SECTIE F WERKTUIGBOUWKUNDE;
VERLICHTING; VERWARMING; WAPENS; EXPLOSIEVEN
VERLICHTING; VERWARMING
F 28 WARMTE-UITWISSELING IN HET ALGEMEEN [11]
Aantekeningen
(1) In deze klasse worden de volgende uitdrukkingen
gebruikt met de aangegeven betekenissen:
- "warmte-uitwisseling" betekent
de verwarming of koeling van een fluïdum of een vloeibare vaste stof door
direct of indirect contact met een verwarmd of gekoeld fluïdum of een verwarmde
of gekoelde vloeibare vaste stof;
- "warmteoverdracht" betekent de
verwarming of koeling van een fluïdum of een vloeibare vaste stof door direct
contact met een verwarmd of gekoeld oppervlak of lichaam.
(2) Apparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt
van warmte-uitwisseling of warmteoverdracht (zoals gedefinieerd in Aantekening
(1) hierboven) voor een specifiek doel, wordt geklasseerd in hetzij subklasse
F28B hetzij de toepasselijke subklassen van bijvoorbeeld de klassen F22, F24,
F25, F26 of F27; als zo’n andere subklasse niet van toepassing is, wordt
dergelijke apparatuur geklasseerd in subklasse F28C of F28D.
F 28 F ALGEMEEN
TOEPASBARE DETAILS VAN WARMTE-UITWISSELINGSAPPARATUUR OF
WARMTE-OVERDRACHTSAPPARATUUR (warmte-overdrachtsmaterialen, warmte-uitwisselingsmaterialen of
warmte-opslagmaterialen C09K 5/00; watersloten of luchtsloten, luchtventilatie
F16) [11]
F 28 F 1/00 Buisvormige elementen; Stelsels van buisvormige
elementen
(speciaal aangepast om te kunnen bewegen F28F 5/00)
F 28 F 1/02 . Buisvormige
elementen waarvan de doorsnede niet-cirkelvormig is (F28F 1/08 en F28F 1/10
hebben voorrang)
F 28 F 1/04 . . polygonaal, bijv. rechthoekig
F 28 F 1/06 . . brokkelig of gegolfd in doorsnede
F 28 F 1/08 . Buisvormige
elementen die in de lengte brokkelig of gegolfd zijn
F 28 F 1/10 . Buisvormige
elementen of stelsels daarvan met middelen voor het vergroten van het
warmte-overdrachtsgebied, bijv. met vinnen, uitsteeksels of uithollingen
(brokkelige of gegolfde elementen F28F 1/06 of F28F 1/08)
F 28 F 1/12 . . waarbij de middelen alleen buiten het
buisvormige element liggen
F 28 F 1/14 . . . en
zich in lengterichting uitstrekken (F28F 1/38 heeft voorrang)
F 28 F 1/16 . . . . waarbij de middelen zijn ingebouwd in het
element, bijv. gevormd door extrusie (F28F 1/22 heeft voorrang)
F 28 F 1/18 . . . . . waarbij
het element wordt opgebouwd uit gedeelten met vinnen
F 28 F 1/20 . . . . waarbij de middelen kunnen worden
vastgemaakt aan het element (F28F 1/22 heeft voorrang)
F 28 F 1/22 . . . . waarbij de middelen delen hebben die andere
buisvormige elementen raken
F 28 F 1/24 . . . en
zich in dwarsrichting uitstrekken (F28F 1/38 heeft voorrang)
F 28 F 1/26 . . . . waarbij de middelen zijn ingebouwd in het element
(F28F 1/32 heeft voorrang)
F 28 F 1/28 . . . . . waarbij
het element wordt opgebouwd uit gedeelten met vinnen
F 28 F 1/30 . . . . waarbij de middelen kunnen worden
vastgemaakt aan het element (F28F 1/32 heeft voorrang)
F 28 F 1/32 . . . . waarbij de middelen delen hebben die andere
buisvormige elementen raken
F 28 F 1/34 . . . en
zich schuin uitstrekkend (F28F 1/38 heeft voorrang)
F 28 F 1/36 . . . . waarbij de middelen schroefvormig gewikkelde
vinnen of draadspiralen zijn
F 28 F 1/38 . . . en
