SECTIE G FYSICA
(1)
In deze Sectie owrdt de volgende uitdrukking
gebruikt met de aangegevens betekenis:
- “variabele”
(als een zelfstand naamwoord) betekent een kenmerk of eigenschap (bijv. een dimensie,
een fysische toestand zoals temperatuur, een kwaliteit zoals dichtheid of
kleur), die met betrekking tot een bepaalde entiteit (bijv. een object, een
hoeveelheid van een substantie, een lichtstraal) en op een bepaald ogenblik,
kan worden gemeten; de variabele kan veranderen, zodat de numerieke uitdrukking
ervan verschillende waarden op verschillende tijden, onder verschillende
condities of in afzonderlijke gevallen kan aannemen, maar kan constant zijn met
betrekking tot een specifieke entiteit onder bepaalde omstandigheden of voor
specifieke doeleinden (bijv. de lengte van een staaf mag als constant worden
beschouwd voor vele doeleinden).
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
definities van gebruikte termen of uitdrukkingen. Sommige komen voor in de
Aantekeningen van diverse klassen in deze Sectie, zie in het bijzonder de
definitie van “meten” in klasse G01. Andere komen voor in § 187 van de Gids
voor de IPC, zie in het bijzonder de definitie van “regelen”. [17]
(3) Klassering in deze Sectie kan moeilijker
blijken dan in andere Secties, omdat het onderscheid tussen verschillende
toepassingsgebieden in belangrijker mate afhankelijk is van de bedoeling van de
gebruiker dan op enig constructief verschil of gebruiksverschil, en omdat de
behandelde onderwerpen vaak deel uitmaken van systemen of combinaties, met
gezamenlijke kenmerken of delen, meer dan “dingen”die als geheel gemakkelijk
zijn te onderscheiden. Bijvoorbeeld, informatie (bijv. een stel figuren) kan
worden getoond met het doel van onderwijs of reclame (G09), om het resultaat
van een meting bekend te maken (G01), voor het signaleren van de informatie
naar een punt op afstand of het geven van gesignaleerde informatie vanaf een
punt op afstand (G08). De gebruikte woorden om het doel te beschrijven hangen
af van aspecten die irrelevant kunnen zijn voor de vorm van het betreffende
apparaat, bijv. aspecten zoals het gewenste effectop de persoon die naar de
afbeelding kijkt, of of de afbeelding op afstand wordt geregeld. Nogmaals, een
inrichting die in zekere mate op een toestand reageert, bijv. op de druk van
een fluïdum, kan zonder wijziging aan de inrichting zelf worden gebruikt om
informatie te geven over de druk (G01L) of over een andere toestand die
gekoppeld is aan de druk (een andere subklasse van G01, bijv. G01K voor de
temperatuur), om een opname te maken van de druk of het voorkomen daarvan
(G07C), om een alarm te geven (G08B) of om een andere apparaat aan te sturen
(G05).
Het
klasseringsschema is bedoeld om zaken van soortgelijke aard (zoals hierboven
aangegeven) bij elkaar te kunnen klasseren. Het is daarom in het bijzonder
noodzakelijk eerst over de werkelijke aard van enig technisch onderwerp te
beslissen voordat er goed geklasseerd kan worden.
G 01 METEN;
TESTEN [9]
Aantekeningen
(1) Onder deze klasse vallen, naast “echte”
meetinstrumenten, andere weergeefinrichtingen of opneeminrichtingen met een
analoge constructie, en tevens signaleringsinrichtingen of regelinrichtingen
voor zover zij betrekking hebben op meting (zoals gedefinieerd in Aantekening 2
hieronder) en niet speciaal zijn aangepast aan het specifieke doel van
signalering of regeling.
