VERLICHTING; VERWARMING

 

F 21        VERLICHTING [11]

 

              Aantekeningen

 

              De aandacht wordt gevestigd op Aantekening III volgend op de inhoud van Sectie H, en in het bijzonder dat subklasse H05B elektrische aspecten dekt van dezelfde technische onderwerpen die vallen onder klasse F21. [9]

 

F 21 S    NIET-DRAAGBARE VERLICHTINGSINRICHTINGEN; SYSTEMEN DAARVAN; SPECIAAL AANGEPAST VOERTUIGVERLICHTING VOOR DE BUITENZIJDE VAN VOERTUIGEN [7,9,11,18]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Onder deze subklasse vallen:

                        -        inrichtingen of systemen die zijn bedoeld voor vaste installatie, of voor gebruik op een vaste plaats, bijv. vrijstaande vloerlampen of tafellampen; [18]

                        -        aspecten met betrekking tot de optische, mechanische, thermische of elektrische opstelling van elementen in voertuigverlichtingsinrichtingen die speciaal zijn aangepast voor de buitenzijde van voertuigen, bijv. koplampen;

                        -        aspecten met betrekking tot de optische, mechanische, thermische of elektrische opstelling van elementen in voertuigsignaalinrichtingen die speciaal zijn aangepast voor de buitenzijde van voertuigen, bijv.remlichten of richtingaanwijzers. [7,18]

              (2)            Onder deze subklasse vallen niet

                        -        inrichtingen of systemen die speciaal zijn aangepast voor transport, welke vallen onder subklasse F21L;

                        -        aspecten met betrekking tot de voertuigen waarbinnen verlichtingsinrichtingen zijn aangebracht, bijv. de opstelling of bediening van verlichtingsinrichtingen op voertuigen, wat valt onder de subklasse B60Q;

                        -        het regelen van voertuigverlichtingsinrichtingen met betrekking tot het voertuig als geheel, bijv. voor nivelleren, zwenken of richten. Dergelijke voorzieningen vallen onder de groep B60Q 1/06, zelfs al de beweging van de verlichtingsinrichting binnen de lampbehuizing plaatsvindt.  [7,18]

              (3)      Niet-elektrische verlichtingsinrichtingen worden alleen geklasseerd in de groepen F21S11/00 tot F21S15/00, als een speciale aanpassing gerelateerd aan het gebruik van een niet-elektrische lichtbron van belang is. [7,8,9]

              (4)      In deze subklasse is het gewenst de indexcodes van de subklassen F21W en F21Y toe te voegen. [7]

 

F 21 S       2/00                    Systemen van verlichtingsinrichtingen, die niet vallen onder de hoofdgroepen F21S 4/00 tot F21S 10/00, of F21S19/00, bijv. met een modulaire constructie [7,9,16]

 

F 21 S       4/00                    Verlichtingsinrichtingen of verlichtingssystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van een snoer of strook met lichtbronnen [7,9]

F 21 S       4/10                    .    met lichtbronnen die zijn vastgemaakt aan losse kabels, bijv. kerstboomverlichting [16]

F 21 S       4/15                    .    .    waarbij de kabels een rasterstructuur, netstructuur of webstructuur vormen [16]

F 21 S       4/20                    .    met lichtbronnen die worden vastgehouden door of binnen langgerekte structuren [16]

F 21 S       4/22                    .    .    flexibel of vervormbaar, bijv. in een gebogen vorm [16]

F 21 S       4/24                    .    .    .    in de vorm van een lint of strook, bijv. LED-stroken [16]

F 21 S       4/26                    .    .    .    in de vorm van een touw, bijv. LED-verlichtingskoorden, of in een buisvorm [16]

F 21 S       4/28                    .    .    stijf, bijv. LED-balken [16]

 

F 21 S       6/00                    Verlichtingsinrichtingen die zijn bedoeld om vrij te staan (F21S 9/00 en F21S 10/00 hebben voorrang) [7,9]

 

