SECTIE G FYSICA
(1)
In deze Sectie owrdt de volgende uitdrukking gebruikt met de
aangegevens betekenis:
- “variabele” (als een
zelfstand naamwoord) betekent een kenmerk of eigenschap (bijv. een dimensie, een
fysische toestand zoals temperatuur, een kwaliteit zoals dichtheid of kleur),
die met betrekking tot een bepaalde entiteit (bijv. een object, een hoeveelheid
van een substantie, een lichtstraal) en op een bepaald ogenblik, kan worden
gemeten; de variabele kan veranderen, zodat de numerieke uitdrukking ervan
verschillende waarden op verschillende tijden, onder verschillende condities of
in afzonderlijke gevallen kan aannemen, maar kan constant zijn met betrekking
tot een specifieke entiteit onder bepaalde omstandigheden of voor specifieke
doeleinden (bijv. de lengte van een staaf mag als constant worden beschouwd
voor vele doeleinden).
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
definities van gebruikte termen of uitdrukkingen. Sommige komen voor in de
Aantekeningen van diverse klassen in deze Sectie, zie in het bijzonder de
definitie van “meten” in klasse G01. Andere komen voor in § 187 van de Gids voor de IPC, zie in het bijzonder de definitie van
“regelen”. [17]
(3) Klassering in deze Sectie kan moeilijker blijken
dan in andere Secties, omdat het onderscheid tussen verschillende
toepassingsgebieden in belangrijker mate afhankelijk is van de bedoeling van de
gebruiker dan op enig constructief verschil of gebruiksverschil, en omdat de
behandelde onderwerpen vaak deel uitmaken van systemen of combinaties, met
gezamenlijke kenmerken of delen, meer dan “dingen”die als geheel gemakkelijk
zijn te onderscheiden. Bijvoorbeeld, informatie (bijv. een stel figuren) kan
worden getoond met het doel van onderwijs of reclame (G09), om het resultaat
van een meting bekend te maken (G01), voor het signaleren van de informatie
naar een punt op afstand of het geven van gesignaleerde informatie vanaf een
punt op afstand (G08). De gebruikte woorden om het doel te beschrijven hangen af
van aspecten die irrelevant kunnen zijn voor de vorm van het betreffende
apparaat, bijv. aspecten zoals het gewenste effectop de persoon die naar de
afbeelding kijkt, of of de afbeelding op afstand wordt geregeld. Nogmaals, een
inrichting die in zekere mate op een toestand reageert, bijv. op de druk van
een fluïdum, kan zonder wijziging aan de inrichting zelf worden gebruikt om
informatie te geven over de druk (G01L) of over een andere toestand die
gekoppeld is aan de druk (een andere subklasse van G01, bijv. G01K voor de
temperatuur), om een opname te maken van de druk of het voorkomen daarvan
(G07C), om een alarm te geven (G08B) of om een andere apparaat aan te sturen
(G05).
Het
klasseringsschema is bedoeld om zaken van soortgelijke aard (zoals hierboven
aangegeven) bij elkaar te kunnen klasseren. Het is daarom in het bijzonder
noodzakelijk eerst over de werkelijke aard van enig technisch onderwerp te
beslissen voordat er goed geklasseerd kan worden.
G 01 METEN; TESTEN [9]
Aantekeningen
(1) Onder deze klasse vallen, naast “echte”
meetinstrumenten, andere weergeefinrichtingen of opneeminrichtingen met een
analoge constructie, en tevens signaleringsinrichtingen of regelinrichtingen
voor-zover zij betrekking hebben op meting (zoals gedefinieerd in Aantekening 2
hieronder) en niet speciaal zijn aangepast aan het specifieke doel van
signalering of regeling.
(2) In deze klasse wordt de volgende term
gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “meten” wordt gebruikt om aanzienlijk
meer te dekken dan de primaire of basisbetekenis. In die primaire zin betekent
dat het vinden van een numerieke uitdrukking van de waarde van een variabele in
relatie tot een eenheid of gegeven of tot een andere variabele van dezelfde
aard, bijv. het uitdrukken van een lengte in termen van een andere lengte zoals
bij het meten van een lengte met een schaal; de waarde kan direct worden
verkregen (zoals eerder gesuggereerd) of door het meten van een andere
variabele waarvan de waarde in verband staat met de waarde van de gevraagde
variabele, zoals bij het meten van een temperatuursverandering door het meten
van een resulterende verandering in de lengte van een kwikkolom. Omdat echter
dezelfde inrichting of hetzelfde instrument, in plaats van voor het geven van
een directe aanduiding, kan worden gebruikt voor het produceren van een opname
of voor het op gang brengen van een signaal voor het produceren van een
aanduiding of regeling, of kan worden gebruikt in combinatie met andere
inrichtingen of instrumenten voor het aangeven van een gezamenlijk resultaat
uit een meting van twee of meer variabelen van dezelfde of een andere soort, is
het noodzakelijk om onder “meten” tevens een bewerking te verstaan die het
mogelijk moet maken een dergelijke numerieke uitdrukking te verkrijgen door het
aanvullend gebruik van een zekere wijze van omzetting van een waarde in
getallen. De uitdrukking in getallen kan derhalve werkelijk bestaan uit een
digitale presentatie of de aflezing van een schaal, of er kan een aanduiding
van worden gegeven zonder het gebruik van getallen, bijv. door een waarneembaar
kenmerk (variabele) van de entiteit (bijv. een object, substantie of
lichtstraal) waarvan de gemeten variabele een eigenschap of toestand is of door
iets wat met een dergelijk kenmerk overeenkomt (bijv. de overeenkomstige
positie van een lichaam zonder enige schaal of een overeenkomstige spanning die
op zekere wijze is opgewekt). In veel gevallen is er niet zo’n
waarde-aanduiding, maar slechts een aanduiding van het verschil of de
gelijkheid in relatie tot een standaard of gegeven (waarvan de waarde al dan
niet bekend is uit getallen); de standaard of het gegeven kan de waarde zijn
van een andere variabele van dezelfde aard maar van een verschillende entiteit
(bijv. een standaardmaat) of van dezelfde entiteit op een ander tijdstip. In de
meest eenvoudige vorm geeft een meting meer een aanduiding van de aanwezigheid
of afwezigheid van een zekere toestand of kwaliteit, bijv. beweging (in elke of
in één specifieke richting), of op het al dan niet overschrijden van een vooraf
bepaalde waarde door een variabele.
(3) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titel van klasse B81 en subklasse B81B met
betrekking tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”,
en de Aantekeningen volgend op de titel van subklasse B82B met betrekking tot
“nanostructuren”. [7,17]
(4) De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen
volgend op de titel van Sectie G, in het bijzonder met betrekking tot de
definitie van de term “variabele”.
(5) In veel meetvoorzieningen wordt een eerste
te meten variabele omgezet in tweede of latere variabelen. De tweede of latere
variabelen kunnen zijn (a) een toestand die in verband staat met de eerste
variabele en die wordt geproduceerd in een lichaam, of (b) de verplaatsing van
een lichaam. Verdere omzetting kan nodig zijn. Bij het klasseren van zo’n
voorziening (i) wordt de of elke van belang zijnde omzetstap geklasseerd, of
(ii) wordt - als alleen het gehele systeem van belang is - de eerste variabele
geklasseerd op de toepasselijke plaats. Dit is in het bijzonder van belang als
er twee of meer omzettingen plaatsvinden, bijvoorbeeld daar waar een eerste
variabele, bijv. druk, wordt omgezet in een tweede variabele, bijv. een
optische eigenschap van een tastlichaam, en die tweede variabele wordt
uitgedrukt door een derde variabele, bijv. een elektrisch effect. In zo’n geval
moeten de volgende klasseringsplaatsen in beschouwing worden genomen: de plaats
voor de omzetting van de eerste variabele, die voor het aftasten van de
conditie die wordt veroorzaakt door die variabele, subklasse G01D voor het
uitdrukken van de meting en tenslotte de plaats voor het volledige systeem, als
die er is. [6]
(6) De meting van verandering in de waarde van
een fysische eigenschap wordt geklasseerd in dezelfde subklasse als de meting
van die fysische eigenschap, bijv. meting van vergroting van de lengte, wordt
geklasseerd in subklasse G01B.