(2) In deze klasse wordt de volgende term
gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “meten” wordt gebruikt om aanzienlijk
meer te dekken dan de primaire of basisbetekenis. In die primaire zin betekent
dat het vinden van een numerieke uitdrukking van de waarde van een variabele in
relatie tot een eenheid of gegeven of tot een andere variabele van dezelfde
aard, bijv. het uitdrukken van een lengte in termen van een andere lengte zoals
bij het meten van een lengte met een schaal; de waarde kan direct worden
verkregen (zoals eerder gesuggereerd) of door het meten van een andere
variabele waarvan de waarde in verband staat met de waarde van de gevraagde
variabele, zoals bij het meten van een temperatuursverandering door het meten
van een resulterende verandering in de lengte van een kwikkolom. Omdat echter
dezelfde inrichting of hetzelfde instrument, in plaats van voor het geven van
een directe aanduiding, kan worden gebruikt voor het produceren van een opname
of voor het op gang brengen van een signaal voor het produceren van een
aanduiding of regeling, of kan worden gebruikt in combinatie met andere
inrichtingen of instrumenten voor het aangeven van een gezamenlijk resultaat
uit een meting van twee of meer variabelen van dezelfde of een andere soort, is
het noodzakelijk om onder “meten” tevens een bewerking te verstaan die het
mogelijk moet maken een dergelijke numerieke uitdrukking te verkrijgen door het
aanvullend gebruik van een zekere wijze van omzetting van een waarde in
getallen. De uitdrukking in getallen kan derhalve werkelijk bestaan uit een
digitale presentatie of de aflezing van een schaal, of er kan een aanduiding
van worden gegeven zonder het gebruik van getallen, bijv. door een waarneembaar
kenmerk (variabele) van de entiteit (bijv. een object, substantie of
lichtstraal) waarvan de gemeten variabele een eigenschap of toestand is of door
iets wat met een dergelijk kenmerk overeenkomt (bijv. de overeenkomstige
positie van een lichaam zonder enige schaal of een overeenkomstige spanning die
op zekere wijze is opgewekt). In veel gevallen is er niet zo’n
waarde-aanduiding, maar slechts een aanduiding van het verschil of de
gelijkheid in relatie tot een standaard of gegeven (waarvan de waarde al dan
niet bekend is uit getallen); de standaard of het gegeven kan de waarde zijn
van een andere variabele van dezelfde aard maar van een verschillende entiteit
(bijv. een standaardmaat) of van dezelfde entiteit op een ander tijdstip. In de
meest eenvoudige vorm geeft een meting meer een aanduiding van de aanwezigheid
of afwezigheid van een zekere toestand of kwaliteit, bijv. beweging (in elke of
in één specifieke richting), of op het al dan niet overschrijden van een vooraf
bepaalde waarde door een variabele.
(3) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titel van klasse B81 en subklasse B81B met
betrekking tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”,
en de Aantekeningen volgend op de titel van subklasse B82B met betrekking tot
“nanostructuren”. [7,17]
(4) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titel van Sectie G, in het bijzonder met betrekking
tot de definitie van de term “variabele”.
(5) In veel meetvoorzieningen wordt een eerste
te meten variabele omgezet in tweede of latere variabelen. De tweede of latere
variabelen kunnen zijn (a) een toestand die in verband staat met de eerste variabele
en die wordt geproduceerd in een lichaam, of (b) de verplaatsing van een
lichaam. Verdere omzetting kan nodig zijn. Bij het klasseren van zo’n
voorziening (i) wordt de of elke van belang zijnde omzetstap geklasseerd, of
(ii) wordt - als alleen het gehele systeem van belang is - de eerste variabele
geklasseerd op de toepasselijke plaats. Dit is in het bijzonder van belang als
er twee of meer omzettingen plaatsvinden, bijvoorbeeld daar waar een eerste
variabele, bijv. druk, wordt omgezet in een tweede variabele, bijv. een
optische eigenschap van een tastlichaam, en die tweede variabele wordt
uitgedrukt door een derde variabele, bijv. een elektrisch effect. In zo’n geval
moeten de volgende klasseringsplaatsen in beschouwing worden genomen: de plaats
voor de omzetting van de eerste variabele, die voor het aftasten van de
conditie die wordt veroorzaakt door die variabele, subklasse G01D voor het
uitdrukken van de meting en tenslotte de plaats voor het volledige systeem, als
die er is. [6]
(6) De meting van verandering in de waarde van
een fysische eigenschap wordt geklasseerd in dezelfde subklasse als de meting
van die fysische eigenschap, bijv. meting van vergroting van de lengte, wordt
geklasseerd in subklasse G01B.