F 21 S       8/00                    Verlichtingsinrichtingen die zijn bedoeld voor vaste installatie (F21S 9/00 en F21S 10/00 hebben voorrang; gebruikmakend van een snoer of strook met lichtbronnen F21S 4/00) [7,9]

F 21 S       8/02                    .    in een uitsparing gemonteerd, bijv. downlighters (speciaal aangepast voor de buitenzijde van voertuigen F21S 41/00 tot F21S 45/00) [7,18]

F 21 S       8/04                    .    alleen bedoeld voor bevestiging op een plafond of soortgelijke bovenstructuur (F21S 8/02 heeft voorrang) [7]

F 21 S       8/06                    .    .    door ophanging [7]

F 21 S       8/08                    .    met een standaard [7]

F 21 S       8/10                    (verplaatst naar F41S 41/00 tot F21S 45/00) [18]

F 21 S       8/12                    (verplaatst naar F41S 41/00 tot F21S 45/00) [18]

 

F 21 S       9/00                    Verlichtingsinrichtingen met ingebouwde energievoorziening; Systemen met verlichtingsinrichtingen met ingebouwde energievoorziening [9]

F 21 S       9/02                    .    waarbij de energievoorziening een batterij of accumulator is

F 21 S       9/03                    .    .    oplaadbaar door blootstelling aan licht [7]

F 21 S       9/04                    .    waarbij de energievoorziening een generator is

 

F 21 S     10/00                   Verlichtingsinrichtingen of systemen voor het produceren van een variërend lichteffect [7,9]

F 21 S     10/02                   .    voor het veranderen van kleur [7]

F 21 S     10/04                   .    voor het nabootsen van vlammen [7]

F 21 S     10/06                   .    voor flitsen, bijv. met een roterende reflector of lichtbron [7]

 

F 21 S     11/00                   Niet-elektrische verlichtingsinrichtingen of niet-elektrische verlichtingssystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van daglicht [9,10]

 

F 21 S     13/00                   Niet-elektrische verlichtingsinrichtingen of niet-elektrische verlichtingssystemen met een puntlichtbron; Niet-elektrische verlichtingsinrichtingen of niet-elektrische verlichtingssystemen met een lichtbron met een niet-specifieke vorm [9,17]

F 21 S     13/02                   .    Inrichtingen die bedoeld zijn om te worden vastgemaakt, bijv. een plafondlamp of muurlamp

F 21 S     13/04                   .    .    met een hanghouder

F 21 S     13/06                   .    .    .    met meerdere armen, bijv. een kroonluchter

F 21 S     13/08                   .    .    opgehangen aan een gespannen draad

F 21 S     13/10                   .    .    aan een standaard, bijv. een straatlamp

F 21 S     13/12                   .    Inrichtingen die bedoeld zijn om vrij te staan, bijv. een tafellamp of vloerlamp

F 21 S     13/14                   .    Verlichtingssystemen

 

F 21 S     15/00                   Niet-elektrische verlichtingsinrichtingen of niet-elektrische verlichtingssystemen met lichtbronnen die niet vallen onder de hoofdgroepen F21S 11/00, F21S 13/00 of F21S 19/00 [9]

 

F 21 S     19/00                   Niet-elektrische verlichtingsinrichtingen of niet-elektrische verlichtingssystemen met combinaties van elektrische en niet-elektrische lichtbronnen; Vervangen of verwisselen van elektrische lichtbronnen door niet-elektrische lichtbronnen of omgekeerd [9]

 

Speciaal aangepaste voertuigverlichtingsinrichtingen voor de buitenzijde van voertuigen [18]

 

F 21 S     41/00                   Speciaal aangepaste verlichtingsinrichtingen voor de buitenzijde van voertuigen, bijv. koplampen (achteruitrijlichten F21S 43/00) [18]

F 21 S     41/10                   .    gekenmerkt door de lichtbron [18]

F 21 S     41/12                   .    .    gekenmerkt door het soort uitgestraalde licht [18]

F 21 S     41/125                  .    .    .    Gekleurd licht [18]

