SECTIE C         CHEMIE; METALLURGIE

 

              Aantekeningen

 

(1)        In Sectie C zijn de definities van groepen chemische elementen als volgt:

Alkalimetalen:                 Li, Na, K, Rb, Cs, Fr

Aardalkalimetalen:           Ca, Sr, Ba, Ra

Lanthaniden:                   elementen met atoomgetallen 57 t/m 71

Zeldzame aardmetalen:    Sc, Y, Lanthaniden

Actiniden:                       elementen met atoomgetallen 89 t/m 103

Vuurvaste metalen:          Ti, V, Cr, Zr, Nb, Mo, Hf, Ta, W

Halogenen:                      F, Cl, Br, I, At

Edelgassen:                    He, Ne, Ar, Kr, Xe, Rn

Platinagroep:                   Os, Ir, Pt, Ru, Rh, Pd

Edele metalen:                Ag, Au, platinagroep

Lichte metalen:                alkalimetalen, aardalkalimetalen, Be, Al, Mg

Zware metalen:                metalen anders dan lichte metalen

IJzergroep:                      Fe, Co, Ni

Niet-metalen:                   H, B, C, Si, N, P, O, S, Se, Te, edelgassen, halogenen

Metalen:                         elementen anders dan niet-metalen

Transitie-elementen:         elementen met atoomgetallen 21 t/m 30, 39 t/m 48, 57 t/m 80, en 89 en hoger

              (2)      Onder Sectie C vallen:

                        (a)      Pure chemie, waaronder vallen anorganische verbindingen, organische verbindingen, macromoleculaire verbindingen, en hun bereidingsmethoden;

                        (b)      Toegepaste chemie, waaronder vallen samenstellingen met bovenstaande verbindingen, bijv. glas, keramiek, meststoffen, kunststofsamenstellingen, verven, en producten uit de petroleumindustrie. Ook vallen hieronder bepaalde samenstellingen op grond van het hebben van bijzondere eigenschappen, die ze geschiklt maken voor bepaalde doeleinden, zoals in geval van explosieven, kleurstoffen, kleefmiddelen, smeermiddelen, en wasmiddelen.

                        (c)      Bepaalde marginale industrieën, zoals het maken van kolen en van vaste of gasvormige brandstoffen, de productie and raffinage van oliën, vetten en wassen, de fermentatie-industrie (bijv. brouwerijen en wijnmakerijen), en de suikerindustrie.

                        (d)      Bepaalde bewerkingen of behandelingen, die ofwel puur meachnisch zijn, bijv. de mechanische behandeling van leer en huiden, of gedeeltelijk mechanisch, bijv. de behandeling van water of het voorkomen van corrosie in het algemeen.

                        (e)      Metallurgie, en ferrolegeringen of niet-ferrolegeringen.

              (3)      In alle Secties van de IPC is het Periodiek Systeem van chemische elementen waarnaar wordt verwezen, dezelfde als die algemeen aanvaard en gebruikelijk is.

              (4)      (a)      In geval van bewerkingen, handelingen, producten of artikelen met zowel een chemisch als een niet-chemisch gedeelte of aspect, geldt de algemene regel dat het chemische gedeelte of aspect valt onder Sectie C.

                        (b)      In sommige van deze gevallen brengt het chemische gedeelte of aspect een niet chemische met zich mee, zelfs als dat puur mechanisch is, omdat dit laatste aspect ofwel essentieel is voor de bewerking of handeling, of daarvan een belangrijk deel uitmaakt. In feite blijkt het logischer de verschillende gedeelten of aspecten niet te scheiden van een samenhangend geheel. Dit geldt voor toegepaste chemie en voor de industrieën, bewerkingen en handelingen genoemd in de Aantekeningen (1)(c), (d) en (e). Bijvoorbeeld vallen ovens specifiek bedoeld voor het maken van glas onder klasse C03 en niet onder klasse F27.

                        (c)      Er zijn echter sommige uitzonderingen, waarin het mechanisch (of niet-mechanische) aspect juist het chemische aspect met zich meebrengen, bijvoorbeeld:

                                 -         Bepaalde extractieprocessen, in subklasse A61K;

                                 -         De chemische zuivering van lucht, in subklasse A61L;

                                 -         Chemische methoden van brandbestrijding, in subklasse A62D;

                                 -         Chemische processen en apparatuur, in klasse B01;

                                 -         Impregneren van hout, in subklasse B27K;

                                 -         Chemische analysemethoden of testmethoden, in subklasse G01N;

                                 -         Fotografische materialen en processen, in klasse G03; en algemeen

                                 -         De chemische behandeling van textiel en de productie van cellulose of papier, in Sectie D.

                        (d)      In nog andere gevallen valt het puur chemische aspect onder Sectie C, en het toegepaste chemische aspect in een andere Sectie, zoals A, B of F, bijv. het gebruik van een substantie of samenstelling voor:

                                 -         de behandeling van planten of dieren, valt onder subklasse A01N;

                                 -         voedingsmiddelen, vallen onder klasse A23;

                                 -         munitie of explosieven, vallen onder klasse F42.

