SECTIE E          BOUWKUNDE

 

BOUW

 

E 04        BOUWKUNDE [11]

 

E 04 B     ALGEMENE BOUWCONSTRUCTIES; WANDEN, BIJV. AFSCHEIDINGEN; DAKEN; VLOEREN; PLAFONDS; ISOLATIE OF ANDERE BESCHERMING VAN GEBOUWEN (randconstructies van openingen in wanden, vloeren of plafonds E06B 1/00) 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze subklasse vallen bewerkingsmethoden die worden gebruikt bij het construeren van nieuwe gebouwen, en vergelijkbare bewerkingsmethoden bij bestaande gebouwen. Andere bewerkingsmethoden bij bestaande gebouwen worden geklasseerd in groep E04G 23/00, behalve die voor het isoleren. [5]

              (2)      In deze subklasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

                        -        “plafond” omvat al het afwerkmateriaal dat de onderzijde van de lastdragende plafondstructuur of dakstructuur bedekt. [4]

 

E 04 B       1/00                    Constructies in het algemeen; Bouwwerken die niet zijn beperkt tot wanden, bijv. afscheidingen, vloeren, plafonds of daken (steigers, bekistingen E04G; speciaal aangepaste bouwwerken voor gebouwen voor een speciaal doel, algemene layout van gebouwen, bijv. modulaire opbouw E04H; zie voor de specifieke delen van gebouwen de relevante groepen voor die delen)

E 04 B      1/02                    .    Bouwwerken die allereerst bestaan uit last-dragende, blokvormige of plaatvormige elementen (E04B 1/32 tot E04B 1/36 hebben voorrang)

E 04 B      1/04                    .    .    waarbij de elementen bestaan uit beton, bijv. gewapend beton,  of een ander steenachtig materiaal

E 04 B      1/06                    .    .    .    waarbij de elementen zijn voorgespannen

E 04 B      1/08                    .    .    waarbij de elementen bestaan uit metaal

E 04 B      1/10                    .    .    waarbij de elementen bestaan uit hout

E 04 B      1/12                    .    .    waarbij de elementen bestaan uit ander materiaal

E 04 B      1/14                    .    .    waarbij de elementen zijn opgebouwd uit twee of meer materialen (van gewapend beton E04B 1/04)

E 04 B      1/16                    .    Bouwwerken die zijn gemaakt van massa’s, bijv. beton, die worden gegoten of op soortgelijke wijze ter plaatse wordt gevormd met of zonder gebruikmaking van hulpelementen, zoals blijvende bekistingen of een onderbouw die moet worden gecoat met lastdragend materiaal (E04B 1/32 tot E04B 1/36 hebben voorrang)

E 04 B      1/18                    .    Bouwwerken die langwerpige last-ondersteunende delen bevatten, bijv. kolommen, liggers of skeletten (E04B 1/32 tot E04B 1/36 hebben voorrang; langwerpige last-ondersteunende delen zoals elementen, spanten of spantachtige bouwwerken E04C 3/00)

E 04 B      1/19                    .    .    Driedimensionale geraamtebouwwerken [2]

 

              Aantekening

 

              Groep E04B 1/19 heeft voorrang boven de groepen E04B 1/20 tot E04B 1/30. [2]

 

E 04 B      1/20                    .    .    waarbij de steundelen bestaan uit beton, bijv. gewapend beton,  of een ander steenachtig materiaal

E 04 B      1/21                    .    .    .    Speciaal daarvoor aangepaste verbindingen [2]

E 04 B      1/22                    .    .    .    waarbij de delen zijn voorgespannen

E 04 B      1/24                    .    .    waarbij de steundelen bestaan uit metaal

E 04 B      1/26                    .    .    waarbij de steundelen bestaan uit hout

E 04 B      1/28                    .    .    waarbij de steundelen bestaan uit ander materiaal

E 04 B      1/30                    .    .    waarbij de steundelen zijn opgebouwd uit twee of meer materialen; Composietbouwwerken van staal en beton (van gewapend beton E04B 1/20)

E 04 B      1/32                    .    Boogstructuren; Welfstructuren; Vouwstructuren (welfdaken E04B 7/08)