F 21 S     41/13                   .    .    .    Ultraviolet licht; Infrarood licht [18]

F 21 S     41/135                  .    .    .    gepolariseerd [18]

F 21 S     41/14                   .    .    gekenmerkt door de soort lichtbron [18]

F 21 S     41/141                  .    .    .    Lichtdioden [LED] [18]

F 21 S     41/143                  .    .    .    .    waarbij de hoofdstraalrichting van de LED parallel loopt aan de optische as van de verlichtingsinrichting [18]

F 21 S     41/145                  .    .    .    .    .    waarbij de hoofdstraalrichting van de LED tegenover liggende is aan de hoofdstraalrichting van de verlichtingsinrichting [18]

F 21 S     41/147                  .    .    .    .    waarbij de hoofdstraalrichting van de LED onder een hoek staat met de optische as van de verlichtingsinrichting [18]

F 21 S     41/148                  .    .    .    .    .    waarbij de hoofdstraalrichting van de LED dwars staat op de optische as [18]

F 21 S     41/151                  .    .    .    .    opgesteld in één of meer lijnen [18]

F 21 S     41/153                  .    .    .    .    .    opgesteld in een matrix [18]

F 21 S     41/155                  .    .    .    .    Oppervlaktestralers, bijv. organische lichtdioden [OLED]  [18]

F 21 S     41/16                   .    .    .    Laselichtbronnen [18]

F 21 S     41/162                  .    .    .    Gloeilampen, bijv. gloeidraadlampen of halogeenlampen [18]

F 21 S     41/164                  .    .    .    .    met twee of meer gloeidraden [18]

F 21 S     41/166                  .    .    .    .    gekenmerkt door de vorm van de gloeidraad [18]

F 21 S     41/168                  .    .    .    .    met een gloeidraad die dwars op de optische as  van de verlichtingsinrichting staat [18]

F 21 S     41/17                   .    .    .    Ontladingslichtbronnen [18]

F 21 S     41/172                  .    .    .    .    Ontladingslichtbronnen met hoge intensiteit [18]

F 21 S     41/173                  .    .    .    .    Fluorescentielichtbronnen [18]

F 21 S     41/176                  .    .    .    Lichtbronnen waarbij het licht wordt opgewekt door fotoluminescent materiaal op afstand van een primair licht-opwekkend element [18]

F 21 S     41/19                   .    .    Bevestiging van lichtbronnen of lamphouders (zorgen voor een variabele lichtspreiding door beweegbare lichtbronnen F21S 41/657) [18]

F 21 S     41/20                   .    gekenmerkt door refractors, transparante afdekplaten, lichtgeleiders of filters [18]

F 21 S     41/24                   .    .    Lichtgeleiders [18]

F 21 S     41/25                   .    .    Projectielenzen [18]

F 21 S     41/255                  .    .    .    Lenzen met een vooraanzicht met een ronde of afgeknotte cirkelvormige omtrek [18]

F 21 S     41/26                   .    .    .    Lanwerpige lenzen [18]

F 21 S     41/265                  .    .    .    Samengestelde lenzen; Lenzen met een patch achtige vorm [18]

F 21 S     41/27                   .    .    .    Dikke lenzen [18]

F 21 S     41/275                  .    .    .    Lensoppervlakken, bijv. coatings of oppervlaktestructuren [18]

F 21 S     41/29                   .    .    Bevestiging daarvan (zorgen voor een variabele lichtspreiding F21S 41/63) [18]

F 21 S     41/30                   .    gekenmerkt door reflectoren [18]

F 21 S     41/32                   .    .    Optische layout daarvan [18]

F 21 S     41/33                   .    .    .    Meervoudige reflectoren, d.w.z. met meerdere oppervlakken, bijv. reflectoren met facetten of reflectoren met delen van verschillende kromming [18]

F 21 S     41/36                   .    .    .    Combinaties van twee of meer aparte reflectoren [18]