                        (e)      Als de chemische en mechanische aspecten zo nauw met elkaar zijn verbonden dat een nette en eenvoudige splitsing niet mogelijk is, of als bepaalde mechanische processen een natuurlijk en logisch vervolg op een chemische behandeling vormen, kan onder Sectie C, in aanvulling op het chemische aspect, ook een gedeelte van het mechanische aspect vallen, bijv. nabehandeling van kunststeen, wat valt onder klasse C04.In dit laatste geval wordt gewoonlijk een aantekening of referentie gegeven om de positie te verduidelijken, zelfs als splitsing nogal arbitrair is.

 

CHEMIE

 

C 12        BIOCHEMIE; BIER; STERKE DRANKEN; WIJN; AZIJN; MICROBIOLOGIE; ENZYMOLOGIE; MUTATIE OF GENETISCHE MANIPULATIE 

              Aantekeningen

 

              (1)      Tussen de subklassen C12M tot C12Q, en binnen elk van deze subklassen, is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. Een fermentatie- of enzym-gebruikend proces waarbij sprake is van toestandsafhankelijke regeling, wordt bijvoorbeeld geklasseerd in subklasse C12Q. [3,9,15]

              (2)      In deze klasse worden virussen, ongedifferentieerde menselijke, dierlijke of plantaardige cellen, protozoa, weefsels en ééncellige algen beschouwd als micro-organismen. [3,5]

              (3)      In deze klasse worden ongedifferentieerde menselijke, dierlijke of plantaardige cellen, protozoa, weefsels en ééncellige algen samen met micro-organismen geklasseerd, tenzij ze specifiek elders thuishoren. Gedeelten van cellen worden geklasseerd bij de gehele cel, tenzij ze specifiek elders thuishoren. [5,9]

              (4)      De codes van subklasse C12R zijn alleen bestemd als indexcode in samenhang met de subklassen C12C tot C12Q, voor het geven van informatie over de micro-organismen die zijn gebruikt in de in deze subklassen geklasseerde processen. [3,13]

 

C 12 N    MICRO-ORGANISMEN OF ENZYMEN; SAMENSTELLINGEN DAARVAN (biociden, bestrijdingsmiddelen of lokmiddelen voor ongedierte of onkruid of plantengroeiregelaars met micro-organismen, virussen, microbiële schimmels, enzymen, fermentaten of substanties die worden gemaakt met, of geëxtraheerd uit, micro-organismen of dierlijk materiaal A01N 63/00; medicinale preparaten A61K; kunstmest C05); VERMEERDEREN, CONSERVEREN OF IN STAND HOUDEN VAN MICRO-ORGANISMEN; MUTATIE OF GENETISCHE MANIPULATIE; KWEEKMEDIA (microbiologische testmedia C12Q 1/00) [3,11]

 

              Aantekeningen

 

              (1)            De aandacht wordt gevestigd op Aantekeningen (1) tot (3) volgend op de titel van klasse C12. [3,4]

              (2)            De werking van chemische samenstellingen of preparaten ter bestrijding of aanlokking van ongedierte of onkruid wordt verder geklasseerd in subklasse A01P. [8]

              (3)            Therapeutische activiteit van ééncellige eiwitten of enzymen wordt verder geklasseerd in subklasse A61P. [7]

              (4)            Bij het klasseren in deze subklasse wordt tevens geklasseerd in de groep B01D 15/08 voorzover het onderwerpen van algemeen belang met betrekking tot chromatografie betreft. [8]

              (5)      In deze subklasse is het gewenst om de indexcodes van subklasse C12R toe te voegen. [6,8]

 

C 12 N      1/00                    Micro-organismen, bijv. protozoa; Samenstellingen daarvan (medicinale preparaten die materiaal bevatten van protozoa, bacteriën of virussen A61K 35/66, van algen A61K 36/02, van schimmels A61K 36/06; bereiden van medicinale bacteriële antigeensamenstellingen of antilichaamsamenstellingen, bijv. bacteriële vaccins, A61K 39/00); Processen voor het vermeerderen, in stand houden of conserveren van micro-organismen of samenstellingen daarvan; Processen voor het bereiden of isoleren van een samenstelling die een micro-organisme bevat; Kweekmedia daarvoor [3,8]

C 12 N      1/02                    .    Scheiden van micro-organismen uit hun kweekmedia [3]

C 12 N      1/04                    .    Conserveren of in stand houden van levensvatbare micro-organismen (geïnactiveerde micro-organismen C12N 11/00) [3]

C 12 N      1/06                    .    Lyseren van micro-organismen [3]

C 12 N      1/08                    .    Verminderen van het nucleïnezuur-gehalte [3]

C 12 N      1/10                    .    Protozoa; Kweekmedia daarvoor [3]

C 12 N      1/11                    .    .    gemodificeerd door het inbrengen van vreemd genetisch materiaal [5]