G 01 S RADIORICHTINGSBEPALING;
RADIONAVIGATIE; BEPALEN VAN AFSTAND OF SNELHEID DOOR GEBRUIK VAN RADIOGOLVEN;
LOCALISEREN OF OP AANWEZIGHEID DETECTEREN DOOR GEBRUIK VAN TERUGKAATSING OF
TERUGSTRALING VAN RADIOGOLVEN; ANALOGE VOORZIENINGEN WAARBIJ GEBRUIK WORDT
GEMAAKT VAN ANDERE GOLVEN [9]
Aantekeningen
(1) In deze subklasse wordt de volgende term
gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “transponder” betekent een voorziening
die reageert op een binnenkomende vraaggolf of detectiegolf door het uitstralen
van een specifieke antwoordgolf of identificatiegolf. [6]
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titel van klasse G01 en op Aantekening (1) volgend
op de titel van subklasse G09B.
G 01 S 1/00 Bakens of bakensystemen die
signalen verzenden met een karakteristiek of karakteristieken die kan of kunnen
worden gedetecteerd door een niet-richtontvangers, waarmee richtingen,
posities of positielijnen worden gedefinieerd die vaststaan ten opzichte van de
zendbakens; Daarmee samenwerkende ontvangers (vaststellen van een
positie door het coördineren van meerdere bepalingen van richtingslijnen of
positielijnen G01S 5/00) [2]
G 01 S 1/02 . gebruikmakend van radiogolven (G01S 19/00 heeft voorrang) [10]
G 01 S 1/04 . . Details
G 01 S 1/06 . . . Middelen voor het meervoudig aanduiden,
bijv. koersafstemmingen en fijn-afstemmingen
G 01 S 1/08 . . Systemen voor het
bepalen van een richtingslijn of een positielijn
G 01 S 1/10 . . . gebruikmakend van amplitudevergelijking van
signalen die opeenvolgend worden verzonden door antennes of antennesystemen met
verschillend georiënteerde overlappende richtingskarakteristieken, bijv.
gelijke A-signalen en N-signalen
G 01 S 1/12 . . . . waarbij
de signalen opeenvolgend worden verzonden door een antenne of antennesysteem
waarvan de oriëntatie van de richtingskarakteristiek periodiek wordt
gevarieerd, bijv. door middel van opeenvolgend werkzame reflectoren
G 01 S 1/14 . . . gebruikmakend van amplitudevergelijking van
signalen die gelijktijdig worden verzonden door antennes of antennesystemen met
verschillend georiënteerde overlappende richtingskarakteristieken
G 01 S 1/16 . . . . Azimutgeleidingssystemen,
bijv. een systeem voor het definiëren van de naderingsbaan van een vliegtuig,
of een lokaliseersysteem
G 01 S 1/18 . . . . Verticale
geleidingssystemen, bijv. een systeem voor het bepalen van de dalingsbaan van
een vliegtuig
G 01 S 1/20 . . . gebruikmakend van looptijdvergelijking van
gesynchroniseerde signalen die worden verzonden door niet-richtantennes of
niet-richtantennesystemen op afstand van elkaar, d.w.z. systemen met
baanverschillen
G 01 S 1/22 . . . . waarbij
de gesynchroniseerde signalen frequentiemodulaties op draaggolven zijn, en
waarbij de looptijden worden vergeleken door meting van het verschil tussen
momentane frequenties van ontvangen draaggolven
G 01 S 1/24 . . . . waarbij
de gesynchroniseerde signalen pulsen of vergelijkbare modulaties op draaggolven
zijn, en waarbij de looptijden worden vergeleken door meting van het verschil
in aankomsttijd van een aanzienlijk deel van de modulaties
G 01 S 1/26 . . . . . Systemen waarin pulsen of tijdbasissignalen
plaatselijk worden opgewekt bij de ontvanger en in een vooraf bepaalde
tijdverhouding worden gebracht met ontvangen signalen, bijv. waarbij de
puls-duur samenvalt met het tijdsinterval tussen de aankomst van een
aanzienlijk deel van de modulatie van signalen die worden ontvangen van eerste
en tweede antennes of antennesystemen
G 01 S 1/28 . . . . . . waarin
de vooraf bepaalde tijdverhouding automatisch in stand wordt gehouden
G 01 S 1/30 . . . . waarbij
de gesynchroniseerde signalen continue golven of intermitterende reeksen
continue golven zijn, waarbij de onderbreking niet dient voor het bepalen van
een richtingslijn of positielijn, en waarbij de looptijden worden vergeleken
door meting van het faseverschil
G 01 S 1/32 . . . . . Systemen waarin de ontvangen signalen, met
of zonder versterking, of daarvan afgeleide signalen direct in fase worden
vergeleken
G 01 S 1/34 . . . . . Systemen waarin eerste en tweede
gesynchroniseerde signalen worden verzonden door zowel antennes als
antennesystemen, en waarbij een mengfrequentie die wordt verkregen door het
onderling mengen van de eerste signalen in fase wordt vergeleken met een
mengfrequentie die wordt verkregen door het onderling mengen van de tweede
signalen
G 01 S 1/36 . . . . . Systemen waarin een mengfrequentie die wordt
verkregen door het mengen van de gesynchroniseerde signalen in fase wordt
vergeleken met een referentiesignaal met een fase die in hoofdzaak
onafhankelijk is van de richting
G 01 S 1/38 . . . gebruikmakend van een vergelijking van (1)
de fase van de omhullende kromme van de frequentieverandering, ten gevolge van
het Doppler-effect, van het signaal dat wordt verzonden door een antenne die
beweegt of lijkt te gaan bewegen in een cyclisch pad met (2) de fase van een
referentiesignaal, waarbij de frequentie van dit referentiesignaal wordt
gesynchroniseerd met dat van de cyclische beweging of schijnbare cyclische
beweging van de antenne
G 01 S 1/40 . . . . waarbij
de schijnbare beweging van de antenne wordt geproduceerd door het cyclisch
opeenvolgend bekrachtigen van vaste antennes
G 01 S 1/42 . . . Straalbakens met conische aftasting die
signalen verzenden die bij een mobiele ontvanger elke verplaatsing van de
ontvanger ten opzichte van de as van de conische aftasting aanduiden, bijv.
voor raketbesturing met straalgeleiding [5]
G 01 S 1/44 . . . Roterende of oscillerende straalbakens die
richtingen definiëren in het vlak van de rotatie of oscillatie [5]
G 01 S 1/46 . . . . Breed-bundelsystemen
die bij een ontvanger een in hoofdzaak continue sinusvormige omhullende
signaalkromme produceren van de draaggolf van de straal, waarvan de fase-hoek
afhankelijk is van de hoek tussen de richting van de ontvanger van het baken en
een referentierichting van het baken, bijv. een cardioïde-systeem [5]
G 01 S 1/48 . . . . . waarbij de fase-hoek van de
richtingsafhankelijke omhullende signaalkromme een meervoud is van de
richtingshoek, bijv. voor “fijn” bearing
aanduiding [5]
G 01 S 1/50 . . . . . waarbij de fase-hoek van het
richtingsafhankelijke signaal van de omhullende signaalkromme wordt vergeleken
met een niet-richtingsafhankelijk referentiesignaal [5]
G 01 S 1/52 . . . . . waarbij de fasehoeken van meerdere
richtingsafhankelijke omhullende signaalkrommen die worden geproduceerd door
meerdere stralen die roteren met verschillende snelheden of in verschillende
richtingen, worden vergeleken [5]
G 01 S 1/54 . . . . Smal-bundelsystemen
die bij een ontvanger een puls-vormig omhullende signaalkromme produceren van
de draaggolf van de straal, waarvan de tijdinstelling afhankelijk is van de
hoek tussen de richting van de ontvanger van het baken en een
referentierichting van het baken; Overlappende breed-bundelsystemen die een
smalle zone definiëren en bij een ontvanger een puls-vormig omhullende
signaalkromme produceren van de draaggolf van de straal, waarvan de
tijdinstelling afhankelijk is van de hoek tussen de richting van de ontvanger
van een baken en de referentierichting van het baken [5]
G 01 S 1/56 . . . . . Tijdinstelling van de puls-vormige
omhullende signaalkrommen, die worden afgeleid bij het ontvangen van een straal
[5]
G 01 S 1/58 . . . . . waarbij een karakteristiek van de verzonden
straal of van een hulpsignaal synchroon in de tijd wordt gevarieerd met de
rotatie of oscillatie van de straal [5]
G 01 S 1/60 . . . . . . Variëren
van de frequentie van een bundelsignaal of een hulpsignaal [5]
G 01 S 1/62 . . . . . . Variëren
van de faseverhouding tussen een straal en een hulpsignaal [5]
G 01 S 1/64 . . . . . . Variëren
van de puls-tijdinstelling, bijv. variëren van de interval tussen pulsen die in
paren worden uitgestraald [5]
G 01 S 1/66 . . . . . . Op
elkaar stapelen van intelligente signalen die een richting weergeven, bijv.
