen tijdens de fabricage B22D 29/00)

B 66 C    17/14                   .    .    .    Tong kranen met middelen voor het verplaatsen van duwmiddelen voor artikelen ten opzichte van de tong

B 66 C    17/16                   .    .    .    Tong kranen met middelen voor het omdraaien van de tongen om een verticale as

B 66 C    17/18                   .    .    voor het manipuleren van werkstukken tijdens smeedbewerkingen (werkstukrobots in smeedmachines B21J 13/10)

B 66 C    17/20                   .    .    voor het hijsen of laten zakken van zware lastdragers, bijv. vrachtcontainers of wagons

B 66 C    17/22                   .    .    voor het hijsen of laten zakken van locomotieven

B 66 C    17/24                   .    .    voor het bouwen van schepen op scheepshellingen

B 66 C    17/26                   .    .    gecombineerd met hulpapparatuur, bijv. boomstamzagen, duwmiddelen voor het lossen van voertuigen of rangeermiddelen voor wagons

 

B 66 C    19/00                   Kranen die trollies of loopkatten bevatten die lopen over vaste of beweegbare bruggen of kraanbanen (B66C 17/00 heeft voorrang; door een basis ondersteunde bouwwerken met poten B66C 5/00; aanpassingen van steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken B66C 6/00; giekkranen B66C 23/00) [9]

B 66 C    19/02                   .    samenklapbaar

 

B 66 C    21/00                   Kabelkranen, d.w.z. met hijsinrichtingen die lopen over bovengrondse kabelbanen (aanpassingen van steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken B66C 6/00; kabelaandrijvingen en dergelijke voor trollies, combinaties van dergelijke aandrijvingen met een hijsdrijfwerk B66C 11/16; spoorwegsystemen B61B; wikkelmechanismen voor touwen of kabels B66D 1/00) [9]

B 66 C    21/02                   .    met kabelbanen die worden ondersteund door een draagconstructie die zwaaibaar is verbonden met op de grond staande elementen

B 66 C    21/04                   .    met kabelbanen die aan één of beide uiteinden worden ondersteund door een fysiek verplaatsbare draagconstructie, bijv. een draagconstructie die is gemonteerd op een spoorbaan

B 66 C    21/06                   .    .    waarbij één uiteinde wordt ondersteund door een draagconstructie die verplaatsbaar is langs een gebogen, bijv. rond, pad en het andere uiteinde door een kolom die kan roteren om een verticale as

B 66 C    21/08                   .    Al dan niet hangende doorbuigende dragers of kabeltrollies, bijv. vastgemaakt maar ruimte biedend aan een loopdrijfwerk

B 66 C    21/10                   .    .    lopend

 

B 66 C    23/00                   Kranen die voornamelijk een balk, boom of driehoekig bouwwerk bevatten die of dat werkt als een vrijdragende balk, en die is gemonteerd voor schommelbewegingen of zwaaibewegingen of een combinatie van dergelijke bewegingen in verticale of horizontale vlakken, bijv. giekkranen, laadbomen of torenkranen (door een basis ondersteunde bouwwerken met poten B66C 5/00; aanpassingen van steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken B66C 6/00) [9]

 

              Aantekening

 

              Groep B66C 23/64 heeft voorrang boven de groepen B66C 23/02 tot B66C 23/16. [5]

 

B 66 C    23/02                   .    met niet-verstelbare en niet-hellende kraanbalken die uitsluitend gemonteerd zijn voor zwenkbewegingen

B 66 C    23/04                   .    met kraanbalken waarvan de effectieve lengte tijdens het werk kan variëren, bijv. in lengterichting verplaatsbaar of verlengbaar

B 66 C    23/06                   .    met kraanbalken die zijn gemonteerd voor doorkaaibewegingen of loefbewegingen

B 66 C    23/08                   .    .    en aangepast voor het verplaatsen van de lasten langs vooraf bepaalde paden

B 66 C    23/10                   .    .    .    met in hoofdzaak horizontale paden; Op een niveau draaibare giekkranen

B 66 C    23/12                   .    .    .    .    met middelen voor het automatisch variëren van de effectieve lengte van het hijstouw of de hijskabel

B 66 C    23/14                   .    .    .    .    met middelen voor het variëren van de kraanbalkopstelling, bijv. stangenstelsels

B 66 C    23/16                   .    met kraanbalken die worden ondersteund door kolommen, bijv. torens waarvan het ondereind gemonteerd is voor zwenkbewegingen

B 66 C    23/18                   .    speciaal aangepast voor gebruik op specifieke plaatsen of voor een specifiek doel (B66C 23/02 tot B66C 23/16 en B66C 23/58 tot B66C 23/88 hebben voorrang) [5]

B 66 C    23/20                   .    .    met steunkoppels die worden geleverd door de wanden van gebouwen of soortgelijke bouwwerken

B 66 C    23/22                   .    .    .    Raamkranen, d.w.z. aangepast om te worden ondersteund in raamopeningen