E 04 B      1/34                    .    Buitengewone bouwwerken, bijv. met hangende of vrijdragende delen die worden ondersteund door masten of torenvormige bouwwerken rondom liften of trappen; Kenmerken met betrekking tot de elastische stabiliteit (E04B 1/342, E04B 1/343 en E04B 1/348 hebben voorrang; voor vloeren E04B 5/43; gebouwen voor een speciaal doel, bijv. bestand tegen aardbevingen E04H)

E 04 B      1/342                  .    Bouwwerken die een groot vrij gebied overkappen en die al dan niet open zijn langs de rand, bijv. hangars of hallen (dakspanten E04C 3/00; zie voor niet-bouwkundige kenmerken voor een specifiek doel de relevante groepen van E04H)

E 04 B      1/343                  .    Bouwwerken die worden gekenmerkt door beweegbare, afscheidbare of inklapbare delen, bijv. voor transport (beweegbare dakdelen E04B 7/16; drijvende gebouwen B63B; kleine geprefabriceerde gebouwen die als één geheel kunnen worden vervoerd E04H 1/12; kleine garages E04H 6/02; tenten of zonnedaken in het algemeen E04H 15/00)

E 04 B      1/344                  .    .    met scharnierende delen

E 04 B      1/346                  .    .    Roterende gebouwen; Gebouwen met roterende eenheden, bijv. kamers

E 04 B      1/348                  .    Bouwwerken die zijn opgebouwd uit eenheden die tenminste aanzienlijke delen van twee zijden van een ruimte bevatten, bijv. doosvormige of celvormige eenheden met een gesloten vorm of een skeletvorm (wandeenheden die plaats bieden aan leidingen en dergelijke E04C 2/52)

E 04 B      1/35                    .    Bijzondere bouwmethoden, bijv. lift-slab, jack-block (E04B 1/34 heeft voorrang; bekistingen, betonbekistingen voor het ter plaatse vormen van wanden, vloeren, plafonds of daken voor bouwwerken met een specifieke vorm E04G 11/04; transporteren of samenvoegen van bouwmaterialen E04G 21/00; bewerkingsmaatregelen aan bestaande gebouwen E04G 23/00)

E 04 B      1/36                    .    Lagers of soortgelijke steunen die beweging toestaan (voor bruggen E01D 19/04; gebouwen die bestand zijn tegen een aardbeving E04H 9/02)

E 04 B      1/38                    .    Verbindingen voor bouwwerken in het algemeen

 

              Aantekening

 

              Speciaal aangepaste verbindingen voor specifieke delen van gebouwen of voor specifieke bouwwerken zijn geklasseerd in de groepen voor die delen of werken, bijv. in de groepen E04B 1/21, E04B 2/00, E04B 5/00, E04B 7/00 of E04B 9/00. Niet speciaal aangepaste verbindingen voor bouwconstructies, of met een meer algemene toepassing, zijn geklasseerd in de toepasselijke subklassen, bijv. F16B. [5]

 

E 04 B      1/41                    .    .    Speciaal aangepaste verbindingsinrichtingen die worden ingebed in beton of metselwerk (afstandhouders voor wanden met holten E04B 2/30 of E04B 2/44; verbindingsmiddelen voor versterkingselementen E04C 5/16; bevestigen van kozijnen aan de rand van openingen E06B 1/56)

E 04 B      1/48                    .    .    Deuvels, d.w.z. aangepaste lichamen die de oppervlakken van twee delen binnendringen en die de schuifspanningen opnemen

E 04 B      1/49                    .    .    .    met zelfdoorborende delen, bijv. klauwdeuvels

E 04 B      1/58                    .    .    voor staafvormige bouwelementen

E 04 B      1/61                    .    .    voor plaatvormige bouwelementen met elkaar [5]

E 04 B      1/62                    .    Isolatie of andere bescherming; Elementen of gebruik van specifiek materiaal daarvoor (chemische samenstellingen C01 tot C11; werktuigen voor het aanbrengen van isolatie of afdichtingen E04F 21/00; gebouwen die bestand zijn of bescherming bieden tegen externe ongewenste invloeden E04H 9/00; afdichten van pijpen in wanden of afscheidingen F16L 5/02; afschermen tegen gevaarlijke straling G21F; zie voor constructies van specifieke delen van gebouwen de relevante groepen voor die delen)

E 04 B      1/64                    .    .    voor het dampwerend maken; Beschermen tegen corrosie (afdichtingen E04B 1/66)

