SECTIE F WERKTUIGBOUWKUNDE;
VERLICHTING; VERWARMING; WAPENS; EXPLOSIEVEN
WERKTUIGBOUWKUNDE IN HET
ALGEMEEN
F 17 OPSLAG OF
DISTRIBUTIE VAN GASSEN OF VLOEISTOFFEN [11]
F 17 C VATEN VOOR HET BEWAREN
OF OPSLAAN VAN GECOMPRIMEERDE, VLOEIBARE OF VASTE GASSEN; GASHOUDERS MET EEN
VASTE INHOUD; VULLEN VAN VATEN MET OF UIT VATEN VERWIJDEREN VAN GECOMPRIMEERDE,
VLOEIBARE OF VASTE GASSEN (opslag van fluïda in natuurlijke of kunstmatige holten of kamers
in de grond B65G 5/00; opbouw of montage van bulkopslag-containers waarbij
sprake is van bouwkundige technieken E04H 7/00; gashouders met een variabele
inhoud F17B; machines, installaties of systemen voor het vloeibaar maken of
koelen F25)
F 17 C
1/00 Drukvaten,
bijv. een gascilinder, een gastank of een verwisselbare patroon (zie voor apparatuur
onder druk met een ander doel dan opslag de relevante subklassen zoals A62C of
B05B; zie in samenhang met voertuigen de toepasselijke subklasse van de klassen
B60 tot B64; drukvaten in het algemeen F16J 12/00)
F 17 C
1/02 . waarbij sprake is van wapeningsvoorzieningen
[4]
F 17 C
1/04 . . Beschermende
omhullingen
F 17 C
1/06 . . . opgebouwd uit gewikkelde banden of gewikkeld
filamentmateriaal, bijv. draden [4]
F 17 C
1/08 . . Ingebouwde
wapeningen, bijv. ribben
F 17 C
1/10 . met een voorziening voor bescherming tegen
corrosie, bijv. ten gevolge van gasvormig zuur (tegengaan van corrosie van
metaalachtig materiaal of afzetting in het algemeen C23F) [4]
F 17 C
1/12 . met een voorziening voor thermische isolatie
(thermische isolatie in het algemeen F16L 59/00) [4]
F 17 C
1/14 . opgebouwd uit aluminium; opgebouwd uit
niet-magnetisch staal
F 17 C
1/16 . opgebouwd uit kunststoffen
F 17 C
3/02 . met een voorziening voor thermische isolatie
(thermische isolatie in het algemeen F16L 59/00)
F 17 C
3/04 . . met
isolatielagen (F17C 3/08 heeft voorrang)
F 17 C
3/06 . . . aan de binnenkant, d.w.z. in contact met het
opgeslagen fluïdum [4]
F 17 C
3/08 . . met
vacuümruimten, bijv. een Dewar-vat (voor huishoudelijk gebruik A47J 41/02)
F 17 C
3/10 . . met
mantels waarin een vloeistof of damp circuleert
F 17 C
3/12 . met een voorziening voor bescherming tegen
corrosie, bijv. ten gevolge van gasvormig zuur (bescherming tegen corrosie in
het algemeen C23F)
F 17 C
5/00 Methoden of
apparatuur voor het vullen van drukvaten met vloeibare, vaste of gecomprimeerde
gassen
(toevoegen van drijfgassen aan aerosolcontainers B65B 31/00)
Aantekening
Onder deze
groep valt:
- het vullen van vaten voor de opslag van
gecomprimeerde of vloeibaar gemaakte gassen;
- het vullen van apparatuur onder druk voor
zover dit niet valt onder één andere subklasse, bijv. A62C of B05B.
F 17 C
5/02 . voor het vullen met vloeibare gassen
F 17 C
5/04 . . waarbij
het gebruik van koeling nodig is, bijv. bij het vullen met helium of waterstof
F 17 C
5/06 . voor het vullen met gecomprimeerde gassen
F 17 C
6/00 Methoden of
apparatuur voor het vullen van drukloze vaten met vloeibare of vaste gassen [3]
F 17 C
7/00 Niet onder
een andere subklasse vallende methoden of apparatuur voor het afvoeren van
vloeibare, vaste of gecomprimeerde gassen uit drukloze vaten
F 17 C
7/02 . Afvoeren van vloeibare gassen
F 17 C
7/04 . . onder
verandering van de aggregaatstoestand, bijv. door verdamping [3]
F 17 C
9/02 . onder verandering van de aggregaatstoestand,
bijv. door verdamping
F 17 C
9/04 . . Terugwinnen
van thermische energie [3]
F 17 C 13/00 Details van vaten of van het vullen
of leegmaken van vaten
F 17 C 13/02 . Speciale aanpassingen van
weergeefuitrusting, meetuitrusting of bewakingsuitrusting (meten in het
algemeen G01)
F 17 C 13/04 . Opstelling of bevestiging van kleppen
(kleppen op zich F16K)
F 17 C 13/06 . Sluitingen, bijv. een dop of een
verbreekbaar lichaam (sluitingen voor containers in het algemeen B65D)
F 17 C 13/08 . Bevestigingsvoorzieningen voor vaten
F 17 C 13/10 . Voorzieningen voor het voorkomen van
bevriezing
F 17 C 13/12 . Opstelling of bevestiging van inrichtingen
voor het voorkomen of tegengaan van het effect van een explosie
(vlamafscheiders A62C 4/00)