SECTIE H         ELEKTRICITEIT

              Aantekeningen

 

              Deze Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik van Sectie H.

I.           Onder Sectie H vallen:

a)         elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen, inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);

b)         het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de overeenkomstige toestellen;

c)         toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:

(i)         algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en elektrische verlichtingsschakelingen;

(ii)        enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de Classificatie, inclusief:

1.         elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;

2.         elektrische röntgentechniek;

3.         elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van elektrisch geladen deeltjes of neutronen;

d)         elektronische basisschakelingen en hun regeling;

e)         radio of elektrische communicatietechniek;

f)          het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de paragrafen 88 tot 90 van de Gids.

II.          In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:

a.         Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces, object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische onderwerp in kwestie geheel vallen;

b.         The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen, algemeen of specifiek, houden in:

i.           de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;

ii.          de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;

iii.         de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de subsectie “Transport” van Sectie B;

iv.         de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse F23Q;

v.          het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z. meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op zich;

c.         Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek, veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a) hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten. Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c) hierboven, die zelf onder Sectie H valt.

III.         In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:

a.         Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder dezelfde technische onderwerpen vallen;

b.         In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken, vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig valt onder subklasse H05B;

c.         In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen, d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor elektrische lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]

d.         Met betrekking tot verwarming vallen niet alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig onder subklasse H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar waar het zaken met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op zich beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K, blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals vermeld onder II hierboven.

 

H 01        ELEKTRISCHE BASISELEMENTEN

 

              Aantekening

 

              (1)            Processen waarbij sprake is van slechts één technisch vakgebied, bijv. drogen of coaten, waarin elders is voorzien, worden geklasseerd in de relevante klasse voor dat vakgebied.

              (2)            De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titels van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”. [7]

 

H 01 F     MAGNETEN; INDUCTIES; TRANSFORMATOREN; SELECTIE VAN MATERIALEN VOOR HUN MAGNETISCHE EIGENSCHAPPEN [2,13]

 

H 01 F       1/00                    Magneten of magnetische lichamen die worden gekenmerkt door de magnetische materialen daarvoor; Selectie van materialen voor hun magnetische eigenschappen [13]

 

              Aantekening

 

              De aandacht wordt gevestigd op Aantekening (3) volgend op de titel van Sectie C, waarin wordt gewezen op de versie van het Periodieke Systeem waaraan de IPC refereert. In deze groep wordt de 8e groep van het Periodiek Systeem toegepast zoals weergegeven met Romeinse cijfers in de Periodieke Tabel daaronder. [10]

 

H 01 F       1/01                    .    van anorganische materialen (H01F 1/44 heeft voorrang) [6]

 

              Aantekening

 

              Groep H01F 1/40 heeft voorrang boven groep H01F 1/03. [6]

 

H 01 F       1/03                    .    .    gekenmerkt door de coërcitiekracht [6]

H 01 F       1/032                  .    .    .    van hard-magnetische materialen [6]

H 01 F       1/04                    .    .    .    .    metalen of legeringen [6]

H 01 F       1/047                  .    .    .    .    .    Legeringen die worden gekenmerkt door hun samenstelling [5,6]

H 01 F       1/053                  .    .    .    .    .    .    met zeldzame aardmetalen [5,6]

H 01 F       1/055                  .    .    .    .    .    .    .    en magnetische overgangsmetalen, bijv. SmCo5 [6]

H 01 F       1/057                  .    .    .    .    .    .    .    .    en IIIa-elementen, bijv. Nd2Fe14B [6]

H 01 F       1/058                  .    .    .    .    .    .    .    .    en Iva-elementen, bijv. Gd2Fe14C [6]

H 01 F       1/059                  .    .    .    .    .    .    .    .    en Va-elementen, bijv. Sm2Fe17N2 [6]

H 01 F       1/06                    .    .    .    .    .    in de vorm van deeltjes, bijv. een poeder (H01F 1/047 heeft voorrang) [5,6]