C 12 N      1/12                    .    Eéncellige algen; Kweekmedia daarvoor (als nieuwe planten A01H 13/00) [3,11]

C 12 N      1/13                    .    .    gemodificeerd door het inbrengen van vreemd genetisch materiaal [5]

C 12 N      1/14                    .    Schimmels of fungi (kweken van champignons A01G 18/00; als nieuwe planten A01H 15/00); Kweekmedia daarvoor [3,18]

C 12 N      1/15                    .    .    gemodificeerd door het inbrengen van vreemd genetisch materiaal [5]

C 12 N      1/16                    .    .    Gisten; Kweekmedia daarvoor [3]

C 12 N      1/18                    .    .    .    Bakkersgist; Brouwersgist [3]

C 12 N      1/19                    .    .    .    gemodificeerd door het inbrengen van vreemd genetisch materiaal [5]

C 12 N      1/20                    .    Bacteriën; Kweekmedia daarvoor [3]

C 12 N      1/21                    .    .    gemodificeerd door het inbrengen van vreemd genetisch materiaal [5]

C 12 N      1/22                    .    Processen waarbij gebruik wordt gemaakt van cellulose of hydrolysaten daarvan, of kweekmedia die deze bevatten [3]

C 12 N      1/24                    .    Processen waarbij gebruik wordt gemaakt van afvalsulfietloog, of kweekmedia die dat bevatten [3]

C 12 N      1/26                    .    Processen waarbij gebruik wordt gemaakt van koolwaterstoffen, of kweekmedia die deze bevatten (raffineren van koolwaterstofoliën door gebruik te maken van micro-organismen C10G 32/00) [3]

C 12 N      1/28                    .    .    alifatisch [3]

C 12 N      1/30                    .    .    .    met vijf of minder koolstofatomen [3]

C 12 N      1/32                    .    Processen waarbij gebruik wordt gemaakt van lagere alkanolen, d.w.z. C1 tot C6, of kweekmedia die deze bevatten [3]

C 12 N      1/34                    .    Processen waarbij gebruik wordt gemaakt van een schuimcultuur [3]

C 12 N      1/36                    .    Aanpassen of verzwakken van cellen [3]

C 12 N      1/38                    .    Chemisch bevorderen van de groei of activiteit door het toevoegen van chemische verbindingen die geen essentiële groeifactor vormen; Bevorderen van de groei door het verwijderen van een chemische verbinding (C12N 1/34 heeft voorrang) [3]

 

C 12 N      3/00                    Sporen-vormende processen of isolatieprocessen [3]

 

C 12 N      5/00                    Ongedifferentieerde menselijke, dierlijke of plantaardige cellen, bijv. cellijnen; Weefsels; Kweken of in stand houden daarvan; Kweekmedia daarvoor (plantreproductie door weefselkweektechnieken A01H 4/00) [3,5]

C 12 N      5/02                    .    Vermeerderen van losse cellen of cellen in suspensie; In stand houden daarvan; Kweekmedia daarvoor [3]

C 12 N      5/04                    .    Plantaardige cellen of weefsels [5]

C 12 N      5/07                    .    Dierlijke cellen of weefsels [10]

 

              Aantekening

 

              In de subgroepen van deze groep is de prioriteitsregel m.b.t. klassering in de laatst toepasselijke plaats niet van toepassing. [10]

 

C 12 N      5/071                  .    .    Cellen of weefsels van gewervelden, bijv. menselijke cellen of weefsels [10]

C 12 N      5/073                  .    .    .    Embryonale cellen of weefsels; Foetale cellen of weefsels [10]

C 12 N      5/0735                 .    .    .    .    Embryonale stamcellen; Embryonale kiemcellen [10]

C 12 N      5/074                  .    .    .    Volwassen stamcellen [10]

C 12 N      5/075                  .    .    .    Oöcyten; Oögoniae [10]

C 12 N      5/076                  .    .    .    Spermacellen; Spermatogoniae [10]

C 12 N      5/077                  .    .    .    Mesenchymale cellen, bijv. botcellen, kraakbeencellen, mergweefselcellen, vetcellen of spiercellen [10]

C 12 N      5/0775                 .    .    .    .    Mesenchymale stamcellen; Uit vetweefsel verkregen stamcellen [10]

C 12 N      5/078                  .    .    .    Cellen uit bloed of uit het immuunsysteem [10]

C 12 N      5/0781                 .    .    .    .    B-cellen; Voorlopers daarvan [10]

C 12 N      5/0783                 .    .    .    .    T-cellen; NK-cellen; Voorlopers van T-cellen of NK-cellen [10]

C 12 N      5/0784                 .    .    .    .    Dendritische cellen; Voorlopers daarvan [10]

C 12 N      5/0786                 .    .    .    .    Monocyten; Macrofagen [10]

C 12 N      5/0787                 .    .    .    .    Granulocyten, bijv. basofielen, eosinofielen, neutrofielen of bindweefselcellen [10]