E 04 B      1/66                    .    .    Afdichtingen (toevoegen van anti-lekeigenschappen aan pleister C04B; bitumineuze afdichtingsmassa’s C08L 95/00; afdichtingen voor waterbouwkundig werk in het algemeen E02B 3/16; tegen grondvocht of grondwater E02D 31/02; afdekkingen tegen regen of andere neerslagen uit de atmosfeer E04D; zie voor de samenstelling van materiaal of het maken van afdicht-foliën de relevante klassen voor deze foliën)

E 04 B      1/68                    .    .    .    van verbindingen, bijv. dilatatievoegen (pakking voor voegen in wegen of vliegvelden E01C 11/02; dilatatievoegen voor bruggen E01D 19/06; afdichten van verbindingen tussen heipalen E02D 5/14; verbindingen in funderingsbouwwerken E02D 29/16; inrichtingen voor het afdichten van de ruimten of verbindingen tussen dakbedekkingselementen E04D 1/36; afdichten van verbindingen tussen dakbedekkingselementen E04D 3/38; constructie van verbindingen voor het afwerken van vloeren of van ter plaatse uit massa’s gemaakte vloerlagen E04F 15/14)

E 04 B      1/682                  .    .    .    .    ter plaatse gevormd [5]

E 04 B      1/684                  .    .    .    .    gebruikmakend van voorgevormde elastomere elementen [5]

E 04 B      1/686                  .    .    .    .    .    met meerdere holle, vervormbare inwendige cellen [5]

E 04 B      1/70                    .    .    Drogen of drooghouden, bijv. door luchtgaten (door afdichtingen E04B 1/66; tijdens het opbouwen E04G 21/28)

E 04 B      1/72                    .    .    Ongediertebestrijding (door drooghouden E04B 1/70; impregneren van hout of soortgelijke materialen B27K)

E 04 B      1/74                    .    .    Isoleren, absorberen of terugkaatsen van warmte, geluid of lawaai (vormen van ruimten, of voorzieningen in ruimten, voor het beïnvloeden of richten van geluid E04B 1/99); Andere bouwmethoden die gunstige thermische of akoestische condities bieden, bijv. waarbij warmte wordt opgeslagen in de wanden (brandbescherming E04B 1/94; elementen die voornamelijk zijn aangepast voor de bouw E04C 1/00 tot E04C 3/00; voornamelijk aangepast voor bedekkingen van oppervlakken E04F 13/00; als onderlagen voor vloerafdekkingen E04F 15/18; afsluitingen voor wandopeningen of soortgelijke openingen E06B)

E 04 B      1/76                    .    .    .    specifiek met betrekking tot alleen warmte (warmte-isolatie in het algemeen F16L 59/00)

E 04 B      1/78                    .    .    .    .    Warmte-isolerende elementen

E 04 B      1/80                    .    .    .    .    .    schaaldeelvormig

E 04 B      1/82                    .    .    .    specifiek met betrekking tot alleen geluid (dempen van lawaai in leidingen of kanalen E04F 17/00; dempen van lawaai in het algemeen G10K 11/16)

E 04 B      1/84                    .    .    .    .    Geluidabsorberende elementen

E 04 B      1/86                    .    .    .    .    .    schaaldeelvormig

E 04 B      1/88                    .    .    .    Isolatie-elementen voor zowel warmte als geluid

E 04 B      1/90                    .    .    .    .    schaaldeelvormig

E 04 B      1/92                    .    .    Beschermen tegen andere ongewenste invloeden of gevaren (gebouwen die bescherming bieden tegen gevaren van buitenaf E04H 9/00; afschermen tegen gevaarlijke straling G21F)

E 04 B      1/94                    .    .    .    tegen brand (brandbestrijding A62C; impregneren van hout of soortgelijke materialen B27K; brandwerende deuren E06B 5/16)

E 04 B      1/98                    .    .    .    tegen trillingen of schokken (op funderingen E02D 31/08); tegen mechanische vernietiging, bijv. bij luchtaanvallen (tegen alleen incidentele schade E04B 1/94; afwerking daarvoor E04F; gebouwen die bestand zijn tegen aardbevingen en dergelijke, schuilkelders, voorzieningen van wanden voor het opvangen van brokstukken E04H 9/00)