H 01 F       1/08                    .    .    .    .    .    .    geperst, gesinterd of samengebonden [6]

H 01 F       1/09                    .    .    .    .    mengsels van metaalachtige en niet-metaalachtige deeltjes; metaalachtige deeltjes met een oxidehuid [6]

H 01 F       1/10                    .    .    .    .    niet-metaalachtige substanties, bijv. ferrieten [6]

H 01 F       1/11                    .    .    .    .    .    in de vorm van deeltjes [6]

H 01 F       1/113                  .    .    .    .    .    .    in een bindmiddel [6]

H 01 F       1/117                  .    .    .    .    .    .    .    Flexibele lichamen [6]

H 01 F       1/12                    .    .    .    zacht-magnetische materialen [6]

H 01 F       1/14                    .    .    .    .    metalen of legeringen [6]

H 01 F       1/147                  .    .    .    .    .    Legeringen die worden gekenmerkt door hun samenstelling [5,6]

H 01 F       1/153                  .    .    .    .    .    .    Amorfe metaalachtige legeringen, bijv. glasachtige metalen [5,6]

H 01 F       1/16                    .    .    .    .    .    in de vorm van platen (H01F 1/147 heeft voorrang) [5,6]

H 01 F       1/18                    .    .    .    .    .    .    met een isolerende coating [6]

H 01 F       1/20                    .    .    .    .    .    in de vorm van deeltjes, bijv. een poeder (H01F 1/147 heeft voorrang) [5,6]

H 01 F       1/22                    .    .    .    .    .    .    geperst, gesinterd of samengebonden [6]

H 01 F       1/24                    .    .    .    .    .    .    .    waarbij de deeltjes geïsoleerd zijn [6]

H 01 F       1/26                    .    .    .    .    .    .    .    .    door macromoleculaire organische substanties [6]

H 01 F       1/28                    .    .    .    .    .    .    gedispergeerd of gesuspendeerd in een bindmiddel [6]

H 01 F       1/33                    .    .    .    .    mengsels van metaalachtige en niet-metaalachtige deeltjes; metaalachtige deeltjes met een oxidehuid [6]

H 01 F       1/34                    .    .    .    .    niet-metaalachtige substanties, bijv. ferrieten [6]

H 01 F       1/36                    .    .    .    .    .    in de vorm van deeltjes [6]

H 01 F       1/37                    .    .    .    .    .    .    in een bindmiddel [6]

H 01 F       1/375                  .    .    .    .    .    .    .    Flexibele lichamen [6]

H 01 F       1/38                    .    .    .    .    .    amorf, bijv. amorfe oxiden [6]

H 01 F       1/40                    .    .    van magnetische halfgeleidermaterialen, bijv. CdCr2S4 [6,13]

H 01 F       1/42                    .    van organische materialen of organometaalmaterialen (H01F 1/44 heeft voorrang) [6]

H 01 F       1/44                    .    van magnetische vloeistoffen, bijv. ijzerhoudende fluïda [6,13]

 

H 01 F       3/00                    Kernen, jukken of ankers [13]

H 01 F       3/02                    .    uit vellen

H 01 F       3/04                    .    uit stroken of linten

H 01 F       3/06                    .    uit draden

H 01 F       3/08                    .    uit poeder [13]

H 01 F       3/10                    .    Composietvoorzieningen van magnetische circuits

H 01 F       3/12                    .    .    Magnetische shunt-paden

H 01 F       3/14                    .    .    Insnoeringen; Spleten, bijv. luchtspleten (in magnetische shuntpaden H01F 3/12)

 

H 01 F       5/00                    Spoelen (supergeleidende spoelen H01F 6/06; vaste signaalinducties H01F 17/00)

H 01 F       5/02                    .    gewikkeld op niet-magnetische steunen, bijv. vormers