F 21 S     41/365                  .    .    .    .    die opeenvolgend het licht reflecteren  [18]

F 21 S     41/37                   .    .    gekenmerkt door hun materiaal, oppervlaktebehandeling of coatings [18]

F 21 S     41/39                   .    .    Bevestiging daarvan (zorgen voor een variabele lichtspreiding door beweegbare reflectoren F21S 41/675) [18]

F 21 S     41/40                   .    gekenmerkt door schermen, niet-reflecterende delen, licht-afschermende delen, of vaste kappen  [18]

F 21 S     41/43                   .    .    gekenmerkt door de vorm daarvan [18]

F 21 S     41/47                   .    .    Bevestiging daarvan (zorgen voor een variabele lichtspreiding door beweegbare schermen F21S 41/683) [18]

F 21 S     41/50                   .    gekenmerkt door niet elders ondergebrachte esthetische componenten, bijv. decoratieve bekleding, scheidingswanden of afdekkingen [18]

F 21 S     41/55                   .    .    Bevestiging daarvan [18]

F 21 S     41/60                   .    gekenmerkt door een variabele lichtspreiding [18]

F 21 S     41/62                   .    .    voor aanpassing tussen rechtrijdend en linksrijdend verkeer [18]

F 21 S     41/63                   .    .    door ingrijping op refractors, filters of tranpsrante afdekplaten [18]

F 21 S     41/64                   .    .    .    door veranderen van de lichtdoorlaatbaarheid, bijv. met vloeibaarkristal [LC] apparaten of electrochroom [EC] apparaten [18]

F 21 S     41/65                   .    .    door ingrijping op lichtbronnen [18]

F 21 S     41/657                  .    .    .    door verplaatsen van lichtbronnen [18]

F 21 S     41/663                  .    .    .    door wisselen van lichtbron (door wisselen van gleoilamp F21S 41/162) [18]

F 21 S     41/67                   .    .    door ingrijping op reflectoren [18]

F 21 S     41/675                  .    .    .    door verplaatsen van reflectoren [18]

F 21 S     41/68                   .    .    door ingrijping op schermen [18]

F 21 S     41/683                  .    .    .    door verplaatsen van schermen [18]

F 21 S     41/686                  .    .    .    .    Bladen, d.w.z. schermen die langs een vertikaal vlak bewegen [18]

F 21 S     41/689                  .    .    .    .    Flappen, d.w.z. schermen die roteren om één van de randen [18]

F 21 S     41/692                  .    .    .    .    Afschermingen, d.w.z. schermen die geen beeld creëren dat moet worden geprojecteerd [18]

F 21 S     41/695                  .    .    .    .    Schermen die roteren om een vertikale as (roterende flappen F21S 41/689) [18]

F 21 S     41/698                  .    .    .    .    Asvormige schermen die om hun lengte-as roteren [18]

 

F 21 S     43/00                   Speciaal aangepaste signaalinrichtingen voor de buitenzijde van voertuigen, bijv. remlichten, richtingaanwijzers of achteruitrijlichten [18]

F 21 S     43/10                   .    gekenmerkt door de lichtbron [18]

F 21 S     43/13                   .    .    gekenmerkt door het soort lichtbron [18]

F 21 S     43/14                   .    .    .    Lichtdioden [LED] [18]

F 21 S     43/145                  .    .    .    .    Oppervlaktestralers, bijv. organische lichtdioden [OLED] [18]

F 21 S     43/15                   .    .    .    Lichtbronstrips [18]

F 21 S     43/16                   .    .    .    Lichtbronnen waarbij het licht wordt opgewekt door fotoluminescent materiaal op afstand van een primair licht-opwekkend element [18]

F 21 S     43/19                   .    .    Bevestiging van lichtbronnen of lamphouders [18]

F 21 S     43/20                   .    gekenmerkt door refractors, transparante afdekplaten, lichtgeleiders of filters [18]

F 21 S     43/235                  .    .    Lichtgeleiders [18]

F 21 S     43/236                  .    .    .    gekenmerkt door de vorm van de lichtgeleider [18]