G 01 D NIET SPECIAAL VOOR EEN SPECIFIEKE VARIABELE
AANGEPASTE METING; NIET ONDER ÉÉN ANDERE SUBKLASSE VALLENDE VOORZIENINGEN VOOR
HET METEN VAN TWEE OF MEER VARIABELEN; TARIEFMETERS; NIET SPECIAAL VOOR EEN
SPECIFIEKE VARIABELE AANGEPASTE OVERDRACHTVOORZIENINGEN OF OMVORMVOORZIENINGEN;
NIET ELDERS ONDERGEBRACHT METEN OF TESTEN [11,12]
Aantekeningen
(1) Onder deze subklasse vallen:
- inrichtingen voor het aanduiden of
opnemen van de resultaten van metingen, die niet horen bij variabelen die
vallen onder één andere subklasse;
- analoge voorzieningen waarvan de invoer
echter géén te meten variabele is, bijv. een handbediening;
- details van meetinstrumenten, die van
algemeen belang zijn;
- niet elders ondergebrachte meet
transducers die niet uitsluitend zijn aangepast voor het meten van één
specifieke variabele, d.w.z. middelen voor het omzetten van de uitvoer van een
tastlichaam in een andere variabele waarbij de vorm of aard van het tastlichaam
de omzettingsmiddelen niet beperken;
- niet elders ondergebracht meten of
testen.
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titel van klasse G01.
G 01 D 1/00 Algemeen
toepasbare meetvoorzieningen die andere resultaten geven dan de momentane
waarde van een variabele (G01D 3/00 heeft
voorrang; in tariefmeters G01D 4/00; niet speciaal aangepaste transducers voor
een specifieke variabele G01D 5/00) [11]
G 01 D 1/02 . voor gemiddelde waarden, bijv. effectieve
waarden (meten van effectieve waarden van stromen of spanningen G01R 19/02)
G 01 D 1/04 . voor geïntegreerde waarden (voor gemiddelde
waarden G01D 1/02)
G 01 D 1/06 . . door
intermitterende sommering
G 01 D 1/08 . . . over vaste tijdsperioden
G 01 D 1/10 . voor gedifferentieerde waarden
G 01 D 1/12 . voor het maximum of minimum van een waarde
G 01 D 1/14 . voor de spreidingsfunctie van een waarde,
d.w.z. het aantal keren dat een waarde binnen specifieke amplitude-bereiken
komt
G 01 D 1/16 . voor een waarde die op zich een functie is
van twee of meer waarden, bijv. product of verhouding
G 01 D 1/18 . met voorzieningen voor het signaleren van de
overschrijding van een vooraf bepaalde waarde van een niet-specifieke parameter
(G01D 1/14 heeft voorrang) [3,11]
G 01 D 3/00 Meetvoorzieningen
met een voorziening voor een speciaal doel zoals aangehaald in de subgroepen
van deze groep
G 01 D 3/02 . met een voorziening voor het wijzigen of
corrigeren van de overdrachtsfunctie
G 01 D 3/024 . . voor
een ander bereik; Voorzieningen voor het vervangen van het ene tastlichaam door
een ander [6]
G 01 D 3/028 . voor het matigen van ongewenste invloeden,
bijv. temperatuur of druk [6]
G 01 D 3/032 . . door
het beïnvloeden van een binnenkomend signaal, bijv. door middeling; poorten van
ongewenste signalen [6]
G 01 D 3/036 . . in
meetvoorzieningen zelf [6]
G 01 D 3/06 . met een voorziening voor werking met de
nul-methode
G 01 D 3/08 . met een voorziening voor het beveiligen van
de apparatuur, bijv. tegen ongewone werking of tegen uitval
G 01 D 3/10 . met een voorziening voor het inschakelen van
aanvullende of extra weergeefmiddelen of opnemers
G 01 D 4/00 Tariefmeters (in taximeters G07B 13/00; door munten, kaarten en
dergelijke bediende apparatuur met door een meter geregelde afgifte van
vloeistof, gas of elektriciteit G07F 15/00) [11]
G 01 D 4/02 . Details
G 01 D 4/04 . . Terugstelmechanismen,
bijv. voor weergeeflichamen [11]
G 01 D 4/06 . . Opstelling
van aandrijfkoppelingen tussen een aandrijflichaam en een weergeeflichaam,
bijv. een hysteresekoppeling (G01D 4/04 heeft voorrang)
G 01 D 4/08 . . Overdragen