E 04 B      1/99                    .    Ruimte-akoestiek, d.w.z. vormen van ruimten, of voorzieningen in ruimten, voor het beïnvloeden of richten van geluid (E04B 1/82 heeft voorrang; akoestiek in het algemeen G10K 11/00; elektrische signaalverwerking voor het produceren van een nagalm of echo G10K 15/08)

 

E 04 B       2/00                    Wanden voor gebouwen, bijv. afscheidingen; Wandconstructie met betrekking tot isolatie; Speciaal aangepaste verbindingen voor wanden (verbindingen voor bouwwerken in het algemeen E04B 1/38; isolatie voor gebouwen in het algemeen E04B 1/62; bouwelementen met een relatief dunne vorm voor delen van gebouwen E04C 2/00)

E 04 B      2/02                    .    opgebouwd uit lagen bouwelementen

E 04 B      2/04                    .    .    Wanden die géén holten hebben, noch tussen noch in de massieve elementen

E 04 B      2/06                    .    .    .    gebruikmakend van elementen met speciaal ontworpen middelen voor het stabiliseren van de positie

E 04 B      2/08                    .    .    .    .    door het in elkaar grijpen van uitsteeksels of inzetstukken met inkepingen, bijv. tongen, groeven of zwaluwstaarten

E 04 B      2/10                    .    .    .    .    door kleine kanalen in, of in groeven tussen, de elementen te vullen met materiaal met of zonder versterkingen

E 04 B      2/12                    .    .    .    gebruikmakend van elementen met een algemene vorm die afwijkt van die van een rechthoek

E 04 B      2/14                    .    .    Wanden met holten in, maar niet tussen, de elementen, d.w.z. waarbij elke holte is ingesloten door tenminste vier zijden van één element

E 04 B      2/16                    .    .    .    gebruikmakend van elementen met speciaal ontworpen middelen voor het stabiliseren van de positie

E 04 B      2/18                    .    .    .    .    door het in elkaar grijpen van uitsteeksels of inzetstukken met inkepingen, bijv. tongen, groeven of zwaluwstaarten

E 04 B      2/20                    .    .    .    .    door kleine kanalen in, of in groeven tussen, de elementen te vullen met materiaal met of zonder versterkingen

E 04 B      2/22                    .    .    .    gebruikmakend van elementen met een algemene vorm die afwijkt van die van een rechthoek

E 04 B      2/24                    .    .    .    waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in sommige holten voor het vormen van lastdragende pilaren of balken

E 04 B      2/26                    .    .    .    waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in alle holten voor het vormen van een wandconstructie

E 04 B      2/28                    .    .    Wanden met holten tussen, maar niet in, de elementen; Wanden van elementen die elk bestaan uit twee of meer delen die op afstand worden gehouden door middel van afstandhouders, waarbij alle delen massief zijn

E 04 B      2/30                    .    .    .    gebruikmakend van elementen met speciaal ontworpen middelen voor het stabiliseren van de positie; Afstandhouders voor spouwmuren

E 04 B      2/32                    .    .    .    .    door het in elkaar grijpen van uitsteeksels of inzetstukken met inkepingen, bijv. tongen, groeven of zwaluwstaarten

E 04 B      2/34                    .    .    .    .    door kleine kanalen in, of in groeven tussen, de elementen te vullen met materiaal met of zonder versterkingen

E 04 B      2/36                    .    .    .    gebruikmakend van elementen met een algemene vorm die afwijkt van die van een rechthoek

E 04 B      2/38                    .    .    .    waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in sommige holten voor het vormen van lastdragende kolommen of balken

E 04 B      2/40                    .    .    .    waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in alle holten voor het vormen van een wandconstructie

E 04 B      2/42                    .    .    Wanden met holten zowel tussen als in de elementen; Wanden van elementen die elk bestaan uit twee of meer delen die op afstand worden gehouden door middel van afstandhouders, waarbij tenminste één van de delen holten bezit

E 04 B      2/44                    .    .    .    gebruikmakend van elementen met speciaal ontworpen middelen voor het stabiliseren van de positie; Afstandhouders voor spouwmuren

E 04 B      2/46                    .    .    .    .    door het in elkaar grijpen van uitsteeksels of inzetstukken met inkepingen, bijv. tongen, groeven of zwaluwstaarten