spraak of Morse [5]
G 01 S 1/68 . . Merkbakens,
grensbakens, roepletterbakens of soortgelijke voor het verzenden van signalen
die geen richtinformatie bevatten
G 01 S 1/70 . gebruikmakend van andere elektromagnetische golven dan
radiogolven
G 01 S 1/72 . gebruikmakend van ultrasoon-golven, geluidsgolven of
infrasoon-golven [9]
G 01 S 1/74 . . Details
[5]
G 01 S 1/76 . . Systemen
voor het bepalen van een richtingslijn of positielijn [5,9]
G 01 S 1/78 . . . gebruikmakend van amplitudevergelijking van
signalen die worden verzonden door transducers of transducer systemen met
verschillend georiënteerde karakteristieken [5]
G 01 S 1/80 . . . gebruikmakend van looptijdvergelijking van
gesynchroniseerde signalen die worden verzonden door niet-richt transducers of
niet-richt transducer systemen op afstand van elkaar, d.w.z. systemen met
baanverschillen [5]
G 01 S 1/82 . . . Roterende of oscillerende straalbakens die
richtingen definiëren in het vlak van de rotatie of oscillatie [5]
G 01 S 3/00 Richtingzoekers voor het
bepalen van de richting waaruit infrasoon-golven, geluidsgolven,
ultrasoon-golven of elektromagnetische golven of deeltjesuitstraling, zonder
richtbetekenis, worden ontvangen (vaststellen van een positie
door het coördineren van meerdere bepalingen van richtingslijnen of
positielijnen G01S 5/00) [9]
G 01 S 3/02 . gebruikmakend van radiogolven (G01S 19/00 heeft voorrang) [10]
G 01 S 3/04 . . Details
G 01 S 3/06 . . . Middelen voor het vergroten van
de effectieve gerichtheid, bijv. door het combineren van signalen met
verschillend georiënteerde richtingskarakteristieken of door het aanscherpen
van de golfvorm van de omhullende kromme van het signaal dat wordt afgeleid van
een roterende of oscillerende straalantenne (vergelijken van de amplitude van
signalen met verschillend georiënteerde richtingskarakteristieken voor het
bepalen van een richting G01S 3/16 of G01S 3/28) [9]
G 01 S 3/08 . . . Middelen voor het verminderen van
polarisatiefouten, bijv. door gebruik van Adcock-systemen of systemen met op
afstand van elkaar geplaatste raamantennes
G 01 S 3/10 . . . Middelen voor het verminderen van of
compenseren voor kwadrantfouten, nevenfouten of soortgelijke fouten
G 01 S 3/12 . . . Middelen voor het bepalen van
richtingsgevoel, bijv. door het combineren van signalen van een richtantenne of
van de meetspoel van een richtingzoeker met die van een niet-richtantenne
(bepalen van de richting door amplitudevergelijking van signalen die worden
afgeleid door het combineren van richtsignalen en niet-richtsignalen G01S 3/24
of G01S 3/34)
G 01 S 3/14 . . Systemen voor het
bepalen van een richting of van de afwijking van een vooraf bepaalde richting
G 01 S 3/16 . . . gebruikmakend van amplitudevergelijking van
signalen die opeenvolgend worden afgeleid van ontvangstantennes of
ontvangstantennesystemen met verschillend georiënteerde
richtingskarakteristieken of van een antennesysteem met een periodiek
gevarieerde oriëntatie van de richtingskarakteristiek
G 01 S 3/18 . . . . direct
afgeleid van afzonderlijke richtantennes
G 01 S 3/20 . . . . afgeleid
door sampling van een signaal dat wordt ontvangen door een antennesysteem met
een periodiek gevarieerde oriëntatie van de richtingskarakteristiek
G 01 S 3/22 . . . . afgeleid
van verschillende combinaties van signalen van afzonderlijke antennes, bijv.
waarbij som en verschil worden vergeleken
G 01 S 3/24 . . . . . waarbij de afzonderlijke antennes één
richtantenne en één niet-richtantenne bevatten, bijv. een combinatie van
raamantennes en open antennes die een omgekeerde
cardioïde-richtingskarakteristiek produceren
G 01 S 3/26 . . . . . waarbij de afzonderlijke antennes
verschillend georiënteerde richtingskarakteristieken hebben
G 01 S 3/28 . . . gebruikmakend van amplitudevergelijking van
signalen die gelijktijdig worden afgeleid van ontvangstantennes of
ontvangstantennesystemen met verschillend georiënteerde richtingskarakteristieken
G 01 S 3/30 . . . . direct
afgeleid van afzonderlijke richtsystemen
G 01 S 3/32 . . . . afgeleid
van verschillende combinaties van signalen van afzonderlijke antennes, bijv.
