SECTIE D         TEXTIEL; PAPIER

 

              Aantekening

 

              In deze Sectie worden de volgende termen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

              -         “vezel” betekent een relatief kort, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “filament” betekent een eindloos of zogenaamd eindloos, gestrekt lichaam van natuurlijk of kunstmatig materiaal;

              -         “garen” betekent een gelijkmatig stelsel van vezels, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door spinnen;

              -         “draad” betekent een stelsel van garens of filamenten, dat gewoonlijk wordt geproduceerd door twisten;

              -         “synthetische vezels of filamentvezels” betekent vezels of filamenten en dergelijke, die zijn gemaakt uit synthetiserende polymeren of moleculen. Voorbeelden zijn polyamidevezels, acrylvezels, polyestervezels of koolstofvezels;

              -         “kunstvezels of kunstfilamenten” betekend vezels of filamenten, die door mensen zijn gemaakt uit natuurlijke polymeren of hun derivaten. Voorbeelden zijn geregenereerde cellulosevezels of half-synthetische vezels;

              -         “door mensen gemaakte vezels of filamenten” betekent vezels of filamenten, die zijn gemaakt door de mens, inclusief “synthetische vezels” of “kunstvezels”.

 

TEXTIEL OF NIET ELDERS ONDERGEBRACHTE FLEXIBELE MATERIALEN

 

D 05        NAAIEN; BORDUREN; TUFTEN

 

D 05 C    BORDUREN (programma-gestuurde naaimachines met borduurmogelijkheid D05B 19/00 of D05B 21/00); TUFTEN (maken van non-wovens D04H; naaien D05B) [9]

D 05 C      1/00                    Apparatuur, inrichtingen of gereedschap voor het met de hand borduren

D 05 C      1/02                    .    Werkframes

D 05 C      1/04                    .    .    cirkelvormig

D 05 C      1/06                    .    Speciaal aangepaste naalden voor het met de hand borduren (naainaalden D05B 85/00); Houders voor naalden of draden

D 05 C      1/08                    .    Patronen voor het met de hand borduren; Maken daarvan

 

Borduurmachines [9] 

D 05 C      3/00                    Algemene soorten borduurmachines

D 05 C      3/02                    .    met verticale naalden

D 05 C      3/04                    .    met horizontale naalden

 

D 05 C      5/00                    Borduurmachines met voorzieningen voor het automatisch regelen van een reeks afzonderlijke stappen

D 05 C      5/02                    .    door elektrische of magnetische regelinrichtingen

D 05 C      5/04                    .    op grond van opgenomen informatie, bijv. op een ponsband

D 05 C      5/06                    .    .    met middelen voor het opnemen van de informatie 

D 05 C      7/00                    Speciale of automatische borduurmachines

D 05 C      7/02                    .    met accessoires voor bijzondere soorten borduurwerk

D 05 C      7/04                    .    voor het boring of jogging

D 05 C      7/06                    .    voor het borduren van festons

D 05 C      7/08                    .    voor het vastmaken van koorden, banden, stroken en dergelijke

D 05 C      7/10                    .    voor het scheiden of afbranden van delen van het basisweefsel (maken van patronen of ontwerpen op weefsel door zengen of etsen D06C 23/02)

D 05 C      7/12                    .    voor het maken van katoenen knopen 

D 05 C      9/00                    Attributen voor het vasthouden of toevoeren van basisweefsel in borduurmachines

D 05 C      9/02                    .    in machines met verticale naalden

D 05 C      9/04                    .    .    Werkhouders, bijv. frames

D 05 C      9/06                    .    .    .    Toevoervoorzieningen daarvoor, bijv. beïnvloed door patronen of bediend door pantografen

D 05 C      9/08                    .    in machines met horizontale naalden

D 05 C      9/10                    .    .    Werkhouders of werkdragers

D 05 C      9/12                    .    .    .    Vasthoudvoorzieningen of strekvoorzieningen voor het basisweefsel in borduurwerkhouders

D 05 C      9/14                    .    .    .    Ophangvoorzieningen of balanceervoorzieningen daarvoor

D 05 C      9/16                    .    .    .    Toevoervoorzieningen daarvoor

D 05 C      9/18                    .    Regelen van de beweging van het basisweefsel in één van de twee richtingen door borduurnaalden

D 05 C      9/20                    .    Regelen van de beweging van het basisweefsel door de drukvoeten; Aandrijfvoorzieningen daarvoor

D 05 C      9/22                    .    Stelvoorzieningen of registratie-inrichtingen voor het basisweefsel, bijv. voor uitlijning ten opzichte van de naalden