F 21 S     43/237                  .    .    .    .    staafvormig [18]

F 21 S     43/239                  .    .    .    .    plaatvormig [18]

F 21 S     43/241                  .    .    .    .    met een complexe vorm [18]

F 21 S     43/242                  .    .    .    gekenmerkt door het emissiegebied [18]

F 21 S     43/243                  .    .    .    .    waarbij het licht wordt uitgestraald vanuit één of meer randen [18]

F 21 S     43/245                  .    .    .    .    waarbij licht wordt uitgestraald vanuit één of meer hoofdvlakken [18]

F 21 S     43/247                  .    .    .    met één enkele lichtbron aangesloten op de lichtgeleider [18]

F 21 S     43/249                  .    .    .    met twee of meer lichtbronnen aangesloten op de lichtgeleider [18]

F 21 S     43/251                  .    .    .    waarbij de lichtgeleiders worden gebruikt om licht uit te stralen vanaf lichtbronnen op afstand [18]

F 21 S     43/27                   .    .    Bevestiging daarvan [18]

F 21 S     43/30                   .    gekenmerkt door reflectoren [18]

F 21 S     43/31                   .    .    Optische layout daarvan [18]

F 21 S     43/33                   .    .    gekenmerkt door hun materiaal, oppervlaktebehandeling of coatings [18]

F 21 S     43/37                   .    .    Bevestiging daarvan [18]

F 21 S     43/40                   .    gekenmerkt door d ecombinatie van reflectoren en refractors [18]

F 21 S     43/50                   .    gekenmerkt door niet elders ondergebrachte esthetische componenten, bijv. decoratieve bekleding, scheidingswanden of afdekkingen [18]

 

F 21 S     45/00                   Speciaal aangepaste voorzieningen binnen voertuigverlichtingsinrichtingen voor de buitenzijde van voertuigen, met een ander doel dan uitstraling of verspreiding van licht [18]

F 21 S     45/10                   .    Beschermen van verlichtingsinrichtingen (koelen van verlichtingsinrichtingen F21S 45/40, waterdicht maken van verlichtingsinrichtingen F21S 45/50) [18]

F 21 S     45/20                   .    Bevorderen van gasdoorstroming in verlichtingsinrichting, bijv. het richten van de stroming in de richting van het afdekglas ten behoeve van ontwaseming (ventilatie F21S 45/30; geforceerde koeling F21S 45/42) [18]

F 21 S     45/30                   .    Ventilatie van of afvoer voor verlichtingsinrichtingen [18]

F 21 S     45/33                   .    .    speciaal aangepast voor koplampen [18]

F 21 S     45/37                   .    .    speciaal aangepast voor signaallampen [18]

F 21 S     45/40                   .    Koeling van verlichtingsinrichtingen [18]

F 21 S     45/42                   .    .    Geforceerde koeling [18]

F 21 S     45/43                   .    .    .    gebruikmakend van een gas [18]

F 21 S     45/435                  .    .    .    .    waarbij het gas in een gesloten systeem circuleert [18]

F 21 S     45/46                   .    .    .    gebruikmakend van een vloeistof [18]

F 21 S     45/465                  .    .    .    .    uit andere voertuigkoelsystemen, bijv. uit airconditioneringsystemen of motorkoelingsystemen [18]

F 21 S     45/47                   .    .    Passieve koeling, bijv. gebruikmakend van koelvinnen, thermisch geleidende elelemnten of openingen [18]

F 21 S     45/48                   .    .    .    met middelen voor het geleiden van de warmte van de verlichtingsinrichtingen van binnen naar buiten [18]

F 21 S     45/49                   .    .    Bevestiging van de koelmiddelen [18]

F 21 S     45/50                   .    Waterdicht maken [18]

F 21 S     45/60                   .    Verwarming van verlichtingsinrichtingen, bijv. voor het ontwasemen [18]

F 21 S     45/70                   .    Voorkoming van schadelijk weglekken van licht [18]