waarbij som en verschil worden vergeleken
G 01 S 3/34 . . . . . waarbij de afzonderlijke antennes één
richtantenne en één niet-richtantenne bevatten, bijv. een combinatie van
raamantennes en open antennes die een omgekeerde
cardioïde-richtingskarakteristiek produceren
G 01 S 3/36 . . . . . waarbij de afzonderlijke antennes
verschillend georiënteerde richtingskarakteristieken hebben
G 01 S 3/38 . . . gebruikmakend van het instellen van de
werkelijke of effectieve oriëntatie van de richtingskarakteristiek van een
antenne of een antennesysteem voor het geven van een gewenste conditie van een
signaal dat wordt afgeleid van die antenne of dat antennesysteem, bijv. voor
het geven van een pieksignaal of dal-signaal (G01S 3/16 en G01S 3/28 hebben
voorrang)
G 01 S 3/40 . . . . waarbij
de oriëntatie van één richtingskarakteristiek wordt versteld voor het
produceren van een pieksignaal of dal-signaal, bijv. een roteerbare raamantenne
of een vergelijkbaar richtingzoekerssysteem
G 01 S 3/42 . . . . waarbij
de gewenste conditie automatisch in stand wordt gehouden
G 01 S 3/44 . . . . waarbij
de instelling periodiek of continu wordt gevarieerd tot het automatisch wordt
gestopt als de gewenste conditie wordt bereikt
G 01 S 3/46 . . . gebruikmakend van antennes op afstand van
elkaar, en waarbij een faseverschil of tijdverschil wordt gemeten tussen de
signalen daarvan, d.w.z. een systeem met baanverschillen
G 01 S 3/48 . . . . waarbij
de golven die aankomen bij een antenne continu of intermitterend zijn, en
waarbij het faseverschil van daaruit afgeleide signalen wordt gemeten
G 01 S 3/50 . . . . waarbij
de golven die aankomen bij een antenne puls-gemoduleerd zijn, en waarbij het
tijdsverschil tussen hun aankomst wordt gemeten
G 01 S 3/52 . . . gebruikmakend van een ontvangstantenne die
beweegt, of lijkt te gaan bewegen, in een cyclisch pad voor het veroorzaken van
een Doppler-variatie van de frequentie van het ontvangen signaal
G 01 S 3/54 . . . . waarbij
de schijnbare beweging van de antenne wordt geproduceerd door het cyclisch en
opeenvolgend koppelen van de ontvanger met elk van een aantal antennes op vaste
afstand van elkaar
G 01 S 3/56 . . . Straalsystemen met conische aftasting
waarbij gebruik wordt gemaakt van signalen die een indicatie geven van de
afwijking van de ontvangstrichting met de aftast-as
G 01 S 3/58 . . . Roterende of oscillerende straalsystemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van een continue analyse van het ontvangen
signaal voor het bepalen van de richting in het vlak van rotatie of oscillatie
of voor het bepalen van de afwijking van een vooraf bepaalde richting in zo’n
vlak (G01S 3/16 heeft voorrang) [13]
G 01 S 3/60 . . . . Breed-bundelsystemen
die in de ontvanger een in hoofdzaak sinusvormig omhullende signaalkromme
produceren van de draaggolf van de straal, waarvan de fase-hoek afhankelijk is
van de hoek tussen de richting van de zender vanaf de ontvanger en een
referentierichting vanaf de ontvanger, bijv. een cardioïde-systeem
G 01 S 3/62 . . . . . waarin de fase-hoek van het signaal wordt
aangeduid met een kathodestraalbuis
G 01 S 3/64 . . . . . waarin de fase-hoek van het signaal wordt
bepaald door fasevergelijking met een afwisselend referentiesignaal dat
synchroon varieert met de richtingsvariatie
G 01 S 3/66 . . . . Smal-bundelsystemen
die in de ontvanger een puls-vormig omhullende signaalkromme produceren van de
draaggolf van een straal veroorzaken, waarvan de tijdinstelling afhankelijk is
van de hoek tussen de richting van de zender vanaf de ontvanger en een
referentierichting vanaf de ontvanger; Overlappende breed-bundelsystemen die in
de ontvanger een smalle zone definiëren en die een puls-vormig omhullende
signaalkromme produceren van de draaggolf van de straal, waarvan de
tijdinstelling afhankelijk is van de hoek tussen de richting van de zender
vanaf de ontvanger en een referentierichting vanaf de ontvanger
G 01 S 3/68 . . . . . waarin de tijdinstelling van de puls-vormige
omhullende signaalkromme wordt aangeduid met een kathodestraalbuis [9]
G 01 S 3/70 . . . . . waarbij de tijdinstelling van de puls-vormig
omhullende signaalkromme wordt bepaald door het laten samenvallen of in een
andere tijdverhouding brengen van een plaatselijk opgewekt puls-vormig signaal
met de omhullende signaalkromme
G 01 S 3/72 . . Speciaal aangepaste
meervoudige systemen voor richtingsbepalingen
G 01 S 3/74 . . Speciaal aangepaste
systemen met meerdere kanalen voor richtingsbepalingen, d.w.z. met één
antennesysteem dat gelijktijdig aanduidingen kan geven van de richtingen van
verschillende signalen (systemen waarin de richtingen van verschillende
signalen opeenvolgend worden bepaald en gelijktijdig worden weergegeven G01S
3/04 of G01S 3/14)
G 01 S 3/78 . gebruikmakend van andere elektromagnetische golven dan
radiogolven
G 01 S 3/781 . . Details
[5]
G 01 S 3/782 . . Systemen
voor het bepalen van de richting of de afwijking van een vooraf bepaalde
richting [5]
G 01 S
3/783 . . . gebruikmakend van amplitudevergelijking van
signalen die worden afgeleid van statische detectoren of detectorsystemen [5]
G 01 S
3/784 . . . . gebruikmakend
van een mozaïek van detectoren [5]
G 01 S
3/785 . . . gebruikmakend van het instellen van de
oriëntatie van richtingskarakteristieken van een detector of detectorsysteem
voor het geven van een gewenste conditie van een signaal dat is afgeleid van die
detector of dat detectorsysteem [5]
G 01 S
3/786 . . . . waarbij
de gewenste conditie automatisch in stand wordt gehouden [5]
G 01 S
3/787 . . . gebruikmakend van roterende kruisdraden voor
het produceren van een richtingsafhankelijke modulatiekarakteristiek [5]
G 01 S
3/788 . . . . waarbij
een frequentiemodulatiekarakteristiek wordt geproduceerd [5]
G 01 S
3/789 . . . gebruikmakend van roterende of oscillerende
straalsystemen, bijv. gebruikmakend van spiegels of prisma’s [5]
G 01 S 3/80 . gebruikmakend van ultrasoon-golven, geluidsgolven of
infrasoon-golven
G 01 S 3/801 . . Details
[5]
G 01 S 3/802 . . Systemen
voor het bepalen van de richting of de afwijking van een vooraf bepaalde
richting [5,9]
G 01 S
3/803 . . . gebruikmakend van amplitudevergelijking van
signalen die worden afgeleid van ontvangst transducers of ontvangst transducer
systemen met verschillend georiënteerde richtingskarakteristieken [5]
G 01 S
3/805 . . . gebruikmakend van het instellen van de
werkelijke of effectieve oriëntatie van richtingskarakteristieken van een
transducer of een transducersysteem voor het geven van een gewenste conditie
van een signaal dat wordt afgeleid van die transducer of dat transducersysteem,
bijv. voor het geven van een pieksignaal of dal-signaal [5]
G 01 S
3/807 . . . . waarbij
de gewenste conditie automatisch in stand wordt gehouden [5]
G 01 S
3/808 . . . gebruikmakend van transducers op afstand van
elkaar, en waarbij het faseverschil of tijdsverschil tussen signalen daarvan
wordt gemeten, d.w.z. systemen met baanverschillen [5]
G 01 S
3/809 . . . Roterende of oscillerende straalsystemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van continue analyse van een ontvangen signaal
voor het bepalen van de richting in het vlak van rotatie of oscillatie of voor
het bepalen van de afwijking van een vooraf bepaalde richting in zo’n vlak [5]
G 01 S 3/82 . . met middelen voor het
verstellen van de fase of het compenseren voor vertragingsfouten
G 01 S 3/84 . . met een aanduiding die
wordt weergegeven op kathodestraalbuizen
G 01 S 3/86 . . met middelen voor het
verwijderen van ongewenste golven, bijv. storende ruis
G 01 S 5/00 Vaststellen van een positie
door het coördineren van twee of meer richtingsbepalingen of
positielijnbepalingen; Vaststellen van een positie door het coördineren van
twee of meer afstandsbepalingen [2]
G 01 S 5/02 . gebruikmakend van radiogolven (G01S 19/00 heeft voorrang) [5,10]
G 01 S 5/04 . . Bepalen van de positie
van een bron door meerdere richtingzoekers op afstand van elkaar
G 01 S 5/06 . . Bepalen van de positie
van een bron door het coördineren van meerdere positielijnen die worden
gedefinieerd door baanverschilmetingen (G01S 5/12 heeft voorrang) [3]
G 01 S 5/08 . . Vaststellen van de
positie van één richtingzoeker door het bepalen van de richting van meerdere
bronnen op afstand van elkaar met een bekende plaats
G 01 S 5/10 . . Vaststellen van de
positie van een ontvanger door het coördineren van meerdere positielijnen die
worden gedefinieerd door baanverschilmetingen (G01S 5/12 heeft voorrang) [3]
G 01 S 5/12 . . door het coördineren
van positielijnen van verschillende vorm, bijv. hyperbolisch, cirkelvormig,
elliptisch of radiaal [9]
G 01 S 5/14 . . Bepalen van absolute
afstanden tussen meerdere punten op afstand van elkaar met een bekende plaats
G 01 S 5/16 . gebruikmakend van andere elektromagnetische golven dan
radiogolven
G 01 S 5/18 . gebruikmakend van ultrasoon-golven, geluidsgolven of
infrasoon-golven
G 01 S 5/20 . . Bepalen van de positie
van een bron door meerdere richtingzoekers op afstand van elkaar [5]
G 01 S 5/22 . . Bepalen van de positie
van een bron door het coördineren van meerdere positielijnen die worden
gedefinieerd door baanverschilmetingen (G01S 5/28 heeft voorrang) [5]
G 01 S 5/24 . . Vaststellen van de
positie van één richtingzoeker door het bepalen van de richting van meerdere
bronnen op afstand van elkaar met een bekende plaats [5]
G 01 S 5/26 . . Positiebepaling van een
ontvanger door het coördineren van meerdere positielijnen die worden
gedefinieerd door baanverschilmetingen (G01S 5/28 heeft voorrang) [5]
G 01 S 5/28 . . door het coördineren
van positielijnen van verschillende vorm, bijv. hyperbolisch, cirkelvormig,
elliptisch of radiaal [5,9]
G 01 S 5/30 . . Bepalen van absolute
afstanden tussen meerdere punten op afstand van elkaar met een bekende plaats [5]
G 01 S 7/02 . van systemen in overeenstemming met groep G01S 13/00
G 01 S 7/03 . . Speciaal aangepaste
details van HF-subsystemen daarvoor, bijv. horend bij een zender en ontvanger [5,9]
G 01 S 7/04 . . Beeldschermvoorziening
G 01 S 7/06 . . . Beeldschermen in de vorm van een
kathodestraalbuis
G 01 S 7/08 . . . . met
een noniusaanduiding van de afstand, bijv. gebruikmakend van twee
kathodestraalbuizen
G 01 S 7/10 . . . . Tweedimensionale
gecoördineerde weergave van afstand en richting
G 01 S 7/12 . . . . . Panoramaschermen, d.w.z. P. P. I.