C 12 N      5/0789                 .    .    .    .    Stamcellen; Multipotente stamcellen [10]

C 12 N      5/079                  .    .    .    Neurale cellen [10]

C 12 N      5/0793                 .    .    .    .    Neuronen [10]

C 12 N      5/0797                 .    .    .    .    Stamcellen; Voorlopers daarvan [10]

C 12 N      5/09                    .    Tumorcellen [10]

C 12 N      5/095                  .    .    Stamcellen; Voorlopers daarvan [10]

C 12 N      5/10                    .    Cellen die zijn gemodificeerd door het inbrengen van vreemd genetisch materiaal, bijv. door een virus omgezette cellen [5]

C 12 N      5/12                    .    .    Gefuseerde cellen, bijv. hybridoma’s [5]

C 12 N      5/14                    .    .    .    Plantaardige cellen [5]

C 12 N      5/16                    .    .    .    Dierlijke cellen [5]

C 12 N      5/18                    .    .    .    .    Murinecellen, bijv. muiscellen [5]

C 12 N      5/20                    .    .    .    .    .    waarbij één van de fusiepartners een B-lymfocyt is [5]

C 12 N      5/22                    .    .    .    Menselijke cellen [5]

C 12 N      5/24                    .    .    .    .    waarbij één van de fusiepartners een B-lymfocyt is [5]

C 12 N      5/26                    .    .    .    Cellen die het resultaat zijn van een interspeciesfusie [5]

C 12 N      5/28                    .    .    .    .    waarbij één van de fusiepartners een menselijke cel is [5]

 

C 12 N      7/00                    Virussen, bijv. bacteriofagen; Samenstellingen daarvan; Bereiden of zuiveren daarvan (medicinale preparaten die virussen bevatten A61K 35/76; bereiden van medicinale virale antigeensamenstellingen of antilichaamsamenstellingen, bijv. virale vaccins, A61K 39/00) [3]

C 12 N      7/01                    .    Virussen, bijv. bacteriofagen, die zijn gemodificeerd door het inbrengen van vreemd genetisch materiaal (vectoren C12N 15/00) [5]

C 12 N      7/02                    .    Terugwinnen of zuiveren [3]

C 12 N      7/04                    .    Inactiveren of verzwakken; Produceren van virale subeenheden [3]

C 12 N      7/06                    .    .    door chemische behandeling [3]

C 12 N      7/08                    .    .    door serial passage van een virus [3]

 

C 12 N      9/00                    Enzymen, bijv. ligasen (6.); Pro-enzymen; Samenstellingen daarvan (preparaten die enzymen bevatten voor het reinigen van tanden A61K 8/66 of A61Q 11/00; medicinale preparaten die enzymen of pro-enzymen bevatten A61K 38/43; enzymhoudende wasmiddelsamenstellingen C11D); Processen voor het bereiden, activeren, tegengaan, scheiden of zuiveren van enzymen [3,8,11]

 

              Aantekening

 

              In deze groep worden:

              -         pro-enzymen geklasseerd naar de overeenkomstige enzymen; [5]

              -         enzymen in het algemeen gecategoriseerd in overeenstemming met de “Nomenclatuur en Klassering van Enzymen” van de International Commission on Enzyms. Daar waar van toepassing, staat deze categorie-aanduiding in de subgroepen hieronder vermeld tussen haakjes. [3]

 

C 12 N      9/02                    .    Oxidoreductasen (1.), bijv. luciferase [3]

C 12 N      9/04                    .    .    werkend op –CHOH groepen als donor, bijv. glucose-oxidase of lactaat-dehydrogenase (1.1) [3]

C 12 N      9/06                    .    .    werkend op stikstof met verbindingen als donor (1.4, 1.5, 1.7) [3]

C 12 N      9/08                    .    .    werkend op waterstofperoxide als acceptor (1.11) [3]

C 12 N      9/10                    .    Transferasen (2.) (ribonucleasen C12N 9/22) [3]

C 12 N      9/12                    .    .    waarbij fosforhoudende groepen worden overgedragen, bijv. kinases (2.7) [3]

C 12 N      9/14                    .    Hydrolasen (3.) [3]

C 12 N     9/16                    .    .    werkend op esterbindingen (3.1) [3]

C 12 N      9/18                    .    .    .    Carbonesterhydrolasen [3]

C 12 N      9/20                    .    .    .    .    Triglyceridesplitsing, bijv. door middel van lipase [3]

C 12 N      9/22                    .    .    .    Ribonucleasen [3]

C 12 N      9/24                    .    .    werkend op glycosylverbindingen (3.2) [3]

C 12 N      9/26                    .    .    .    werkend op alfa-1,4-glucosidebindingen, bijv. hyaluronidase, invertase of amylase [3]

C 12 N      9/28                    .    .    .    .    Alfa-amylase uit een microbiële bron, bijv. bacteriële amylase [3]

C 12 N      9/30                    .    .    .    .    .    Schimmel als bron [3]