H 01 F       5/04                    .    Voorzieningen van elektrische verbindingen op spoelen, bijv. leidingen

H 01 F       5/06                    .    Isoleren van wikkelingen 

H 01 F       6/00                    Supergeleidende magneten; Supergeleidende spoelen [6]

H 01 F       6/02                    .    Schrikken; Beschermingsvoorzieningen tijdens het schrikken [6]

H 01 F       6/04                    .    Koelen [6]

H 01 F       6/06                    .    Spoelen, bijv. wikkelvoorzieningen, isolatievoorzieningen, begrenzingsvoorzieningen of omhullingsvoorzieningen daarvoor [6]

 

H 01 F       7/00                    Magneten (supergeleidingsmagneten H01F 6/00) [13]

H 01 F       7/02                    .    Permanente magneten

H 01 F       7/04                    .    .    Middelen voor het opheffen van de aantrekkingskracht

H 01 F       7/06                    .    Elektromagneten; Bedieningsmiddelen met elektromagneten [6]

H 01 F       7/08                    .    .    met ankers

H 01 F       7/10                    .    .    .    speciaal aangepast voor wisselstroom

H 01 F       7/11                    .    .    .    .    waarbij het effect van wervelstromen wordt verminderd of tegengegaan [6]

H 01 F       7/12                    .    .    .    .    met anti-trilvoorzieningen

H 01 F       7/121                  .    .    .    Geleiden of in positie brengen van ankers, bijv. het in hun eindpositie houden van ankers [6]

H 01 F       7/122                  .    .    .    .    door een permanente magneet [6]

H 01 F       7/123                  .    .    .    .    door een aanleunspoel [6]

H 01 F       7/124                  .    .    .    .    door een mechanische klink, bijv. een pal [6]

H 01 F       7/126                  .    .    .    Ondersteunen of bevestigen [6]

H 01 F       7/127                  .    .    .    Opbouwen [6]

H 01 F       7/128                  .    .    .    Inkapselen, omhullen of afdichten [6]

H 01 F       7/129                  .    .    .    .    van ankers [6]

H 01 F       7/13                    .    .    .    gekenmerkt door de trekkrachtkarakteristiek

H 01 F       7/14                    .    .    .    Draaiankers (H01F 7/17 heeft voorrang) [6]

H 01 F       7/16                    .    .    .    Rechtlijnig beweegbare ankers (H01F 7/17 heeft voorrang) [6]

H 01 F       7/17                    .    .    .    Gecombineerde draaiankers en rechtlijnig-bewegende ankers [6]

H 01 F       7/18                    .    .    .    Circuitvoorzieningen voor het verkrijgen van gewenste bedrijfskarakteristieken, bijv. voor een langzame werking, opeenvolgende bekrachtiging van wikkelingen of snelle bekrachtiging van wikkelingen

H 01 F       7/20                    .    .    zonder ankers [13]

 

H 01 F     10/00                   Dunne magnetische films, bijv. met een één-domeinstructuur [13]

H 01 F     10/06                   .    gekenmerkt door de koppeling of het fysieke contact met verbindende of op elkaar inwerkende geleiders

H 01 F     10/08                   .    gekenmerkt door magnetische lagen (aanbrengen van magnetische films op substraten H01F 41/14) [3]

H 01 F     10/10                   .    .    gekenmerkt door de samenstelling [3]

H 01 F     10/12                   .    .    .    met metalen of legeringen [3,13]

H 01 F     10/13                   .    .    .    .    Amorfe metaalachtige legeringen, bijv. spiegelmetalen [7]

H 01 F     10/14                   .    .    .    .    met ijzer of nikkel (H01F 10/13 en H01F 10/16 hebben voorrang) [3,7]

H 01 F     10/16                   .    .    .    .    met kobalt (H01F 10/13 heeft voorrang) [3,7]

H 01 F     10/18                   .    .    .    met verbindingen [3]