van de aanduiding van een teller naar een sommeringsteller [11]
G 01 D 4/10 . Apparatuur voor het aanduiden of opnemen van
een maximum, d.w.z. waarbij het tarief voor een periode is gebaseerd op het
maximum verbruik in die periode
G 01 D 4/12 . . Apparatuur
voor het aanduiden of opnemen van een progressief maximum
G 01 D 4/14 . . Apparatuur
voor het aanduiden of opnemen van een vaste afname, d.w.z. waarbij aanduiding plaatsvindt
als een vooraf bepaalde hoeveelheid is verbruikt tijdens een tijdsperiode die
groter of kleiner is dan een vooraf bepaalde tijdsperiode
G 01 D 4/16 . Apparatuur voor het aanduiden of opnemen van
maximaal of minimaal belaste uren
G 01 D 4/18 . Apparatuur voor het aanduiden of opnemen van
over-verbruik met tegengesteld werkende torsie die gaat werken bij het
overschrijden van een vooraf bepaald niveau, bijv. aftrekmeters
G 01 D 5/00 Mechanische
middelen voor het overdragen van de uitvoer van een tastlichaam; Middelen voor
het omzetten van de uitvoer van een tastlichaam in een andere variabele,
waarbij de vorm of aard van het tastlichaam de omzetmiddelen niet beperken;
Niet speciaal aangepaste transducers voor een specifieke variabele (G01D 3/00 heeft voorrang; speciaal aangepast voor
apparatuur die andere resultaten geeft dan de momentane waarde van een
variabele G01D 1/00) [6,11]
De
groepen G01D 5/02 tot G01D 5/54 worden onderscheiden door de middelen die van groter
belang zijn. De verdere toepassing van andere middelen voor het aanduiden van
een uiteindelijke aanwijzing beïnvloedt derhalve de klassering niet.
G 01 D 5/02 . gebruikmakend van mechanische middelen
G 01 D 5/04 . . gebruikmakend
van hefbomen; gebruikmakend van nokken; gebruikmakend van drijfwerken [11]
G 01 D 5/06 . . werkend
door een wand of omhulsel, bijv. door een balg of door magnetische koppeling [11]
G 01 D 5/08 . . Verminderen
van het effect van wrijving, bijv. door het toepassen van trillingen
G 01 D 5/10 . . Uitoefenen
van uitwendige krachten voor het verhogen van de kracht die beschikbaar is voor
de werking van het weergeefdeel of opneemdeel
G 01 D 5/12 . gebruikmakend van elektrische of magnetische
middelen (G01D 5/06 heeft voorrang) [3]
G 01 D 5/14 . . waarbij
de grootte van een stroom of spanning wordt beïnvloed
G 01 D 5/16 . . . door het variëren van de weerstand
G 01 D 5/165 . . . . door
relatieve beweging van een contactpunt en een spoor met weerstand [6]
G 01 D 5/18 . . . door het variëren van de nuttige impedantie
van ontladingsbuizen of halfgeleiderinrichtingen
G 01 D 5/20 . . . door het variëren van de inductie, bijv. met
een beweegbaar armatuur
G 01 D 5/22 . . . . waarbij
twee spoelen verschillend worden beïnvloed
G 01 D 5/24 . . . door het variëren van het vermogen
G 01 D 5/241 . . . . door
relatieve beweging van de condensatorelektroden [6]
G 01 D 5/242 . . . door het variëren van de uitvoer van een
elektrodynamische inrichting, bijv. van een tachodynamo
G 01 D 5/243 . . waarbij
de fase of frequentie van wisselstroom wordt beïnvloed
G 01 D 5/244 . . waarbij
puls-karakteristieken of puls-reekskarakteristieken worden beïnvloed; opwekken
van pulsen of puls-reeksen [6]
G 01 D 5/245 . . . gebruikmakend van een variabel aantal pulsen
in een reeks
G 01 D 5/246 . . . door het variëren van de duur van
afzonderlijke pulsen
G 01 D 5/247 . . . gebruikmakend van tijdverschuivingen van
pulsen
G 01 D 5/248 . . . door het variëren van de puls-herhalingsfrequentie
G 01 D 5/249 . . . gebruikmakend van een pulscode
G 01 D 5/25 . . Selecteren
van één of meer geleiders of kanalen uit meerdere geleiders of kanalen, bijv.