E 04 B      2/48                    .    .    .    .    door kleine kanalen in, of in groeven tussen, de elementen te vullen met materiaal met of zonder versterkingen

E 04 B      2/50                    .    .    .    gebruikmakend van elementen met een algemene vorm die afwijkt van die van een rechthoek

E 04 B      2/52                    .    .    .    waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in sommige holten voor het vormen van lastdragende kolommen of balken

E 04 B      2/54                    .    .    .    waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in alle holten voor het vormen van een wandconstructie

E 04 B      2/56                    .    Wanden met een dragende constructie of met pilaren; Wanden met langwerpige lastdragende lichamen (E04B 2/74 en E04B 2/88 hebben voorrang; kolommen E04C 3/30)

E 04 B      2/58                    .    .    met langwerpige lichamen van metaal

E 04 B      2/60                    .    .    .    gekenmerkt door een speciale doorsnede van de langwerpige lichamen

E 04 B      2/62                    .    .    .    .    waarbij de lichamen worden gevormd door twee of meer elementen naast elkaar

E 04 B      2/64                    .    .    met langwerpige lichamen van beton

E 04 B      2/66                    .    .    .    gekenmerkt door een speciale doorsnede van de langwerpige lichamen

E 04 B      2/68                    .    .    .    gemaakt door het opvullen van wandholten (E04B 2/24, E04B 2/38 en E04B 2/52 hebben voorrang)

E 04 B      2/70                    .    .    met langwerpige lichamen van hout

E 04 B      2/72                    .    Wanden van elementen met een relatief dunne vorm (E04B 2/56, E04B 2/74 en E04B 2/88 hebben voorrang; met voegvullingen die werken als dragende constructie of kolom E04B 2/68; elementen E04C 2/00)

E 04 B      2/74                    .    Verwijderbare niet-lastdragende afscheidingen; Afscheidingen met een vrije bovenrand (panelen met een frame E04C 2/38)

E 04 B      2/76                    .    .    met een dragende constructie of posten van metaal

E 04 B      2/78                    .    .    .    gekenmerkt door een speciale doorsnede van de framelichamen

E 04 B      2/80                    .    .    met een dragende constructie of posten van hout

E 04 B      2/82                    .    .    gekenmerkt door de wijze waarop randen zijn verbonden met het gebouw; Middelen daarvoor; Speciale details van gemakkelijk verwijderbare afscheidingen

E 04 B      2/84                    .    Wanden die worden gemaakt door het ter plaatse gieten, storten of stampen (E04B 2/02 en E04B 2/56 hebben voorrang; bekistingen daarvoor E04G 11/06; bewerken van beton of soortgelijke massa’s die ter plaatse kan worden gegoten of gestort E04G 21/02)

E 04 B      2/86                    .    .    gemaakt in blijvende bekistingen

E 04 B      2/88                    .    Gordijnwanden

E 04 B      2/90                    .    .    met panelen die direct zijn vastgemaakt aan het bouwwerk [4]

E 04 B      2/92                    .    .    .    Sandwichpanelen [4]

E 04 B      2/94                    .    .    .    Betonnen panelen (E04B 2/92 heeft voorrang) [4]

E 04 B      2/96                    .    .    met panelen die zijn vastgemaakt aan het bouwwerk via verticale stijlen of dwarsbalken [4]

 

E 04 B       5/00                    Vloeren; Vloerconstructie met betrekking tot isolatie; Speciaal daarvoor aangepaste verbindingen (elementen voor vloeren, bijv. bakstenen, stenen, vullichamen of liggers E04C; vloeren als afwerking, isoleren van vloeren, gelede loze vloeren voor bijv. computers, E04F 15/00) [5]

E 04 B      5/02                    .    Lastdragende vloerstructuren die in hoofdzaak worden gevormd van geprefabriceerde eenheden (E04B 5/43 tot E04B 5/48 hebben voorrang)

E 04 B      5/04                    .    .    met liggers van beton of een ander steenachtig materiaal, bijv. asbestcement (E04B 5/08 en E04B 5/14 hebben voorrang)

E 04 B      5/06                    .    .    .    tegen elkaar geplaatst

E 04 B      5/08                    .    .    opgebouwd uit blokvormige elementen, bijv. holle stenen (E04B 5/14 heeft voorrang; vloeren die zijn opgebouwd uit gewapend metselwerk E04B 5/44)