H 01 F     10/187                  .    .    .    .    Amorfe verbindingen [7]

H 01 F     10/193                  .    .    .    .    Magnetische halfgeleiderverbindingen [7]

H 01 F     10/20                   .    .    .    .    Ferrieten [3]

H 01 F     10/22                   .    .    .    .    .    Orthoferrieten [3]

H 01 F     10/24                   .    .    .    .    .    Granaten [3]

H 01 F     10/26                   .    gekenmerkt door het substraat of de tussenlagen (H01F 10/32 heeft voorrang) [3,7]

H 01 F     10/28                   .    .    gekenmerkt door de samenstelling van het substraat [3]

H 01 F     10/30                   .    .    gekenmerkt door de samenstelling van de tussenlagen [3]

H 01 F     10/32                   .    Door spinuitwisseling gekoppelde meervoudige lagen, bijv. gestapelde roosters met een nanostructuur [7]

 

H 01 F     13/00                   Apparatuur of processen voor het magnetiseren of demagnetiseren [13]

 

              Aantekening

 

              De groepen H01F 17/00 tot H01F 38/00 (met uitzondering van de groepen H01F 27/42 en H01F 38/32) dekken alleen structurele of constructieve aspecten van transformatoren, inductieve zelfinducties, smoorspoelen en dergelijke. Deze groepen dekken niet de circuitvoorzieningen van dergelijke inrichtingen, wat valt onder de toepasselijke functionele plaatsen. [6]

 

H 01 F     17/00                   Vaste signaalinducties [13]

H 01 F     17/02                   .    zonder magnetische kern

H 01 F     17/03                   .    .    met een keramische vormer

H 01 F     17/04                   .    met magnetische kern

H 01 F     17/06                   .    .    met een in hoofdzaak in zichzelf gesloten kern, bijv. een toroïde

H 01 F     17/08                   .    .    .    Belastings-spoelen voor telecommunicatiecircuits

 

H 01 F     19/00                   Vaste signalerende transformatoren of wederkerige signaalinducties (H01F 36/00 heeft voorrang) [3]

H 01 F     19/02                   .    Audiofrequente transformatoren of wederkerige inducties, d.w.z. niet geschikt voor het hanteren van frequenties die aanzienlijk buiten het hoorbare bereik liggen

H 01 F     19/04                   .    Transformatoren of wederkerige inducties die geschikt zijn voor het hanteren van frequenties die aanzienlijk buiten het hoorbare bereik liggen [13]

H 01 F     19/06                   .    .    Breedbandtransformatoren, bijv. geschikt voor het hanteren van frequenties die zeker binnen het hoorbare bereik liggen

H 01 F     19/08                   .    .    Transformatoren met magnetische voorspanning, bijv. voor het hanteren van pulsen

 

H 01 F     21/00                   Variabele signaalinducties of signaaltransformatoren (H01F 36/00 heeft voorrang) [3]

H 01 F     21/02                   .    continu variabel, bijv. variometers

H 01 F     21/04                   .    .    door een relatieve beweging van wikkelingen of delen van wikkelingen

H 01 F     21/06                   .    .    door het bewegen van de kern of een deel van de kern ten opzichte van de wikkelingen als geheel

H 01 F     21/08                   .    .    door het variëren van de permeabiliteit van de kern, bijv. door het variëren van de magnetische voorspanning

H 01 F     21/10                   .    .    door middel van een beweegbare afscherming

H 01 F     21/12                   .    discontinu variabel, bijv. getrapt 

H 01 F     27/00                   Details van transformatoren of inducties in het algemeen [6]

H 01 F     27/02                   .    Omhulsels

H 01 F     27/04                   .    .    Leiden van geleiders of assen door omhulsels, bijv. voor voorzieningen voor het wisselen van aftakking

H 01 F     27/06                   .    Bevestigen, ondersteunen of ophangen van transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen

H 01 F     27/08                   .    Koelen; Ventileren [13]