door het sluiten van contacten
G 01 D 5/251 . . . van één geleider of kanaal
G 01 D 5/252 . . . van een combinatie van geleiders of kanalen
G 01 D 5/26 . gebruikmakend van optische middelen, d.w.z.
gebruikmakend van infraroodlicht, zichtbaar licht of ultravioletlicht
G 01 D 5/28 . . waarbij
lichtstralen worden afgebogen, bijv. voor directe optische aanduiding (G01D
5/40 heeft voorrang)
G 01 D 5/30 . . . waarbij de lichtstralen worden gedetecteerd
door fotocellen
G 01 D 5/32 . . waarbij
lichtstralen worden gedempt of geheel of gedeeltelijk worden afgesloten (G01D
5/40 heeft voorrang)
G 01 D 5/34 . . . waarbij de lichtstralen worden gedetecteerd
door fotocellen
G 01 D 5/347 . . . . gebruikmakend van coderingsschalen voor de
verschuiving [6]
G 01 D 5/353 . . . . waarbij de overbrengingseigenschappen van
een optische vezel worden beïnvloed [6]
G 01 D 5/36 . . . . Omvormen
van het licht tot pulsen
G 01 D 5/38 . . . . . door buigingsroosters
G 01 D 5/39 . . Aftasten
van een zichtbare aanduiding van de gemeten waarde en het reproduceren daarvan
op afstand, bijv. op het scherm van een kathodestraalbuis
G 01 D 5/40 . . speciaal
aangepast voor gebruik met infraroodlicht
G 01 D 5/42 . gebruikmakend van fluïdummiddelen
G 01 D 5/44 . . gebruikmakend
van vloeistofstralen
G 01 D 5/46 . . . door het afbuigen of smoren van de stroming
G 01 D 5/48 . gebruikmakend van middelen met golfstraling
of deeltjesstraling (G01D 5/26 heeft voorrang)
G 01 D 5/50 . . afkomstig
uit een radioactieve bron
G 01 D 5/52 . . . gedetecteerd door een teller-buis
G 01 D 5/54 . gebruikmakend van middelen die worden
beschreven in twee of meer van de groepen G01D 5/02, G01D 5/12, G01D 5/26, G01D
5/42 en G01D 5/48
(1) Er wordt slechts geklasseerd in deze groep
als geen andere groep in het bijzonder van toepassing is.
(2) Voor een combinatie van twee of meer van de beschreven middelen
heeft de eerst toepasbare van onderstaande subgroepen voorrang boven elke andere
van deze groepen.