 

D 05 C    11/00                   Inrichtingen voor het geleiden, toevoeren, hanteren of behandelen van de draden in borduurmachines; Machinenaalden; Bedieningsmechanismen of regelmechanismen daarvoor

D 05 C    11/02                   .    Machinenaalden

D 05 C    11/04                   .    .    Voorzieningen voor het vastmaken of insteken in balken of dragers

D 05 C    11/06                   .    .    Aandrijfmechanismen of regelmechanismen voor naalden

D 05 C    11/08                   .    Draadspanvoorzieningen

D 05 C    11/10                   .    .    Geleiders, bijv. verend

D 05 C    11/12                   .    .    Walsen

D 05 C    11/14                   .    .    Noodstops die reageren op draadspanning of draadbreuk

D 05 C    11/16                   .    Voorzieningen voor het herhalen van draadpatronen of voor het veranderen van draden

D 05 C    11/18                   .    Spoeltjes

D 05 C    11/20                   .    Voorzieningen voor snijden van de draden in de naalden of de onderdraden

D 05 C    11/22                   .    Voorzieningen voor het lossnijden van gebroken draden

D 05 C    11/24                   .    met inrichtingen voor het verven of impregneren van de draden

 

D 05 C    13/00                   Niet elders ondergebrachte hulpinrichtingen in borduurmachines; Aanleverapparatuur voor gebruik bij borduurmachines

D 05 C    13/02                   .    Telinrichtingen, meetinrichtingen, aanwijsinrichtingen, waarschuwingsinrichtingen of veiligheidsinrichtingen

D 05 C    13/04                   .    Smeerinrichtingen

D 05 C    13/06                   .    Apparatuur voor het vullen of van draad voorzien van spoeltjes

 

D 05 C    15/00                   Maken van poolweefsels of poolbreisels of artikelen met soortgelijke oppervlaktekenmerken, door het insteken van lussen in een basismateriaal (gelaagde producten B32B; non-wovens met pool D04H 11/00)

D 05 C    15/02                   .    Rooting van haar in de hoofden of pruiken voor poppen (pruiken A41G 3/00; haar of pruiken voor poppehoofden A63H 3/44)

D 05 C    15/04                   .    Tuften

D 05 C    15/06                   .    .    Handtuftnaalden

D 05 C    15/08                   .    .    Tuftmachines

D 05 C    15/10                   .    .    .    werkend met meerdere naalden, bijv. in één rij

D 05 C    15/12                   .    .    .    .    in meer dan één rij

D 05 C    15/14                   .    .    .    Voorzieningen of inrichtingen voor het vasthouden of toevoeren van het basismateriaal (D05C 15/26 heeft voorrang)

D 05 C    15/16                   .    .    .    Voorzieningen of inrichtingen voor het manipuleren van draden (D05C 15/26 heeft voorrang)

D 05 C    15/18                   .    .    .    .    Draadtoevoervoorzieningen of draadspanvoorzieningen

D 05 C    15/20                   .    .    .    .    Voorzieningen of inrichtingen voor het insteken van lussen, bijv. naalden; Aandrijfmechanismen daarvoor

D 05 C    15/22                   .    .    .    .    Lusvangvoorzieningen, bijv. lussenmakers; Aandrijfmechanismen daarvoor

D 05 C    15/24                   .    .    .    .    Lussensnijders; Aandrijfmechanismen daarvoor

D 05 C    15/26                   .    .    .    met een voorziening voor het produceren van patronen

D 05 C    15/28                   .    .    .    .    door het zijwaarts bewegen van het basismateriaal

D 05 C    15/30                   .    .    .    .    door het zijwaarts bewegen van het tuftgereedschap

D 05 C    15/32                   .    .    .    .    door het veranderen van de luslengte

D 05 C    15/34                   .    .    .    .    door het insteken van lussen van verschillende aard of kleur

D 05 C    15/36                   .    .    .    .    door het selectief afsnijden van lussen

D 05 C    15/38                   .    door het zigzaggend laten passeren van draadmateriaal door lagen basismateriaal op afstand van elkaar, en het vervolgens afsnijden langs een centraal vlak

 

D 05 C    17/00                   Geborduurde of getufte producten; Speciaal aangepaste basisweefsels voor borduurwerk; Inzetstukken voor het produceren van oppervlakte-onregelmatigheden in geborduurde producten (gelaagde producten B32B; non-wovens met pool D04H 11/00)

D 05 C    17/02                   .    Getufte producten