H 01 F     27/10                   .    .    Vloeistofkoeling

H 01 F     27/12                   .    .    .    Oliekoeling

H 01 F     27/14                   .    .    .    .    Expansiekamers; Olieconservatoren; Gaskussens; Voorzieningen voor het zuiveren, drogen of vullen

H 01 F     27/16                   .    .    .    Waterkoeling

H 01 F     27/18                   .    .    .    door het verdampen van vloeistoffen

H 01 F     27/20                   .    .    Koelen door speciale gassen of een ander gas dan omgevingslucht

H 01 F     27/22                   .    .    Koelen door warmtegeleiding via vaste of poedervormige vullingen

H 01 F     27/23                   .    Corrosiebescherming [6]

H 01 F     27/24                   .    Magnetische kernen

H 01 F     27/245                  .    .    uit platen, bijv. met georiënteerde korrels (H01F 27/26 heeft voorrang) [5]

H 01 F     27/25                   .    .    uit stroken of linten (H01F 27/26 heeft voorrang) [5]

H 01 F     27/255                  .    .    uit deeltjes (H01F 27/26 heeft voorrang) [5]

H 01 F     27/26                   .    .    Aan elkaar bevestigen van delen van de kern; Bevestigen of monteren van de kern op een omhulsel of steun [13]

H 01 F     27/28                   .    Spoelen; Wikkelingen; Geleidende verbindingen

H 01 F     27/29                   .    .    Aansluitklemmen; Aftakvoorzieningen [6]

H 01 F     27/30                   .    .    Aan elkaar bevestigen of klemmen van spoelen, wikkelingen of delen daarvan; Bevestigen of monteren van spoelen of wikkelingen op een kern, omhulsel of een andere steun

H 01 F     27/32                   .    .    Isoleren van spoelen, wikkelingen of delen daarvan

H 01 F     27/33                   .    Voorzieningen voor het dempen van ruis

H 01 F     27/34                   .    Speciale middelen voor het voorkomen of verminderen van ongewenste elektrische of magnetische effecten, bijv. van verliezen bij niet-belasting, reactieve stroom, harmonische trillingen, oscillaties of lekvelden

H 01 F     27/36                   .    .    Elektrische of magnetische afschermingen en dergelijke (beweegbaar voor het variëren van de inductie H01F 21/10) [6]

H 01 F     27/38                   .    .    Hulpkernlichamen; Hulpspoelen of hulpwikkelingen

H 01 F     27/40                   .    Structureel samenstel met een ingebouwde elektrische component, bijv. een zekering

H 01 F     27/42                   .    Speciaal aangepaste circuits voor het modificeren van, of compenseren voor, elektrische karakteristieken van transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen [6,13] 

H 01 F     29/00                   Variabele transformatoren of inducties die niet vallen onder groep H01F 21/00

H 01 F     29/02                   .    met aftakkingen op een spoel of wikkeling; met een voorziening voor het opnieuw rangschikken of onderling verbinden van wikkelingen

H 01 F     29/04                   .    .    met een voorziening voor het wisselen van aftakking zonder het onderbreken van de belastings-stroom

H 01 F     29/06                   .    waarbij een stroomgeleider over of langs een wikkeling glijdt of rolt

H 01 F     29/08                   .    waarbij een kern, spoel, wikkeling of afscherming kan bewegen voor het ongedaan maken van een variatie in de spanning of faseverschuiving, bijv. inductieregelaars

H 01 F     29/10                   .    .    waarbij een deel van het magnetische circuit beweegbaar is

H 01 F     29/12                   .    .    waarbij de spoel, wikkeling of een deel daarvan beweegbaar is; waarbij de afscherming beweegbaar is

H 01 F     29/14                   .    met een variabele magnetische voorspanning [13]

H 01 F     30/00                   Vaste transformatoren die niet vallen onder groep H01F 19/00 [6]