C 12 N      9/32                    .    .    .    .    Alfa-amylase uit een plantaardige bron [3]

C 12 N      9/34                    .    .    .    .    Gluco-amylase [3]

C 12 N      9/36                    .    .    .    werkend op beta-1,4-bindingen tussen N-acetylmuraminezuur en 2-acetylamino-2-deoxy-D-glucose, bijv. lysozym [3]

C 12 N      9/38                    .    .    .    werkend op beta-galactoseglycosidebindingen, bijv. beta-galactosidase [3]

C 12 N      9/40                    .    .    .    werkend op alfa-galactoseglycosidebindingen, bijv. alfa-galactosidase [3]

C 12 N      9/42                    .    .    .    werkend op beta-1,4-glucosidebindingen, bijv. cellulase [3]

C 12 N      9/44                    .    .    .    werkend op alfa-1,6-glucosidebindingen, bijv. isoamylase of pullulanase [3]

C 12 N      9/46                    .    .    .    .    Dextranase [3]

C 12 N      9/48                    .    .    werkend op peptidebindingen, bijv. thromboplastine of leucine-aminopeptidase (3.4) [3]

C 12 N      9/50                    .    .    .    Proteïneasen [3]

C 12 N      9/52                    .    .    .    .    afgeleid van bacteria [3]

C 12 N      9/54                    .    .    .    .    .    waarbij de bacterie Bacillus is [3]

C 12 N      9/56                    .    .    .    .    .    .    Bacillus subtilis of Bacillus licheniformis [3]

C 12 N      9/58                    .    .    .    .    afgeleid van schimmels [3]

C 12 N      9/60                    .    .    .    .    .    van gist [3]

C 12 N      9/62                    .    .    .    .    .    van Aspergillus [3]

C 12 N      9/64                    .    .    .    .    afgeleid van dierlijk weefsel, bijv. rennine (chymosine) [3]

C 12 N      9/66                    .    .    .    Elastase [3]

C 12 N      9/68                    .    .    .    Plasmine, d.w.z. fibrinolysine [3]

C 12 N      9/70                    .    .    .    Streptokinase [3]

C 12 N      9/72                    .    .    .    Urokinase [3]

C 12 N      9/74                    .    .    .    Thrombine [3]

C 12 N      9/76                    .    .    .    Trypsine; Chymotrypsine [3]

C 12 N      9/78                    .    .    werkend op andere koolstof-stikstofbindingen dan peptidebindingen (3.5) [3]

C 12 N      9/80                    .    .    .    werkend op amidebindingen in lineaire amiden [3]

C 12 N      9/82                    .    .    .    .    Asparaginase [3]

C 12 N      9/84                    .    .    .    .    Penicilline-amidase [3]

C 12 N      9/86                    .    .    .    werkend op amidebindingen in cyclische amiden, bijv. penicillinase [3]

C 12 N      9/88                    .    Lyasen (4.) [3]

C 12 N      9/90                    .    Isomerasen (5.) [3]

C 12 N      9/92                    .    .    Glucose-isomerase [3]

C 12 N      9/94                    .    Pancreatine [3]

C 12 N      9/96                    .    Stabiliseren van een enzym door het vormen van een adduct of een samenstelling; Vormen van enzymconjugaten [3]

C 12 N      9/98                    .    Bereiden van korrelvormige of vrij-vloeiende enzymsamenstellingen (C12N 9/96 heeft voorrang) [3]

C 12 N      9/99                    .    Inactiveren van een enzym door chemische behandeling [3]

 

C 12 N    11/00                   Drager-gebonden of geïnactiveerde enzymen; Drager-gebonden of geïnactiveerde microbiële cellen; Bereiden daarvan [3]

C 12 N    11/02                   .    Enzymen of microbiële cellen die zijn geïnactiveerd op of in een organische drager [3]

C 12 N    11/04                   .    .    gevangen in de drager, bijv. een gel of holle vezel [3]

C 12 N    11/06                   .    .    vastgemaakt aan de drager via een brugvormend middel [3]

C 12 N    11/08                   .    .    waarbij de drager een synthetisch polymeer is [3]

C 12 N    11/10                   .    .    waarbij de drager een koolhydraat is [3]

C 12 N    11/12                   .    .    .    Cellulose of derivaten daarvan [3]

C 12 N    11/14                   .    Enzymen of microbiële cellen die zijn geïnactiveerd op of in een anorganische drager [3]

C 12 N    11/16                   .    Enzymen of microbiële cellen die zijn geïnactiveerd op of in een biologische cel [3]

C 12 N    11/18                   .    Meervoudige enzymsystemen [3]

 

C 12 N    13/00                   Behandelen van micro-organismen of enzymen met elektrische of golfenergie, bijv. magnetisme of geluidsgolven [3]

 

