SECTIE D TEXTIEL; PAPIER
Aantekening
In deze Sectie
worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenissen:
- “vezel” betekent een relatief kort,
gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;
- “filament” betekent een eindloos of
zogenaamd eindloos, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;
- “garen” betekent een gelijkmatig
stelsel van vezels, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door spinnen;
- “draad” betekent een stelsel van garens
of filamenten, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door twisten;
- “synthetische vezels of filamentvezels”
betekent vezels of filamenten en dergelijke, die zijn gemaakt uit
synthetiserende polymeren of moleculen. Voorbeelden zijn polyamidevezels,
acrylvezels, polyestervezels of koolstofvezels;
- “kunstvezels of kunstfilamenten”
betekend vezels of filamenten, die door mensen zijn gemaakt uit natuurlijke
polymeren of hun derivaten. Voorbeelden zijn geregenereerde cellulosevezels of
half-synthetische vezels;
- “door mensen gemaakte vezels of
filamenten” betekent vezels of filamenten, die zijn gemaakt door de mens,
inclusief “synthetische vezels” of “kunstvezels”.
D 04 VLECHTEN; KANTKLOSSEN; BREIEN; AFZETSELS; NON-WOVENS
D 04 C VLECHTEN OF MAKEN VAN KANT, INCLUSIEF KANTKLOSWERK OF GECARBONISEERD KANTWERK; VLECHTMACHINES; VLECHTWERK; KANTWERK (machines voor het maken van zolen uit stroken materiaal A43D 29/00; bewerken van riet B27J 1/00)
D 04 C 1/02 . van specifieke materialen
D 04 C 1/04 . . Gecarboniseerd kantwerk en dergelijke
D 04 C 1/06 . Vlechtwerk of kantwerk voor een specifiek doel
D 04 C 1/08 . . Tuleweefsel
D 04 C 1/10 . . . Tuleweefsel met een patroon
D 04 C 1/12 . . Koorden, lijnen of sleepkabels
D 04 C 3/02 . met spoeldragers die uitsluitend worden geleid door leibaanplaten of door kloskoppen
D 04 C 3/04 . . met spoeldragers die worden geleid en die heen-en-weer bewegen langs niet-eindloze banen
D 04 C 3/06 . . met spoeldragers die altijd in dezelfde richting langs eindloze banen bewegen
D 04 C 3/08 . . met middelen voor het over elkaar heen leggen van draden of vlechtwerk
D 04 C 3/10 . . met middelen voor het vormen van lussen, oren of ogen langs de rand
D 04 C 3/12 . . met middelen voor het inbrengen van kerndraden
D 04 C 3/14 . . Spoeldragers
D 04 C 3/16 . . . voor horizontale spoelen
D 04 C 3/18 . . . voor verticale spoelen
D 04 C 3/20 . . Opstelling van kloskoppen en geleiders of leibaanplaten in de machine
D 04 C 3/22 . . Geleiders of leibaanplaten (met middelen voor het regelen van spoeldragers D04C 3/24)
D 04 C 3/24 . . Inrichtingen voor het regelen van spoeldragers voor het verkrijgen van patronen, bijv. inrichtingen op geleiders of leibaanplaten
D 04 C 3/26 . . . door het stoppen van kloskoppen
D 04 C 3/28 . . . door het stoppen van alleen de spoeldrager
D 04 C 3/30 . . . door het regelen van schakelaars van geleiders of leibaanplaten
D 04 C 3/32 . . Patrooninvoer
D 04 C 3/34 . . Klopmechanismen of opklopmechanismen
D 04 C 3/36 . . Frames
D 04 C 3/38 . . Drijfwerk; Startmechanismen of stopmechanismen
D 04 C 3/40 . voor het maken van buisvormig vlechtwerk door het op gelijke afstanden om de vlechtas laten circuleren van een voorraad strengen
D 04 C 3/42 . . met middelen voor het vormen van vakken door het regelen van geleiders voor afzonderlijke draden
D 04 C 3/44 . . met middelen voor het vormen van vakken door het achtereenvolgens opdelen van diverse draden waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde geleidingsvoorzieningen
D 04 C 3/46 . . met draaddragers die worden ondersteund door walsen
D 04 C 3/48 . Hulpinrichtingen
D 04 C 5/02 . Netweefgetouwen voor tuleweefsel
D 04 C 5/04 . Netmachines of vitragemachines
D 04 C 5/06 . Machines voor het maken van kantklosweefsel met twist
D 04 C 5/08 . Kloswagens (klossen B65H 75/02)
D 04 C 5/10 . Kloswagengeleiders; Aandrijvingen voor het laten schommelen van kloswagens
D 04 C 5/12 . Aandrijvingen voor het voortbewegen van kloswagens
D 04 C 5/14 . . Patrooninvoer
D 04 C 5/16 . Toevoerinrichtingen of geleidingsinrichtingen voor kettingdraden
D 04 C 5/18 . . Geleidingsstangen; Geleidingsmiddelen daarvoor; Patrooninvoer door het regelen daarvan
D 04 C 5/20 . . Schachtdragers of pikkers; Patrooninvoer door het regelen daarvan
D 04 C 5/22 . Afleverinrichtingen
D 04 C 5/24 . Drijfwerk; Startmechanismen of stopmechanismen
D 04 C 5/26 . Hulpinrichtingen