H 01 F     30/02                   .    Spaartransformatoren [6]

H 01 F     30/04                   .    met twee of meer secundaire wikkelingen die elk een aparte belasting leveren, bijv. voor de stroomtoevoer bij radio-installaties [6]

H 01 F     30/06                   .    gekenmerkt door de structuur [6]

H 01 F     30/08                   .    .    zonder magnetische kern [6]

H 01 F     30/10                   .    .    Eén-fasetransformatoren (H01F 30/16 heeft voorrang) [6]

H 01 F     30/12                   .    .    Twee-fasetransformatoren, drie-fasetransformatoren of veel-fasetransformatoren [6]

H 01 F     30/14                   .    .    .    voor het veranderen van het aantal fasen [6]

H 01 F     30/16                   .    .    Toroïdetransformatoren [6]

 

H 01 F     36/00                   Transformatoren met supergeleidende wikkelingen of met wikkelingen die werken bij cryogene temperaturen [3,13] 

H 01 F     37/00                   Vaste inducties die niet vallen onder groep H01F 17/00 [6] 

H 01 F     38/00                   Aanpassingen van transformatoren of inducties voor specifieke toepassingen of functies [6]

H 01 F     38/02                   .    voor niet-lineaire werking [6]

H 01 F     38/04                   .    .    voor frequentieverandering [6]

H 01 F     38/06                   .    .    voor het veranderen van de golfvorm [6]

H 01 F     38/08                   .    Transformatoren of inducties met een hoge mate aan lek [6]

H 01 F     38/10                   .    .    Ballasts, bijv. voor ontladingslampen [6]

H 01 F     38/12                   .    Ontstekingen, bijv. voor verbrandingsmotoren [6]

H 01 F     38/14                   .    Inductieve koppelingen [6]

H 01 F     38/16                   .    Cascadetransformatoren, bijv. voor gebruik met een extra hoge spanning [6]

H 01 F     38/18                   .    Roterende omvormers [6]

H 01 F     38/20                   .    Meettransformatoren [6]

H 01 F     38/22                   .    .    voor één-fasewisselstroom [6]

H 01 F     38/24                   .    .    .    Spanningstransformatoren [6]

H 01 F     38/26                   .    .    .    .    Constructies [6]

H 01 F     38/28                   .    .    .    Stroomtransformatoren [6]

H 01 F     38/30                   .    .    .    .    Constructies [6]

H 01 F     38/32                   .    .    .    .    Circuitvoorzieningen [6]

H 01 F     38/34                   .    .    .    Gecombineerde spanningstransformatoren en stroomtransformatoren [6]

H 01 F     38/36                   .    .    .    .    Constructies [6]

H 01 F     38/38                   .    .    voor veel-fasewisselstroom [6]

H 01 F     38/40                   .    .    voor gelijkstroom [6]

H 01 F     38/42                   .    Teruglooptransformatoren [6]

 

H 01 F     41/00                   Speciaal aangepaste apparatuur of processen voor het maken of samenstellen van magneten, inducties of transformatoren; Speciaal aangepaste apparatuur of processen voor het maken van materialen die worden gekenmerkt door hun magnetische eigenschappen [16]

H 01 F     41/02                   .    voor het maken van kernen, spoelen of magneten (H01F 41/14 heeft voorrang) [3,13]

H 01 F     41/04                   .    .    voor het maken van spoelen

H 01 F     41/06                   .    .    .    Spoelwindingen [13,16]

H 01 F     41/061                  .    .    .    .    Wikkelen van platte geleidende draden of vellen [16]

H 01 F     41/063                  .    .    .    .    .    met isolatie [16]

H 01 F     41/064                  .    .    .    .    wikkelen van niet-platte geleidende draden, bijv. staven, kabels of snoeren [16]

H 01 F     41/066                  .    .    .    .    .    met isolatie [16]

H 01 F     41/068                  .    .    .    .    .    .    in de vorm van strookmateriaal [16]