C 12 N    15/00                   Mutatie of genetische manipulatie; DNA of RNA met betrekking tot genetische manipulatie, vectoren, bijv. plasmiden, of hun isolatie, bereiding of zuivering; Gebruik van gastheren daarvoor (mutanten of genetisch gemanipuleerde micro-organismen C12N 1/00, C12N 5/00 of C12N 7/00; nieuwe planten A01H; plantreproductie door weefselkweektechnieken A01H 4/00; nieuwe dieren A01K 67/00; gebruik van medicinale preparaten die genetisch materiaal bevatten welke in levende cellen wordt ingebracht voor het behandelen van genetische ziekten, genentherapie A61K 48/00; peptiden in het algemeen C07K) [3,5,6]

 

              Aantekening

 

              Onder deze groep vallen processen waarbij sprake is van het modificeren van genetische materiaal dat gewoonlijk niet in de natuur zou plaatsvinden zonder tussenkomst van mensen, dat zorgt voor een verandering in de genstructuur die wordt overgedragen aan de volgende generaties. [3]

 

C 12 N    15/01                   .    Bereiden van mutanten zonder inbreng van vreemd genetisch materiaal daarin; Doorlichtprocessen daarvoor [5]

C 12 N    15/02                   .    Bereiden van hybride cellen door een fusie tussen twee of meer cellen, bijv. protoplastfusie [5]

C 12 N    15/03                   .    .    Bacteria [5]

C 12 N    15/04                   .    .    Schimmels [5]

C 12 N    15/05                   .    .    Plantaardige cellen [5]

C 12 N    15/06                   .    .    Dierlijke cellen [5]

C 12 N    15/07                   .    .    Menselijke cellen [5]

C 12 N    15/08                   .    .    Cellen die het resultaat zijn van interspeciesfusie [5]

C 12 N    15/09                   .    Recombinant DNA-technologie [5]

C 12 N    15/10                   .    .    Processen voor het isoleren, bereiden of zuiveren van DNA of RNA (chemisch bereiden van DNA of RNA C07H 21/00; bereiden van niet-structurele polynucleotiden uit micro-organismen of met enzymen C12P 19/34) [5]

C 12 N    15/11                   .    .    DNA-fragmenten of RNA-fragmenten; Gemodificeerde vormen daarvan (DNA of RNA, voorzover niet gebruikt in recombinanttechnologie C07H 21/00) [5]

C 12 N    15/113                  .    .    .    Niet-coderende nucleïnezuren die de expressie van genen regelen, bijv. anti-sense nucleotiden [10]

C 12 N    15/115                  .    .    .    Aptameren, d.w.z. nucleïnezuren die specifiek en met hoge affiniteit een doelwitmolecuul binden zonder ermee te hybridiseren [10]

C 12 N    15/117                  .    .    .    Nucleïnezuren met immunomodulatoire eigenschappen, bijv. met CpG-motieven [10]

C 12 N    15/12                   .    .    .    Genen voor het coderen van dierlijke eiwitten [5]

C 12 N    15/13                   .    .    .    .    Immunoglobulinen [5]

C 12 N    15/14                   .    .    .    .    Humane serumalbuminen [5]

C 12 N    15/15                   .    .    .    .    Protease-onderdrukkers, bijv. antithrombine, antitrypsine of hirudine [5]

C 12 N    15/16                   .    .    .    .    Hormonen [5]

C 12 N    15/17                   .    .    .    .    .    Insuline [5]

C 12 N    15/18                   .    .    .    .    .    Groeihormonen [5]

C 12 N    15/19                   .    .    .    .    Interferonen; Lymfokinen; Cytokinen [5]

C 12 N    15/20                   .    .    .    .    .    Interferon [5]

C 12 N    15/21                   .    .    .    .    .    .    Alfa-interferon [5]

C 12 N    15/22                   .    .    .    .    .    .    Beta-interferon [5]

C 12 N    15/23                   .    .    .    .    .    .    Gamma-interferon [5]

C 12 N    15/24                   .    .    .    .    .    Interleukinen [5]

C 12 N    15/25                   .    .    .    .    .    .    Interleukine-1 [5]

C 12 N    15/26                   .    .    .    .    .    .    Interleukine-2 [5]

C 12 N    15/27                   .    .    .    .    .    Colony-stimulating factor (CSF) [5]

C 12 N    15/28                   .    .    .    .    .    Tumor necrosis factor ((TNF) [5]

C 12 N    15/29                   .    .    .    Genen voor het coderen van plantaardige eiwitten, bijv. thaumatine [5]

C 12 N    15/30                   .    .    .    Genen voor het coderen van eiwitten van ééncelligen, bijv. Plasmodium, Trypanosoma of Eimeria [5]

C 12 N    15/31                   .    .    .    Genen voor het coderen van eiwitten van microben, bijv. enterotoxinen [5]

C 12 N    15/32                   .    .    .    .    Eiwitten van de Bacillus crystal [5]

C 12 N    15/33                   .    .    .    .    Genen voor het coderen van eiwitten van virussen [5]

C 12 N    15/34                   .    .    .    .    .    Eiwitten uit DNA-virussen [5]