E 04 B      5/10                    .    .    met metalen liggers of draagbalken, bijv. met stalen vakwerkliggers (E04B 5/14 heeft voorrang)

E 04 B      5/12                    .    .    met houten liggers (E04B 5/14 heeft voorrang)

E 04 B      5/14                    .    .    met liggers of draagbalken die in twee richtingen zijn gelegd

E 04 B      5/16                    .    Lastdragende vloerstructuren die geheel of gedeeltelijk zijn gegoten of die op soortgelijke wijze ter plaatse zijn gevormd (E04B 5/43 tot E04B 5/48 hebben voorrang; vloeren die meer worden gekenmerkt door de geprefabriceerde elementen E04C)

E 04 B      5/17                    .    .    Vloerstructuren die gedeeltelijk ter plaatse worden gevormd

E 04 B      5/18                    .    .    .    met verstijvingsribben of andere bintachtige formaties die volledig worden gegoten tussen vullichamen

E 04 B      5/19                    .    .    .    .    waarbij de vullichamen werken als zelfdragende blijvende bekistingen (E04B 5/21 heeft voorrang)

E 04 B      5/21                    .    .    .    .    Vloeren met kruisribben

E 04 B      5/23                    .    .    .    met verstijvingsribben of andere bintachtige formaties die geheel of gedeeltelijk zijn geprefabriceerd (waarbij alle lastdragende delen in hoofdzaak bestaan uit geprefabriceerde eenheden E04B 5/02)

E 04 B      5/26                    .    .    .    .    met vullichamen tussen de liggers (E04B 5/28 heeft voorrang)

E 04 B      5/28                    .    .    .    .    Vloeren met kruisribben

E 04 B      5/29                    .    .    .    .    waarbij de geprefabriceerde delen van de liggers geheel bestaan uit metaal (E04B 5/28 heeft voorrang)

E 04 B      5/32                    .    .    Vloerstructuren die geheel ter plaatse zijn gegoten met of zonder bekistingseenheden of wapeningen

E 04 B      5/36                    .    .    .    met bekistingseenheden als deel van de vloer

E 04 B      5/38                    .    .    .    .    met schaaldeelvormige bekistingseenheden die gelijktijdig werken als wapening; Bekistingsschaaldelen met wapeningen die zich zijwaarts uitstrekken buiten het element

E 04 B      5/40                    .    .    .    .    .    met metalen bekistingsschaaldelen

E 04 B      5/43                    .    Vloerstructuren met een bijzonder ontwerp; Kenmerken met betrekking tot de elastische stabiliteit; Vloerstructuren die speciaal zijn ontworpen voor het alleen op kolommen rusten, bijv. paddenstoelvloeren of computervloeren (bijzondere constructies in het algemeen E04B 1/34)

E 04 B      5/44                    .    Vloeren die zijn samengesteld uit stenen, mortel en wapeningselementen (met inzetstukken van glas E04B 5/46)

E 04 B      5/46                    .    Speciale aanpassing van vloeren voor het doorgeven van licht, bijv. door inzetstukken van glas (bij plafonds E04B 9/32; blokvormige elementen E04C 1/42; schaaldeelvormige of plaatvormige elementen E04C 2/54; voor dakbedekking E04D 3/06) [5]

E 04 B      5/48                    .    Speciale aanpassing van vloeren voor het inbedden van kanalen, bijv. voor verwarming of ventilatie (in blokvormige elementen E04C 1/39; in schaaldeelvormige of plaatvormige elementen E04C 2/52)

 

E 04 B       7/00                    Daken; Dakconstructie met betrekking tot isolatie (bouwwerken voor zowel daken als vloeren E04B 5/00; plafonds E04B 9/00; kassen A01G 9/14; grote containers met drijvende afdekkingen B65D 88/34; dakspanten, spantachtige bouwwerken, binten E04C 3/02; dakbedekkingen E04D) [5]

E 04 B      7/02                    .    met platte glooiende oppervlakken, bijv. zadeldaken (E04B 7/12 heeft voorrang)

E 04 B      7/04                    .    .    ondersteund door horizontale liggers en dergelijke die op de wanden rusten (E04B 7/06 heeft voorrang)

E 04 B      7/06                    .    .    Constructies van dakkruisingen of versprongen uiteinden