versprongen ten opzichte van elkaar liggen voor het vormen van kronkelende
fluïdumkanalen
F 28 F 1/40 . . waarbij de middelen alleen in het
buisvormige element liggen
F 28 F 1/42 . . waarbij de middelen zowel buiten als in het
buisvormige element liggen
F 28 F 1/44 . . . en
worden gevormd uit gaas
F 28 F 3/00 Plaatvormige of gelamineerde elementen; Stelsels
van plaatvormige of gelamineerde elementen (speciaal aangepast om te kunnen bewegen
F28F 5/00)
F 28 F 3/02 . Elementen
of stelsels daarvan met middelen voor het vergroten van het
warmte-overdrachtsgebied, bijv. met vinnen, uithollingen of plooien (F28F 3/08
heeft voorrang)
F 28 F 3/04 . . waarbij de middelen worden ingebouwd in het
element
F 28 F 3/06 . . waarbij de middelen kunnen worden
vastgemaakt aan het element
F 28 F 3/08 . Elementen
die zijn geconstrueerd voor het opbouwen tot stapels, bijv. die kunnen worden
gedemonteerd voor reiniging
F 28 F 3/10 . . Opstelling voor het afdichten van de randen
F 28 F 3/12 . Elementen
die zijn geconstrueerd in de vorm van een hol paneel, bijv. met kanalen
F 28 F 3/14 . . door het scheiden van gedeelten van een paar
samengevoegde platen voor het vormen van kanalen, bijv. door opblazen (maken
daarvan B23P)
F 28 F 5/00 Speciaal aangepaste elementen om te kunnen
bewegen
(zie voor voorzieningen voor het laten bewegen van de elementen de
toepasselijke subklasse voor de betreffende apparatuur)
F 28 F 5/02 . Roterende
trommels of rollen
F 28 F 5/04 . Holle
schoepen, bijv. een roerblad
F 28 F 5/06 . Holle
schroeftransporteurs
F 28 F 7/02 . Blokken
die worden doorsneden door kanalen voor warmte-uitwisselingsmedia
F 28 F 9/007 . Hulpsteunen
voor elementen [6]
F 28 F 9/013 . . voor buizen of buizenstelsels [6]
F 28 F 9/02 . Waterkasten;
Eindplaten
F 28 F 9/04 . . Voorzieningen voor het afdichten van
elementen bij het binnengaan van waterkasten of eindplaten (samenvoegen van
pijpen met wanden in het algemeen F16L 41/00)
F 28 F 9/06 . . . door
demonteerbare verbindingen
F 28 F 9/08 . . . . door spieverbindingen, bijv. een spitse
pijpring
F 28 F 9/10 . . . . door schroefverbindingen, bijv. een
pakkingring
F 28 F 9/12 . . . . door flensverbindingen
F 28 F 9/14 . . . . door persverbindingen
F 28 F 9/16 . . . door
permanente verbindingen, bijv. door walsen (metaalbewerkingsprocedures in het
algemeen B21 of B23, in het bijzonder B21D 39/06 of B23K)
F 28 F 9/18 . . . . door lassen
F 28 F 9/20 . Voorzieningen
van warmtereflectoren, bijv. reflectiewanden die apart kunnen worden
tussengevoegd
F 28 F 9/22 . Voorzieningen
voor het geleiden van warmte-uitwisselingsmedia naar opeenvolgende
compartimenten, bijv. voorzieningen van geleidingsplaten
F 28 F 9/24 . Voorzieningen
voor het bevorderen van een turbulente stroming van warmte-uitwisselende media,
bijv. door platen (F28F 1/38 heeft voorrang; in het algemeen F15D)
F 28 F 9/26 . Voorzieningen
voor het met elkaar verbinden van verschillende gedeelten van
warmte-uitwisselingselementen, bijv. bij radiatoren (met elkaar verbinden van
verschillende gedeelten van heet-waterreservoirs F24H 9/14)
F 28 F 11/00 Voorzieningen
voor het afdichten van lekkende buizen of leidingen (stoppen van stroming uit
of in pijpen in het algemeen F16L 55/10)
F 28 F 11/02 . gebruikmakend van afsluitelementen, bijv.