G 01 S 7/14 . . . . . . Sectorweergave,
excentrische weergave of vergrote-hoekweergave
G 01 S 7/16 . . . . . Signalen die worden weergegeven als
intensiteitsmodulatie met rechthoekige coördinaten die de afstand en de bearing aangeven, bijv. het B-type
G 01 S 7/18 . . . . . Hoogteverschilbeeldschermen;
Hoogte-afstandsbeeldschermen, bijv. het RHI-type of het E-type
G 01 S 7/20 . . . . Stereoscopische
beeldschermen; Driedimensionale beeldschermen; Pseudo-driedimensionale beeldschermen
G 01 S 7/22 . . . . Produceren
van cursorlijnen en indexen door elektronische middelen
G 01 S 7/24 . . . . waarbij
het beeldscherm wordt georiënteerd of verplaatst in overeenstemming met de
beweging van een object dat de zend-ontvangstapparatuur draagt, bijv. een radar
met bewegingscorrectie
G 01 S 7/26 . . . Beeldschermen waarbij gebruik wordt gemaakt
van elektro-luminescente panelen
G 01 S 7/28 . . Details van
puls-systemen
G 01 S
7/282 . . . Zenders [5]
G 01 S
7/285 . . . Ontvangers [5]
G 01 S
7/288 . . . . Coherente
ontvangers [5]
G 01 S
7/292 . . . . Extraheren
van gewenste echosignalen [5,9]
G 01 S
7/295 . . . . Middelen
voor het omvormen van coördinaten of voor het evalueren van gegevens, bijv.
gebruikmakend van computers [5]
G 01 S
7/298 . . . . . Aftastomvormers [5]
G 01 S 7/32 . . . . Vormen
van echopulssignalen; Afleiden van niet-puls-signalen uit echopulssignalen [5]
G 01 S 7/34 . . . . Ontvangstversterking
die automatisch wordt gevarieerd tijdens de puls-terugkeerperiode, bijv. bij
een versterkingsregeling voor het voorkomen van verwarring [5]
G 01 S 7/35 . . Details van andere dan
puls-systemen [5]
G 01 S 7/36 . . Middelen voor het
tegengaan van storing
G 01 S 7/38 . . Stoormiddelen, bijv.
het veroorzaken van valse echo’s [2]
G 01 S 7/40 . . Bewakingsmiddelen of
ijkmiddelen
G 01 S 7/41 . . gebruikmakend van het
analyseren van een echosignaal voor doelkarakterisering; Doelkenmerken;
Doeldoorsnede [6]
G 01 S 7/42 . . Speciaal aangepaste
meervoudige systemen voor radar
G 01 S 7/48 . van systemen in overeenstemming met groep G01S 17/00
G 01 S
7/481 . . Constructieve
kenmerken, bijv. voorzieningen van optische elementen [6]
G 01 S
7/483 . . Details
van puls-systemen [6]
G 01 S
7/484 . . . Zenders [6]
G 01 S
7/486 . . . Ontvangers [6]
G 01 S
7/487 . . . . Extraheren
van gewenste echosignalen [6]
G 01 S
7/489 . . . . Ontvangstversterking
die automatisch wordt gevarieerd tijdens de puls-terugkeerperiode [6]
G 01 S
7/491 . . Details
van andere dan puls-systemen [6]
G 01 S
7/493 . . . Extraheren van gewenste echosignalen [6]
G 01 S
7/495 . . Tegenmaatregelen
of tegen-tegenmaatregelen [6]
G 01 S
7/497 . . Bewakingsmiddelen
of ijkmiddelen [6]
G 01 S
7/499 . . gebruikmakend
van polarisatie [6,9]
G 01 S 7/51 . . Beeldschermvoorzieningen
[6]
G 01 S 7/52 . van systemen in overeenstemming met groep G01S 15/00
G 01 S
7/521 . . Constructieve
kenmerken [6,9]
G 01 S
7/523 . . Details
van puls-systemen [6]
G 01 S
7/524 . . . Zenders [6]
G 01 S
7/526 . . . Ontvangers [6]
G 01 S
7/527 . . . . Extraheren
van gewenste echosignalen [6]
G 01 S
7/529 . . . . Ontvangstversterking
die automatisch wordt gevarieerd tijdens de puls-terugkeerperiode [6]
G 01 S 7/53 . . . . Middelen
voor het omvormen van coördinaten of voor het evalueren van gegevens, bijv.
