SECTIE F         WERKTUIGBOUWKUNDE; VERLICHTING; VERWARMING; WAPENS; EXPLOSIEVEN

 

VERLICHTING; VERWARMING

 

F 22`       STOOMOPWEKKING [11]

 

              Aantekening

 

              In deze klasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         "stoom" omvat tevens andere condenseerbare dampen, bijv. kwik, difenyl of difenyloxide.

 

F 22 D     VOORVERWARMEN VAN, OF ACCUMULEREN VAN VOORVERWARMD, VOEDINGSWATER; VOEDINGSWATERTOEVOER; REGELEN VAN HET WATERNIVEAU; HULPINRICHTINGEN VOOR HET BEVORDEREN VAN WATERCIRCULATIE IN KETELS (zie voor chemische behandeling van water, bijv. zuivering, C02F; ingesloten warmte-uitwisselingsapparatuur in het algemeen F28D; regelen in het algemeen G05) [9]

 

F 22 D       1/00                    Reservoirs voor voedingswaterverwarmers, bijv. voorverwarmers

F 22 D       1/02                    .    met waterpijpen die zijn aangebracht in de vuurhaard, de vlampijpen of de rookgangen (warmte-uitwisselingsbuizen in het algemeen F28F)

F 22 D       1/04                    .    .    waarbij de buizen platte buitenvlakken hebben, bijv. in een verticale opstelling

F 22 D       1/06                    .    .    .    in een horizontale opstelling

F 22 D       1/08                    .    .    waarbij de buizen vinnen, ribben, plooiingen, golvingen en dergelijke hebben op hun buitenvlakken, bijv. in een verticale opstelling

F 22 D       1/10                    .    .    .    in een horizontale opstelling (holle roosterstaven, roosters en dergelijke die worden gebruikt als waterpijpen F23H 3/02)

F 22 D       1/12                    .    .    Regelinrichtingen, bijv. voor het regelen van de stoomtemperatuur

F 22 D       1/14                    .    .    Veiligheidsinrichtingen of ontluchtingsinrichtingen (veiligheidsinrichtingen voor ketels in het algemeen F22B 37/42)

F 22 D       1/16                    .    met waterpijpen die zijn aangebracht buiten de vuurhaard, de vlampijpen of de rookgangen

F 22 D       1/18                    .    .    en die indirect worden verwarmd

F 22 D       1/20                    .    .    en die direct zijn verbonden met de ketel

F 22 D       1/22                    .    .    en die kunnen roteren

F 22 D       1/24                    .    met vlampijpen of rookgangen die de vaten met voedingswater doorkruisen

F 22 D       1/26                    .    met andere middelen dan buizen voor het scheiden van water en verwarmingsmedium, bijv. bulkverwarmers zonder inwendige rookgaskanalen of buizen, of ommantelde rookgaskamers of rookgaskanalen

F 22 D       1/28                    .    voor directe warmteoverdracht, bijv. door het mengen van water en stoom

F 22 D       1/30                    .    .    met trappen, treden, keerplaten, schotels, cirkelvormige doorlaten of andere middelen voor het veroorzaken van een onderbroken of trapsgewijze val van water

F 22 D       1/32                    .    aangebracht om te worden verwarmd door stoom, bijv. afkomstig uit turbines

F 22 D       1/34                    .    .    en waarbij condensaat wordt teruggevoerd naar een ketel met een hoofdleidingtoevoer

F 22 D       1/36                    .    Watervoorverwarmingssystemen en luchtvoorverwarmingssystemen

F 22 D       1/38                    .    .    Constructieve kenmerken van watervoorverwarmingssystemen en luchtvoorverwarmingssystemen

F 22 D       1/40                    .    Combinaties van afvoerstoomvoorverwarmers en rookgasvoorverwarmers (voor locomotieven F22D 1/42)

F 22 D       1/42                    .    speciaal aangepast voor locomotieven

F 22 D       1/44                    .    .    Rookgasvoorverwarmers

F 22 D       1/46                    .    .    Afvoerstoomvoorverwarmers

F 22 D       1/48                    .    .    Details

F 22 D       1/50                    .    met thermische ontluchting van voedingswater (ontluchting die plaatsvindt tijdens directe warmteoverdracht F22D 1/28; thermische ontluchting van water op zich B01D 19/00 of C02F 1/20; ontluchtingskleppen F16K 24/04) [3]