sluitringen, die onafhankelijk van elkaar worden ingebracht en bediend (F28F
11/06 heeft voorrang)
F 28 F 11/04 . gebruikmakend van paren afsluitelementen,
bijv. sluitringen, die zijn gemonteerd op centrale bedieningsstangen (F28F
11/06 heeft voorrang)
F 28 F 11/06 . gebruikmakend van automatische
buis-afsluitmiddelen
F 28 F 13/00 Voorzieningen
voor het modificeren van warmteoverdracht, bijv. toename of afname (F28F 1/00 tot F28F 11/00
hebben voorrang)
F 28 F 13/02 . door het beïnvloeden van een
fluïdumgrenslaag (grenslaagregeling in het algemeen F15D)
F 28 F 13/04 . door het voorkomen van de vorming van
continue condens-films op warmte-uitwisselingsvlakken, bijv. door het
bevorderen van druppelvorming
F 28 F 13/06 . door het beïnvloeden van het stromingspatroon
van de warmte-uitwisselingsmedia
F 28 F 13/08 . . door
het variëren van de doorsnede van de stromingskanalen
F 28 F 13/10 . . door
het meegeven van een pulserende beweging aan de stroming, bijv. door
geluidstrillingen
F 28 F 13/12 . . door
het creëren van turbulentie, bijv. door roeren of door vergroten van de
circulatiekracht (F28F 13/08 heeft voorrang)
F 28 F 13/14 . door de wanden van leidingen te voorzien van
zones met verschillende graden van warmtegeleiding
F 28 F 13/16 . door het aanbrengen van een elektrostatisch
veld op het lichaam van het warmte-uitwisselingsmedium
F 28 F 13/18 . door het aanbrengen van coatings, bijv.
straling-absorberend of straling-reflecterend; door oppervlaktebehandeling,
bijv. polijsten
F 28 F 19/01 . door gebruik te maken van middelen voor het
scheiden van vaste materialen uit warmte-uitwisselende fluïda, bijv. filters
F 28 F 19/02 . door gebruik te maken van coatings, bijv.
glascoatings of glazuurcoatings
F 28 F 19/04 . . van
rubber; van kunststofmateriaal; van vernis
F 28 F 19/06 . . van
metaal
F 28 F 21/02 . van koolstof, bijv. grafiet
F 28 F 21/04 . van keramiek; van beton; van natuursteen
F 28 F 21/06 . van kunststofmateriaal
F 28 F 21/08 . van metaal
F 28 F 23/02 . Voorzieningen voor het brengen of houden
daarvan in vloeibare toestand
F 28 F 25/00 Componenten
van druppelkoelers (voorzieningen voor het vergroten van warmteoverdracht F28F
13/00; regelvoorzieningen F28F 27/00)
F 28 F 25/02 . voor het distribueren, laten circuleren of
accumuleren van vloeistof (versproeien of vernevelen in het algemeen B05B of
B05D)
F 28 F 25/04 . . Distributiegoten of
accumulatorgoten
F 28 F 25/06 . . Sproeimondstukken of
sproeipijpen
F 28 F 25/08 . . Spatborden
of spatroosters, bijv. voor het omzetten van vloeistofstralen in
vloeistoffilms; Elementen of bedden voor het vergroten van het contactoppervlak
(pakkingelementen in het algemeen B01J 19/30 of B01J 19/32)
F 28 F 25/10 . voor het toevoeren van gas of damp
F 28 F 25/12 . . Kanalen;
Geleidingsschoepen, bijv. voor het naar vaste zones brengen van stromen
F 28 F 27/00 Speciaal
aangepaste regelvoorzieningen of veiligheidsinrichtingen voor
warmte-uitwisselingsapparatuur of warmte-overdrachtsapparatuur (regelvoorzieningen in
het algemeen G05) [9]
F 28 F 27/02 . voor het regelen van de distributie van
warmte-uitwisselingsmedia over verschillende kanalen (voorzieningen van
geleidingsplaten of geleidingsschoepen F28F 9/22 of F28F 25/12)
F 28 F 99/00 Onderwerpen
voorzover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]