gebruikmakend van computers [6]
G 01 S
7/531 . . . . . Aftastomvormers [6]
G 01 S
7/533 . . . . . Omvormers voor gegevensverhoudingen [6]
G 01 S
7/534 . . Details
van andere dan puls-systemen [6]
G 01 S
7/536 . . . Extraheren van gewenste echosignalen [6]
G 01 S
7/537 . . Tegenmaatregelen
of tegen-tegenmaatregelen, bijv. storen of tegengaan van storing [6]
G 01 S
7/539 . . gebruikmakend
van het analyseren van een echosignaal voor doelkarakterisering; Doelkenmerken;
Doeldoorsnede [6]
G 01 S 7/54 . . met ontvangers op
afstand van elkaar
G 01 S 7/56 . . Weergeefvoorzieningen
G 01 S 7/58 . . . voor variabele bereiken
G 01 S 7/60 . . . voor een permanente opname
G 01 S 7/62 . . . Beeldschermen met een kathodestraalbuis
G 01 S 7/64 . . Lichtgevende
weergeefmiddelen (G01S 7/62 heeft voorrang) [5]
G 01 S 11/00 Systemen
voor het bepalen van afstand of snelheid, waarbij geen gebruik wordt gemaakt
van terugkaatsing of terugstraling (vaststellen van een positie
door het coördineren van twee of meer afstandsbepalingen G01S 5/00) [2,9]
G 01 S 11/02 . gebruikmakend van radiogolven [5]
G 01 S 11/04 . . gebruikmakend
van hoekmetingen [5]
G 01 S 11/06 . . gebruikmakend
van intensiteitsmetingen [5]
G 01 S 11/08 . . gebruikmakend
van gesynchroniseerde uurwerken [5,9]
G 01 S 11/10 . . gebruikmakend
van het Doppler-effect [5]
G 01 S 11/12 . gebruikmakend van andere elektromagnetische
golven dan radiogolven [5]
G 01 S 11/14 . gebruikmakend van ultrasoon-golven,
geluidsgolven of infrasoon-golven [5]
G 01 S 11/16 . gebruikmakend van het looptijdverschil
tussen elektromagnetische golven en geluidsgolven [5]
(1) Onder de groepen G01S 13/00 tot G01S 17/00 vallen:
- systemen voor het detecteren van de aanwezigheid van een
object, bijv. door terugkaatsing of terug-straling vanuit het object zelf of
vanuit een transponder die samenhangt met het object, voor het bepalen van de
afstand of relatieve snelheid van een object, voor een gecoördineerde weergave
van de afstand en richting van een object of voor het verkrijgen van een
afbeelding daarvan; [3]
- systemen die zijn aangebracht voor bevestiging op een
bewegend vervoermiddel of voertuig, en waarbij gebruik wordt gemaakt van de
terugkaatsing van golven vanuit een oppervlak dat buiten het vervoermiddel
uitsteekt, bijv. het oppervlak van de aarde, voor het bepalen van de snelheid of
bewegingsrichting van het vervoermiddel ten opzichte van het oppervlak. [3]
(2) Onder de groepen G01S 13/00 tot G01S 17/00 vallen geen:
- systemen voor het bepalen van de richting van een object door
middelen waarbij geen sprake is van terugkaatsing of terug-straling, welke
vallen onder de groepen G01S 1/00 of G01S 3/00; [3]
- systemen voor het bepalen van de afstand of snelheid van een
object door middelen waarbij geen sprake is van terugkaatsing of
terug-straling, welke vallen onder groep G01S 11/00. [3]
G 01 S 13/00 Systemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van de terugkaatsing of terug-straling van
radiogolven, bijv. radarsystemen; Analoge systemen waarbij gebruik wordt
gemaakt van de terugkaatsing of terug-straling van golven waarvan de aard of
golflengte niet relevant of beschreven is [3,9]
G 01 S 13/02 . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van
het terugkaatsen van radiogolven, bijv. primaire radarsystemen; Analoge
systemen [3]
G 01 S 13/04 . . Systemen
voor het bepalen van de aanwezigheid van een doel (op basis van relatieve
beweging van het doel G01S 13/56) [3]
G 01 S 13/06 . . Systemen
voor het bepalen van positiegegevens van een doel [3]
G 01 S 13/08 . . . Systemen voor het alleen meten van afstand
(indirect meten G01S 13/46) [3]
G 01 S 13/10 . . . . gebruikmakend
van het verzenden van onderbroken puls-gemoduleerde golven (bepalen van afstand
door fasemeting G01S 13/32) [3]
G 01 S 13/12 . . . . . waarin de puls-terugkeerfrequentie wordt
gevarieerd voor een gewenste tijdverhouding tussen het verzenden van een puls
en het ontvangen van de echo van een voorgaande puls [3]
G 01 S 13/14 . . . . . waarin een spanningspuls of stroompuls wordt
opgewekt en beëindigd in overeenstemming met respectievelijk de puls-verzending
en de echo-ontvangst [3]
G 01 S 13/16 . . . . . . gebruikmakend
van tellers [3]
G 01 S 13/18 . . . . . waarin bereikpoorten worden gebruikt [3]
G 01 S 13/20 . . . . . waarbij meerdere time-around echo’s worden gebruikt of beëindigd [3]
G 01 S 13/22 . . . . . gebruikmakend van een onregelmatige
puls-herhalingsfrequentie [3]
G 01 S 13/24 . . . . . gebruikmakend van de frequentiebehendigheid
van een draaggolf [3]
G 01 S 13/26 . . . . . waarin de verzonden pulsen een
frequentie-gemoduleerde of fase-gemoduleerde draaggolf gebruiken [3]
G 01 S 13/28 . . . . . . met
tijdcompressie van de ontvangen pulsen [3]
G 01 S 13/30 . . . . . gebruikmakend van meer dan één puls per
radarperiode [3]
G 01 S 13/32 . . . . gebruikmakend
van het verzenden van continue niet-gemoduleerde golven, amplitudegolven,
frequentie-gemoduleerde golven of fase-gemoduleerde golven [3]
G 01 S 13/34 . . . . . gebruikmakend van het verzenden van
frequentie-gemoduleerde golven, en waarbij men het ontvangen signaal, of een
daarvan afgeleid signaal, mengt met een plaatselijk opgewekt signaal dat in
verband staat met het gelijktijdig verzonden signaal voor het geven van een
mengfrequentiesignaal [3]
G 01 S 13/36 . . . . . met fasevergelijking tussen het ontvangen
signaal en het gelijktijdig verzonden signaal [3]
G 01 S 13/38 . . . . . . waarin
meer dan één modulatiefrequentie wordt gebruikt [3]
G 01 S 13/40 . . . . . . waarin
de frequentie van het verzonden signaal wordt versteld voor het geven van een
vooraf bepaalde faseverhouding [3]
G 01 S 13/42 . . . Gelijktijdig meten van een afstand en andere
coördinaten (indirect meten G01S 13/46) [3]
G 01 S 13/44 . . . . Enkelpuls-radar,
d.w.z. gelijktijdig lussen [3]
G 01 S 13/46 . . . Indirect bepalen van positiegegevens [3]
G 01 S 13/48 . . . . gebruikmakend
van meerdere stralen bij uitzending en ontvangst [3]
G 01 S 13/50 . . Meetsystemen
op basis van de relatieve beweging van een doel [3]
G 01 S 13/52 . . . Onderscheiden tussen vaste en bewegende
objecten of tussen objecten die bewegen met verschillende snelheden [3]
G 01 S 13/522 . . . . gebruikmakend
van het verzenden van onderbroken puls-gemoduleerde golven [5]
G 01 S 13/524 . . . . . op basis van de faseverschuiving of
frequentieverschuiving ten gevolge van het bewegen van objecten met betrekking
tot de verzonden signalen, bijv. coherente MTi [5,9]
G 01 S 13/526 . . . . . . waarbij
het gehele spectrum wordt gefilterd zonder verlies van bereikinformatie, bijv.
gebruikmakend van opheffingsmiddelen voor vertragingslijnen of kamfilters [5]
G 01 S 13/528 . . . . . . . waarbij dode snelheden worden verwijderd [5]
G 01 S 13/53 . . . . . . waarbij
één spectraallijn wordt gefilterd, en wordt verenigd met één of meer bereikpoorten
met een fasedetector of een frequentiemenger voor het extraheren van de
Doppler-informatie, bijv. een Doppler-pulsradar [5]
G 01 S 13/532 . . . . . . . gebruikmakend van een blok van bereikpoorten
of een geheugenmatrix [5]
G 01 S 13/534 . . . . . . op
basis van een amplitudeverschuiving of faseverschuiving ten gevolge van het
bewegen van objecten met betrekking tot het omringende verwarrende echosignaal,
bijv. niet-coherente MTi, op verwarring betrokken MTi, extern coherente MTi [5]
G 01 S 13/536 . . . . gebruikmakend
van het verzenden van continue niet-gemoduleerde golven, amplitudegemoduleerde
golven, frequentie-gemoduleerde golven of fase-gemoduleerde golven [5]
G 01 S 13/538 . . . . waarbij
objecten die niet zijn verplaatst tussen opeenvolgende antenne-aftastingen,
worden verwijderd, bijv. MTi voor een gebied [5]
G 01 S 13/56 . . . . voor
aanwezigheidsdetectie [3]
G 01 S 13/58 . . . Snelheidsbepalingssystemen of
trajectbepalingssystemen; Bewegingsgevoelige bepalingssystemen [3]
G 01 S 13/60 . . . . waarin
de zender en ontvanger worden bevestigd op het bewegende object, bijv. voor het
bepalen van grondsnelheid, drifthoek of grondspoor (G01S 13/64 heeft voorrang) [3]
G 01 S 13/62 . . . . Bewegingsgevoelige
bepaling [3]
G 01 S 13/64 . . . . Snelheidsmeetsystemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van bereikpoorten [3]
G 01 S 13/66 . Radar-opsporingssystemen; Analoge systemen [3]
G 01 S 13/68 . . voor
het alleen opsporen van een hoek [3]
G 01 S 13/70 . . voor
het alleen opsporen van een bereik [3]
G 01 S 13/72 . . voor
tweedimensionale opsporing, bijv. een combinatie van het opsporen van hoeken en
bereiken of een radar met een gecombineerde opsporing en aftasting [3]
G 01 S 13/74 . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van het
terug stralen van radiogolven, bijv. secundaire radarsystemen; Analoge systemen
[3,6]
G 01 S 13/75 . . gebruikmakend
van transponders die van energie worden voorzien uit ontvangen golven, bijv.