G 01 D 5/56 . . gebruikmakend
van elektrische of magnetische middelen
G 01 D 5/58 . . gebruikmakend
van optische middelen, d.w.z. gebruikmakend van infraroodlicht, zichtbaar licht
of ultravioletlicht
G 01 D 5/60 . . gebruikmakend
van fluïdummiddelen
G 01 D 5/62 . . gebruikmakend
van middelen met golfstraling of deeltjesstraling die niet vallen onder groep
G01D 5/58
G 01 D 7/02 . Gelijktijdig aanduiden van de waarde van twee
of meer variabelen
G 01 D 7/04 . . gebruikmakend
van een afzonderlijk weergeefelement voor elke variabele
G 01 D 7/06 . . . Lichtgevende aanduidingen die worden
geprojecteerd op een gemeenschappelijk scherm
G 01 D 7/08 . . gebruikmakend
van een gemeenschappelijk weergeefelement voor twee of meer variabelen
G 01 D 7/10 . . . waarbij een aanduiding wordt gegeven in de
vorm van coördinaten
G 01 D 7/12 . Hoorbare aanduiding van meteraflezingen,
bijv. voor blinden [2]
G 01 D 9/02 . Produceren van één of meer opnames van de
waarden van één variabele
G 01 D 9/04 . . met
een voorziening voor het meervoudig of afwisselend opnemen
G 01 D 9/06 . . . Meervoudig opnemen, bijv. dupliceren
G 01 D 9/08 . . . . met
zowel grafische als numerieke opname
G 01 D 9/10 . . waarbij
het opneemelement, bijv. een naald, wordt geregeld in overeenstemming met de
variabele, en waarbij het opneemmedium, bijv. een rol papier, wordt geregeld in
overeenstemming met de tijd
G 01 D 9/12 . . . waarbij continu wordt opgenomen
G 01 D 9/14 . . . . met
een voorziening voor het veranderen van de snelheid van een opneemmedium in
overeenstemming met de grootte van op te nemen variabele
G 01 D 9/16 . . . waarbij op gezette tijden wordt opgenomen,
bijv. met een chopper bar
G 01 D 9/18 . . . . waarbij
het opneemelement alleen in werking wordt gesteld bij een verandering in de
waarde van een variabele
G 01 D 9/20 . . waarbij
het opneemelement, bijv. een naald, wordt geregeld in overeenstemming met de
tijd, en waarbij het opneemmedium, bijv. een rol papier, wordt geregeld in
overeenstemming met de variabele
G 01 D 9/22 . . . waarbij continu wordt opgenomen
G 01 D 9/24 . . . waarbij op gezette tijden wordt opgenomen,
bijv. met een chopper bar
G 01 D 9/26 . . waarbij
ofwel het opneemelement, bijv. een naald, ofwel het opneemmedium, bijv. een rol
papier, wordt geregeld in overeenstemming met zowel de tijd als de variabele
G 01 D 9/28 . Produceren van één of meer opnames, waarbij
elke opname bestaat uit de waarden van twee of meer verschillende variabelen
(G01D 9/38 en G01D 9/40 hebben voorrang)
G 01 D 9/30 . . met
een afzonderlijk opneemelement voor elke variabele, bijv. een opnemer met
meerdere pennen
G 01 D 9/32 . . met
een gemeenschappelijk opneemelement voor twee of meer variabelen
G 01 D 9/34 . . . waarbij de variabelen worden opgenomen in
een vooraf bepaalde volgorde
G 01 D 9/36 . . . . in
aparte kolommen
G 01 D 9/38 . Produceren van één of meer opnames, waarbij
elke opname wordt geproduceerd door het regelen van het opneemelement, bijv.
een naald, in overeenstemming met de ene variabele en het regelen van het
opneemmedium, bijv. een rol papier, in overeenstemming met een andere variabele
G 01 D 9/40 . Produceren van één of meer opnames, waarbij
elke opname wordt geproduceerd door het regelen van ofwel het opneemelement,
bijv. een naald, ofwel het opneemmedium, bijv. een rol papier, in overeenstemming
met twee of meer variabelen
G 01 D 9/42 . Opnemen van aanduidingen van
meetinstrumenten door fotografische middelen, bijv. van tellers
G 01 D 11/00 Componenten van
meetvoorzieningen die niet speciaal zijn aangepast voor een specifieke variabele (G01D 13/00 en G01D 15/00 hebben voorrang)