E 04 B      7/08                    .    Welfdaken (E04B 7/14 heeft voorrang; gewelfde structuren in het algemeen E04B 1/32; opblaasbare tenten of zonnedaken in het algemeen E04H 15/20; opblaasbare bekistingen voor vorming ter plaatse E04G 11/04)

E 04 B      7/10                    .    .    Schelpstructuren, bijv. met een hyperbolisch-parabolische vorm; Roostervormige formaties die werken als schelpstructuren; Vouwstructuren

E 04 B      7/12                    .    gevormd met nissen, bijv. zaagtanddaken (E04B 7/10 heeft voorrang)

E 04 B      7/14                    .    Hangende daken (hangende tenten of zonnedaken in het algemeen E04H 15/04)

E 04 B      7/16                    .    Dakstructuren met beweegbare dakdelen (gebouwen voor een speciaal doel E04H)

E 04 B      7/18                    .    Speciale bouwwerken in of op daken, bijv. dakkapellen (in verband met dakbedekkingen E04D 13/00, met name koepels E04D 13/03)

E 04 B      7/20                    .    Daken die bestaan uit zelfdragende schaaldelen, bijv. die kunnen worden belast [5]

E 04 B      7/22                    .    .    waarbij de schaaldelen isolerende eigenschappen hebben, bijv. gelamineerd met lagen isolatiemateriaal (E04B 7/24 heeft voorrang) [6]

E 04 B      7/24                    .    .    waarbij de schaaldelen inklapbaar zijn, bijv. voor transport [6]

 

E 04 B       9/00                    Plafonds; Plafondconstructies, bijv. loze zolderingen; Plafondconstructie met betrekking tot isolatie (plafonds die worden gebruikt als bekistingen voor het maken van vloeren E04B 5/00; afdekkingen of bekledingen voor plafonds E04F 13/00) [5]

E 04 B      9/02                    .    met middelen voor ventilatie of dampafvoer [5]

E 04 B      9/04                    .    met schaaldelen, platen en dergelijke (E04B 9/06 tot E04B 9/30 hebben voorrang; schaaldelen, platen en dergelijke op zich E04C 2/00) [5]

E 04 B      9/06                    .    gekenmerkt door constructieve aspecten van de steunconstructie [5]

E 04 B      9/08                    .    .    met de mogelijkheid tot uitzetting [5]

E 04 B      9/10                    .    .    Verbindingen tussen parallelle lichamen van de steunconstructie (E04B 9/08 heeft voorrang) [5]

E 04 B      9/12                    .    .    Verbindingen tussen niet-parallelle lichamen van de steunconstructie (E04B 9/08 heeft voorrang) [5]

E 04 B      9/14                    .    .    .    waarbij alle lichamen discontinu zijn en tenminste gedeeltelijk in hetzelfde vlak liggen [5]

E 04 B      9/16                    .    .    .    waarbij de lichamen in verschillende vlakken liggen [5]

E 04 B      9/18                    .    Middelen voor het ophangen van de steunconstructie [5]

E 04 B      9/20                    .    .    verstelbaar [5]

E 04 B      9/22                    .    Verbinden van schaaldelen, platen en dergelijke met de steunconstructie [5]

E 04 B      9/24                    .    .    waarbij de schaaldelen, platen en dergelijke worden gepositioneerd op, of worden vastgehouden tegen, horizontale flenzen van de steunconstructie [5]

E 04 B      9/26                    .    .    .    door middelen van een kliksluiting met elastisch vervormbare elementen [5]

E 04 B      9/28                    .    .    waarbij de schaaldelen, platen en dergelijke groeven hebben die tegen horizontale flenzen van de steunconstructie of tegen daarmee verbonden hulpmiddelen aanliggen [5]

E 04 B      9/30                    .    gekenmerkt door randdetails van het plafond, bijv. het vastzetten ervan aan een aanliggende wand [5]

E 04 B      9/32                    .    Doorschijnende plafonds, d.w.z. waarbij sprake is van zowel het doorgeven als diffunderen van licht (E04B 9/34 heeft voorrang; verlichting F21) [5]

E 04 B      9/34                    .    Opengewerkte plafonds, bijv. in de vorm van tralies (E04B 9/30 heeft voorrang; roosters voor verlichtingsinrichtingen F21V) [5]

E 04 B      9/36                    .    .    bestaand uit parallelle latten [5]