H 01 F     41/069                  .    .    .    .    .    Wikkelen van twee of meer draden, bijv. dubbeldraadse wikkelingen [16]

H 01 F     41/07                   .    .    .    .    .    .    Twisten [16]

H 01 F     41/071                  .    .    .    .    Wikkelen van spoelen met een speciale vorm (wikkelen van geleiders op gesloten vormdelen of kernen H01F 41/08) [16]

H 01 F     41/073                  .    .    .    .    .    Wikkelen op langgerekte vormdelen [16]

H 01 F     41/074                  .    .    .    .    .    Wikkelen van platte spoelen [16]

H 01 F     41/076                  .    .    .    .    Vormen van aftakkingen of aansluitingen tijdens het wikkelen, bijv. door omhullen met of solderen van de draad op pennen, of door het direct vormen van aansluitpunten uit de draad [16]

H 01 F     41/077                  .    .    .    .    Vervormen van de dwarsdoorsnede of de vorm van het wikkelmateriaal tijdens het wikkelen [16]

H 01 F     41/079                  .    .    .    .    Meten van elektrische karakteristieken tijdens het wikkelen [16]

H 01 F     41/08                   .    .    .    .    Wikkelen van geleiders op gesloten vormdelen of kernen, bijv. het doortrekken van geleiders door toroïdale kernen [13,16]

H 01 F     41/082                  .    .    .    .    Inrichtingen voor het geleiden of positioneren van het wikkelmateriaal op het vormdeel [16]

H 01 F     41/084                  .    .    .    .    .    voor het vormen van pannenkoekspoelen [16]

H 01 F     41/086                  .    .    .    .    .    in een speciale copnfiguratie op het vormdeel, bijv. orthocyclische speoel of openmazige spoelen [16]

H 01 F     41/088                  .    .    .    .    .    gebruikmakend van draaiende flyers [16]

H 01 F     41/09                   .    .    .    .    Wikkelmachines met twee of meer werkstukhouders or vormdelen [16]

H 01 F     41/092                  .    .    .    .    .    Torens; Draaitafels [16]

H 01 F     41/094                  .    .    .    .    Spaninrichtingen of reminrichtingen [16]

H 01 F     41/096                  .    .    .    .    Afgifte-inrichtingen of toevoerinrichtingen [16]

H 01 F     41/098                  .    .    .    .    Doornen of vormdelen [16]

H 01 F     41/10                   .    .    .    Verbinden van leidingen met wikkelingen [13]

H 01 F     41/12                   .    .    .    Isoleren van wikkelingen [13]

H 01 F     41/14                   .    voor het aanbrengen van magnetische films op substraten [3,13]

 

              Aantekening

 

              Groep H01F 41/30 heeft voorrang boven de groepen H01F 41/16 tot H01F 41/24. [7]

 

H 01 F     41/16                   .    .    waarbij het materiaal wordt aangebracht in de vorm van deeltjes, bijv. door serigrafie (H01F 41/18 heeft voorrang) [3,7]

H 01 F     41/18                   .    .    door kathodeverstuiving [3]

H 01 F     41/20                   .    .    door verdamping [3]

H 01 F     41/22                   .    .    Warmtebehandeling; Thermische ontleding; Chemische dampafzetting [3]

H 01 F     41/24                   .    .    uit vloeistoffen [3]

H 01 F     41/26                   .    .    .    gebruikmakend van elektrische stromen [3]

H 01 F     41/28                   .    .    .    door epitaxie met een vloeibare fase (LPE) [3]

H 01 F     41/30                   .    .    voor het aanbrengen van nanostructuren, bijv. door epitaxie met een moleculaire straal (MBE) [7]

H 01 F     41/32                   .    voor het aanbrengen van geleidend, isolerend of magnetisch materiaal op een magnetische film [7]

H 01 F     41/34                   .    .    in patronen, bijv. door lithografie [7]