G 01 D 11/02 . Lagers of ophangingen voor bewegende delen [11]
G 01 D 11/04 . . Mes-ondersteuningen
G 01 D 11/06 . . Strookophanging of
draadophanging, bijv. onder spanning
G 01 D 11/08 . Elementen voor het in evenwicht houden van bewegende delen
G 01 D 11/10 . Elementen voor het dempen van de beweging van delen
G 01 D 11/12 . . gebruikmakend van
fluïdumdemping
G 01 D 11/14 . . gebruikmakend van
magnetische-inductiedemping
G 01 D 11/16 . Elementen voor het vertragen of voorkomen van de beweging van
delen, bijv. voor het op nul stellen (caging
van bewegende delen in rust G01D 11/20)
G 01 D 11/18 . . Veren (G01D 11/06 heeft
voorrang)
G 01 D 11/20 . Caging inrichtingen
voor bewegende delen in rust
G 01 D 11/22 . . automatisch in werking
gesteld
G 01 D 11/24 . Behuizingen
G 01 D 11/26 . . Vensters; Stolpglazen;
Afdichtingen daarvoor
G 01 D 11/28 . Ingebouwde verlichtingsinrichtingen
G 01 D 11/30 . Speciaal aangepaste steunen voor een instrument; Speciaal
aangepaste steunen voor een stel instrumenten [11]
G 01 D 13/00 Componenten van
weergeefmiddelen voor meetvoorzieningen die niet speciaal zijn aangepast voor
een specifieke variabele
G 01 D 13/02 . Schalen; Wijzerplaten
G 01 D 13/04 . . Constructie
G 01 D 13/06 . . . Bewegende banden (G01D 13/10 heeft voorrang)
G 01 D 13/08 . . . Roterende trommels (G01D 13/10 heeft
voorrang)
G 01 D 13/10 . . . met verstelbare schalen; met hulpschalen,
bijv. een noniusschaal
G 01 D 13/12 . . Maatverdeling
G 01 D 13/14 . . . voor rotaties van meer dan 360°
G 01 D 13/16 . . . met trapsgewijze markeringen
G 01 D 13/18 . . . met naar buiten uitstekende of naar binnen
inspringende markeringen
G 01 D 13/20 . . . met lichtgevende markeringen
G 01 D 13/22 . Wijzers, bijv. instelbare wijzers
G 01 D 13/24 . . voor het aanduiden van
een maximum of minimum
G 01 D 13/26 . . aangepast voor het
uitvoeren van een verdere bewerking, bijv. het maken van een elektrische contact
G 01 D 13/28 . . met lichtgevende
markeringen
G 01 D 15/00 Componenten van opnemers voor
meetvoorzieningen die niet speciaal zijn aangepast voor een specifieke
variabele
G 01 D 15/02 . Naalden of andere opneemelementen die het opneemvlak mechanisch
vervormen of perforeren (opneemelementen waarmee kan worden afgedrukt G01D
15/20)
G 01 D 15/04 . . werkend door het ponsen
van gaten in het opneemvlak
G 01 D 15/06 . Elektrische opneemelementen, bijv. elektrolytisch
G 01 D 15/08 . . met vonkerosie
G 01 D 15/10 . Verwarmde opneemelementen die werken op warmtegevoelige lagen
G 01 D 15/12 . Magnetische opneemelementen
G 01 D 15/14 . Optische opneemelementen; Opneemelementen waarbij gebruik wordt
gemaakt van röntgenstraling of nucleaire straling
G 01 D 15/16 . Opneemelementen die opneemmateriaal, bijv. inkt, overdragen naar
het opneemvlak (opneemelementen waarmee kan worden afgedrukt G01D 15/20) [11]
G 01 D 15/18 . . Sproeiers voor het
uitstoten van opneemmateriaal
G 01 D 15/20 . Opneemelementen voor het afdrukken met inkt of voor het afdrukken
door vervorming of perforatie van het opneemvlak, bijv. door gauffreren
G 01 D 15/22 . Chopper bars voor het in contact brengen van een opneemelement
met een opneemvlak
G 01 D 15/24 . Aandrijvingen voor opneemelementen of opneemvlakken, die niet
vallen onder groep G01D 5/00
G 01 D 15/26 . . bediend door een
uurwerk [11]
G 01 D 15/28 . Vasthoudmiddelen voor opneemvlakken; Geleidingsmiddelen voor
opneemvlakken; Middelen voor het verwisselen van opneemvlakken
G 01 D 15/30 . . voor opvouwbare
strookvormige kaart
G 01 D 15/32 . . voor cirkelvormige
kaart
G 01 D 15/34 . Opneemvlakken
G 01 D 21/02 . Meten van twee of meer variabelen door middelen die niet vallen
onder één andere subklasse