B 66 C    23/24                   .    .    .    Verplaatsbare wandkranen

B 66 C    23/26                   .    .    voor gebruik op bouwplaatsen; geconstrueerd om snel te kunnen monteren of demonteren, voor het werken op een steeds hoger niveau of voor transport over de weg of het spoor, bijv. met wegneembare delen (met steunkoppels die worden geleverd door wanden of gebouwen B66C 23/20; gemonteerd op voertuigen B66C 23/36) [5]

B 66 C    23/28                   .    .    .    geconstrueerd voor het werken op een steeds hoger niveau

B 66 C    23/30                   .    .    .    .    met draagconstructies die zijn opgebouwd uit telescopische elementen

B 66 C    23/32                   .    .    .    .    Automatisch werkende hijskranen

B 66 C    23/34                   .    .    .    Zichzelf oprichtende kranen, d.w.z. met een hijsdrijfwerk dat is aangepast voor het kunnen oprichten van de kraan

B 66 C    23/36                   .    .    gemonteerd op wegvoertuigen of railvoertuigen; Handmatig verplaatsbare giekkranen voor gebruik in werkplaatsen; Drijvende kranen (voertuigaspecten of scheepsaspecten B60 tot B63)

B 66 C    23/38                   .    .    .    met afzonderlijke krachtwerktuigen voor de kraan en het voertuig

B 66 C    23/40                   .    .    .    met één krachtwerktuig voor zowel de kraan als het voertuig

B 66 C    23/42                   .    .    .    met kraanbalken in een verstelbare opstelling, bijv. opvouwbaar

B 66 C    23/44                   .    .    .    Aangepaste giekkranen die kunnen worden bevestigd op standaardvoertuigen, bijv. landbouwtrekkers

B 66 C    23/46                   .    .    .    Verplaatsbare giekkranen met niet-zwenkbare kraanbalken

B 66 C    23/48                   .    .    .    Handmatig verplaatsbare giekkranen voor gebruik in werkplaatsen

B 66 C    23/50                   .    .    .    gemonteerd op wagons, bijv. sloopkranen

B 66 C    23/52                   .    .    .    Drijvende kranen (drijvende baggervaartuigen E02F)

B 66 C    23/53                   .    .    .    .    met een contragewicht of middelen voor het compenseren van slagzij, trim of overhelling van het vaartuig of platform (contragewichten of steunen voor het compenseren van hefkoppels B66C 23/72; uitrusting voor het verminderen van ongewenste vaartuigbewegingen B63B 39/00) [4]

B 66 C    23/58                   .    aangebracht voor het automatisch uitvoeren van een gewenste volgorde van bewerkingen, bijv. hijsen gevolgd door loeven en zwenken

B 66 C    23/60                   .    Laadbomen [3]

B 66 C    23/61                   .    .    met een zwenkkracht die wordt uitgeoefend bij het draaibare uiteinde [3]

B 66 C    23/62                   .    Constructieve kenmerken of details (van grondverzetmachines E02F)

B 66 C    23/64                   .    .    Kraanbalken

B 66 C    23/66                   .    .    .    Constructie van de uiteinden of bovenzijde

B 66 C    23/68                   .    .    .    opvouwbaar of op een andere wijze verstelbaar in opstelling (B66C 23/687 en B66C 23/70 hebben voorrang) [5]

B 66 C    23/683                  .    .    .    .    tijdens gebruik [5]

B 66 C    23/687                  .    .    .    telescopisch [5]

B 66 C    23/69                   .    .    .    .    tijdens gebruik [5]

B 66 C    23/693                  .    .    .    .    .    verlengbaar door fluïdumdruk [5]

B 66 C    23/697                  .    .    .    .    met lagermiddelen tussen verschillende stukken [5]

B 66 C    23/70                   .    .    .    opgebouwd uit aparte stukken voor het vormen van kraanbalken van diverse discrete stukken

B 66 C    23/72                   .    .    Contragewichten of steunen voor het compenseren van hefkoppels

B 66 C    23/74                   .    .    .    los van de kraanbalk

B 66 C    23/76                   .    .    .    .    en verplaatsbaar met het oog op variaties in de belasting of in de kraanbalklengte

B 66 C    23/78                   .    .    .    Steunen voor verplaatsbare kranen, bijv. kraanbalken

B 66 C    23/80                   .    .    .    .    hydraulisch in werking gesteld

B 66 C    23/82                   .    .    Loefwerk

B 66 C    23/84                   .    .    Zwenkwerk (antifrictielagers F16C)

B 66 C    23/86                   .    .    .    hydraulisch in werking gesteld

B 66 C    23/88                   .    Veiligheidsdrijfwerk (voor kranen in het algemeen B66C 15/00; voor wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen B66D 1/54)

B 66 C    23/90                   .    .    Inrichtingen voor het aanduiden of beperken van een hefbeweging

B 66 C    23/92                   .    .    Buffers of dempers voor het voorkomen van het achteruitzwaaien van kraanbalken, bijv. ingeval van kabelbreuk of takelbreuk

B 66 C    23/94                   .    .    voor het beperken van zwenkbewegingen

 

B 66 C    25/00                   Kranen voorzover niet vallend onder de groepen B66C 17/00 tot B66C 23/00 [8]