 

F 22 D       3/00                    Accumulatoren voor voorverwarmd water

F 22 D       3/02                    .    aangebracht in verbrandingskamers

F 22 D       3/04                    .    gecombineerd met stoomaccumulatoren

F 22 D       3/06                    .    direct verbonden met ketels

F 22 D       3/08                    .    speciaal aangepast voor locomotieven (locomotiefketels F22B 13/06)

F 22 D       3/10                    .    .    Regelinrichtingen (regelen van de watertoevoer naar ketels, of van het waterniveau F22D 5/00)

 

F 22 D       5/00                    Regelen van watertoevoer of waterniveau; Automatische watertoevoerregelaars of waterniveauregelaars (condenspotten F16T; meetinstrumenten of weergeefinstrumenten G01; voor het aanduiden van een waterniveau G01F; niveauregeling in het algemeen G05D 9/00)

F 22 D       5/02                    .    met een tussenliggend compartiment van waaruit het water door zwaartekracht wordt toegevoerd na het mechanisch bewegen van het compartiment, waarbij de beweging wordt geregeld in overeenstemming met het waterniveau

F 22 D       5/04                    .    met kantelende emmers

F 22 D       5/06                    .    met houders buiten, maar in vrije verbinding met, de ketels en aangepast om op en neer te bewegen in overeenstemming met een verandering van het waterniveau

F 22 D       5/08                    .    met vlotterkleppen

F 22 D       5/10                    .    .    en met zuigers of membranen die eenparig bewegen met de toevoerinlaatkleppen

F 22 D       5/12                    .    .    en met dompelbuizen

F 22 D       5/14                    .    reagerend op thermische uitzetting en krimp, bijv. van massieve elementen

F 22 D       5/16                    .    .    van fluļda

F 22 D       5/18                    .    voor het variėren van de snelheid of afgiftedruk van voedingspompen

F 22 D       5/20                    .    .    zonder vlotters

F 22 D       5/22                    .    .    met vlotters

F 22 D       5/24                    .    met elektrische schakelaars

F 22 D       5/26                    .    Automatische toevoerregelsystemen (automatische veiligheidsinrichtingen F22B 37/42; regelen in het algemeen G05)

F 22 D       5/28                    .    .    reagerend op de hoeveelheid afgenomen stoom; reagerend op de stoomdruk

F 22 D       5/30                    .    .    reagerend op zowel het waterniveau als de hoeveelheid afgenomen stoom of de stoomdruk

F 22 D       5/32                    .    .    die de snelheid of de afgiftedruk van de voedingspompen beļnvloeden

F 22 D       5/34                    .    .    Toepassingen van kleppen (kleppen op zich F16K)

F 22 D       5/36                    .    .    voor toevoer aan een aantal stoomketels die elk zijn ontworpen voor verschillende bereiken van temperatuur en druk

 

F 22 D       7/00                    Hulpinrichtingen voor het bevorderen van watercirculatie (aanpassing van ketels voor het bevorderen van watercirculatie F22B 37/34) [9]

F 22 D       7/02                    .    Zadels of soortgelijke richtplaten die vastzitten aan stookbuizen

F 22 D       7/04                    .    Injectoren voor water of stoom

F 22 D       7/06                    .    Roterende inrichtingen, bijv. propellers

F 22 D       7/08                    .    .    Voorzieningen van pompen, bijv. buiten de ketels

F 22 D       7/10                    .    .    .    in de ketels

F 22 D       7/12                    .    Regelinrichtingen

F 22 D       7/14                    .    speciaal aangepast voor locomotiefketels

 

F 22 D      11/00                   Niet in andere hoofdgroepen ondergebrachte voedingswatertoevoer

F 22 D      11/02                   .    Voorzieningen van voedingswaterpompen (F22D 11/06 heeft voorrang; pompen op zich F04)

F 22 D      11/04                   .    .    met middelen voor het tegengaan van stoomvorming

F 22 D      11/06                   .    .    voor het terugvoeren van condensaat naar de ketel