gebruikmakend van passieve transponders [6]
G 01 S 13/76 . . waarin
puls-vormige signalen worden verzonden [3]
G 01 S 13/78 . . . waarbij wordt onderscheiden tussen
verschillende soorten doelen, bijv. een IFF-radar, d.w.z. waarbij vriend en
vijand worden geïdentificeerd (G01S 13/75 en G01S 13/79 heeft voorrang) [3]
G 01 S 13/79 . . Systemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van willekeurig gecodeerde signalen of
willekeurige puls-herhalingsfrequenties [6]
G 01 S 13/82 . . waarin
continue signalen worden verzonden [3]
G 01 S 13/84 . . . voor afstandsbepaling door fasemeting [3]
G 01 S 13/86 . Combinaties van radarsystemen met
niet-radarsystemen, bijv. een sonar of een richtingzoeker [3]
G 01 S 13/87 . Combinaties van radarsystemen, bijv. een
primair radar en een secundair radar [3]
G 01 S 13/88 . Speciaal aangepaste radarsystemen of analoge
systemen voor specifieke toepassingen (elektromagnetisch onderzoeken of
detecteren van objecten bij terreinonderzoek, bijv. detectie van dichtbij, G01V
3/00) [3,6,9]
G 01 S 13/89 . voor het maken van kaarten of afbeeldingen [3,9]
G 01 S 13/90 . . gebruikmakend
van technieken met gegenereerde openingen [3,6]
G 01 S 13/91 . voor het regelen van verkeer (G01S 13/93
heeft voorrang) [3,9]
G 01 S 13/92 . . voor
snelheidsmeting [3]
G 01 S 13/93 . voor het voorkomen van een botsing [3,9]
G 01 S 13/94 . voor het vermijden van terrein [3,9]
G 01 S 13/95 . voor meteorologisch gebruik [3,9]
G 01 S 15/00 Systemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van de terugkaatsing of terug-straling van
akoestische golven, bijv. sonarsystemen [3]
G 01 S 15/02 . gebruikmakend van het terugkaatsen van
akoestische golven (G01S 15/66 heeft voorrang) [3]
G 01 S 15/04 . . Systemen
voor het bepalen van de aanwezigheid van een doel [3]
G 01 S 15/06 . . Systemen
voor het bepalen van de positiegegevens van een doel [3]
G 01 S 15/08 . . . Systemen voor het alleen meten van een
afstand (indirect meten G01S 15/46) [3]
G 01 S 15/10 . . . . gebruikmakend
van het verzenden van onderbroken puls-gemoduleerde golven (bepalen van afstand
door fasemeting G01S 15/32) [3]
G 01 S 15/12 . . . . . waarin de puls-terugkeerfrequentie wordt
gevarieerd voor een gewenste tijdverhouding tussen het verzenden van een puls
en het ontvangen van de echo van een voorgaande puls [3]
G 01 S 15/14 . . . . . waarin een spanningspuls of stroompuls wordt
opgewekt en beëindigd in overeenstemming met respectievelijk de puls-verzending
en de echo-ontvangst [3]
G 01 S 15/18 . . . . . waarin bereikpoorten worden gebruikt [3]
G 01 S 15/32 . . . . gebruikmakend
van het verzenden van continue niet-gemoduleerde golven, amplitudegemoduleerde
golven, frequentie-gemoduleerde golven of fase-gemoduleerde golven [3]
G 01 S 15/34 . . . . . gebruikmakend van het verzenden van
frequentie-gemoduleerde golven, en waarbij men het ontvangen signaal, of een
daarvan afgeleid signaal, mengt met een plaatselijk opgewekt signaal dat in
verband staat met het gelijktijdig verzonden signaal voor het geven van een
mengfrequentiesignaal [3]
G 01 S 15/36 . . . . . met fasevergelijking tussen het ontvangen
signaal en het gelijktijdig verzonden signaal [3]
G 01 S 15/42 . . . Gelijktijdig meten van een afstand en andere
coördinaten (indirect meten G01S 15/46) [3]
G 01 S 15/46 . . . Indirect bepalen van positiegegevens [3]
G 01 S 15/50 . . Meetsystemen
op basis van de relatieve verplaatsing van een doel [3]
G 01 S 15/52 . . . Onderscheiden tussen vaste en bewegende
objecten of tussen objecten die bewegen met verschillende snelheden [3]
G 01 S 15/58 . . . Snelheidsbepalingssystemen of trajectbepalingssystemen;
Bewegingsgevoelige bepalingssystemen [3]
G 01 S 15/60 . . . . waarin
de zender en ontvanger zijn bevestigd op het bewegende object, bijv. voor het
bepalen van grondsnelheid, drifthoek of grondspoor [3]
G 01 S 15/62 . . . . Bewegingsgevoelige
bepaling [3]
G 01 S 15/66 . Sonar-opsporingssystemen [3]
G 01 S 15/74 . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van
het terug stralen van akoestische golven, bijv. IFF, d.w.z. waarbij vriend en
vijand worden geïdentificeerd [3]
G 01 S 15/87 . Combinaties van sonarsystemen [3]
G 01 S 15/88 . Speciaal aangepaste sonarsystemen voor
specifieke toepassingen (seismisch of akoestisch terreinonderzoek of detectie
G01V 1/00) [3,6,9]
G 01 S 15/89 . voor het maken van kaarten of afbeeldingen [3,9]
G 01 S 15/93 . voor het voorkomen van een botsing [3,9]
G 01 S 15/96 . voor het lokaliseren van vis [3,9]
G 01 S 17/00 Systemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van de terugkaatsing of terug-straling van andere
elektromagnetische golven dan radiogolven, bijv. lidarsystemen [3,8,9]
G 01 S 17/02 . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van
de terugkaatsing van andere elektromagnetische golven dan radiogolven (G01S
17/66 heeft voorrang) [3]
G 01 S 17/06 . . Systemen
voor het bepalen van de positiegegevens van een doel [3]
G 01 S 17/08 . . .
voor het alleen meten van afstand (indirect meten G01S 17/46; actieve
triangulatiesystemen G01S 17/48) [3,8,9]
G 01 S 17/10 . . . . gebruikmakend
van het verzenden van onderbroken puls-gemoduleerde golven (afstandsbepaling
door fasemeting G01S 17/32) [3]
G 01 S 17/32 . . . . gebruikmakend
van het verzenden van continue niet-gemoduleerde golven, amplitudegemoduleerde golven,
frequentie-gemoduleerde golven of fase-gemoduleerde golven [3]
G 01 S 17/36 . . . . . met fasevergelijking tussen het ontvangen
signaal en het gelijktijdig verzonden signaal [3]
G 01 S 17/42 . . . Gelijktijdig meten van afstand en andere
coördinaten (indirect meten G01S 17/46) [3]
G 01 S 17/46 . . . Indirect bepalen van positiegegevens [3]
G 01 S 17/48 . . . . Actieve
triangulatiesystemen, d.w.z. gebruikmakend van het zenden en terugkaatsen van
andere elektromagnetische golven dan radiogolven [8,9]
G 01 S 17/50 . . Meetsystemen
op basis van de relatieve beweging van een doel [3]
G 01 S 17/58 . . . Snelheidsbepalingssystemen of
trajectbepalingssystemen; Bewegingsgevoelige bepalingssystemen [3]
G 01 S 17/66 . Opsporingssystemen waarbij gebruik wordt
gemaakt van andere elektromagnetische golven dan radiogolven [3]
G 01 S 17/74 . Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van
het terug stralen van andere elektromagnetische golven dan radiogolven, bijv.