C 12 N    15/35                   .    .    .    .    .    .    Parvovirussen, bijv. feline-panleukopenia virus of humaan parvo virus (B19) [5]

C 12 N    15/36                   .    .    .    .    .    .    Hepa-dna-virussen [5]

C 12 N    15/37                   .    .    .    .    .    .    Papovavirussen, bijv. papillomavirus (wratten), polyoma virus (muizevirus) of SV40 [5]

C 12 N    15/38                   .    .    .    .    .    .    Herpetovirussen, bijv. herpes-simplex virus (koortsuitslag), varicella-zoster virus (waterpokken), Epstein-Barr virus, cytomegalo virus (cytomegalie) of pseudorabies virus (ziekte van Aujeszky of jeukpest) [5]

C 12 N    15/39                   .    .    .    .    .    .    Pokkenvirussen, bijv. vaccinia virus (koepokken) of variola virus (pokken) [5]

C 12 N    15/40                   .    .    .    .    .    Eiwitten uit RNA-virussen, bijv. flavi virus [5]

C 12 N    15/41                   .    .    .    .    .    .    Pico-RNA-virussen, bijv. rhino virus, coxsackie virus (buikgriep of Bornholmse ziekte), e.c.h.o.-virus of entero virus [5]

C 12 N    15/42                   .    .    .    .    .    .    .    Foot-and mouth disease virus (mond en klauwzeer) [5]

C 12 N    15/43                   .    .    .    .    .    .    .    Polio virus [5]

C 12 N    15/44                   .    .    .    .    .    .    Ortho-myxovirussen, bijv. influenza virus (griep) [5]

C 12 N    15/45                   .    .    .    .    .    .    Para-myxovirussen, bijv. measles virus (mazelen), mumps virus (bof), Newcastle-disease virus (NCD; pseudovogelpest), canine-distemper virus (hondeziekte), rinderpest virus (runderpest; veepest) of respiratory-syncytial virus (RSV) [5]

C 12 N    15/46                   .    .    .    .    .    .    Reovirussen, bijv. rota virus, bluetongue virus (blauwtong) of Colorado-tick-fever virus [5]

C 12 N    15/47                   .    .    .    .    .    .    Rhabdovirussen, bijv. rabies virus (hondsdolheid) of vesicular-stomatitis virus (VSV) [5]

C 12 N    15/48                   .    .    .    .    .    .    Retrovirussen, bijv. bovine-leukemie virus (runderleukemie) of feline-leukemie virus (kattenleukemie) [5,8]

C 12 N    15/49                   .    .    .    .    .    .    .    Lentivirussen, bijv. immunodeficiency virus zoals HIV, visna-maedi virus of equine-infectious-anaemia virus (paardenbloedarmoede) [5,8]

C 12 N    15/50                   .    .    .    .    .    .    Coronavirussen, bijv. infectious-bronchitis virus (bronchtitis) of transmissible-gastro-enteritis virus [5]

C 12 N    15/51                   .    .    .    .    .    Hepatitisvirussen [5]

C 12 N    15/52                   .    .    .    Genen voor het coderen van enzymen of pro-enzymen [5] 

              Aantekening

 

              In deze groep worden:

              -         genen voor het coderen van pro-enzymen geklasseerd naar de overeenkomstige genen voor het coderen van enzymen;

              -         enzymen in het algemeen gecategoriseerd in overeenstemming met de “Nomenclatuur en Klassering van Enzymen” van de International Commission on Enzyms. Daar waar van toepassing staat deze categorie-aanduiding in de subgroepen hieronder vermeld tussen haakjes. [3]

 

C 12 N    15/53                   .    .    .    .    Oxidoreductasen (1) [5]

C 12 N    15/54                   .    .    .    .    Transferasen (2) [5]

C 12 N    15/55                   .    .    .    .    Hydrolasen (3) [5]

C 12 N    15/56                   .    .    .    .    .    werkend op glycosydeverbindingen (3.2), bijv. amylase, galactosidase of lysozyme [5]

C 12 N    15/57                   .    .    .    .    .    werkend op peptidebindingen (3.4) [5]

C 12 N    15/58                   .    .    .    .    .    .    Plasminogeenactivatoren, bijv. urokinase of TPA (tissue plasminogen activator) [5]

C 12 N    15/59                   .    .    .    .    .    .    Chymosine [5]

C 12 N    15/60                   .    .    .    .    Lyasen (4) [5]

C 12 N    15/61                   .    .    .    .    Isomerasen (5) [5]

C 12 N    15/62                   .    .    .    Coderen van DNA-sequenties voor fusie-eiwitten [5] 

              Aantekening

 

              In deze groep wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         “fuseren” betekent het fuseren van twee verschillende eiwitten. [5]

 

C 12 N    15/63                   .    .    Inbrengen van vreemd genetisch materiaal met vectoren; Vectoren; Gebruik van gastheren daarvoor; Regelen van de expressie [5]

