SECTIE E BOUWKUNDE
E 01 CONSTRUCTIE VAN
WEGEN, SPOORWEGEN OF BRUGGEN [11]
E 01 D BRUGGEN (bruggen die zich
uitstrekken tussen luchthavengebouwen en vliegtuigen voor het aan of van boord
laten gaan van passagiers B64F 1/305)
Aantekening
In deze
subklasse is het gewenst om de indexcodes van groep E01D 101/00 toe te voegen.
[8]
E 01 D
1/00 Bruggen in
het algemeen (gekenmerkt door hun bouwsoort E01D 4/00 tot E01D 15/00) [6]
E 01 D 2/02 . in de vorm van I-profielen [6]
E 01 D 2/04 . in de vorm van kokerbalken [6]
E 01 D 6/02 . in de vorm van bogen met kabels [6]
E 01 D 11/02 . Hangbruggen
[6]
E 01 D 11/04 . Kabelbruggen [6]
E 01 D 12/00 Bruggen
die worden gekenmerkt door een combinatie van bouwwerken die als geheel niet vallen
onder één van de groepen E01D 2/00 tot E01D 11/00 [6]
E 01 D 15/02 . Verticale hefbruggen
E 01 D 15/04 . Draaibruggen
E 01 D 15/06 . Klapbruggen; Rolklapbruggen, bijv.
Scherzer-bruggen
E 01 D 15/08 . . Ophaalbruggen
E 01 D 15/10 . Loopbruggen; Schuifbruggen; Roterende
cilinderbruggen, d.w.z. roterend om een lengteas voor het omhoog halen of laten
zakken van de weg
E 01 D 15/12 . Verplaatsbare of gelede bruggen (drijvende
bruggen E01D 15/14)
E 01 D 15/127 . . gecombineerd
met door de bodem ondersteunde voertuigen voor het transporteren, hanteren of
plaatsen van dergelijke bruggen of van gedeelten daarvan [6]
E 01 D 15/133 . . opgebouwd
uit gemakkelijk te scheiden standaardgedeelten of standaardelementen, bijv.
Bailey-bruggen (E01D 15/127 heeft voorrang) [6]
E 01 D 15/14 . Drijvende bruggen, bijv. pontonbruggen
(landingsbruggen E01D 15/24; drijvende lichamen of pontons B63B) [6]
E 01 D 15/20 . . inklapbaar,
vergrootbaar, opblaasbaar en dergelijke (E01D 15/22 heeft voorrang) [6]
E 01 D 15/22 . . ontworpen
als, of gemonteerd op, voertuigen [6]
E 01 D 15/24 . Bruggen of soortgelijke bouwwerken, die
rusten op het land of op een vast bouwwerk en die zijn ontworpen voor het
verschaffen van toegang tot schepen of andere drijvende bouwwerken [6,10]
E 01 D 18/00 Speciaal
aangepaste bruggen voor specifieke toepassingen of functies die niet elders
zijn ondergebracht, bijv. aquaducten of bruggen voor het ondersteunen van
pijpleidingen [6,8]
E 01 D 19/02 . Brugpijlers; Steunpijlers (funderingen E02D)
E 01 D 19/04 . Lagers; Scharnieren
E 01 D 19/06 . Plaatsing,
constructie of overbrugging van dilatatielassen [10]
E 01 D 19/08 . Damp-werende lagen of andere isolatielagen;
Drainagevoorzieningen of drainage-inrichtingen
E 01 D 19/10 . Relingen; Beschermen tegen rook of gassen, bijv.
van locomotieven; Onderhoudsloopkranen; Bevestigen van pijpen of kabels aan
bruggen [10]
E 01 D 19/12 . Roosters of open vloeren voor bruggen;
Bevestigen van spoorbielsen of sporen aan bruggen [10]
E 01 D 19/14 . Torens; Ankers; Zadelsteunen [6]
E 01 D 19/16 . Hangkabels; Kabelklemmen voor hangkabels
[6]
E 01 D 21/06 . door een rechtlijnige beweging van de brug
of bruggedeelten [6]
E 01 D 21/08 . door een roterende beweging van de brug of
bruggedeelten [6]
E 01 D 21/10 . Vrijdragende opzet [6]
E 01 D 24/00 Methoden
of apparatuur voor het ontmantelen van bruggen [8]
Indexschema in samenhang
met de groepen E01D 1/00 tot E01D 22/00, met betrekking tot de
materiaalsamenstelling van bruggen [6,8]
E 01 D 101/10 . Hout [6]
E 01 D 101/20 . Beton, steen of steenachtig materiaal [6]
E 01 D 101/22 . . Metselwerk; Bakstenen
[6]
E 01 D 101/24 . . Beton [6]
E 01 D 101/26 . . . gewapend [6]
E 01 D 101/28 . . . . voorgespannen
[6]
E 01 D 101/30 . Metaal (E01D 101:26 heeft voorrang) [6]
E 01 D 101/32 . . voorgespannen
[6]
E 01 D 101/34 . . niet-ijzerhoudend,
bijv. aluminium [6]
E 01 D 101/40 . Kunststoffen [6]