IFF, d.w.z. waarbij vriend en vijand worden geïdentificeerd [3]
G 01 S 17/87 . Combinaties van systemen waarbij gebruik
wordt gemaakt van andere elektromagnetische golven dan radiogolven [3]
G 01 S 17/88 . Speciaal aangepaste lidarsystemen voor
specifieke toepassingen [3,8]
G 01 S 17/89 . . voor
het maken van kaarten of afbeeldingen [6,9]
G 01 S 17/93 . . voor
het voorkomen van een botsing [6,9]
G 01 S 17/95 . . voor
meteorologisch gebruik [6,9]
G 01 S 19/00 Plaatsbepalingssystemen
gebruikmakend van radiobakens aan boord van satellieten; Bepaling van positie,
snelheid of hoogte gebruikmakend van signalen die door dergelijke systemen
worden uitgezonden [10]
G 01 S 19/01 . Plaatsbepalingssystemen
gebruikmakend van radiobakens aan boord van satellieten die
tijd-gemarkeerde berichten uitzenden, bijv. GPS (Global
Positioning Systems), GLONASS (Global
Orbiting Navigation Satellite System or GALILEO [10]
G 01 S 19/02 . . Details
van de ruimte-controlesegmenten of de grondcontrolesegmenten [10]
G 01 S 19/03 . . Samenwerkende
elementen; Onderlinge beïnvloeding of communicatie tussen verschillende
samenwerkende elementen of tussen samenwerkende elementen en ontvangers [10]
Aantekening
De term “samenwerkende elementen”
duidt op aanvullende elementen of subsystemen, inclusief ontvangers of andere
gebruikers, die elkaar beïnvloeden of communiceren met de ontvanger of het
plaatsbepalingssysteem aan boord van de satelliet. [10]
G 01 S 19/04 . . . die draaggolfgegevens levert [10]
G 01 S 19/05 . . . die hulpgegevens levert [10]
G 01 S 19/06 . . . . gebruikmakend
van een beginschatting van de plaats van de ontvanger als hulpgegeven of bij
het genereren van hulpgegevens [10]
G 01 S 19/07 . . . die gegevens voor het corrigeren van gemeten
positiegegevens levert, bijv. DGPS (Differential Global Positioning System)
of ionosfere correcties [10]
G 01 S 19/08 . . . die integriteitsinformatie
levert, bijv. de staat van een satelliet of efemere gegevens [10]
G 01 S 19/09 . . . die verwerkingsmogelijkheid levert die
gewoonlijk bij de ontvanger ligt [10]
G 01 S 19/10 . . . die speciale aanvullende positiesignalen
levert [10]
G 01 S 19/11 . . . . waarbij
de samenwerkende elementen pseudolieten zijn of signaalherhalers van
plaatsbepalingssystemen gebruikmakend van radiobakens aan boord van satellieten
[10]
G 01 S 19/12 . . . . waarbij
de samenwerkende elementen telecommunicatiebasisstations zijn [10]
G 01 S 19/13 . . Ontvangers
[10]
G 01 S 19/14 . . . speciaal aangepast voor specifieke
toepassingen [10]
G 01 S 19/15 . . . . Luchtvaart-landingssystemen
[10]
G 01 S 19/16 . . . . Diefstalbestrijding;
Ontvoering [10]
G 01 S 19/17 . . . . Noodvoorzieningen
[10]
G 01 S 19/18 . . . . Militaire
toepassingen [10]
G 01 S 19/19 . . . . Sporttoepassingen
[10]
G 01 S 19/20 . . . Integriteitsbewaking, foutdetectie of
foutafzondering van ruimtesegmenten [10]
G 01 S 19/21 . . . Onderwerpen m.b.t. interferentie [10]
G 01 S 19/22 . . . Onderwerpen m.b.t. meervoudige paden [10]
G 01 S 19/23 . . . Testen, bewaken, corrigeren of ijken van een
ontvanger-element [10]
G 01 S 19/24 . . . Verkrijgen of traceren van signalen die door
het systeem worden uitgezonden [10]
G 01 S 19/25 . . . . waarbij
sprake is van gegevens die afkomstig zijn van één van de samenwerkende
elementen, bijv. ondersteunde GPS [10]
G 01 S 19/26 . . . . waarbij
sprake is van een sensormeting voor het helpen verkrijgen of traceren [10]
G 01 S 19/27 . . . . waarbij
sprake is van het creëren, voorspellen of corrigeren van efemere gegevens of
almanakgegevens binnen de ontvanger [10]
G 01 S 19/28 . . . . Satellietkeuze
[10]
G 01 S 19/29 . . . . met
betrekking tot de drager [10]
G 01 S 19/30 . . . . met
betrekking tot de code [10]
G 01 S 19/31 . . . Verkrijgen of traceren van andere signalen
t.b.v. het positioneren [10]
G 01 S 19/32 . . . Meervoudige bediening in één en hetzelfde
satellietsysteem, bijv. GPS L1/L2 [10]
G 01 S 19/33 . . . Meervoudige bediening in verschillende
systemen die tijd-gemarkeerde berichten uitzenden, bijv. GPS/GLONASS [10]
G 01 S 19/34 . . . Energieverbruik [10]
G 01 S 19/35 . . . Constructieve details of hardware of
software details in de signaalverwerkingsketen [10]
G 01 S 19/36 . . . . met
betrekking tot de voorkant van de ontvanger [10]
G 01 S 19/37 . . . . Hardware
of software details in de signaalverwerkingsketen [10]
G 01 S 19/38 . Bepalen van een navigatie-oplossing
gebruikmakend van signalen die zijn uitgezonden door een plaatsbepalingssysteem gebruikmakend van radiobakens
aan boord van satellieten [10]
G 01 S 19/39 . . waarbij
het plaatsbepalingssysteem gebruikmakend van radiobakens aan boord van
satellieten tijd-gemarkeerde berichten uitzendt, bijv. GPS, GLONASS of GALILEO [10]
G 01 S 19/40 . . . Corrigeren van positie, snelheid of hoogte [10]
G 01 S 19/41 . . . . Differentiële
correctie, bijv. DGPS [10]
G 01 S 19/42 . . . Bepalen van de positie [10]
G 01 S 19/43 . . . . gebruikmakend
van draaggolffase-metingen, bijv. kinematisch positioneren; gebruikmakend van
interferometrie met een lange of korte basislijn [10]
G 01 S 19/44 . . . . . Draaggolffase-ambiguïteitsresolutie;
Zwevende ambiguïteit; LAMBDA (Least-squares
AMBiguïty Decorrelation Adjustment) methode [10]
G 01 S 19/45 . . . . door
het combineren van metingen van signalen van het plaatsbepalingssysteem
gebruikmakend van radiobakens aan boord van satellieten met een extra meting [10]
G 01 S 19/46 . . . . . waarbij de extra meting een radiogolfsignaal
betreft [10]
G 01 S 19/47 . . . . . waarbij de extra meting een traagheidsmeting
is, bijv. een sterk gekoppelde traagheid [10]
G 01 S 19/48 . . . . door
het combineren van of schakelen tussen positie-oplossingen die zijn afgeleid van
het plaatsbepalingssysteem gebruikmakend van radiobakens aan boord van
satellieten en positie-oplossingen die zijn afgeleid van een ander systeem [10]
G 01 S 19/49 . . . . . waarbij het andere systeem een
traagheidspositiesysteem is, bijv. zwak gekoppeld [10]
G 01 S 19/50 . . . . waarbij
de positie-oplossing gedwongen ligt op een specifieke curve of een specifiek
oppervlak, bijv. voor locomotieven op spoorbanen [10]
G 01 S 19/51 . . . . Relatief
positioneren [10]
G 01 S 19/52 . . . Bepalen van de snelheid [10]
G 01 S 19/53 . . . Bepalen van de hoogte [10]
G 01 S 19/54 . . . . gebruikmakend
van draaggolffase-metingen; gebruikmakend van interferometrie met een lange of
korte basislijn [10]
G 01 S 19/55 . . . . . Draaggolffase-ambiguïteitsresolutie; Zwevende
ambiguïteit; LAMBDA (Least-squares
AMBiguïty Decorrelation Adjustment) methode [10]