C 12 N    15/64                   .    .    .    Algemene methoden voor het bereiden van de vector, het in de cel inbrengen daarvan of het selecteren van de vectorhoudende gastheer [5]

C 12 N    15/65                   .    .    .    gebruikmakend van markeringen (enzymen die worden gebruik als markering C12N 15/52) [5]

C 12 N    15/66                   .    .    .    Algemene methoden voor het in een vector inbrengen van een gen voor het vormen van een recombinantvector, door gebruik te maken van afbraak en fusie; Gebruik van niet-functionele koppelaars of adaptoren, bijv. ­koppelaars die de sequentie voor een restrictie-enzym of endonuclease bevatten [5]

 

              Aantekening

 

              In deze groep wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         “niet-functionele koppelaars” betekent DNA-sequenties die worden gebruikt voor het koppelen van DNA-sequenties, en die geen bekende functie van een structureel gen of een regelfunctie bevatten. [5]

 

C 12 N    15/67                   .    .    .    Algemene methoden voor het vergroten van de expressie [5]

C 12 N    15/68                   .    .    .    .    Stabiliseren van de vector [5]

C 12 N    15/69                   .    .    .    .    Vergroten van het aantal kopieën van de vector [5]

C 12 N    15/70                   .    .    .    Speciaal aangepaste vectoren of expressiesystemen voor E. coli [5] 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze groep valt het gebruik van E. coli als gastheer. [5]

              (2)      Pendelvectoren die zich tevens verdubbelen in E. coli, worden geklasseerd in overeenstemming met de andere gastheer. [5]

 

C 12 N    15/71                   .    .    .    .    Expressiesystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van geordende sequenties die afkomstig zijn van de trp-operon [5]

C 12 N    15/72                   .    .    .    .    Expressiesystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van geordende sequenties die afkomstig zijn van de lac-operon [5]

C 12 N    15/73                   .    .    .    .    Expressiesystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van phage-lambda-geordende sequenties [5]

C 12 N    15/74                   .    .    .    Speciaal aangepaste vectoren of expressiesystemen voor andere prokaryotische gastheren dan E. coli, bijv. Lactobacillus of Micromonospora [5]

 

              Aantekening

 

              Onder deze groep valt het gebruik van prokaryoten als gastheer. [5]

 

C 12 N    15/75                   .    .    .    .    voor Bacillus [5]

C 12 N    15/76                   .    .    .    .    voor Actinomyces; voor Streptomyces [5]

C 12 N    15/77                   .    .    .    .    voor Corynebacterium; voor Brevibacterium [5]

C 12 N    15/78                   .    .    .    .    voor Pseudomonas [5]

C 12 N    15/79                   .    .    .    Speciaal aangepaste vectoren of expressiesystemen voor eukaryotische gastheren; [5]

 

              Aantekening

 

              Onder deze groep valt het gebruik van eukaryoten als gastheer. [5]

 

C 12 N    15/80                   .    .    .    .    voor schimmels [5]

C 12 N    15/81                   .    .    .    .    .    voor gisten [5]

C 12 N    15/82                   .    .    .    .    voor plantaardige cellen [5]

C 12 N    15/83                   .    .    .    .    .    Virale vectoren, bijv. cauliflower mozaïek virus (bloemkoolmozaïek)  [5]

C 12 N    15/84                   .    .    .    .    .    Ti-plasmiden [5]

C 12 N    15/85                   .    .    .    .    voor dierlijke cellen [5]

C 12 N    15/86                   .    .    .    .    .    Virale vectoren, bijv. vaccinia virus (koepokken) [5]

C 12 N    15/861                  .    .    .    .    .    .    Adenovirale vectoren [7]

C 12 N    15/863                  .    .    .    .    .    .    Pokkenvirale vectoren, bijv. vaccinia virus (koepokken) [7]

C 12 N    15/864                  .    .    .    .    .    .    Parvovirale vectoren [7]

C 12 N    15/866                  .    .    .    .    .    .    Baculovirale vectoren [7]

C 12 N    15/867                  .    .    .    .    .    .    Retrovirale vectoren [7]

C 12 N    15/869                  .    .    .    .    .    .    Herpesvirale vectoren [7]

C 12 N    15/87                   .    .    Inbrengen van vreemd genetisch materiaal door gebruik te maken van niet elders ondergebrachte processen, bijv. co-transformeren [5]

C 12 N    15/873                  .    .    .    Technieken voor het bereiden van nieuwe embryo’s, bijv. overdracht van kernmateriaal, manipulatie van totipotente cellen of bereiding van chimere embryo’s [10]

C 12 N    15/877                  .    .    .    Technieken voor het bereiden van nieuwe in zoogdieren gekloonde embryo’s [10]

C 12 N    15/88                   .    .    .    gebruikmakend van micro-inkapseling, bijv. gebruikmakend van een liposoom [5]

C 12 N    15/89                   .    .    .    gebruikmakend van micro-injectie [5]

C 12 N    15/90                   .    .    .    Stabiel inbrengen van vreemd DNA in een chromosoom [5]